ECLI:NL:RBLIM:2019:7323

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 augustus 2019
Publicatiedatum
8 augustus 2019
Zaaknummer
03/036065-19 OWV
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke toewijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met hennepkwekerij

Op 8 augustus 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de zaak tegen [veroordeelde], die werd bijgestaan door mr. G.A.C. Beckers. De rechtbank behandelde een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, die was ingediend door de officier van justitie. Deze vordering was gebaseerd op de veroordeling van [veroordeelde] voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, gepleegd tussen 1 januari 2017 en 11 juni 2017. De officier van justitie schatte het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 255.894,80, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor meer dan één eerdere oogst van hennepplanten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er 273 hennepplanten zijn aangetroffen in de woning van [veroordeelde], en op basis van het rapport van het Functioneel Parket heeft de rechtbank de bruto opbrengst van de oogst berekend op € 27.888,86. Na aftrek van kosten, waaronder elektriciteitskosten en kosten voor hennepstekken, kwam de rechtbank tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 22.555,06 bedroeg. De rechtbank legde [veroordeelde] de verplichting op om dit bedrag aan de staat te betalen.

De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat de mogelijkheid biedt om wederrechtelijk verkregen voordeel ontnemen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toegewezen, waarbij het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel werd vastgesteld op € 22.555,06. De rechtbank heeft daarbij de bewijsvoering en de verklaringen van getuigen in overweging genomen, evenals de aangetroffen materialen in de woning van [veroordeelde].

Uitspraak

RECHTbANK Limburg

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/036065-19
Tegenspraak
Uitspraak van de meervoudige kamer d.d. 8 augustus 2019 op de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht
in de zaak tegen:
[veroordeelde] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
hierna te noemen: [veroordeelde] .
[veroordeelde] wordt bijgestaan door mr. G.A.C. Beckers, advocaat, kantoorhoudende te Sittard.

1.Het onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 juli 2019. [veroordeelde] en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De behandeling van de ontnemingsvordering heeft gelijktijdig plaatsgehad met de behandeling van de strafzaak met parketnummer 03/036065-19. Op 8 augustus 2019 heeft de rechtbank eerst vonnis gewezen in de strafzaak. Vervolgens is de onderhavige uitspraak gewezen.

2.De vordering van de officier van justitie

De vordering van de officier van justitie strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en het aan [veroordeelde] opleggen van de verplichting tot betaling aan de staat van dat geschatte voordeel. De officier van justitie heeft dit bedrag geschat op € 255.894,80.
Volgens de officier van justitie zou [veroordeelde] dit voordeel hebben verkregen door middel van of uit de baten van de feiten waarvoor [veroordeelde] is veroordeeld.

3.De beoordeling

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de vordering gewijzigd in die zin dat de kosten die zijn betaald aan Enexis in mindering moeten worden gebracht.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, gelet op de bepleite integrale vrijspraak van het ten laste gelegde. De raadsman heeft subsidiair aangevoerd dat niet meer dan één voorgaande teelt aannemelijk kan worden geacht.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Inleiding
Bij voormeld vonnis d.d. 8 augustus 2019 is [veroordeelde] onder meer veroordeeld wegens het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, gepleegd in de periode van 1 januari 2017 tot en met 11 juni 2017.
De officier van justitie heeft de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig gemaakt binnen de daarvoor gestelde termijn.
Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of, en zo ja in hoeverre, [veroordeelde] voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de feiten waarvoor de veroordeling heeft plaatsgevonden en/of andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door [veroordeelde] zijn begaan.
3.3.2
Het bewijs [1]
Op zondag 11 juni 2017 trad de politie binnen in de woning, gelegen aan [adres 1] Roermond. De woning werd binnengetreden ter inbeslagneming. Door de brandweer werd tijdens het blussen van een woningbrand op [adres 1] te Roermond een hennepkwekerij aangetroffen. In de woning werden 273 hennepplanten in beslag genomen. [2]
Op het adres [adres 1] Roermond, stond volgens de gemeentelijke basisadministratie niemand ingeschreven. [3]
De verbalisanten zagen dat er drie geopende brieven op de tafel in de keuken lagen. Er was een brief afkomstig van Essent, van Enexis en van Santander. Op de brief van Essent stond de datum 6 mei 2017 als factuurdatum en de brief was geadresseerd aan de heer [veroordeelde] . Op de brief van Enexis stond de datum 17 mei 2017 en de brief was geadresseerd aan de bewoners van het pand [adres 1] te Roermond. Op de brief van Santander stond de datum 28 april 2017 en de brief was geadresseerd aan de heer [veroordeelde] . [4]
De verbalisanten zagen dat er op de eerste verdieping ongeveer 37 blauwe en zwarte vuilniszakken lagen. Een vuilniszak was geopend en in deze vuilniszak zaten flessen plantenvoedingsmiddel. Het ging om de volgende plantenvoedingsmiddelen: kokosbloei, Ferro pH min bloem, Aptus Topbooster en Aptus Enzym +. De verbalisant voelde dat deze flessen leeg waren. Er werden twee andere vuilniszakken geopend en de verbalisanten zagen dat een vuilniszak gevuld was met potgrond met daarin plantenwortelresten en dat een vuilniszak gevuld was met hennepplantenresten.
De verbalisanten, zagen dat er negen zwarte plantenpotten in de ruimte op de eerste verdieping stonden en dat deze plantenpotten gevuld waren met potgrond. Zij zagen dat deze plantenpotten van gelijke grootte waren. Een van deze plantenpotten werd opgemeten en deze plantenpot had een diepte van 19,5 centimeter, een breedte van 19,5 centimeter en een hoogte van 25 centimeter. De verbalisanten zagen dat er een werkbank in de ruimte stond en dat er verschillende gereedschappen, waaronder knipscharen, op de werkbank lagen. Zij zagen dat er opgedroogde hars op deze knipscharen zat. Zij zagen dat er een geopende doos in de ruimte stond en dat er dertien assimilatielampen in de doos zaten. Zij zagen dat er nog een zwarte bak in de kamer stond en dat er dertien vermoedelijk gebruikte assimilatielampen in de bak zaten. Zij zagen dat er een transformatorblok in een andere doos zat en dat er twee streepjes op de het transformatorblok stonden, vermoedelijk als zijnde het getal 11. Zij zagen dat er twee stukken aan- en afvoerbuis in de ruimte lagen. Zij zagen dat er nog verschillende andere goederen ten behoeve van een hennepkwekerij in de ruimte lagen. [5]
De verbalisanten zagen dat de tweede trap toegang bood tot een klein halletje op de zolderverdieping. Zij zagen dat de trap bovenaan was verbrand en dat delen van het halletje waren verbrand. Het halletje bood toegang tot een badkamer en tot de kweekruimte. Tegen de muur in het halletje hing een transformatorbord en dit transformatorbord was grotendeels weggesmolten. De verbalisanten zagen dat er elektriciteitsdraden van dit transformatorbord naar de kweekruimte liepen. Deze elektriciteitsdraden hingen los in de ruimte en deze waren op sommige plekken gebundeld. De verbalisanten zagen dat deze elektriciteitsdraden verbrand c.q. verschroeid of gesmolten waren. Zij zagen dat de badkamer zwart geblakerd was. In de badkamer lagen en stonden verschillende flessen plantenvoedingsmiddelen, ook weer van kokosbloei, Ferro pH min bloem, Aptus Topbooster en Aptus Enzym +. In het bad stond een waterbassin. Dit waterbassin was voorzien van een dompelpomp en deed volgens de verbalisanten naar alle waarschijnlijkheid dienst als irrigatiesysteem. [6]
De kweekruimte had een oppervlakte van circa 13,2 vierkante meter. De verbalisanten zagen dat er stof op de armaturen van de assimilatielampen zat en dat er kalkaanslag op de buitenzijden van de plantenpotten zat. Dit waren dezelfde plantenpotten als de plantenpotten die aanwezig waren op de eerste verdieping van de woning. Er was ten minste één ventilator in de kweekruimte aanwezig en er zat stof op deze ventilator. In totaal stonden er 273 hennepplanten in de kweekruimte. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 45 cm. De plantenbakken waren gevuld met potgrond. In totaal hingen er in de kweekruimte 11 assimilatielampen. Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien. In de kweekruimte bevond zich 1 koolstoffilter. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afvoerinstallatie. [7]
De verbalisant constateerde op grond van zijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen. Hij constateerde dit aan de hand van de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur van de aangetroffen planten. [8]
Getuigenverklaringen
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij vanaf augustus 2007 woont op het adres [adres 2] te Roermond. Dit betreft de woning naast [adres 1] te Roermond. De woningen aan de [straatnaam] te Roermond zijn erg gehorig. [getuige 1] heeft verklaard dat hij niet het idee heeft dat de woning op [adres 1] voor 2010 of na 2011 bewoond is geweest. Hij heeft tussen 2007 en heden wel vaker mannenstemmen uit de woning gehoord. Hij hoorde dat er in die periode ook vaker water door de waterleidingen liep en hij weet zeker dat dit de waterleidingen van de woning [adres 1] waren. Deze waterleidingen liepen vaak toch zeker een half uur door. Hij heeft vanaf 2011 nooit verlichting zien branden in de woning [adres 1] . [9]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij vanaf december 2006 samen met haar woont op de [adres 3] te Roermond. Deze woning is aan de achterzijde deels bevestigd aan het pand [adres 1] te Roermond. Zij heeft verklaard dat zij vanaf 2006 tot heden nog nooit iemand naar binnen of naar buiten heeft zien gaan bij [adres 1] . Zij heeft niet het idee dat het pand op [adres 1] vanaf 2006 tot heden bewoond is geweest. Zij heeft namelijk nooit geluiden door de muren heen gehoord en zij heeft nog nooit activiteit in het pand gezien. Zij heeft verder verklaard dat haar man en zij vanaf maart 2016 tot februari 2017 dagelijks een sterke hennepgeur in het rechtergedeelte van onze woonkamer roken. Dit is het gedeelte van de woonkamer dat met de achterzijde direct grenst aan het pand [adres 1] . [10]
Verklaring verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij eigenaar is van het pand [adres 1] te Roermond vanaf 2006. [11]
In het
Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex art 36e 2e lid Sr [12] wordt beschreven dat tijdens het ingestelde onderzoek de volgende aanwijzingen zijn gevonden voor één eerdere oogst:
  • er werden vuilniszakken gevonden met lege flessen plantenvoedingsmiddel, potgrond met plantenwortelresten en hennepplantenresten gevonden;
  • er werden plantenpotten aangetroffen met daarop een op kalk gelijkende afzetting;
  • het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de eerste kweekruimte is opgetreden nadat de koolstoffilters waren bevestigd; de vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op;
  • er lag stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen en op het rotorblad en de plastic behuizing van de ventilator;
  • er werden knipschaartjes aangetroffen en op deze knipschaartjes bevonden zich harsresten vermoedelijk afkomstig van hennepplanten.
[veroordeelde] wordt verantwoordelijk gehouden voor de hennepteelt in de woning aan de [adres 1] te Roermond. Gelet op de aangetroffen lege flessen plantenvoedingsmiddel, potgrond met plantenwortelresten en hennepplantenresten, de kalkafzettingen, de vervuilde koolstoffilters, de stoflaag en de knipschaartjes met hennepresten, in combinatie met de verklaringen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2] gaat de rechtbank ervan uit dat er sprake is van ten minste één eerdere oogst.
De rechtbank acht aannemelijk dat [veroordeelde] de opbrengst van die oogst heeft verkocht en hieruit wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, is de rechtbank van oordeel dat het onvoldoende aannemelijk is geworden dat er sprake is van meer dan één eerdere oogst.
3.3.3
De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De rechtbank berekent, op basis van de inhoud van de genoemde wettige bewijsmiddelen en het
Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex art. 36e 2e lid Sr [13] , het geschatte voordeel dat [veroordeelde] uit de baten van één oogst van 273 hennepplanten heeft verkregen, als volgt.
Bruto opbrengstBij gebrek aan een verklaring over de opbrengst en de kosten van de hennepplantage door [veroordeelde] , ziet de rechtbank zich genoodzaakt om terug te grijpen op de genormeerde bedragen in het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel ex art. 36e 2e lid Sr. Deze genormeerde bedragen zijn ontleend aan het rapport ‘Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnen teelt onder kunstlicht’ van het Functioneel Parket Afpakken (voorheen BOOM) van 1 juni 2016.
Door de politie is gerelateerd dat er in totaal 273 planten zijn aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is dat de omvang van de eerdere oogst overeenkomt met de aangetroffen 273 hennepplanten. Uit het proces-verbaal van aantreffen van een hennepkwekerij blijkt dat er in de kweekruimte per m2 21 planten stonden.
Volgens het BOOM-rapport brengt 21 planten per m2 een opbrengst op van 25,1 gram per plant. Gelet op vorenstaande bedraagt de geoogste hoeveelheid 273 x 25,1 gram = 6.852,30 gram.
De daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,00 per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 6,8523 kilogram x € 4.070,00 =
€ 27.888,86(afgerond).
KostenDe rechtbank is van oordeel dat de volgende kosten zijn gemaakt die voor aftrek in aanmerking komen. Ook daarbij heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij het rapport van Functioneel Parket Afpakken.
De rechtbank hanteert de in dit rapport vastgestelde norm van € 200,00 voor de afschrijvingskosten per oogst.
Het normbedrag voor de inkoopprijs van hennepstekken is volgens het rapport vastgesteld op € 3,81 per stek/plant en vermenigvuldigd met het aantal hennepplanten bedraagt het totaalbedrag aan hennepstekken: 273 x € 3,81 = € 1.040,13.
Het normbedrag voor de overige variabele kosten is volgens het rapport vastgesteld op € 3,88 per stek/plant en vermenigvuldigd met het aantal hennepplanten bedraagt het totaalbedrag aan hennepstekken: 273 x € 3,88 = € 1.059,24.
[veroordeelde] heeft aannemelijk gemaakt dat de kosten voor elektriciteit zijn betaald. Deze kosten komen daarom ook voor aftrek in aanmerking. Het betreft een bedrag van € 3.034,43.
Verder is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er kosten zijn gemaakt voor investering, knippers en huisvesting ten behoeve van de hennepteelt. Dergelijke kosten zullen daarom niet in mindering worden gebracht.
De totale kosten die voor aftrek in aanmerking komen, worden daarmee vastgesteld op:
Afschrijvingskosten € 200,00
Hennepstekken € 1.040,13
Variabele kosten € 1.059,24
Elektriciteitskosten
€ 3.034,43 +
Totaal € 5.333,80
Wederrechtelijk verkregen voordeelGelet op vorenstaande komt de volgende voordeelberekening tot stand.
Bruto opbrengst € 27.888,86
Kosten
€ 5.333,80 -
Nettowinst, tevens wederrechtelijk verkregen voordeel € 22.555,06
Het bedrag waar het voordeel op wordt geschat, stelt de rechtbank op grond van het voorgaande vast op
€ 22.555,06.
3.3.4
De op te leggen betalingsverplichting
De rechtbank zal aan [veroordeelde] de verplichting opleggen tot betaling van € 22.555,06 aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

4.Het wettelijke voorschrift

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
  • legt [veroordeelde] de verplichting op tot
Deze uitspraak is gegeven door mr. J.B.J. Driessen, voorzitter, mr. F.L.G. Geisel en
mr. M.J.H. van den Hombergh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.A.E. van de Venne, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 augustus 2019.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, District Noord- en Midden-Limburg, Basisteam Roermond, proces-verbaalnummer PL2300-2017093849, gesloten d.d. 30 november 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 218.
2.Proces-verbaal van binnentreden woning d.d. 12 juni 2017, pagina’s 15 en 16.
3.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 18.
4.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 19.
5.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 19.
6.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina’s 19 en 20.
7.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 20.
8.Proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 23 augustus 2017, pagina 20.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 juni 2017, pagina’s 102 en 103.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 juli 2017, pagina’s 115 en 116.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 juli 2017, pagina’s 148 tot en met 154.
12.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel d.d. 23 augustus 2017, met bijlagen, pagina’s 182 tot en met 201.
13.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel d.d. 23 augustus 2017, met bijlagen, pagina’s 182 tot en met 201.