Op 25 januari 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan hennepteelt en elektriciteitsdiefstal. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.P.C.M. van Riet, werd vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de wetenschap van de verdachte met betrekking tot de hennepkwekerij die op 24 februari 2014 werd aangetroffen. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte betrokken was bij de hennepteelt, onder andere omdat hij huurder was van de loods waarin de kwekerij was gevestigd en omdat er goederen ten behoeve van de hennepteelt bij zijn woning waren aangetroffen. Echter, de rechtbank vond dat de omstandigheden niet voldoende bewijs opleverden voor de wetenschap van de verdachte over de hennepkwekerij.
De verdediging voerde aan dat de verdachte geen betrokkenheid had bij de hennepteelt en dat hij vaak in het buitenland verbleef. De rechtbank concludeerde dat de verdachte mogelijk niet op de hoogte was van de hennepkwekerij, die goed verstopt was. Ook met betrekking tot de diefstal van elektriciteit oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte hieraan had deelgenomen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide feiten en verklaarde de benadeelde partij, Enexis B.V., niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het feit waarop de vordering was gebaseerd.