ECLI:NL:RBLIM:2019:6568

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
15 juli 2019
Zaaknummer
03/238992-17 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na hennepteelt met berekening van de opbrengst en kosten

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 juli 2019 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die betrokken was bij hennepteelt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld, die het wederrechtelijk verkregen voordeel van de verdachte op 27.689 euro had geschat, maar na schending van de redelijke termijn een betalingsverplichting van 25.000 euro had voorgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een geslaagde oogst van 787 hennepplanten had, en na aftrek van kosten en aangetroffen hennep, werd het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op 25.349,47 euro. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voordeel had verkregen uit de opbrengsten van de hennepteelt en legde hem de verplichting op tot betaling aan de staat van dit bedrag. De rechtbank volgde de officier van justitie niet in het standpunt dat het ontnemingsbedrag gematigd moest worden vanwege de overschrijding van de redelijke termijn, omdat deze overschrijding als gering werd beschouwd. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de verdachte en zijn raadsman, en de rechtbank heeft de wettelijke grondslag voor de maatregel gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTbANK Limburg

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/238992-17 (ontneming)
Tegenspraak
Uitspraak van de meervoudige kamer d.d. 10 juli 2019 op de vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht
in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Bondrepubliek Duitsland) op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres 1] ,
hierna te noemen: [verdachte] .
[verdachte] wordt bijgestaan door mr. G.A.C. Beckers, advocaat, kantoorhoudende te Sittard.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 juni 2019. [verdachte] en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De behandeling van de ontnemingsvordering heeft gelijktijdig plaatsgehad met de behandeling van de strafzaken met parketnummers 03/866139-18 en 03/238992-17, alsmede met de behandeling van de ontnemingsvordering met parketnummer 03/866139-18. Op 10 juli 2019 heeft de rechtbank eerst vonnis gewezen in de (gevoegde) strafzaken. Vervolgens zijn de ontnemingsuitspraken gewezen.

2.De vordering van de officier van justitie

De vordering van de officier van justitie strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en het aan [verdachte] opleggen van de verplichting tot betaling aan de staat van dat geschatte voordeel. De officier van justitie had dit bedrag in eerste instantie geschat op 22.691,34 euro.
Op de terechtzitting van 26 juni 2019 heeft de officier van justitie de vordering gezamenlijk met de vordering met parketnummer 03/866139-18 beoordeeld en geconcludeerd tot een totaal wederrechtelijk verkregen voordeel van 27.689 euro met – in verband met schending van de redelijke termijn – een betalingsverplichting van 25.000 euro.

3.De beoordeling

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, uitgaande van één geslaagde oogst van in totaal 787 hennepplanten op de [adres 2] te Landgraaf, na aftrek van kosten en van de aangetroffen hennep op zowel de [adres 2] als de [adres 3] , geconcludeerd tot een wederrechtelijk verkregen voordeel van 27.689 euro.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de vordering afgewezen moet worden nu, op grond van de verklaring van verdachte, de aangetroffen hennep de volledige oogst betrof en verdachte dus geen voordeel heeft genoten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Inleiding
Bij voormeld vonnis d.d. 10 juli 2019 is [verdachte] veroordeeld wegens:
- de voortgezette handeling van:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C van de Opiumwet gegeven verbod, gepleegd op 16 februari 2017,
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B van de Opiumwet gegeven verbod, gepleegd in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 22 februari 2017;
-
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, gepleegd in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 22 februari 2017.
Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of, en zo ja in hoeverre, [verdachte] voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de feiten waarvoor de veroordeling heeft plaatsgevonden en/of andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door [verdachte] zijn begaan.
3.3.2
Het bewijs [1]
Het
proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij [2] vermeldt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Op 23 februari 2017 stelden wij een onderzoek in op het adres de
[adres 2] te Landgraaf(een voormalig café met bovenwoning). Het bleek dat op genoemd adres vier hennepkwekerijen aanwezig waren, waarvan de planten kennelijk waren geoogst.
Kweekruimte 1: Naast de voormalige bar stond een zogenaamde groeitent met een afmeting van 3 x 3 meter. In de groeitent stonden 34 zwart- en witkleurige kunststofbakken opgestapeld. In deze bakken hebben 2 hennepplanten gestaan.
Kweekruimte 2: In het zaalgedeelte van het horecapand, begane grond, werd een groeitent aangetroffen met een afmeting van 3 x 6 meter. In totaal hebben er 212 hennepplanten gestaan. (…) Tevens werden aangetroffen 2 gripzakken gevuld met gedroogde henneptoppen.
Kweekruimte 3: De ruimte had een afmeting van 3,8 x 9,4 meter. In totaal hebben er 321 hennepplanten gestaan.
Kweekruimte 4: De ruimte had een afmeting van 4,3 x 3,7 meter. In totaal hebben er 186 hennepplanten gestaan.
Aantal planten: In totaal hebben in de kweekruimten 787 hennepplanten gestaan.
Een
kennisgeving van inbeslagnemingvermeldt dat in ruimte 2 werden aangetroffen twee gripzakken met gedroogde henneptoppen met een totale gewicht van 1.082 gram. [3]
Op 16 februari 2017 vond een onderzoek plaats in het pand aan de
[adres 3] te Kerkrade. Daarbij werd in totaal 14.150 gram hennep aangetroffen. [4]
[verdachte]verklaarde op 22 maart 2017 – zakelijk weergegeven – als volgt: [5]
U houdt mij voor dat ik verdacht word van het telen van hennep en diefstal van elektriciteit op het adres [adres 2] te Landgraaf en dat ik ook word verdacht van het voorhanden hebben van softdrugs op 16 februari 2017 op het adres [adres 3] te Kerkrade.
Ik heb op het adres [adres 2] te Landgraaf een hennepplantage gemaakt. Ik heb daar een keer een hennepplantage gedaan. Dat wat ik van de [adres 2] te Landgraaf geoogst heb, heb ik op de [adres 3] te Kerkrade bij een vriend neer gelegd. (…) Dat waren 14 kilo (…) Er was nog iets wat achtergebleven is op de [adres 2] te Landgraaf dat wat ik niet meegenomen had. (…) Iets meer dan een kilo. (…)
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] door middel van of uit de baten van voormelde feiten voordeel heeft gekregen.
3.3.3
De schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Op grond van voormelde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat het dossier voldoende aanwijzingen bevat dat [verdachte] minimaal één eerdere oogst heeft gehad. [verdachte] verklaarde ter zitting zelf ook dat hij eenmaal heeft geoogst, maar dat het ging om slechts zo’n 455-465 planten. In het vonnis in de strafzaak heeft de rechtbank die verklaring reeds onaannemelijk geacht en het telen van ongeveer 787 hennepplanten bewezen geacht. De rechtbank zal dan dus ook uitgaan van een volledig geslaagde oogst van 787 hennepplanten.
Gelet op voornoemde aanwijzingen en bewijsmiddelen komt de rechtbank tot de volgende schatting van het voordeel, met toepassing van de standaardberekening van het openbaar ministerie, hierna te noemen: het rapport Afpakken. [6] Daarbij gaat de rechtbank uit van de aanvulling van 1 juni 2016 en zal de rechtbank bij de tussenberekeningen telkens afronden in het voordeel van [verdachte] .
Kweekruimte 1
In kweekruimte 1 stonden (34 x 2 =) 68 hennepplanten, de oppervlakte bedroeg (3 x 3 =) 9 m2 en per m2 stonden er dus 8 planten. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de opbrengst hiervan 31,4 gram hennep per plant en aldus in totaal (68 x 31,4 =) 2,1352 kilogram hennep. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de verkoopprijs van hennep 4.070 euro per kilogram. Dit zou dan ook een verkooprijs van (2,1352x 4.070 =)
8.690,26 eurobetekenen.
Op grond van het rapport Afpakken kan worden uitgegaan van de volgende kosten:
  • afschrijvingskosten: 150 euro per oogst;
  • hennepstekken: 3,81 euro per stek, zijnde (68 x 3,81 =) 259,08 euro;
  • overige kosten: 3,88 per hennepplant, zijnde (68 x 3,88 =) 263,84 euro;
  • totaal:
Kweekruimte 2
In kweekruimte 2 stonden 212 hennepplanten, de oppervlakte bedroeg (3 x 6 =) 18 m2 en per m2 stonden er dus 12 planten. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de opbrengst hiervan 29,6 gram hennep per plant en aldus in totaal (212 x 29,6 =) 6,2752 kilogram hennep. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de verkoopprijs van hennep 4.070 euro per kilogram. Dit zou dan ook een verkooprijs van (6,2752 x 4.070 =)
25.540,06 eurobetekenen.
Op grond van het rapport Afpakken kan worden uitgegaan van de volgende kosten:
  • afschrijvingskosten: 200 euro per oogst;
  • hennepstekken: 3,81 euro per stek, zijnde (212 x 3,81 =) 807,72 euro;
  • overige kosten: 3,88 per hennepplant, zijnde (212 x 3,88 =) 822,56 euro;
  • totaal:
Kweekruimte 3
In kweekruimte 3 stonden 321 hennepplanten, de oppervlakte bedroeg (3,8 x 9,4 =) 35 m2 en per m2 stonden er dus 10 planten. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de opbrengst hiervan 30,5 gram hennep per plant en aldus in totaal (321 x 30,5 =) 9,7905 kilogram hennep. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de verkoopprijs van hennep 4.070 euro per kilogram. Dit zou dan ook een verkooprijs van (9,7905 x 4.070 =)
39.847,34 eurobetekenen.
Op grond van het rapport Afpakken kan worden uitgegaan van de volgende kosten:
  • afschrijvingskosten: 250 euro per oogst;
  • hennepstekken: 3,81 euro per stek, zijnde (321 x 3,81 =) 1.223,01 euro;
  • overige kosten: 3,88 per hennepplant, zijnde (321 x 3,88 =) 1.245,48 euro;
  • totaal:
Kweekruimte 4
In kweekruimte 4 stonden 186 hennepplanten, de oppervlakte bedroeg (4,3 x 3,7=) 16 m2 en per m2 stonden er dus 12 planten. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de opbrengst hiervan 29,6 gram hennep per plant en aldus in totaal (186 x 29,6 =) 5,5056 kilogram hennep. Op grond van het rapport Afpakken bedraagt de verkoopprijs van hennep 4.070 euro per kilogram. Dit zou dan ook een verkooprijs van (5,5056 x 4.070 =)
22.407,79 eurobetekenen.
Op grond van het rapport Afpakken kan worden uitgegaan van de volgende kosten:
  • afschrijvingskosten: 150 euro per oogst;
  • hennepstekken: 3,81 euro per stek, zijnde (186 x 3,81 =) 708,66 euro;
  • overige kosten: 3,88 per hennepplant, zijnde (186 x 3,88 =) 721,68 euro;
  • totaal:
Elektriciteitskosten
Ten tijde van het opmaken van de ontnemingsrapportage was het uitgangspunt dat de elektriciteit illegaal werd afgenomen en de factuur daarvan nog niet betaald was. Inmiddels is in de strafzaak aan [verdachte] de verplichting opgelegd om de schade voor [benadeelde] te vergoeden en daaronder valt ook het elektriciteitsverbruik. Volgens vaste jurisprudentie komen voor aftrek die kosten in aanmerking, die ook tot daadwerkelijk voordeel hebben geleid. Daarom komen de verbruikskosten elektriciteit voor zover die zien op één geslaagde oogst van aftrek in aanmerking, te weten
2.339,71 euro(zie pg. 262).
Aangetroffen hennep
Bij de hennepkwekerij werden nog twee zakken henneptoppen aangetroffen met een totaalgewicht van 1.082 gram en op de [adres 3] in Kerkrade werd in totaal ook nog 14.150 gram hennep aangetroffen. De rechtbank acht het aannemelijk dat die hennep een deel van de opbrengst is, die dus nog niet is verkocht. Deze hennep, in totaal (1.082 + 14.150 =) 15.232 kilogram, vertegenwoordigt op grond van het rapport Afpakken een verkoopprijs van (4.070 x 15,232 =)
61.994,24 eurowelke nog voor aftrek in aanmerking komt.
Totaal
Het vorengaande leidt tot de volgende berekening:
Opbrengst kweekruimte 1
8.690,26
Opbrengst kweekruimte 2
25.540,06
Opbrengst kweekruimte 3
39.847,34
Opbrengst kweekruimte 4
22.407,79
Kosten kweekruimte 1
- 672,92
Kosten kweekruimte 2
- 1.830,28
Kosten kweekruimte 3
- 2.718,49
Kosten kweekruimte 4
- 1.580,34
Elektriciteitskosten
- 2.339,71
Waarde aangetroffen hennep
- 61.994,24
Totaal
25.349,47
De rechtbank zal het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vaststellen op
25.349,47 euro.
3.3.4
De op te leggen betalingsverplichting
De rechtbank zal aan [verdachte] ook de verplichting opleggen tot betaling van
25.349,47 euroaan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank volgt de officier van justitie niet in zijn standpunt dat het ontnemingsbedrag wegens overschrijding van de redelijke termijn dient te worden gematigd, omdat de geconstateerde verdragschending van 3 maanden naar het oordeel van de rechtbank dermate gering is dat die voldoende wordt gecompenseerd met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 6, eerste lid, van het EVRM.

4.Het wettelijke voorschrift

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

5.De beslissing

De rechtbank:
  • stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
  • legt [verdachte] de verplichting op tot
Deze uitspraak is gegeven door mr. A.P.A. Bisscheroux, voorzitter,
mr. drs. J.M.A. van Atteveld en mr. A.K. Kleine, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 juli 2019.
Buiten staat
Mr. drs. J.M.A. van Atteveld is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/238992-17 (ontneming)
Proces-verbaal van de openbare zitting van 10 juli 2019 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Bondrepubliek Duitsland) op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres 1] ,
hierna te noemen: [verdachte] .
Raadsman is mr. G.A.C. Beckers, advocaat, kantoorhoudende te Sittard.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
[verdachte] is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt de beslissing uit en geeft [verdachte] kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, district Parkstad-Limburg, basisteam Brunssum/Landgraaf, proces-verbaalnummer PL2435-2017004627, gesloten d.d. 19 juli 2017, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 354.
2.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 19 juli 2017, pg. 1-11.
3.Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 februari 2017, pg. 28.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2017, pg. 33-38.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte T. [verdachte] d.d. 22 maart 2017, pg. 113-118.
6.Het rapport Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht, Standaardberekening en normen, Update 1 juni 2016, gepubliceerd door Functioneel Parket Afpakken (voorheen BOOM).