ECLI:NL:RBLIM:2019:6562

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
15 juli 2019
Zaaknummer
03/866139-18 en 03/238992-17 (ttz.gev)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf wegens hennepteelt en stroomdiefstal met overwegingen omtrent medeplegen en strafmaat

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 10 juli 2019, is de verdachte, Theodoros [verdachte], veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden voor hennepteelt en stroomdiefstal. De zaak betreft twee parketnummers: 03/866139-18 en 03/238992-17. De verdachte heeft in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 22 februari 2017 in Landgraaf een hennepkwekerij opgezet met 787 hennepplanten en heeft daarbij elektriciteit gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een ander de hennep heeft geteeld en dat hij de elektriciteit voor de kwekerij illegaal heeft afgenomen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de officier van justitie gewogen en kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor de gestolen elektriciteit, integraal toegewezen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte zich niet heeft gehouden aan de redelijke termijn van de procedure, maar heeft besloten om de gevangenisstraf niet te verminderen vanwege deze schending. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van hennepteelt en stroomdiefstal.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/866139-18 en 03/238992-17 (ttz.gev)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 10 juli 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] (Bondrepubliek Duitsland) op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.A.C. Beckers, advocaat kantoorhoudende te Sittard.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 juni 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en):
In de zaak 03/866139-18 ( [adres 2] te Kerkrade):

14.150 gram hennep aanwezig heeft gehad;

In de zaak 03/238992-17 ( [adres 3] te Landgraaf):
787 hennepplanten heeft geteeld, danwel voorwerpen voorhanden heeft gehad die bestemd waren voor grootschalige hennepteelt;
elektriciteit heeft gestolen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van:
  • het medeplegen van het aanwezig hebben van de 14.150 gram hennep (in de zaak 03/866139-18),
  • het medeplegen van het telen van 787 hennepplanten (feit 1 primair in de zaak 03/238992-17),
  • de diefstal van elektriciteit (feit 2 in de zaak 03/238992-17), waarbij de officier van justitie geen expliciet standpunt heeft ingenomen voor wat betreft het al dan niet in vereniging plegen hiervan.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft erkend dat hij hennep heeft geteeld aan de [adres 3] te Landgraaf, dat hij daarvoor de elektriciteit heeft gestolen en dat de 14.150 gram hennep op de [adres 2] te Kerkrade van hem was.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden verklaard:
  • het aanwezig hebben van de 14.150 gram hennep (feit 1 in de zaak 03/866139-18),
  • het medeplegen van het telen van een grote hoeveelheid, dus niet 787, hennepplanten (feit 1 primair in de zaak 03/238992-17),
  • de diefstal van elektriciteit (feit 2 in de zaak 03/238992-17), doch niet als medeplegen.
Voorts heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat voor de hennepteelt op de [adres 3] te Landgraaf sprake is van eendaadse samenloop met het aanwezig hebben van de 14.150 gram hennep op de [adres 2] te Kerkrade, wat enkelvoudige kwalificatie tot gevolg moet hebben.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De verdachte wordt verweten dat hij – kort gezegd – hennep heeft geteeld en elektriciteit heeft gestolen op de [adres 3] te Landgraaf (zaak 03/238992-17) en dat hij hennep aanwezig heeft gehad op de [adres 2] te Kerkrade (zaak 03/866139-18). De rechtbank zal hierna eerst het “dossier [adres 3] ” behandelen en vervolgens het “dossier [adres 2] .”
3.3.1
Bewijsmiddelen
Verbalisanten [naam 2] en [naam 3] relateerden – zakelijk weergegeven – het volgende: [2]
Op 23 februari 2017 stelden wij een onderzoek in op het adres de
[adres 3] te Landgraaf(een voormalig café met bovenwoning). Het bleek dat op genoemd adres vier hennepkwekerijen aanwezig waren, waarvan de planten kennelijk waren geoogst. Wij zagen het volgende:
Kweekruimte 1: Naast de voormalige bar stond een zogenaamde groeitent met een afmeting van 3 x 3 meter. In de groeitent stonden 34 zwart- en witkleurige kunststofbakken opgestapeld. Deze bakken waren gevuld met gebruikte en vervuilde mapito, kweekmedium. Sommige bakken waren leeg, maar er waren wel resten van mapito aanwezig. In deze groeitent werden in tassen en gebruikte stekkentrays aangetroffen (9 x 84 stekkentrays). De bakken hadden een afmeting van 40 x 33 cm. In deze bakken hebben 2 hennepplanten gestaan. Bij en in het toilet op de begane grond werden tevens aangetroffen 7 x 84 stekkentrays en 1 x 42 stekkentrays.
Kweekruimte 2: In het zaalgedeelte van het horecapand, begane grond, werd een groeitent aangetroffen met een afmeting van 3 x 6 meter. In de groeitent werden aangetroffen 3 kleine bloempotten, 97 middelmaat (40 x 33 cm) bakken en 5 grote (39 x 71 cm) bakken. In de grote maat bakken hebben drie hennepplanten gestaan. In de middelmaat bakken hebben twee hennepplanten gestaan. In totaal hebben er 212 hennepplanten gestaan.
Kweekruimte 3: De ruimte had een afmeting van 3,8 x 9,4 meter. Ook in deze ruimte stonden de al eerder genoemde drie verschillende kunststofbakken gevuld met gebruikte mapito: 4 kleine bloempotten, 7 middelmaat (40 x 33 cm) bakken en 101 grote (39 x 71 cm) bakken. In de grote bakken hebben drie hennepplanten gestaan. In de middelmaat bakken hebben twee hennepplanten gestaan. In totaal hebben er 321 hennepplanten gestaan.
Kweekruimte 4: De ruimte had een afmeting van 4,3 x 3,7 meter. Ook in deze ruimte stonden de al eerder genoemde verschillende kunststofbakken gevuld met gebruikte mapito: 91 middelmaat (40 x 33 cm) bakken en 4 kleine bloempotten. In de middelmaat bakken hebben twee hennepplanten gestaan. In totaal hebben er 186 hennepplanten gestaan.
Aantal planten: In totaal hebben in de kweekruimten 787 hennepplanten gestaan. Het hele pand was ingericht voor de versnelde kweek van hennepplanten.
Stroomvoorziening: De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [naam 1] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder [benadeelde] , in aanwezigheid van ons, verbalisanten. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat, de elektriciteitskabel welke alle kweekruimtes voorzag van stroom rechtstreeks aangesloten was op de hoofdkabel. De illegale aansluiting op de hoofdkabel bevond zich in de kelder. De hoofdkabel is als het ware afgepeld waarna de stroomkabels bloot kwamen te liggen. Op de blootliggende stroomkabels is de illegale aansluiting aangebracht. Hierna werden de kabels met zwarte tape omwikkeld.
De schriftelijke
aangifte van [benadeelde]vermeldt – zakelijk weergeven – het volgende: [3]
Op 23 februari 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres 3] te Landgraaf. Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van [benadeelde] en de installatie in de meterkast van het genoemde pand heeft de fraude-inspecteur [naam 1] een aftakking op de dienstleiding binnen aangetroffen. Er was een illegale aftakking gemaakt, binnen, op de aansluitleiding van Enexis, de leiding voorziet het betreffende pand van elektriciteit. De illegale aftakking liep buiten de meetinrichting van Enexis om naar de installatie (en de daarop aangesloten apparatuur) in het bezocht pand en voorzag deze van elektriciteit. Door buiten de meetinrichting om aan te sluiten is er meer vermogen beschikbaar dan contractueel is overeengekomen met de contractant. Deze aftakking is destijds bij het aansluiten van het perceel op het elektriciteitsnet niet door of in opdracht van Enexis aangebracht. Voor het maken van deze aftakking heeft Enexis geen toestemming verleend.
Mede aan de hand van de periode waarover dat dit plaatsvond, van 22 december 2016 tot 23 februari 2017 en de aangetroffen elektrische apparatuur in het pand werd een berekening gemaakt van de hoeveelheid gestolen / verduisterde energie. Het totaalbedrag van de schade van de weggenomen energie, arbeidskosten, materiaal en administratiekosten bedraagt € 4.632,27 vrij van B.T.W.
Verbalisanten [naam 4] en [naam 5] relateerden – zakelijk weergegeven – als volgt: [4]
Op donderdag 16 februari 2017 omstreeks 09:10 uur stelden wij, verbalisanten, een onderzoek inzake de Opiumwet in pand
[adres 2] te Kerkradein.
In ruimte 1 (lege woonkamer, 1e verdieping) werd aangetroffen: een grote zwarte tas, met daarin vier grote gevulde plastic gesealde zakken, met daarin elk twee doorzichtige gripzakken, elk inhoudende een op hennep gelijkende stof. Na weging bleek dat in elke gripzaak 1000 gram hennep zat, in totaal dus
8000 gram.
In ruimte 2 (2e verdieping) werd aangetroffen: een grote zwarte gesealde plastic zak, met daarin twee doorzichtige gripzakken, elk inhoudende een op hennep gelijkende stof. Na weging bleek dat in elke gripzaak 1000 gram hennep zat, in totaal dus
2000 gram.
In ruimte 3 (2e verdieping) werd aangetroffen:
- een blauwe plastic zak, met daarin een zwarte gesealde zak, met daarin twee doorzichtige gripzakken, elk inhoudende een op hennep gelijkende stof. Na weging bleek dat in elke gripzaak 1000 gram hennep zat, in totaal dus
2000 gram;
- een blauwe plastic zak, met daarin een zwarte gesealde zak, met daarin twee doorzichtige gripzakken, elk inhoudende een op hennep gelijkende stof. Na weging bleek dat in de gripzakken 1000 gram en 320 gram hennep zat, in totaal dus
1320 gram;
- een zwarte gesealde plastic zak, met daarin twee doorzichtige gripzakken, elk inhoudende een op hennep gelijkende stof. Na weging bleek dat in de gripzakken 750 gram en 80 gram hennep zat, in totaal dus
830 gram.
De netto totaal aangetroffen hennep in pand [adres 2] te Kerkrade bedroeg 14.150 gram hennep.
In de woning [adres 2] te Kerkrade werden aangetroffen
[naam 6], geboren op [geboortedatum 1] te [geboortedatum 1] (Duitsland) en [naam 7] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] (Duitsland). [5] De verhuurder van het pand vertelde de politie telefonisch dat hij het pand ter beschikking had gesteld aan [naam 6] . [6]
Verdachte [verdachte] verklaarde op 22 maart 2017 – zakelijk weergegeven – als volgt: [7]
U houdt mij voor dat ik verdacht word van het telen van hennep en diefstal van elektriciteit op het adres [adres 3] te Landgraaf en dat ik ook word verdacht van het voorhanden hebben van softdrugs op 16 februari 2017 op het adres [adres 2] te Kerkrade.
Ik heb op het adres [adres 3] te Landgraaf een hennepplantage gemaakt. Ik heb daar een keer een hennepplantage gedaan. Dat wat ik van de [adres 3] te Landgraaf geoogst heb, heb ik op de [adres 2] te Kerkrade bij een vriend neer gelegd. (…) Dat waren 14 kilo (…) Er was nog iets wat achtergebleven is op de [adres 3] te Landgraaf dat wat ik niet meegenomen had. (…) Iets meer dan een kilo. (…) Ik heb aan [naam 6] gevraagd om de hennep te bewaren.
Verdachte [verdachte] verklaarde op de terechtzitting d.d. 26 juni 2019 ook – zakelijk weergegeven – als volgt:
Ik blijf erbij dat de hennepkwekerij op de [adres 3] in Landgraaf van mij was. Ik heb daarbij hulp gehad. Een persoon heeft geholpen om de spullen naar binnen te brengen, bij de opbouw en bij het snijden van de hennep.
De elektriciteit voor de hennepkwekerij op de [adres 3] in Landgraaf heb ik helemaal alleen aangelegd.
De geoogste hennep heb ik medio februari 2017 naar de [adres 2] in Kerkrade gebracht.
3.3.2
Overwegingen van de rechtbank
Net als de standpunten van de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte:
  • samen met een ander hennep heeft geteeld in het pand aan de [adres 3] in Landgraaf;
  • daarvoor (alleen, niet samen met een ander) de elektriciteit heeft gestolen;
  • samen met een ander 14.150 gram hennep aanwezig heeft gehad in het pand aan de [adres 2] in Kerkrade.
Aantal planten hennepteelt
Overeenkomstig de stelling van de politie acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat sprake was van ongeveer 787 hennepplanten, zoals ook ten laste is gelegd. Daartoe overweegt zij als volgt.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij 550 planten zou hebben gekocht, waarvan er zo’n 515 zijn opgekomen en waarvan er uiteindelijk zo’n 50 à 60 zijn doodgegaan. De raadsman heeft tevens naar voren gebracht dat het goed mogelijk was dat in de grote bakken slechts twee in plaats van drie en in de middelmaat bakken slechts een in plaats van twee hennepplanten hebben gestaan.
De rechtbank acht beide stellingen niet aannemelijk. De politie heeft uitvoerig omschreven wat voor bakken zij hebben aangetroffen. In het dossier bevindt zich bovendien een foto waarop de drie maten bakken te zien zijn (pg. 182 van het dossier [adres 3] ): een grote zwarte bak, waarin een witte en een kleinere zwarte bak staan. Op een andere foto (pg. 201) zijn volgens het bijschrift zichtbaar twee kleine (zwarte) plantenpotten, die samen ongeveer dezelfde oppervlakte innemen als een middelmaat kweekbak. Gelet hierop acht de rechtbank het niet aannemelijk dat de hoeveelheid planten per bak en daarmee de totale hoeveelheid planten anders is dan de politie heeft aangegeven. De rechtbank voelt zich hierin gesterkt door de aangetroffen stekkentrays, met een totale capaciteit van 1.386 stekken.
Medeplegen aanwezig hebben hennep
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de op de [adres 2] in Kerkrade aangetroffen 14.150 gram hennep samen met medeverdachte [naam 6] aanwezig heeft gehad. Daartoe overweegt zij als volgt.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij aan [naam 6] heeft gevraagd om de hennep te bewaren, maar ter zitting ontkende verdachte dit tegen de politie verklaard te hebben en niet te weten waarom dit zo geverbaliseerd was. Verdachte verklaarde ter zitting daarentegen dat [naam 6] hem de sleutel van de woning had gegeven teneinde die te (laten) schilderen en dat verdachte vervolgens – toen [naam 6] naar Griekenland was – ongevraagd de hennep in de woning heeft gezet.
De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk. De rechtbank ziet geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de vertaling van verdachtes verklaring of de verbalisering daarvan onjuist is. De rechtbank ziet ook niet in wat verdachte dan anders verklaard zou kunnen hebben bij de politie en verdachte geeft daarvoor ook geen enkele logische verklaring. De rechtbank schuift de verklaring die verdachte ter zitting hierover heeft gelegd dus als niet aannemelijk terzijde en houdt verdachte aan zijn verklaring bij de politie.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
in de zaak 03/866139-18:
op 16 februari 2017 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig heeft gehad 14.150 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
in de zaak 03/238992-17:
1. primairin de periode van 1 oktober 2016 tot en met 22 februari 2017, te Landgraaf, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [adres 3] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 787 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 22 februari 2017, te Landgraaf, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan [benadeelde] , waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van eendaadse samenloop tussen de hennepteelt op de [adres 3] in Landgraaf en het aanwezig hebben van de hennep op de [adres 2] in Kerkrade. Immers, voor de eendaadse samenloop komt het vooral aan op de vraag of de bewezenverklaarde gedragingen in die mate een samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. In deze zaak gaat het om verplaatste hennep. Deze is op de ene locatie geteeld en na geoogst te zijn overgebracht naar een andere locatie in een andere plaats om aldaar – kennelijk – te drogen en te bewaren. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank niet meer sprake van een zodanige samenhang in tijd en plaats dat van één verwijt kan worden gesproken.
Wel is zij van oordeel dat sprake is van een voortgezette handeling. Daarbij komt het immers erop aan of de verschillende bewezenverklaarde, elkaar in de tijd opvolgende, gedragingen zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt moet worden gemaakt. Mede gelet op de feitelijke handelingen zoals de rechtbank die zojuist naar voren heeft gebracht, acht zij wel zodanige samenhang aanwezig in opvolgende tijd dat sprake is van een voortgezette handeling van de hennepteelt en het nadien elders aanwezig hebben van die hennep.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
in de zaken 03/866139-18 en 03/238992-17:
de voortgezette handeling van:
-
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B van de Opiumwet gegeven verbod(feit 1 primair in de zaak 03/238992-17)
en
-
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C van de Opiumwet gegeven verbod(het feit in de zaak 03/866139-18);
in de zaak 03/238992-17:
-
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak(feit 2 in de zaak 03/238992-17).
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van - na korting van 1 maand wegens schending van de redelijke termijn - 4 maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om aansluiting te zoeken bij de Landelijke Oriëntatiepunten voor Straftoemeting waaruit voortvloeit een taakstraf van 180 uren in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf bij hennepteelt van 500 tot 1000 planten.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De rechtbank neemt daarbij het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft ongeveer 787 hennepplanten geteeld in Landgraaf, de daarvoor benodigde elektriciteit gestolen en de geoogste hennep nadien opgeslagen in Kerkrade.
Illegale hennepteelt vormt een hardnekkig probleem in onze maatschappij. Zo zorgen hennepkwekerijen voor diverse vormen van overlast – denk onder meer aan stank – en dankzij de afgeschermde activiteiten, die vooral in de avond en nacht plaatsvinden in daarvoor afschermde woningen, voor een gevoel van onveiligheid in de omgeving. De manipulatie van de elektriciteit zorgt ook nog eens voor brandgevaar. Hennep vormt bovendien als verslavend middel een gevaar voor de volksgezondheid en is niet zelden een opstap naar andere soorten drugs. Tot slot, maar zeker niet onbelangrijk, gaat hennepteelt vaak gepaard met andere vormen van criminaliteit.
Verdachte heeft zich hiervan niks aangetrokken. Kennelijk had hij alleen oog voor zijn eigen financieel gewin. Immers, het dossier bevat voldoende aanwijzingen dat uiteindelijk ook al een deel van de opbrengst was verkocht. Uit de omstandigheid dat verdachte voorheen en ook nu weer in Duitsland woonachtig was/is en hij kennelijk geen of nauwelijks werk/inkomsten had, leidt de rechtbank af dat verdachte enkel en alleen hiernaartoe is gekomen voor het ontplooien van zijn criminele activiteiten. Daartegen moet hard opgetreden worden.
Evenals de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 5 maanden in beginsel passend en geboden is. Door niet alleen te telen, maar nadien ook de hennep te verplaatsen, blijkbaar zelf te verpakken en aldus gereed te maken voor de verkoop, toont verdachte zich meer dan alleen iemand die voor een ander teelt. Zijn activiteiten passen dus meer bij de grootschalige productie, waarbij de verdachte alle schakels in het productieproces controleert. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de Oriëntatiepunten van de LOVS voor hennepkwekerijen niet voor een situatie als de onderhavige zijn geschreven. De rechtbank vindt steun voor dit standpunt in dezelfde Oriëntatiepunten ten aanzien het aanwezig van hennep als gereed product. Bij hoeveelheden als de verdachte in zijn bezit had, zien onvoorwaardelijke gevangenisstraffen het uitgangspunt. Een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf niet meer aan de orde, ondanks het blanco strafblad van verdachte in Nederland.
Nu verdachte op 22 maart 2017 is aangehouden en dit vonnis ruim 27 maanden later wordt gewezen, is de redelijke termijn van twee jaren met ruim drie maanden overschreden. Vanwege deze geringe overschrijding zal de rechtbank echter volstaan met de enkele constatering van de schending van de redelijke termijn zoals bepaald in artikel 6 EVRM.
De rechtbank zal verdachte dus veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden met aftrek van voorarrest.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde] vordert een schadevergoeding van 4.009,37 euro te vermeerderen met de wettelijke rente ter zake van feit 2 in de zaak 03/238992-17. De oorspronkelijke vordering bedroeg 4.347,27 euro, maar is ter terechtzitting door de gemachtigde van [benadeelde] gematigd door schrapping van de post “netmeting” ter waarde van 337,90 euro.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
De officier van justitie heeft geconcludeerd integrale toewijzing van de vordering met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De verdediging heeft aangevoerd dat de vordering voldoende is toelicht en heeft mitsdien geen verweer gevoerd.
De rechtbank is eveneens van oordeel dat de vordering voldoende onderbouwd is en daarmee integraal voor toewijzing vatbaar is. Daarom zal de rechtbank de totale schade vaststellen op 4.009,37 euro en de verdachte veroordelen tot betaling van dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 februari 2017. Tevens zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 47, 56, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] (t.a.v. feit 2 van de zaak 03/238992-17) toe;
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde [benadeelde] te betalen
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde] van
4.009,37 eurobij niet betaling en verhaal te vervangen door
50 dagenhechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf
22 februari 2017tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, voorzitter, mr. drs. J.M.A. van Atteveld en mr. A.K. Kleine, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 juli 2019.
Buiten staat
Mr. drs. J.M.A. van Atteveld is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
In de zaak 03/866139-18:
hij op of omstreeks 16 februari 2017 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 14150 gram, in elk geval een grote hoeveelheid van hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
In de zaak 03/238992-17:
1.hij, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 22 februari 2017, te Landgraaf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 3] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 787 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij, op of omstreeks 23 februari 2017 in de gemeente Landgraaf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (in een (bedrijfs)pand aan de [adres 3] ) stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens,
te weten:
  • twee groeitenten en/of
  • elf (snoei)scha(a)r(en) en/of
  • een cannacutter en/of
  • elf koolstoffilters en/of
  • een dompelpomp en/of
  • een Ph-meter en/of
  • negenenzestig assimilatielampen en/of
  • vijfenvijftig transformatoren en/of
  • drie kachels en/of
  • een (verpakte) ventilator en/of
  • een bol ventilator en/of
  • twee ventilatoren en/of
  • vier aan- en afzuiginstallaties en/of
  • zeven droognetten en/of
  • een slakkenhuis en/of
  • twee boxventilatoren en/of
  • een fles onkruid bestrijdingsmiddel ( Rogis Garlic, tegen spint)
  • een kan/fles groeimiddel (hydro booster)
  • twee plastic zeilen (zwart),
waarvan hij en zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten,
te weten:
  • het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
  • het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of te koop aangeboden en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die stoffen en/of voorwerpen en/of gegevens bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
2.hij, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2016 tot en met 22 februari 2017, te Landgraaf, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/866139-18 en 03/238992-17 (ttz.gev)
Proces-verbaal van de openbare zitting van 10 juli 2019 in de zaak tegen:
Theodoros [verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] (Bondrepubliek Duitsland) op [geboortedag] 1981,
wonende te [adres 1] .
Raadsman is mr. G.A.C. Beckers, advocaat kantoorhoudende te Sittard.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit:
2.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 19 juli 2017, pg. 1-11 van dossier [adres 3] .
3.Een geschrift, getiteld “Aangifte diefstal/verduistering” d.d. 15 maart 2017, pg. 206-209 van het dossier [adres 3] .
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 februari 2017, pg. 33-38 van het dossier [adres 2] .
5.Eindproces-verbaal d.d. 28 september 2017, in het bijzonder pg. 2, 3 en 5 van het dossier [adres 2] .
6.Eindproces-verbaal d.d. 28 september 2017, in het bijzonder pg. 15 van het dossier [adres 2] .
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 22 maart 2017, pg. 113-118 van het dossier [adres 2] .