Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het op 1 april 2019 ingekomen verzoekschrift met 9 producties
- het op 29 mei 2019 ingediende verweerschrift met 15 producties
- de nadere producties 10 tot en met 12 van Vecon
- de mondelinge behandeling van 13 juni 2019
2.De feiten
Ongeacht de wijze waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, is werknemer gehouden de relatie tussen werkgever en haar opdrachtgevers te bevorderen en eraan mee te werken dat deze blijft bestaan.”
Werknemer verbeurt voor iedere overtreding van de in de artikelen 10,11 en 12 opgenomen verplichtingen een onmiddellijk opeisbare boete van € 2.500,00 ….”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
bevorderenen er aan
meewerkendat deze relatie blijft bestaan. Indien, zoals in dit geval, het vast staat dat de relatie tussen Vecon en Trespa International BV is blijven bestaan, hoe kan dan vastgesteld worden dat [verweerder, verzoeker tegenverzoeker] zich onvoldoende heeft ingespannen de relatie te bevorderen en er aan mee te werken dat deze blijft bestaan? En waar ligt eigenlijk de grens van onvoldoende inspanning en/of medewerking waarop de boete verschuldigd wordt? Deze vragen, die essentieel zijn voor het kunnen beantwoorden van de vraag of het relatiebeding is overtreden, laten zich aan de hand van de tekst van dit beding niet beantwoorden. Daarmee is van de vereiste duidelijkheid van het beding geen sprake. De kantonrechter zal de gevorderde boete afwijzen.