3.3Het oordeel van de rechtbank
[Slachtoffer] heeft in haar aangifte, zakelijk weergegeven, het volgende naar voren gebracht.
Op [Echtgenote verdachte] was ik jarig. [..] [Zoon verdachte] moest op een dag voetballen en [Echtgenote verdachte] moest werken. [Naam verdachte] en ik waren alleen thuis. Hij ging naast me zitten en raakte me bij mijn borsten aan. Hij deed dit over mijn kleding en vroeg of het me wat deed. Ik lag op de bank en ging tv kijken. Hij begon me aan te raken. Eerst was het over mijn kleding maar toen ging hij onder mijn broek en onder mijn onderbroek. Hij vroeg me of ik een nat of een droog meisje was. Hij begon mij te vingeren en vroeg of hij mijn borsten mocht likken. Ik zei nee maar hij deed het toch. Toen hoorden we dat de auto van [Echtgenote verdachte] eraan kwam. [Naam verdachte] ging toen gelijk van mij weg want hij wilde natuurlijk niet dat [Echtgenote verdachte] het zou zien. Hij is ook met zijn vingers in mijn vagina geweest. Ik zei dat ik het niet wilde. Hij zat zo dat ik eigenlijk niet weg kon. Dit was ongeveer 1 week vóór mijn verjaardag.
Na mijn verjaardag had ik buikpijn en lag in mijn kamer tv te kijken. [Naam verdachte] kwam naar mijn kamer en ging op mij liggen. Hij had net gerookt. Hij ging me op mijn mond zoenen. Hij wilde met zijn tong naar binnen. Ik zei dat ik niet tegen de geur kon. Hij zei dat ik mijn tong moest geven. Hij ging onder mijn deken me vingeren en hij ging mijn borsten likken. Hij zat eerst op de deken maar toen ging hij naast me liggen. Hij haalde mijn deken weg. Ik droeg een sport BH en een kort broekje. Hij trok mijn broekje gewoon uit. Eerst had hij zijn onderbroek aan maar later heeft hij hem toch uitgedaan. Hij was me aan het vingeren en ging mijn borsten likken. Mijn BH zat omhooggetrokken. En toen ging hij naar achteren en ging me likken bij mijn kut. Hij bleef een paar minuten likken en toen zei ik dat ik het niet wilde en dat dit echt niet kon. Hij zei dat we het voor de lol en voor het plezier deden. Hij zei toen dat we het weer zouden vergeten. Toen kwam [Echtgenote verdachte] thuis. Hij is toen weer gestopt en ik ben gaan douchen. Het was op een zaterdag. Ongeveer eind juli 2018.
Het ging toen een paar dagen normaal en toen kwam hij weer in mijn kamer in de nacht en vroeg mij naar beneden te komen. Hij deed toen zijn onderbroek naar beneden en zei “pijp me”. [Echtgenote verdachte] slaapt want het was nacht. [Zoon verdachte] was toen ook gewoon thuis. Ik zei dat ik dit nooit van mijn hele leven zou doen. Hij zei dat ik hem in mijn hand moest nemen en hem af moest trekken. Ik heb hem toen afgetrokken. Hij zei dat als ik dit vaker zou doen het helemaal goed zou komen.
Op 24 augustus 2018 gingen [Zoon verdachte] , [Naam verdachte] en ik naar een vakantiepark in Limburg. Op 25 augustus 2018 was [Zoon verdachte] de hele dag geïrriteerd. [Zoon verdachte] vond het niet leuk om te gaan klimmen. We zijn naar huis gegaan. [Zoon verdachte] en ik hebben het toen uitgepraat. Ik ging naar beneden en [Zoon verdachte] later ook. [Naam verdachte] vond het vervelend dat ik steeds zat te klagen en daarna weer gewoon met [Zoon verdachte] zat. [Zoon verdachte] en ik gingen kaarten. [Naam verdachte] zei dat ik de hele dag aan het klagen was en dat [Zoon verdachte] de hele dag boos was. [Naam verdachte] werd boos en schopte tegen de tafel en zei dat we de volgende dag weg zouden gaan. Hij vond dat wij een ‘mes in zijn rug’ hadden gestoken door zonder hem te gaan kaarten. Toen [Naam verdachte] terug kwam zei hij dat ik een kutwijf was en dat ik alles had verpest. […] [Naam verdachte] zei toen dat ik de enige was die het goed zou kunnen maken. Ik vroeg ‘hoe kan ik dat goedmaken’. [Naam verdachte] zei dat ik dat wel wist. [Naam verdachte] zei toen dat hij heel veel wist over mijn moeder wat ik niet wist. Ik begon toen te huilen en [Naam verdachte] zei dat ik naast hem moest gaan zitten. Hij gaf me een soort knuffel. Hij zei toen dat ik moest gaan liggen. Ik ging liggen en [Naam verdachte] zat naast me en aaide me over mijn hoofd alsof ik een hond ben. Toen begon hij me aan te raken bij mijn borsten onder mijn kleding. Hij zei dat als ik klaar zou komen hij tegen [Echtgenote verdachte] zou zeggen dat we zouden blijven. Hij raakte me over mijn kleren aan en ging me tongzoenen. Hij ging toen onder mijn kleding. Hij trok mijn onderbroek uit en deed een been eruit en bij het andere been zat hij gewoon nog aan. Hij deed mijn jurk omhoog en begon me te vingeren. Hij zat naast me. Hij stond op en deed zijn onderbroek uit. Hij had alleen een onderbroek en een shirt aan. Ik moest hem aftrekken. Hij pakte mijn hand en zei dat ik hem moest pakken. Zijn penis was wel stijf maar niet helemaal. Hij ging mij likken bij mijn kut. Ik weet niet, ik hoorde al dingen boven. Dat [Zoon verdachte] naar beneden kwam. [Naam verdachte] was aan het kreunen en had zijn hand op mijn mond gedaan. Ik hoorde [Zoon verdachte] zeggen “What the fuck is dit”. [Naam verdachte] stopte toen en begon te lachen en deed of er niks aan de hand was.
[Zoon verdachte] , de pleegzoon van verdachte (niet zijnde een biologische broer van [Slachtoffer] ), heeft ten overstaan van de politie, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard.
Het begon gisteren [de rechtbank begrijpt: 25 augustus 2018]. We waren in een vakantiehuisje. Ik wilde naar ‘Toverland’. Het andere meisje [de rechtbank begrijpt: [Slachtoffer] ] wilde naar ‘Fun Forrest’. Ik ging daar chagrijnig naartoe. Toen we terug waren in het vakantiehuisje ging ik naar mijn kamer. Mijn pleegvader ging boodschappen doen. Mijn pleegzusje kwam naar me toe. We hadden het uitgepraat. Mijn pleegvader was ook chagrijnig. Het meisje en ik gingen elkaar pesten [de rechtbank begrijpt: het kaartspel ‘pesten’]. Mijn pleegvader kwam toen boos binnen. Hij was boos omdat hij niet was gevraagd om mee te doen. De pleegvader dreigde uiteindelijk dat we uit huis geplaatst zouden worden. Niet meer in een pleeggezin maar in een crisisgezin. Dat wilden we niet. We probeerden het goed te maken, maar dat lukte niet. Ik ging naar bed. Ik werd wakker gemaakt door mijn pleegvader. Hij zei dat ik met mijn pleegzus moest gaan praten anders zou het verkeerd kunnen aflopen. Het was ongeveer 02.00 uur. Het bleek dat er een discussie was over drank en roken. Ik ben toen weer gaan slapen. Ik moest plassen. En ik hoorde een soort van kreun geluiden. Ik ging zachtjes de deur open doen. Ik ging naar beneden. Ik zag dat de pleegvader, mijn pleegzus zat te… uhh… er is een bepaalde naam voor, maar ik weet niet wat dat is. Ik zag dat mijn pleegvader de vagina van mijn pleegzus zat te likken. Ik zei toen waarom doe je dit. Ik zag dat hij ging glimlachen. Ik had mijn spullen gepakt en ging weg.
Op vragen van de politie antwoord ik:
Het vakantiehuisje is Oosterpark. In Limburg volgens mij.
[Naam verdachte] zei dat hij het met [Echtgenote verdachte] erover gehad had dat dit niet meer kon. Toen zei hij dat wij uit huis geplaatst zouden worden. [Naam verdachte] zei dat het officieel was en dat het morgen, op mijn verjaardag, zou plaatsvinden. We hadden excuses aangeboden. We zeiden sorry en vroegen of wij nog wat konden doen. [Slachtoffer] begon te huilen. Rond 23.00-24.00 uur ben ik naar bed gegaan. Toen ik om 02.00 uur in haar slaapkamer kwam, was ze denk ik bang en verdrietig. We waren naar beneden gegaan. Ik had tegen [Slachtoffer] gezegd laten we met z’n drieën erover praten. Er was eerst een discussie. [Naam verdachte] zei “er is niks meer om over te praten. Ga maar naar bed”. [Slachtoffer] wilde het goed maken met [Naam verdachte] of zoiets. Volgens mij was [Naam verdachte] dronken. Ik ben weer naar boven gegaan om te gaan slapen. Op de slaapkamer lag ik mijn plas op te houden. Maar ik moest plassen. Toen hoorde ik kreungeluiden. [Naam verdachte] zijn hoofd lag bij haar vagina en was gewoon aan het likken. Haar jurkje was opgetrokken, zij was naakt. [Naam verdachte] zat in zijn onderbroek en polo shirt. Haar benen waren open. [Naam verdachte] lag omgekeerd op [Slachtoffer] . Ik hoorde hem likken. Ik kwam naar beneden en schreeuwde gelijk.
In het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van 20 december 2018zijn, voor zover van belang, de volgende bevindingen opgenomen:
Onderzoeksset zedendelicten ZAAC8320NL van het slachtoffer [Slachtoffer]
De bemonsteringen uit de onderzoeksset zedendelicten ZAAC8320NL van het slachtoffer zijn onderzocht op de aanwezigheid van speeksel. Hierbij is in de bemonsteringen ‘buitenste schaamlippen (nat)’, ‘binnenste schaamlippen (nat)’, ‘binnenste schaamlippen (droog)’ en ‘diep vaginaal’ een aanwijzing verkregen voor de aanwezigheid van speeksel.
Afkomstig van verdachte:
ZAAC9518NL#01 nagelbemonstering van de linkerhand
ZAAC9518NL#04 bemonstering ‘penishuid (nat)’
De bemonsteringen ZAAC9518NL#01 en #04 bevatten DNA van twee personen;
Verdachte is één van de donoren van DNA in bemonsteringen ZAAC9518NL#01 en #04.
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [Slachtoffer] en verdachte;
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van verdachte en een willekeurige onbekende persoon.
De verkregen DNA mengprofielen ZAAC9518NL#01 en #04 zijn allebeimeer dan 1 miljard keer waarschijnlijkerwanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Nagelbemonsteringen ZAAC9518NL#01 en #02 van verdachte
Op basis van de resultaten van de RNA-celtypering zijn aanwijzingen verkregen voor de aanwezigheid vanbloed en vaginaal celmateriaalin de bemonsteringen ZAAC9518NL#01 en #02.
Samenvattend betekent dit dat het DNA in de bemonstering ZAAC9518NL#01 en #02 dat is gekoppeld aan het slachtoffer [Slachtoffer] afkomstig kan zijn uit vaginale cellen (mogelijk in combinatie met andere typen celmateriaal).
Voorts staat in dat rapport vermeld:Van het referentiemateriaal van verdacht [Naam verdachte] is een Y-chromosomaal DNA-profiel verkregen. Van het mannelijk DNA in bemonsteringen ZAAC8320NL#06, #07 en #09 zijn Y chromosomale DNA-profielen verkregen. Het Y chromosomale DNA-profiel van [Naam verdachte] matcht met de Y-chromosomale DNA-profielen van deze bemonsteringen.
Het betreft de bemonsteringen diep vaginaal, borst links en borst rechts.
Uit het proces-verbaal van sporenonderzoek van 26 augustus 2018blijkt, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, dat tijdens het medisch onderzoek van [Slachtoffer] door de verbalisant bij de bemonstering het volgende is waargenomen:
Gedurende het medisch onderzoek werd het slachtoffer [Slachtoffer] door de forensisch arts Van Gastel bemonsterd. Hierbij werd gebruik gemaakt van de bemonstersets uit de onderzoekset zedendelicten. Bij de bemonstering van haar vagina hoorde ik de forensisch arts zeggen dat hij wondjes met korstvorming bij haar zag. Ik hoorde vervolgens dat de forensisch arts aan het slachtoffer vroeg of zij daar jeuk had. Ik hoorde het slachtoffer hierop antwoorden: ‘Ja, sinds dat hij dit bij mij doet’.
Uit de whatsapp-berichten tussen [Echtgenote verdachte] [de echtgenote van verdachte] en [Zoon verdachte] [de zoon van verdachte]blijkt, voor zover van belang, het volgende:
8-8-2018 [Echtgenote verdachte] Vanmiddag had ik hem opgehaald en begon hij weer over
[Slachtoffer] . Ik zei ik wil er niks van weten jij bent intiem met haar werd hij toch boos nee ik zei met het praten weet je alles al van haar ik heb geen klik met haar maar elke keer die elke lange gesprekken moeten afgelopen zijn op mijn werk merk ik het ook dat ik maar drie uurtjes hebt gewerkt.
Ik baal als een stekker van die vent.
8-8-2018 [Zoon verdachte] Je zit in een lastige positie, dat weet. Het is wachten tot alles
helemaal ontploft. Hij is gestoord.
8-8-2018 [Echtgenote verdachte] Hij zal nooit veranderen en is stinkend jaloers.
14-8-2018 [Echtgenote verdachte] Ik ben nu ook thuis en zeg tegen [Slachtoffer] 23.00 naar bed en in
je bed blijven. Want zij komt ook iedere keer naar beneden.
[..] Wat dat betreft gaat het weer precies hetzelfde als met [Naam] toen.
14-8-2018 [Zoon verdachte] Hij is weer duidelijk geobsedeerd.
Ten overstaan van de politie heeft [Echtgenote verdachte] , voor zover van belang, het volgende verklaard:
Ik vond ze[de rechtbank begrijpt: verdachte en [Slachtoffer] ]
op een gegeven moment ook echt te intiem worden met elkaar. Ongeveer anderhalve maand geleden heb ik dit ook tegen [Naam verdachte] gezegd. [Naam verdachte] die zijn hand op haar schouders legde en zijn hand op haar bil legde. Ik merkte ook dat ze intieme gesprekken met elkaar hadden.
De verdediging bepleit dat de verklaringen van [Zoon verdachte] en [Slachtoffer] onbetrouwbaar zijn, nu deze op meerdere punten inconsistent zijn en tegenstrijdigheden bevatten. De rechtbank volgt dit standpunt van de verdediging niet en stelt vast dat [Zoon verdachte] en [Slachtoffer] in essentie overeenkomstig verklaren en dat de verklaringen op zichzelf geen inconsistenties bevatten. Dat er op detailniveau enkele verschillen zijn vast te stellen tussen de verklaring van [Zoon verdachte] ten overstaan van de politie vlak na het voorval in de vakantiewoning in Herkenbosch en de verklaring van [Zoon verdachte] ten overstaan van de rechter-commissaris op
19 januari 2019, is volgens de rechtbank verklaarbaar gelet op het tijdsverloop. Deze detailverschillen tasten de betrouwbaarheid dan ook niet aan. Te meer nu het NFI rapport naar aanleiding van het DNA onderzoek aansluit bij de verklaringen van [Zoon verdachte] en [Slachtoffer] . De rechtbank stelt dan ook vast dat de verklaringen van [Slachtoffer] en [Zoon verdachte] betrouwbaar zijn en voor het bewijs gebezigd kunnen worden.
De rechtbank stelt voorts vast dat, gelet op de bevindingen van het NFI omtrent het aangetroffen DNA materiaal, de stelling van de verdediging dat er geen DNA van verdachte bij [Slachtoffer] is aangetroffen feitelijk onjuist is. De stelling van de raadsman dat, bij gebreke van verdachte’s DNA op [Slachtoffer] , geen sprake kan zijn van enige seksuele handelingen van verdachte bij [Slachtoffer] is daarom reeds onhoudbaar.
Het alternatieve scenario dat de raadsman van verdachte schetst omtrent het bij [Slachtoffer] aangetroffen DNA-materiaal van verdachte volgt de rechtbank niet. In de allereerste plaats is het aan verdachte zelf om, nu er twee belastende verklaringen zijn afgelegd en het DNA onderzoek strookt met deze verklaringen, met een geloofwaardige verklaring voor de dag te komen die deze belastende verklaringen ontkracht. Dat is tijdens de verhoren bij de politie, noch ter terechtzitting gebeurd. De volledige samenstelling van de strafkamer van de rechtbank heeft ter terechtzitting meerdere malen gewezen op het feit dat de belastende verklaringen in combinatie met het aangetroffen DNA materiaal ‘schreeuwen om een verklaring’ van de zijde van verdachte. Desondanks was het niet verdachte, maar de raadsman die ter terechtzitting met een alternatieve verklaring op de proppen kwam. Deze door de raadsman geschetste alternatieve verklaring zal de rechtbank als onaannemelijk terzijde stellen. In de door de raadsman geopperde gang van zaken zou vaginaal celmateriaal van het slachtoffer, doordat zij eerst met haar hand haar vagina zou hebben aangeraakt en vervolgens verdachte een hand zou hebben gegeven, onder de nagels van verdachte terecht kunnen zijn gekomen. Daarmee is echter nog steeds niet verklaard dat er eveneens DNA-materiaal van verdachte op intieme delen van het lichaam van [Slachtoffer] is aangetroffen.
De rechtbank stelt dan ook vast dat de verklaring van verdachte dat hij [Slachtoffer] nimmer seksueel heeft aangeraakt kennelijk leugenachtig. De rechtbank acht dan ook, met name gelet op de verklaringen van [Slachtoffer] en [Zoon verdachte] en het rapport van het NFI wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 26 augustus 2018 bij [Slachtoffer] ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam door haar oraal te bevredigen.
Voorts heeft [Slachtoffer] verklaard dat hij twee maal eerder seksueel bij haar is binnengedrongen, oraal en met zijn vingers. Deze verklaring wordt ondersteund door het feit dat de forensisch arts korstvorming bij de vagina van [Slachtoffer] heeft aangetroffen waarbij [Slachtoffer] heeft verklaard dat zij jeuk heeft aan haar vagina
‘sinds dat hij dit bij mij doet’. Verder ziet de rechtbank ondersteuning van de verklaring van [Slachtoffer] in de app-gesprekken tussen [Zoon verdachte] en de echtgenote van verdachte, waaruit volgt dat ‘ook anderen’ al langere tijd onacceptabele contacten, zoals het aanraken van de billen van [Slachtoffer] , door verdachte in de richting van [Slachtoffer] hebben waargenomen. De echtgenote van verdachte noemt verdachte in de periode vóór het voorval in de vakantiewoning ‘stinkend jaloers’ en [Zoon verdachte] noemt hem ‘duidelijk geobsedeerd’.
Gelet op de kennelijk leugenachtige verklaring die verdachte heeft afgelegd ten aanzien van de ontucht die in het vakantiehuisje op 26 augustus 2018 heeft plaatsgevonden, acht de rechtbank ook de ontkenning van verdachte van de eerste en de tweede maal dat hij ontuchtige handelingen zou hebben gepleegd kennelijk leugenachtig en daarmee ongeloofwaardig. Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte ook al vóór
26 augustus 2018 (twee maal eerder) ontuchtige handelingen, bestaande uit het seksueel binnendringen bij [Slachtoffer] , heeft gepleegd. Nu [Slachtoffer] zich geen exacte data meer kan herinneren met betrekking tot het eerdere seksuele misbruik, maar uit haar verklaring valt af te leiden dat het seksuele misbruik in elk geval na 1 juli 2018 (op [Echtgenote verdachte] 2018 is [Slachtoffer] jarig en ze verklaart dat de ontuchtige handelingen voor het eerst ongeveer 1 week vóór haar verjaardag hebben plaatsgevonden) is gestart, zal de rechtbank de periode die bewezen wordt verklaard verkorten van 1 juli 2018 tot en met 26 augustus 2018.