In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 3 juli 2019, is de eisende partij, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RR REAL ESTATE RESTRUCTURING B.V., gevestigd te Hillegom, in een civiele procedure tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De zaak betreft de aansprakelijkheid van appartementseigenaren voor kosten die zijn gemaakt voor werkzaamheden aan een appartementencomplex. De eisende partij heeft kosten van € 2.448,40 voorgeschoten voor werkzaamheden die noodzakelijk waren voor de appartementen, en vordert nu betaling van € 588,70 van de gedaagde partij, die eigenaar is van een van de appartementen.
De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een mondelinge behandeling en schriftelijke conclusies. De gedaagde partij betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de Vereniging van Eigenaars (VVE) verantwoordelijk is voor de betaling, aangezien hij geen opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de appartementseigenaren gezamenlijk aansprakelijk zijn voor deelbare schulden, zoals vastgelegd in artikel 5:113 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter concludeert dat de gedaagde partij terecht is aangesproken voor zijn deel van de kosten, omdat de eisende partij de kosten heeft voorgeschoten in plaats van de inactieve VVE.
De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 462,95. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.M.P. Brouns.