ECLI:NL:RBLIM:2019:5518
Rechtbank Limburg
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Onterecht ingestemd met rechtstreeks beroep in bestuursrechtelijke handhavingszaak
Op 17 juni 2019 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen vier eisers, wonend te Roermond, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond. De zaak betreft een handhavingsverzoek dat door de eisers was ingediend tegen een horecabedrijf in Roermond. De rechtbank oordeelde dat de verweerder ten onrechte had ingestemd met rechtstreeks beroep, ondanks de samenhang met andere aanhangige procedures. De rechtbank benadrukte dat rechtstreeks beroep een uitzondering is en dat de bezwaarschriftprocedure in principe moet worden doorlopen, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank stelde vast dat de eisers in hun bezwaarschrift onvoldoende hadden gemotiveerd waarom hun verzoek om rechtstreeks beroep gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende uitputtende gedachtewisseling had plaatsgevonden tussen de eisers en de verweerder, en dat de feiten en standpunten nog niet duidelijk waren. Daarom werd het bezwaarschrift teruggezonden naar de verweerder voor behandeling.
Daarnaast werd bepaald dat de verweerder het door de eisers betaalde griffierecht moest vergoeden, omdat de instemming met rechtstreeks beroep onterecht was. De rechtbank gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, aangezien hierover later een beslissing kan worden genomen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 juni 2019 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.