Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding, waarin [naam onder bewind gestelde] als eiseres staat vermeld
- de conclusie van antwoord
- het faxbericht van 5 juni 2019 van mr. Van Weersch
- de mondelinge behandeling op 6 juni 2019, waarbij mr. Van Vugt een machtiging heeft overgelegd
- het faxbericht van 11 juni 2019 waaruit blijkt dat BIB eisende partij in deze zaak is en dat mr. Van Weesch haar gemachtigde is.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietiemand te werk te stellen die daartoe, tot nog toe in hoogste instantie, ongeschikt is geoordeeld. Niet is gebleken dat van [naam onder bewind gestelde] niet gevergd kan worden dat zij de uitkomst van de bestuursrechtelijke bodemprocedure afwacht.