3.4.2De bewijsmiddelen I
Aantreffen drugslaboratorium
Op 8 november 2017 hebben de verbalisanten L134 en L133 een inkijk gedaan in de loods en op het perceel van [adres] te Velden, gemeente Venlo. Zij namen in de loods geen activiteit waar. Wel zagen zij in de loods in een grote ruimte, voorzien van een stalen deur aan de voorzijde en een houten deur aan de zijkant:
- een metalen blauwkleurig vat;
- plastic emmers, kleur wit;
- een doos met opschrift 3200LM en Aqua-Promo+ 3200 lm 36 w;
- een plastic emmer, kleur zwart;
- een metalen blauwkleurig vat met opschrift;
- meerdere gasflessen propaan;
- meerdere zwarte afsluitdeksels van grote vaten, waarbij de deksels waren voorzien van slangaansluitingen.
Op 22 november 2017 ging verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam als LFO-expert, naar [adres] te Velden. Het perceel [adres] te Velden betrof een vrijstaande woning gelegen op een perceel in het buitengebied van de gemeente Velden. Het pand bestond uit een woonhuis met daaraan geschakeld een garage. Rechts naast de woning lag een omheind terrein met een loods opgetrokken uit isolatieplaten. De loods bestond uit een linker deel van circa 12,93 bij 5,76 meter. In dit deel bevond zich een laboratoriumruimte. Bij het betreden van de laboratoriumruimte rook de verbalisant de hem ambtshalve bekende geur van amfetamineachtige stoffen. Hij zag dat in de ruimte damp hing, die zuur rook.
Nadat de laboratoriumruimte voldoende was geventileerd, zag de verbalisant dat hier onder andere diverse tonnen en jerrycans stonden. Daarnaast zag hij tien kunststof vaten, zogenoemde klemdekselvaten, met een inhoudsmaat van 200 liter die gebruikt waren als reactievat. Hij zag dat nog drie van deze vaten waren gevuld, twee volledig en één voor ongeveer de helft. Met de warmtebeeldcamera zag de verbalisant dat de vloeistof in deze vaten een temperatuur had van circa 30 graden Celsius. Naast deze reactievaten zag hij vijf jerrycans staan met een bruine vloeistof. Hij zag met de warmtebeeld camera dat de inhoud van deze jerrycans eveneens een temperatuur had van 30 graden Celsius. De verbalisant zag dat tegen de linker zijwand van de laboratoriumruimte drie RVS reactieketels stonden die alle waren voorzien van een RVS reflux.
Uiteindelijk zijn in deze laboratoriumruimte aangetroffen (onder meer):
tien reactievaten, klemdekselvaten, inhoudsmaat 200 liter, met gemodificeerde deksel met slang naar gaswasser. Van deze vaten waren er twee geheel en één half gevuld met een waterige zure vloeistof met olieachtige drijflaag (SIN AAIY5714NL, LFO code V-1);
zes jerrycans, inhoudsmaat 25 liter, alle geheel gevuld met een zure donkerbruine olieachtige vloeistof met de geur van BMK (SIN AAIY5715NL, LFO code V-2);
dertien jerrycans, inhoudsmaat 25 liter, alle geheel gevuld met een heldere waterige basische vloeistof met de geur van amfetamine (SIN AAIY5716NL, LFO code V-3);
RVS zelfbouw reactieketel, inhoudsmaat ongeveer 500 liter, met een reflux aangesloten op een kunststof vat, inhoudsmaat 200 liter, met daarin ongeveer 180 liter melkwitte zure vloeistof (PH2). Onder de ketel lagen drie gasbranders die waren aangesloten op een gasfles. In de ketel zat ongeveer 150 liter lichtbruine vloeistof. In de vulopening van deze ketel zat een groene slang die was bevestigd aan een dompelpomp in vat V-7 (SIN AAIY5717NL, LFO code V-4);
RVS zelfbouw reactieketel, inhoudsmaat ongeveer 500 liter, met een reflux aangesloten op een kunststof vat, inhoudsmaat 200 liter, met daarin ongeveer 180 liter melkwitte zure vloeistof (PH1). Onder de ketel lagen drie gasbranders die waren aangesloten op een gasfles. In de ketel zat ongeveer 330 liter bruine vloeistof (SIN AAIY5718NL, LFO code V-5);
een klemdekselvat, inhoudsmaat 200 liter, met daarin ongeveer 120 liter bruine olieachtige vloeistof met de geur van BMK. In het vat stond een dompelpomp aangesloten op de elektriciteit met een slang die vanaf de dompelpomp naar de vulopening van V-4 liep (SIN AAIY5721NL, LFO code V-7);
zes jerrycans met opschrift ‘1e fase’, inhoudsmaat 20 liter, alle geheel gevuld met een bruine olieachtige vloeistof (SIN AAIY5722NL, LFO code V-8);
32 zakken met per zak ongeveer 25 kg harsachtige brokken (SIN AAIY5725NL, LFO code V-15);
een opslaghokje met onder andere een jerrycan, inhoudsmaat vijf liter, etiket methanol, met daarin ongeveer vier liter heldere neutrale vloeistof (SIN AAIY5726NL, LFO code V-17);
elf jerrycans met Pools etiket, inhoudsmaat 30 liter, alle geheel gevuld met een heldere zure vloeistof, een kunststof dopvat met opschrift ‘Miren’, inhoudsmaat 200 liter, met daarin ongeveer 50 liter heldere zure vloeistof met de geur van mierenzuur (SIN AAIY5727NL, LFO code V-19);
vier jerrycans, inhoudsmaat 20 liter, alle geheel gevuld met een heldere neutrale vloeistof (SIN AAIY5728NL, LFO code V-20);
drie jerrycans met opschrift ‘57’, inhoudsmaat 20 liter, alle geheel gevuld met een bruine olieachtige vloeistof (SIN AAIY5729NL, LFO code V-22);
52 jerrycans met opschrift op dop ‘F’, inhoudsmaat 20 liter, alle geheel gevuld met een heldere lijvige zure vloeistof (SIN AAIY5730NL, LFO code V-23);
een kunststof dopvat met etiket ‘formamide’, inhoudsmaat 200 liter, verzegeld, geheel gevuld met een heldere neutrale vloeistof (SIN AAIY5731NL, LFO code V-24);
een jerrycan, inhoudsmaat 20 liter, met daarin ongeveer 10 liter heldere lijvige zure vloeistof (SIN AAIY5732NL, LFO code V-26);
34 zakken met Pools etiket Caustic soda, inhoudsmaat 25 kg, waarvan 33 geheel gevuld en één met ongeveer 10 kg, met daarin witte vlokken (SIN AAIY5733NL, LFO code V-27);
een klemdekselvat, inhoudsmaat 120 liter, met daarin ongeveer 15 liter heldere basische vloeistof (SIN AAIY5735NL, LFO code V-35);
twee zwarte kunststof bakken met daarin onder andere de onderkant van een opengesneden jerrycan met daarin restanten (totaal ongeveer 2,7 gram) wit-/crèmekleurig poeder, geur amfetamine (SIN AAIY5723NL, LFO code V-12);
drie centrifuges, alle aan de binnenzijde vervuild met crèmekleurig poeder, geur amfetamine; onder de uitloop van de linker centrifuge stond de onderzijde van een jerrycan, vervuild met ongeveer 2,3 gram crèmekleurig poeder, geur amfetamine (SIN AAIY5734NL LFO code V-30).
Aan bovenstaande materialen (stoffen/vloeistoffen) is door het Nederlands Forensisch Instituut onderzoek verricht. Hieronder volgt het resultaat van dit onderzoek:
Letteraanduiding
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
a.
AAIY5714NL (V-1)
Monster bruine olieachtige resten op een gele vloeistof
Bevat BMK op een sterk zure waterige vloeistof (p. 270)
b.
AAIY5715NL (V-2)
Monster bruine olieachtige vloeistof
Bevat BMK (p. 270)
c.
AAIY5716NL (V-3)
Monster roze vloeistof
Bevat amfetamine in methanol (p. 270)
d.
AAIY5717NL (V-4)
Monster gele vloeistof
Bevat BMK en
N-formylamfetamine in een zwak zure vloeistof (p. 270)
e.
AAIY5718NL (V-5)
Monster bruine vloeistof
Bevat BMK en een lage concentratie
N-formylamfetamine in een zwak zure vloeistof (p. 270)
f.
AAIY5721NL (V-7)
Monster bruine olieachtige vloeistof
Bevat BMK (p. 271)
g.
AAIY5722NL (V-8)
Monster bruine olieachtige vloeistof
Bevat
N-formylamfetamine (p. 271)
h.
AAIY5725NL (V-15)
Monster oranje brokken
Bevat vermoedelijk een zout van ‘BMK-glycidezuur’ (p. 271)
i.
AAIY5726NL (V-17)
Monster kleurloze vloeistof
Bevat methanol (conform etiket) (p. 271)
j.
AAIY5727NL (V-19)
Monster kleurloze vloeistof
Bevat mierenzuur (p. 271)
k.
AAIY5728NL (V-20)
Monster kleurloze vloeistof
Bevat methanol (p. 271)
l.
AAIY5729NL (V-22)
Monster gele olieachtige vloeistof
Bevat
N-formylamfetamine (p. 271)
m.
AAIY5730NL (V-23)
Monster kleurloze vloeistof
Bevat fosforzuur (p. 272)
n.
AAIY5731NL (V-24)
Monster kleurloze vloeistof
Bevat formamide (p. 272)
o.
AAIY5732NL (V-26)
Monster lichtgele vloeistof
Bevat (verdund) zwavelzuur (p. 272)
p.
AAIY5733NL (V-27)
Monster witte brokjes
Bevat natriumhydroxide (conform etiket) (p. 272)
q.
AAIY5735NL (V-35)
Monster kleurloze vloeistof met gele olieachtige resten
Bevat amfetamine in een zwak alkalische waterige vloeistof (p. 272)
r.
AAIY5723NL
(V-12)
Circa 2,7 gram crèmekleurig poeder
Bevat amfetaminesulfaat (p. 271)
s.
AAIY5734NL
(V-30)
Circa 2,3 gram crèmekleurig poeder
Bevat amfetaminesulfaat (p. 272)
Het Nederlands Forensisch Instituut komt tot de volgende conclusie:
In het onderzoeksmateriaal is amfetamine, BMK en zwavelzuur aangetoond.
Een groot deel van het onderzoeksmateriaal is te relateren aan de vervaardiging van amfetamine uit BMK volgens de Leuckart-methode.
Een deel van het onderzoeksmateriaal is te relateren aan de vervaardiging van BMK.
De LFO heeft de in de loods aangetroffen situatie als volgt geïnterpreteerd:
De loods was ingericht voor de grootschalige omzetting van pre-precursoren (in casu zeer waarschijnlijk een zout van BMK-glycidezuur) in BMK en de grootschalige productie (of deel van de productie) van amfetamine middels de Leuckart-synthese.
Zeer waarschijnlijk werd in de tien reactievaten het BMK-glycidezuur (nog circa 875 kg aanwezig) met behulp van fosforzuur (nog circa 1040 liter aanwezig) omgezet in BMK (circa 473 liter aangetroffen). Het reactiemengsel werd verwarmd middels elektrische verwarmingsdekens.
Vervolgens werd de BMK met formamide (nog circa 200 liter aanwezig en vermoedelijk al circa 2600 liter verwerkt - dit gebaseerd op de lege verpakkingen van formamide) en mierenzuur (nog circa 380 liter aanwezig en circa 180 liter verwerkt - dit gebaseerd op de lege verpakkingen mierenzuur) in de drie RVS reactieketels met reflux omgezet in
N-formylamfetamine (circa 70 liter aangetroffen).
Hierna kan de
N-formylamfetamine met behulp van zoutzuur (niet ter plaatse aangetroffen) worden omgezet in amfetamine-olie. Deze nog zure amfetamine-olie kan vervolgens in loogvaten (V-35) met behulp van een oplossing van caustic soda in water (nog circa 835 kg aanwezig) worden omgezet in amfetamine-base.
Vervolgens kan deze amfetamine-base met behulp van methanol (80 liter aanwezig) en zwavelzuur (nog circa 10 liter aanwezig) worden omgezet in amfetaminesulfaat. Na een eerste scheiding van de amfetaminesulfaat van de overgebleven vloeistoffen kan de nog natte amfetaminesulfaat verder worden afgescheiden met behulp van centrifuges (V-30). Hierna blijft pasteuze amfetamine, ook wel amfetaminepasta genoemd, over.
3.4.4De bewijsmiddelen II
De betrokkenheid van een ander, medeverdachte [medeverdachte 1]
Op 22 november 2017 te 23:15 uur maakte verbalisant AOT-Zuid 311 deel uit van de aanhoudings- en ondersteuningseenheid (AOE) die optrad onder leiding van AOT Zuid 207 en was belast met de aanhouding van onbekende personen die op dat moment in een loods gelegen op het perceel [adres] te Velden (vermoedelijk) doende waren met de productie van middelen genoemd op lijst I van de Opiumwet.
Verbalisant AOT-Zuid 311 hoorde dat de AOE overging tot actie om de productieloods te betreden. Kort hierop zag hij twee hem onbekende personen rennen uit de richting van de productieloods door de poort de achtertuin in. Hij maakte zich luidkeels kenbaar als politie en riep dat ze moesten blijven staan en zo niet, dat hij zou schieten. Een van de personen, NN2, dook weg achter een zwembad. De andere persoon, NN1, rende weg door de achtertuin richting de omheining.
Even later ging de verbalisant naar het zwembad waar hij NN2 achter had zien wegduiken. Achter het zwembad zag hij een persoon liggen met naast hem een gasmasker. Deze persoon is aangehouden. NN2 bleek te zijn genaamd: [medeverdachte 1] .
Op 23 november 2017 werd door de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , als forensisch onderzoekers, forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met het vervaardigen van harddrugs in perceel [adres] (de rechtbank begrijpt: [adres] ) te Velden. Het onderzoek werd verricht in de woning (vrijstaand) van [medeverdachte 1] . Aan de rechterzijde van de woning bevond zich een loods.
De verbalisanten zagen en roken dat in de loods een amfetaminelaboratorium aanwezig was.
Aangetroffen werden onder meer:
- in de achtertuin aan de rechterzijde van het zwembad: een halfgelaatmasker, merk North (SIN van biologisch spoor AAKA9807NL), en twee handschoenen;
- in de woning op het aanrechtblok naast de kookplaat: een iPhone (AAKA9802NL).
Op 29 december 2017 is door verbalisant [verbalisant 4] wangslijmvlies afgenomen van voornoemde [medeverdachte 1] .Het afgenomen celmateriaal is door verbalisant [verbalisant 5] inbeslaggenomen, waarna het op de voorgeschreven wijze is verpakt en is voorzien van een identiteitszegel (identiteitsnummer RABK5723NL).Vervolgens is een deskundige benoemd en is opdracht gegeven van het celmateriaal een DNA-profiel vast te stellen, dit op te nemen in de DNA-databank en te vergelijken met de profielen uit het in dit onderzoek veiliggesteld sporenmateriaal, meer in het bijzonder met de profielen afkomstig van de halfgelaatmaskers, waaronder dat met SIN-nummer AAKA9807NL.
Uit vergelijkend DNA-onderzoek is gebleken dat het biologisch spoor op het halfgelaatmasker met SIN AAKA9807NL het DNA-profiel van een man bevat en dat dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [medeverdachte 1] . De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard voor niet verwante personen.
De iPhone (AAKA9802NL) is op forensische wijze uitgelezen. Hiervan is een rapport opgesteld. De opgeslagen data zijn door verbalisant [verbalisant 6] onderzocht. Uit de internethistorie blijkt dat in de periode voorafgaande aan 23 november 2017 37 keer diverse sites zijn bezocht van artikelen waarin melding wordt gemaakt van het ‘oprollen van drugslaboratoria’ en soortgelijke artikelen.Deze sites zijn bezocht op 13 en 14 november 2017.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft onder meer het volgende verklaard:
Ik woon op het adres [adres] te Velden. Dat is een vrijstaande woning en daar ben ik eigenaar van. Ook de loods is mijn eigendom.De loods heb ik verhuurd.Bij de verhuur waren verschillende mensen betrokken. Aan de verbouwing van de verhuurde ruimte werkten verschillende personen mee, onder wie de [verdachte] en ik. De betalingen van de verbouwing werden contant aan mij betaald. In de herfstvakantie hebben we verbouwd. De verbouwing duurde een paar dagen.Ik heb de stroom aangelegd en ik heb meegeholpen met de wandpanelen buiten en binnen.Daarnaast heb ik de afvoerpunten erin gemaakt. De afvoerbuizen van de wand liepen naar de afvoerpunten in de grond en waren aangesloten op het openbaar riool.
Vanaf het begin van de verbouwing tot het einde heb ik onder meer de volgende informatie meegekregen van de andere betrokkenen:
- Ze haalden methanol bij Lanaken in België.
- Via [verdachte] weet ik dat ze spullen haalden in Tiel op het industrieterrein, blijkbaar voor de productie van drugs.
- De vrouw van een van de betrokkenen werkte in een growshop waar ze alle materialen, afzuiging en dergelijke haalden.
- [verdachte] zei dat ze nog een andere plek hadden waar ze de olie schoonmaakten.
- Via [verdachte] weet ik dat ze regio Rotterdam, Helmond, Eindhoven de olie (drugs) schoonmaakten.
- Een van de betrokkenen heeft gezegd: wie mij verraadt schiet ik af, dan heb je een probleem, krijg je problemen.
- Een van de andere betrokkenen zei hetzelfde.
- De [naam winkel 1] in Blerick is een overdrachtspunt. Daar kreeg ik bijvoorbeeld mijn geld voor de verlichting voor de ruimte.
Die eerste tweede week van november (de rechtbank begrijpt: de tweede week van november 2017) kwam ik erachter wat daar gebeurde. Hier kwam ik achter door de onbekende geur die naar buiten kwam vanuit de verhuurde ruimte.
Later zeiden enkele betrokkenen, onder wie [verdachte] , tegen mij dat ze olie aan het maken waren. Dit was in de eerste twee weken van november.
Als zij er waren ging ik weleens kijken en de [verdachte] heeft mij uitleg gegeven hoe het werkte. [verdachte] zei dat het voor synthetische drugsolie was. Ik kreeg een rondleiding en uitleg bij de goederen. Via de blauwe met witte deksels vaten hadden zij er spullen ingedaan, een poeder en een vloeistof dat een kookproces zou vormen. Om die vaten werden dekens gedaan. Dat kookproces had een aantal uren gestaan en na afkoeling werden de vaten afgeschept. De olie daaruit werd in de ijzeren ketels gekookt met een toevoeging. Er werd verteld dat het een tijd in de ketels bleef zitten en na het kookproces in blauwe vaten werd gedaan, dat weer een kookproces had en het erna weer in andere vaten werd gedaan. Van hieruit zou het eindproduct amfetamine-olie zijn. Die amfetamine-olie zou dan weer op een andere plek worden schoongemaakt.
Die woensdagavond (de rechtbank begrijpt: woensdagavond 22 november 2017) toen ik die geur weer rook heb ik een masker gepakt en ben naar binnen gegaan.Ik was een klein half uur binnen. Ik wist dat oude en [medeverdachte 2] bezig waren met afscheppen en leegpompen.
3.4.6De bewijsmiddelen III
De (verdere) betrokkenheid van [verdachte] (geboren op [geboortegegevens verdachte] )
Op 25 november 2017 toonde verbalisant [verbalisant 7] aan [medeverdachte 1] een foto van [verdachte] , geboren op [geboortegegevens verdachte] (de verdachte - hierna ook: ‘ [verdachte] (69)’). De verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hoorden dat [medeverdachte 1] zei dat dit de persoon was die was weggerend op die bewuste avond.Later heeft [medeverdachte 1] verklaard dat de oude [verdachte] van 1969 is en dat deze [verdachte] de aanvoerder, het aanspreekpunt, de contactpersoon was.
De verklaring van [medeverdachte 1] over de betrokkenheid van de verdachte vindt steun in de volgende bewijsmiddelen:
A.
Op 19 oktober 2017 omstreeks 13:37 uur zag verbalisant L160 dat een bestelauto van het merk/type Peugeot Partner met het kenteken 72-RZF-7 het terrein opreed van de [naam winkel 2] te Sittard en op het parkeerterrein geparkeerd werd. Vervolgens zag hij dat twee mannen uit deze Peugeot stapten. De bestuurder herkende hij als [verdachte] , geboren op [geboortegegevens verdachte] te Eindhoven.
Omstreeks 13:38 uur zag verbalisant L108 dat [verdachte] ( [X] ) en een andere man de [naam winkel 2] binnen gingen en schroeven kochten.
Vervolgens zag verbalisant L108, omstreeks 13:43 uur, dat [verdachte] ( [X] ) en de andere man in de Peugeot stapten en vertrokken.
Diezelfde dag, omstreeks 14:41 uur, zag verbalisant L115 dat de Peugeot met het kenteken 72-RZF-7 over [adres] te Velden reed en even tot stilstand kwam ter hoogte van [adres] te Velden. Vervolgens reed de auto het bosgebied in.
Op 24 oktober 2017 omstreeks 13:53 uur zag verbalisant L110 dat de Peugeot Partner met het kenteken 72-RZF-7 over de [straatnaam] te Venlo reed. Hij herkende de bestuurder, tevens enige inzittende van de auto, als [verdachte] ( [X] ).
Omstreeks 13:56 uur zag verbalisant L160 dat deze Peugeot reed over [adres] te Velden. Hij zag dat de Peugeot in het bosgebied rondreed.
B.
Zoals hierboven is overwogen zag verbalisant AOT-Zuid 311 op 22 november 2017 twee hem onbekende personen rennen uit de richting van de productieloods door de poort de achtertuin in. De persoon, NN1, rende weg door de achtertuin richting de omheining. Uiteindelijk schoot de verbalisant met een shotgun, geladen met zogenoemde beanbags, van achteren driemaal op NN1. Na het eerste schot hoorde hij NN1 luidkeels ‘Auw’ roepen. NN1 rende verder en verdween uit het zicht. De verbalisant staakte de achtervolging van NN1.
Op 29 november 2017 werd [verdachte] ( [X] ) buiten heterdaad aangehouden.Op 30 november 2017 vond een forensisch geneeskundig onderzoek plaats van deze [verdachte] . De forensisch geneeskundige constateerde dat aan de buitenzijde van het linker bovenbeen een semi circulair samengesteld, iets gezwollen letsel, zichtbaar was met een totale diameter van zesenhalve centimeter. Het letsel bestond uit drie samengestelde concentrische cirkels. Het centrum was tweeënhalve centimeter bij drieënhalve centimeter en bestond uit deels ontstoken, deels afgestorven weefsel. Het letsel had in algemene zin kenmerken die passen bij een projectielinslag of zéér hevig botsend geweld met een stomp voorwerp met kenmerken zoals een projectiel, bijvoorbeeld een steen.
C.
Op 23 november 2017 werd door de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , als forensisch onderzoekers, forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met het vervaardigen van harddrugs in perceel [adres] (de rechtbank begrijpt: [adres] ) te Velden. Het onderzoek is verricht in de woning (vrijstaand) van [medeverdachte 1] . Aan de rechterzijde van de woning bevond zich een loods.
De verbalisanten zagen en roken dat in de loods een amfetaminelaboratorium aanwezig was.
Op een tafeltje in de loods werd aangetroffen een halfgelaatmasker, merk North (SIN van biologisch spoor AAKA9799NL).
Van het halfgelaatmasker (SIN AAKA9799NL) is een DNA-profiel gegenereerd dat is vergeleken met het DNA-profiel van [verdachte] ( [X] ), van wie sinds 26 april 2013 een DNA-profiel is opgenomen in de Nederlandse DNA-databank strafzaken.
Uit vergelijkend DNA-onderzoek is gebleken dat het biologisch spoor op het halfgelaatmasker met SIN AAKA9799NL het DNA-mengprofiel bevat dat afkomstig is van celmateriaal van twee donoren, van wie zeker één man. [verdachte] ( [X] ) en een onbekende persoon zijn de mogelijke donoren van het celmateriaal. De matchkans met een willekeurig persoon is kleiner dan één op één miljard.
D.
Op 23 november 2017 stond in de vaste garage van de woning [adres] te Velden een voertuig van het merk/type Peugeot Partner met kenteken 72-RZF-7 geparkeerd. Het voertuig werd tactisch doorzocht. Op de bestuurdersstoel werd een heuptas aangetroffen met daarin een Nederlands rijbewijs op naam van [verdachte] , geboren op [geboortegegevens verdachte] te Eindhoven.