Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 mei 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te Voerendaal, eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft eiser, wonende te Voerendaal, beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekend maken van een omgevingsvergunning van rechtswege voor de gedeeltelijke verbouwing van panden en het aanleggen van een inrit/uitweg in Heerlen. Eiser had op 14 augustus 2017 een aanvraag ingediend voor de omgevingsvergunning, maar verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, weigerde deze vergunning bij besluit van 13 juni 2018. Eiser stelde dat de vergunning van rechtswege was verleend omdat verweerder niet tijdig had beslist. De rechtbank heeft op 29 mei 2019 uitspraak gedaan in deze bodemzaak.
De rechtbank oordeelde dat eiser op 11 mei 2018 per e-mail verweerder had verzocht om een termijn van zes weken voor het indienen van zienswijzen naar aanleiding van een Bibob-advies. Dit verzoek leidde ertoe dat de beslistermijn werd opgeschort. De rechtbank concludeerde dat eiser instemde met deze opschorting en dat er daardoor geen omgevingsvergunning van rechtswege was verleend. De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht geen vergunning van rechtswege had bekendgemaakt en verklaarde het beroep ongegrond.
De rechtbank heeft ook overwogen dat het besluit van 13 juni 2018 niet in dit beroep kon worden meegenomen, omdat het niet ging om de bekendmaking van een van rechtswege verleende vergunning. Eiser had aangevoerd dat de rechtbank ook over dit besluit moest oordelen, maar de rechtbank wees dit verzoek af. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en de uitspraak is openbaar gemaakt op 29 mei 2019.