In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 27 mei 2019, is de verdachte, een schoonmaakster in een hotel, beschuldigd van meervoudige diefstal van goederen van hotelgasten. De tenlastelegging omvat zes feiten van diefstal, waarbij de verdachte onder andere geldbedragen, sigaretten, een telefoon en een laptop heeft gestolen. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 13 mei 2019, waarbij de verdachte en haar raadsman aanwezig waren. De officier van justitie heeft betoogd dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen zijn, terwijl de verdediging zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in 2017 en 2018 goederen heeft weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De verdachte heeft tijdens haar werk als schoonmaakster misbruik gemaakt van het vertrouwen van de hotelgasten, die erop moesten kunnen vertrouwen dat hun persoonlijke bezittingen veilig waren. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle tenlastegelegde feiten en heeft haar een deels voorwaardelijke taakstraf opgelegd van 220 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij, [naam hotel 1], gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding voor de gestolen laptop en bijkomende kosten. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en heeft de strafmaat gemotiveerd door te verwijzen naar de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals de persoonlijke situatie van de verdachte, die in financiële problemen verkeert en ondersteuning ontvangt.