ECLI:NL:RBLIM:2019:4747
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hoorplicht in bezwaar en de gevolgen van afwezigheid van de bezwaarmaker
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een kledingwinkel, gevestigd te Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht. De eiseres had een omgevingsvergunning aangevraagd, welke door verweerder op 21 april 2017 was geweigerd. Eiseres diende op 1 mei 2017 een bezwaarschrift in en werd uitgenodigd voor een hoorzitting op 29 mei 2018. De gemachtigde van eiseres meldde echter dat de bestuurder niet aanwezig kon zijn. In overleg werd een nieuwe hoorzitting gepland op 14 september 2018, maar ook voor deze datum meldde de bestuurder zich af en verscheen de gemachtigde niet. Verweerder verklaarde het bezwaar ongegrond bij besluit van 13 november 2018.
Tijdens de zitting op 15 mei 2019 verscheen eiseres opnieuw niet, terwijl verweerder zich wel liet vertegenwoordigen. De rechtbank oordeelde dat de hoorplicht niet zo ver strekt dat bij iedere afwezigheid van de bezwaarmaker een nieuwe hoorzitting moet worden ingepland. De rechtbank concludeerde dat verweerder voldoende gelegenheid had geboden om te worden gehoord en dat het beroep van eiseres ongegrond was. De rechtbank wees erop dat de hoorplicht niet in strijd is met de termijn waarbinnen het bezwaar moet worden afgehandeld. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden op 21 mei 2019 van het proces-verbaal op de hoogte gesteld.