“(…)
Basis voor de beoordeling door de Commissie is het Protocol ‘Disfunctionerende huisarts
op de huisartsenpost’ (hierna het Protocol) dat ook Meditta hanteert voor alle op de Spoedpost werkzame huisartsen, (…). Het door Meditta gevolgde Protocol is van toepassing op medewerkers. (…).
Uit het overgelegde dossier en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling volgt, dat aangenomen mag worden, dat het Modelprotocol ‘Vermeend disfunctioneren huisarts op de huisartsenpost’ van InEen en het daarvan afgeleide door Meditta gevolgde Protocol
‘Disfunctionerende huisarts op de huisartsenpost’ van toepassing is op de rechtsverhouding tussen Meditta en mw. [eiseres] . Weliswaar is er geen getekende volledige Aansluitovereenkomst (alleen een door mw. [eiseres] op 1 mei 2013 geclausuleerd getekende overeenkomst) maar er is wel een op 4/6 september 2012 getekende Waarneemovereenkomst met de Huisartsen Dienst Westelijke Mijnstreek. Ook is er een door beide partijen getekende ‘Samenwerkingsovereenkomst elektronische Dienst Waarneem Dossier Huisartsenposten Midden Limburg en Huisartsen Dienst Westelijke Mijnstreek’ gedateerd 19 september 2007. Mw. [eiseres] draait inmiddels al enige jaren dienst op de Spoedpost. Binnen de relatie Meditta en mw. [eiseres] kan derhalve uitgegaan worden van toepasselijkheid van op de post geldende protocollen (zoals het Protocol Disfunctioneren), reglementen en werkafspraken.
(…)
Ad 1: Structurele problematiek
Uit de door de Commissie ontvangen stukken en de gevraagde toelichting tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden, dat sprake is van een sinds vele jaren bestaande problematische verhouding tussen mw. [eiseres] , Meditta (en haar rechtsvoorganger), een aantal collega-huisartsen en assistentes op de Spoedpost. Die problematische verhouding vindt zijn oorsprong in de door mw. [eiseres] ervaren tegenwerking rond haar vrije vestiging in 2006 en rond de aansluiting bij de huisartsenpost. De door mw. [eiseres] ervaren ‘boycot’ heeft zich in de loop der jaren opgebouwd tot een groot wantrouwen jegens (het bestuur van) Meditta en de collega huisartsen die, naar haar zeggen, tot de ‘tegenpartij’ behoren. Verzoeken, aangeboden
overeenkomsten, functioneringsgesprekken, coachingstrajecten, feedback, eigenlijk alles wordt in de sfeer van wantrouwen door mw. [eiseres] ervaren. (…)
Dat sprake is van structurele problematiek tussen Meditta en mw. [eiseres] staat voor de Commissie wel vast.
(…)
Geconcludeerd kan worden dat de laatste jaren regelmatig signalen in wat voor vorm dan ook over mw. [eiseres] zijn geuit. De Commissie kan echter niet, ook niet na de gevraagde toelichting op een aantal incidenten tijdens de mondelinge behandeling, vaststellen dat deze signalen/klachten bij elkaar voldoende grond vormen om te spreken van (medisch) onverantwoorde zorg voor patiënten en daarmee van risico van schade voor de patiënt, zoals geformuleerd in de definitie van disfunctioneren in het Protocol, Mw. [eiseres] heeft herhaaldelijk aangegeven dat de zorg voor patiënten bij haar bovenaan staat. De Commissie heeft op grond van de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar buiten kwam, geen aanwijzingen om het medisch functioneren van mw. [eiseres] in twijfel te trekken en te concluderen dat zij op het punt van (goede) zorg aan patiënten disfunctioneert.
Ad 4: Zelfinzicht en collegiale samenwerking zoals aangegeven in de toelichting op
disfunctioneren
Op basis van de aan de Commissie toegestuurde stukken en de mondelinge behandeling zijn er voldoende aanwijzingen dat het zelfbeeld dat mw. [eiseres] heeft en het beeld dat Meditta van haar heeft, ver uiteen liggen. (…)
De Commissie is van mening dat het indienen van een tuchtzaak tegen 9 collega’s (van de 96 die op de Spoedpost werkzaam zijn) een forse actie is. Het lijkt er niet op dat mw. [eiseres] de indiening van deze tuchtzaken goed heeft overdacht, nu de secretaris van het tuchtcollege aangeeft dat niet duidelijk is geworden wat mw. [eiseres] de diverse huisartsen verwijt en wat voor informatie de aangesproken huisartsen en het college uit de vele bijlagen moeten destilleren. Dat mw. [eiseres] in die tuchtzaken ook gebruik heeft gemaakt van heimelijk opgenomen gesprekken met collega-huisartsen en patiënten acht de Commissie, ook om privacy redenen onjuist, onzorgvuldig en oncollegiaal. (…)
Dit alles heeft grote invloed op de collegiale samenwerking. Op een huisartsenpost wordt vaak onder grote druk gewerkt. Huisartsen en medewerkers moeten op elkaar kunnen vertrouwen omdat het teamwerk is. Artsen en medewerkers moeten zich vrij voelen naar elkaar om feed back te geven en elkaar zo nodig te kunnen corrigeren en aanvullen. Goede onderlinge communicatie is onontbeerlijk voor goede zorg aan patiënten.
Ten aanzien van de samenwerking met collega’s en medewerkers zijn in de stukken die de
gemachtigde van Meditta maar ook mw. [eiseres] zelf heeft meegestuurd, veel voorbeelden te vinden waaruit blijkt dat deze ronduit slecht is: de eerder genoemde heimelijk opgenomen gesprekken met collega’s en patiënten, de ingediende tuchtzaken en de daarbij gebruikte bijlagen, de wijze waarop mw. [eiseres] , ook in het bijzijn van patiënten, assistentes kan aanspreken, de samenwerking met Meditta, grotendeels gebaseerd op wantrouwen (…).
Deze voorbeelden wijzen op een (onherstelbaar) beschadigde basis van samenwerking. Zo’n basis kan wel degelijk een risico vormen voor het niet (langer) kunnen bieden van goede en verantwoorde zorg aan patiënten.
(…)
De Commissie is van mening dat voornoemde voorbeelden wel degelijk een risico kunnen
vormen voor het bieden van goede zorg aan alle patiënten die een beroep doen op de
Spoedpost.
(…)
Dit alles overziend stelt de Commissie dan ook vast, dat er sprake is van een te groot wantrouwen en de situatie dermate is geëscaleerd dat daardoor eigenlijk geen sprake meer kan zijn van een werkbare relatie tussen partijen. Van de zijde van mw. [eiseres] bestaat dat wantrouwen eruit, dat Meditta en haar collega’s er moedwillig op uit zijn om haar het leven en het werken op de Spoedpost moeilijk zo niet onmogelijk te maken. Van de zijde van Meditta zijn de gedurende vele jaren opgestapelde zorgen over o.a. chaotisch werken, hygiëne, adviezen aan patiënten, traineren of niet nakomen van afspraken, communicatie en bejegening van patiënten, collega’s en assistentes en het nog steeds niet hebben getekend van de Aansluitovereenkomst met Meditta dermate groot, dat men geen enkel vertrouwen meer heeft in het vinden van een oplossing voor voortzetting van de relatie met mw. [eiseres] . (…)