ECLI:NL:RBLIM:2019:3742

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 april 2019
Publicatiedatum
23 april 2019
Zaaknummer
7099956 OV VERZ 18-62
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Europees civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van compensatie voor vluchtvertraging door Ryanair op basis van EU Verordening 261/2004

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 17 april 2019, hebben de verzoekers, bestaande uit vier personen, een verzoek ingediend tegen Ryanair DAC met betrekking tot compensatie voor een vertraagde vlucht. De verzoekers stelden dat zij door de annulering van hun oorspronkelijke vlucht met Ryanair FR6912 van Maastricht naar Girona meer dan drie uur na de geplande aankomsttijd op hun bestemming zijn aangekomen. Ze vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening 261/2004, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van vertraging. De verzoekers hadden zelf een alternatieve vlucht geboekt met Vueling en waren daardoor eerder op hun bestemming aangekomen. De rechter concludeerde dat de door Ryanair aangeboden compensatie voor de heenvlucht door de verzoekers was geaccepteerd, waardoor de grondslag voor hun vordering ontbrak. De kantonrechter wees de vorderingen van de verzoekers af, omdat er geen onomkeerbaar tijdsverlies was en de vordering op basis van de Europese Verordening niet van toepassing was. De verzoekers werden veroordeeld in de proceskosten van Ryanair, die op € 300,00 werden begroot. De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. P. Hoekstra, kantonrechter.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer 7099956 OV VERZ 18-62
Beschikking van 17 april 2019
op een verzoek van

1.[verzoekster sub 1] ,

2.
[verzoeker sub 2] ,
3.
[verzoeker sub 3] ,
4.
[verzoekster sub 4] ,
allen wonend te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [verzoekers] c.s.,
gemachtigde: [naam gemachtigde] (Flight Claim)
met betrekking tot
RYANAIR DAC,
gevestigd te Swords, Co. Dublin (Ireland)
hierna te noemen: Ryanair,
gemachtigde: mr. A.C.J. Houwers.
Partijen zullen hierna [verzoekers] c.s. en Ryanair genoemd worden.

1.Het verder verloop van de procedure

1.1.
Het verder verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kantonrechter van 18 oktober 2018
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Daarna is beschikking bepaald, waarvan de uitspraak is gesteld op heden.

2.De beoordeling

grondslag van de vordering
2.1.
De grondslag van de vorderingen van [verzoekers] c.s. is
vertragingvan hun vlucht met Ryanair FR6912 van Maastricht/Aachen Airport naar Girona te Spanje. [verzoekers] c.s. stellen bij verzoekschrift meermaals dat zij vanwege de annulering van hun oorspronkelijke vlucht een aankomstvertraging hebben gehad waardoor zij meer dan 3 uur na de geplande aankomsttijd op de plaats van bestemming zijn aangekomen. Bij repliek stellen [verzoekers] c.s. dat zij vanwege de vertraagde vlucht meer dan vier uur later op de eindbestemming zijn aangekomen. Gelet op het onomkeerbare tijdsverlies vorderen zij compensatie van hun vlucht en vergoeding van de door hun gemaakte kosten, aldus [verzoekers] c.s.
2.2.
Met uitzondering van het verweer van Ryanair, dat [verzoekers] c.s. feitelijk gezien geen vertraging van meer dan drie uur hebben gehad, spitst zich haar overige verweer toe op de annulering van de onderwerpelijke vlucht.
vluchtcompensatie
2.3.
Waar het in r.o. 2.1. vermelde verschil tussen drie en vier uur vertraging in is gelegen hebben [verzoekers] c.s. niet onderbouwd. Gelet op de door [verzoekers] c.s. meermaals gestelde vluchtvertraging hanteert de kantonrechter die stelling bij zijn verdere beoordeling als uitgangspunt. Dat betekent dat in
overwegende matezal worden uitgegaan van het bepaalde in art. 6 van de Europese Verordening 261/2004 (verder: de Verordening) en in mindere mate van het bepaalde in artikel 5, waarnaar [verzoekers] c.s., althans door de door hun ingeschakelde professionele gemachtigde die bovendien in luchtvaartclaims is gespecialiseerd, verwijzen.
2.4.
Art. 6 lid 1 van de Verordening gaat uit van een vertraging tot
nade geplande vertrektijd.
2.4.1.
De oorspronkelijke vlucht met Ryanair FR6912 zou op 12 mei 2018 te Maastricht om 15:30 uur vertrekken en om 17:25 uur te Girona aankomen. [verzoekers] c.s. zijn door middel van een door hen zelf geboekte vlucht op 12 mei 2018 met vlucht Vueling VY8989, om 09:45 uur te Brussel vertrokken en om 11:45 uur te Barcelona aangekomen. Het bepaalde in artikel 6 van de Verordening ter zake vertraging is, gelet op het voorgaande niet aan de orde en de stelling van [verzoekers] c.s. dat sprake is van een onomkeerbaar tijdsverlies (vertraging) is onbegrijpelijk. Nu geen sprake is van vertraging ontbeert de vordering rechtsgrond en zal de overeenkomstig de in art. 7 van de Verordening vermelde compensatie van € 250,00 per persoon worden afgewezen.
2.5.
Ook op grond van het bepaalde in art. 5 van de Verordening (annulering) komt [verzoekers] c.s. geen compensatie toe. Uit de toelichting bij de Verordening volgt dat luchtvaartmaatschappijen die nalaten om aan hun passagiers de in art. 8 van de Verordening geboden mogelijkheden aan te bieden overeenkomstig het bepaalde in art. 5 jo. 7 een compensatie dienen te betalen, tenzij van een de uitzonderingen van sprake is.
2.5.1.
Vaststaat dat [verzoekers] c.s. op 10 mei 2018 door Ryanair zijn geïnformeerd over de annulering van hun vlucht en dat Ryanair aan [verzoekers] c.s. de mogelijkheden als vermeld in art. 5 lid 1 sub a jo. 8 van de Verordening heeft aangeboden. [verzoekers] c.s. hebben voor terugbetaling van hun ticket (de refund als bedoeld in art. 8 lid 1 sub a van de Verordening) gekozen en in dat kader € 127,96 van Ryanair ontvangen. [verzoekers] c.s. hebben daarmee geen gebruik gemaakt van de door Ryanair geboden (andere) mogelijkheid (change flight). Door hun keuze en gelet op het feit dat [verzoekers] c.s. zelf een vervangende vlucht met Vueling die, zoals [verzoekers] c.s. stellen, een partner van Ryanair is hebben geboekt, hebben [verzoekers] c.s. door hun handelen er zelf voor gezorgd dat voor Ryanair de uitzondering als bedoeld in art. 5 lid 1 sub c onder iii van de Verordening van toepassing is. [verzoekers] c.s. hebben onvoldoende gesteld en inzichtelijk gemaakt dat Ryanair niet in staat was om een vervangende vlucht als bedoeld in voormeld artikel aan te bieden.
schadevergoeding
2.6.
De kantonrechter stelt voorop dat [verzoekers] c.s. geen reden aanvoeren waar het verschil tussen de oorspronkelijk gevorderde schade van € 455,58 en de bij repliek gespecificeerde schade van € 434,79 in is gelegen.
2.7.
In het verlengde van het in r.o. 2.5. overwogene hoeft Ryanair niet op grond van het bepaalde in art 8 lid 3 van de Verordening het door [verzoekers] c.s. gevorderde ticket van Vueling en het vervoer van en naar Brussel te betalen.
2.8.
De Verordening hanteert als uitgangspunt dat passagiers recht hebben op verzorging tijdens het wachten op een latere vlucht en in art. 9 lid sub a van de Verordening is bepaald dat passagiers maaltijden en verfrissingen in redelijke verhouding tot de
wachttijdgratis krijgen. Zoals eerder is overwogen is geen sprake van een latere vlucht noch van een wachttijd zodat de gevorderde lunch van € 30,30 niet toewijsbaar is. De overige schade die [verzoekers] c.s. op grond van het bepaalde in art. 9 van de Verordening hebben gevorderd is evenmin toewijsbaar. Met inachtneming van al het vorenoverwogene mist het bepaalde in artt. 5 en 6 jo 9 van de Verordening immers toepassing.
verdrag van Montreal
2.9.
[verzoekers] c.s. vorderen onder meer de kosten van de wijziging van de huurauto en de daarmee gepaard gaande extra kosten op grond van art. 19 van het Verdrag van Montreal. Het bepaalde in voormeld artikel ziet echter op schade voortvloeiend uit vertraging. Zoals eerder is overwogen is geen sprake van vertraging zodat de op grond van dit artikel gevorderde schade ook niet toewijsbaar is.
2.10.
Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat, indien [verzoekers] c.s. hun schade op grond van het geldende recht zouden hebben gevorderd (waarvan geen sprake is) dat de door [verzoekers] c.s. gevorderde benzinekosten van 4 x € 21,20 slechts voor 2 x € 21,20 zouden kunnen worden toegewezen aangezien [verzoekers] c.s. hebben gesteld noch anderszins hebben doen blijken op grond waarvan zij met twee auto’s van en naar Brussel Airport zijn gereisd. Wat de tankbon betreft valt zonder nadere toelichting, die [verzoekers] c.s. niet hebben gegeven, niet in te zien op grond waarvan 35,58 liter diesel ad in totaal € 46,57 zou dienen te worden vergoed naast de gestelde € 10,08 (de door [verzoekers] c.s. gestelde extra kilometers van 112 km a € 0,09 die zij hebben gemaakt voor het afleggen van de afstand Barcelona-Girona).
2.11.
Met inachtneming van het vorenoverwogene zullen de vorderingen van [verzoekers] c.s. tot vluchtcompensatie en schadevergoeding integraal worden afgewezen.
2.12.
[verzoekers] c.s. zullen als de in het ongelijk gesteld partij worden veroordeeld in de proceskosten zoals nader in het dictum is bepaald.

3.De beslissingDe kantonrechter

3.1.
wijst de vorderingen van [verzoekers] c.s. af,
3.2.
veroordeeld [verzoekers] c.s. in de kosten van deze procedure tot aan deze beslissing aan de zijde van Ryanair gerezen en begroot op € 300,00 aan salaris gemachtigde,
3.3.
veroordeelt [verzoekers] c.s. onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door Ryanair volledig aan betaling van de proceskosten voldoen, in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving, en te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening,
3.4.
wijst af het meer of anders door Ryanair verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in
aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken. [1]
YT

Voetnoten

1.type: TY