In deze zaak heeft de kinderrechter op 18 februari 2019 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2012, in het kader van de kinderbescherming. De ouders, die beiden met persoonlijke problematiek kampen, hebben op vrijwillige basis meegewerkt aan een onderzoek van de Mutsaersstichting. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd door de complexe gezinssituatie en de onvoldoende beschikbaarheid van de ouders. De moeder heeft lichamelijke beperkingen en de vader vertoont problematisch gedrag, wat de opvoeding van de minderjarige bemoeilijkt. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden te verlengen en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen, met de verwachting dat de ouders in deze periode zullen werken aan hun opvoedvaardigheden en de noodzakelijke hulpverlening. De zaak zal op 7 mei 2019 verder worden behandeld door de meervoudige kamer van de rechtbank. De kinderrechter heeft benadrukt dat de GI (gecertificeerde instelling) de ouders moet ondersteunen en concrete doelen moet stellen om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.