ECLI:NL:RBLIM:2019:3672
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding tussen partijen gehuwd in Eritrea met betwiste huwelijksakte
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 18 februari 2019 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man die voor de kerk zijn gehuwd in Eritrea. De vrouw heeft een kopie van de huwelijksakte overgelegd, maar het origineel is in bezit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), die deze akte vals heeft bevonden. Desondanks heeft de vrouw steeds verklaard dat zij met de man is gehuwd en heeft zij gezinshereniging aangevraagd. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft de inschrijving van het huwelijk niet aangepast, omdat de vrouw zonder echtscheiding niet kan worden geregistreerd als ongehuwd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de huwelijksakte door de IND als vals is aangemerkt, dit niet betekent dat het huwelijk niet rechtsgeldig is gesloten. De vrouw heeft consistent verklaard dat zij met de man is gehuwd, en de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft deze verklaring geaccepteerd. De rechtbank concludeert dat de vrouw in Eritrea rechtsgeldig is gehuwd en dat dit huwelijk ook in Nederland erkend moet worden. De rechtbank heeft ook overwogen dat de huwelijksdatum, zoals vermeld in de akte, niet kan worden aangenomen als de juiste datum, maar dat de gemeente heeft bevestigd dat het huwelijk in 2010 heeft plaatsgevonden.
De vrouw heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. Aangezien de vrouw op het moment van indiening van het verzoek in Nederland woonde, was de Nederlandse rechter bevoegd om te oordelen. De rechtbank heeft op basis van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat het verzoek tot echtscheiding gegrond is en heeft de echtscheiding uitgesproken.