[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] vordert, voor het geval de bovenstaande vordering van [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] tot opheffing of schorsing van het door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gelegde executoriale beslag wordt toegewezen, dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
[eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] veroordeelt om alle door hem ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] gelegde beslagen ter zake van de vonnissen van de Rechtbank Limburg d.d. 19 juli 2017 met kenmerk C/03/210786 / HA ZA 15-520 en d.d. 1 mei 2017 met kenmerk C/03/233898 / KG ZA 17-171 binnen drie dagen na betekening van dit vonnis op te heffen, met machtiging aan [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] om, zo [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] niet aan deze veroordeling voldoet, namens en op kosten van [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] de beslagen op te heffen en daartoe het nodige te doen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte van een dag dat [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] in gebreke blijft om aan de gevraagde veroordeling te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid van de dwangsom tot de dag van algehele betaling, met een maximum van € 100.000,-, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen maximum bedrag;
Subsidiair:
[eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] gebiedt om met onmiddellijke ingang de executie van de in beslag genomen goederen ter zake van de onder primair genoemde vonnissen te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of een gedeelte van een dag dat [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] met de nakoming van dit gebod in gebreke blijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid van de dwangsom tot de dag der algehele voldoening, met een maximum van € 100.000,-, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen maximum bedrag;
Zowel primair als subsidiair:
bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] na betekening van dit vonnis geen nieuwe beslagen ter zake van de onder primair genoemde vonnissen meer mag leggen totdat over al hetgeen dat ten grondslag ligt aan de door [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] te dien aanzien gelegde beslagen ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] definitief is beslist, zulks bij overtreding op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per overtreding, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen maximum bedrag;
en voorts te bepalen dat [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] ten gunste van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] zekerheid biedt voor betaling van een bedrag ad € 50.000,- vooruitlopend op de definitief vast te stellen door [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] geleden en nog te lijden schade ten gevolge de vexatoire en derhalve onrechtmatig gelegde en nog steeds gehandhaafde beslagen ter zaken van de primair genoemde vonnissen ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] ;
met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] in de kosten van deze procedure, alsmede nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente indien die proceskosten niet worden voldaan binnen drie dagen na betekening van dit vonnis.
[gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] stelt ter onderbouwing van zijn vorderingen - onder meer - dat het door [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] gelegde executoriaal derdenbeslag, dat oorspronkelijk is gelegd ter zekerheid van verhaal van een vordering begroot op € 30.000,-, niet in verhouding staat met de door de rechtbank bij vonnis van 19 juli 2017 toegewezen vordering. De opeisbare vordering van [eiser in conventie, verweerder in voorwaardelijke reconventie] is bovendien door verrekening teniet gegaan, aldus [gedaagde in conventie, eiser in voorwaardelijke reconventie] .