ECLI:NL:RBLIM:2019:3509

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 april 2019
Publicatiedatum
16 april 2019
Zaaknummer
C/03/261755 / KG ZA 19-117
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van krakers zonder bruikleenovereenkomst in kort geding

Op 16 april 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis gewezen in een kort geding tussen de N.V. ETABLISSEMENTEN FR. COLRUYT VASTGOED NEDERLAND B.V. en een groep krakers. De eiseres, Colruyt, vorderde ontruiming van een onroerende zaak aan de [adres] te [woonplaats 3], waar de krakers zonder recht of titel verblijven. De procedure begon met een dagvaarding op 25 maart 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 2 april 2019. De krakers, die eerder een bruikleenovereenkomst hadden met Colruyt, hadden deze overeenkomst niet nageleefd na de opzegging per 31 december 2018. Ondanks correspondentie tussen de partijen, leidde dit niet tot een vrijwillige ontruiming. Colruyt stelde dat zij het perceel als bouwgrond wil verkopen en dat er een sloopvergunning is verleend. De krakers erkenden dat zij zonder recht of titel verblijven, maar betoogden dat er alternatieve plannen voor het terrein zijn en dat zij bereid zijn om mee te werken aan de ontruiming zodra de sloop begint.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de krakers geen recht hebben om op het terrein te verblijven en dat de vordering van Colruyt toewijsbaar is. De krakers werden veroordeeld om de onroerende zaak binnen 72 uur na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast werden de krakers hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Colruyt zijn begroot op € 2.045,10. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/261755 / KG ZA 19-117
Vonnis in kort geding van 16 april 2019
in de zaak van
de naamloze vennootschap naar Belgisch recht
N.V. ETABLISSEMENTEN FR. COLRUYT VASTGOED NEDERLAND B.V., in haar hoedanigheid van rechtsdopvolger van Colruyt Vastgoed Nederland B.V. in liquidatie,
gevestigd te Halle, België,
eiseres,
advocaat mr. W.A. Braams,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonend te [woonplaats 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonend te [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde sub 3],
wonend te [woonplaats 3] ,
4.
[gedaagde sub 4],
wonend te [woonplaats 3]
5.
[gedaagde sub 5],
wonend te [woonplaats 4] , feitelijk verblijvend te [woonplaats 3] aan de [adres] ,
6.
[gedaagde sub 6],
wonend te [woonplaats 3] ,
7.
[gedaagde sub 7],
wonend te [woonplaats 3] ,
8.
[gedaagde sub 8],
wonend te [woonplaats 3] ,
9.
[gedaagde sub 9],
wonend te [woonplaats 3] ,
10.
[gedaagde sub 10],
wonend te [woonplaats 3] ,
11.
[gedaagde sub 11],
wonend te [woonplaats 3] ,
12.
[gedaagde sub 12],
wonend te [woonplaats 3] ,
13.
ZIJ DIE VERBLIJVEN IN DE GEBOUWDE ONROERENDE ZAAK te [woonplaats 3] AAN DE [adres] , zijnde anderen dan gebruikers of gewezen gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht, wier namen niet kunnen worden achterhaald,
wonend te [woonplaats 3] ,
gedaagden, van wie zijn verschenen [gedaagde sub 8] (gedaagde sub 8) en [gedaagde sub 11] (gedaagde sub 11), alsmede [naam 1] en [naam 2] , beiden naar eigen zeggen verblijvende te [woonplaats 3] aan de [adres] ,
Partijen zullen hierna Colruyt en de krakers genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 25 maart 2019, met producties,
  • de twee e-mails van de krakers ( [naam 1] ) van 1 april 2019, met producties,
  • de mondelinge behandeling van 2 april 2019, met de pleitnotitie van Colruyt,
  • het tegen gedaagden sub 1 tot en met sub 7, gedaagden sub 9 en sub 10, alsmede tegen gedaagden sub 12 en sub 13 verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Colruyt heeft met gedaagden sub 1 tot en met sub 5 een bruikleenovereenkomst gesloten inzake het tuincentrum aan de [adres] te [woonplaats 3] , die zij medio november 2018 tegen 31 december 2018 heeft opgezegd.
2.2.
Gedaagde sub 1 heeft als woordvoerder van de krakers steeds met Colruyt correspondentie gevoerd over de (aanleiding van de) opzegging, de opzegging en de wijze waarop de krakers het gekraakte onroerend goed zouden ontruimen en verlaten voor 31 maart 2019 (zie onder meer de bij dagvaarding overgelegde producties 20, 33, 36 en 38).
2.3.
De gevoerde correspondentie heeft niet geleid tot vrijwillige ontruiming, althans er verblijven tot op heden krakers in de woning en op het terrein van het voormalig tuincentrum aan de [adres] te [woonplaats 3] .

3.Het geschil

3.1.
Colruyt vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de krakers te veroordelen om de onroerende zaak aan de [adres] te [woonplaats 3] binnen vierentwintig (24) uur na betekening van het vonnis met al het hunnen en de hunnen te verlaten, te ontruimen en ontruimd te houden en ter vrije en algehele beschikking van Colruyt te stellen onder afgifte van de sleutels die toegang geven tot de onroerende zaak, met machtiging van Colruyt om de ontruiming op kosten van de krakers zelf ten uitvoer te leggen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie, een en ander onder (hoofdelijke) veroordeling van de krakers (des de een betaalt de ander is gekweten) in de kosten van het geding vermeerderd met rente en de nakosten.
3.2.
Colruyt legt aan de vordering ten grondslag dat gedaagden sub 1 tot en met 5 zonder recht of titel verblijven aan de [adres] , sinds de opzegging van de buruikleenovereenkomst per 31 december 2018. De overige krakers hebben nooit enige overeenkomst met Colruyt gesloten en verblijven daarom zonder recht of titiel aan de [adres] .
Colruyt is van plan het perceel als bouwgrond te verkopen en wenst de opstallen te slopen en het terrein te ontruimen. Colruyt stelt dat zij het pand asbestvrij heeft gemaakt en dat een sloopvergunning is verleend vanwege de gemeente Maastricht . Zij stelt dat de sloop kan en zal aanvangen zodra het gevraagde ontruimingscvonnis is betekend.
Colruyt stelt spoedeisend belang bij en recht op de gevrgaade voorziening te hebben.
3.3.
De krakers erkennen dat zij zonder recht of titel verblijven aan de [adres] te [woonplaats 3] sinds de bruikleenovereenkomst door Colruyt is opgezegd. De krakers betreuren het dat Colruyt tot op heden nog niet met hen heeft willen overleggen over voortzetting van het gebruik en dat Colruyt geen toestemming ex art. 6.3 van de bruikleenovereenkomst (productie 8 dagvaarding) heeft willen geven. De krakers stellen zich netjes te gedragen en geen overlast te veroorzaken voor de omwonenden en het terrein netjes te (onder)houden. De krakers voeren verder aan dat er een alternatief plan voor de ontwikkeling van het terrein is, dat nooit op zijn merites is onderzocht. Aan huisvesting voor dakloze jongeren, waarin het plan voorziet, is volgens de krakers in Maastricht wel degelijk behoefte.
De krakers betwijfelen of er daadwerkelijk concrete (verkoop)plannen zijn en de sloop concreet op korte termijn zal worden uitgevoerd. Zij zullen, naar eigen zeggen, vrijwillig meewerken aan ontruiming van het woonhuis en het terrein als de sloop aanvangt.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.2.
Gesteld noch gebleken is dat de gesloten bruikleenovereenkomst onregelmatig is opgezegd, zodat van de rechtsgeldige opzegging daarvan moet worden uitgegaan. Vast staat dat de krakers geen bruikleenovereenkomst of anderszins met Colruyt hebben en ter kort gedingzitting is uitdrukkelijk door Colruyt gesteld dat zij een dergelijke overeenkomst ook niet meer wenst aan te gaan. Krachtens art. 6.3 van de bruikleenovereenkomst is het verder aan Colruyt om al dan niet toestemming te geven voor vervangende en/of aanvullende gebruikers. Die toestemming is niet gegeven. Gesteld noch gebleken is dat Colruyt door die toestemming niet te geven misbruik maakt. Er zijn dan ook wat dit betreft geen gronden die maken dat de krakers gebruik mogen blijven maken van de onroerende zaak.
4.3.
De krakers hebben geen, althans onvoldoende eigen belang gesteld op grond waarvan de gevorderde ontruiming jegens hen onrechtmatig, zodanig onredelijk en/of onbillijk is, dat dit moet worden afgewezen.
4.4.
Omdat de krakers bovendien erkennen dat zij, sinds de bruikleenovereenkomst is opgezegd, feitelijk zonder recht of titel aan de [adres] te [woonplaats 3] verblijven, en omdat zij hebben toegezegd vrijwillig te zullen meewerken, alsmede omdat Colruyt naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat daadwerkelijk en op korte termijn met de sloop een aanvang zal worden gemaakt, zal de voorzieningenrechter de vordering toewijzen. Een en ander onder afwijzing van het verzoek om machtiging te verlenen om zo nodig met gebruik van de sterke arm van politie en justitie tot ontruiming over te gaan, omdat de deurwaarder op grond van de wet- en regelgeving die bevoegdheid al heeft. De gevorderde termijn voor ontruiming van 24 uur wordt verlengd met 48 uur.
4.5.
De krakers zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk, hetgeen betekent dat voor zover de een betaalt de ander(en) zal/zullen zijn bevrijd, worden veroordeeld in de kosten van het geding. Deze worden aan de zijde van Colruyt begroot op € 2.045,10.
Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
- kosten exploot van dagvaarding € 304,69
€ 121,41
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat
€ 980,00
totaal € 2.045,10.
De rente en nakosten worden toegewezen als in het dictum bepaald.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de krakers om de onroerende zaak aan de [adres] te [woonplaats 3] binnen tweeënzeventig (72) uur (zaterdagen, zon- en feestdagen niet meegerekend) na betekening van dit vonnis met al het hunnen en de hunnen te verlaten, te ontruimen en ontruimd te houden en ter vrije en algehele beschikking van Colruyt te stellen onder afgifte van de sleutels die toegang geven tot de onroerende zaak, met machtiging van Colruyt om de ontruiming op kosten van de krakers zelf ten uitvoer te leggen,
5.2.
veroordeelt de krakers hoofdelijk, in de zin dat als de een betaalt de ander(en) zal/zullen zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Colruyt begroot op
€ 2.045,10, vermeerderd met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf de 15de dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele betaling, en vermeerderd met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, als slechts aanschrijvingen en geen betekening plaatsvindt, en onder de voorwaarde dat als niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, vermeerderd tot een bedrag van € 199,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB