Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift d.d. 12 december 2018
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling d.d. 26 februari 2019
- de schriftelijke reactie op het verweerschrift door [verzoekende partij] waarbij [verzoekende partij] zijn verzoek heeft vermeerderd
- de pleitnota van Saint Gobain
- de reactie van partijen d.d. 25 maart 2019 waarbij zij de kantonrechter hebben geïnformeerd dat geen minnelijke regeling tot stand is gekomen.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.4. De beoordeling
Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 3, p. 37-38).is over de vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 aanhef en onder b BW het volgende vermeld:
50 % daarvan, zijnde € 38.500,00 bruto. Dit bedrag zal worden toegewezen.
- griffierecht € 79,00
€ 600,00