ECLI:NL:RBLIM:2019:3270

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 april 2019
Publicatiedatum
9 april 2019
Zaaknummer
03/702534-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en goederen voor de productie van synthetische drugs

Op 9 april 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk voorhanden hebben van stoffen en goederen voor de productie van synthetische drugs. De verdachte, geboren in 1964 en wonende te Ospel, werd bijgestaan door advocaat mr. J.H.L. Antonides. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 26 maart 2019, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van het medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van voorwerpen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs, met name amfetamine. Tijdens de doorzoeking van de loods van de verdachte op 7 februari 2018 werden diverse goederen en chemicaliën aangetroffen die typisch zijn voor de productie van synthetische drugs. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk deze goederen voorhanden had, ondanks zijn verweer dat hij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van deze stoffen. De rechtbank achtte het bewijs overtuigend en concludeerde dat de verdachte samen met anderen handelde. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een geldboete van € 10.000,-. De rechtbank weegt hierbij de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van de productie van synthetische drugs zwaar mee.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/702534-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 april 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.H.L. Antonides, advocaat, kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 maart 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte voorwerpen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. Hij verwijst daarbij naar het proces-verbaal van doorzoeking van de loods waaruit blijkt dat in de loods op verschillende plekken duidelijk in het zicht goederen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs lagen. Het is tevens een feit van algemene bekendheid dat dergelijke goederen met enige regelmaat worden opgeslagen in schuren en loodsen in het agrarische gebied.
De verklaring van de verdachte, inhoudende dat hij niets wist van de aangetroffen goederen en stoffen en dat hij het gedeelte van de loods waar deze stonden had verhuurd, is ongeloofwaardig.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van dubbel opzet aan de zijde van de verdachte. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte een deel van zijn loods heeft verhuurd aan [huurder] en dat de verdachte niet wist en ook niet hoefde te weten of te vermoeden dat deze - voor zover verdachte kon nagaan - bonafide huurder goederen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs in zijn loods had gestald. De goederen en stoffen lagen namelijk volgens een getuige en ook volgens het proces-verbaal van doorzoeking van de loods, niet in het zicht. Zij waren opgeslagen in het verhuurde gedeelte van de loods en lagen achter een scherm waarmee dat deel was afgescheiden van de rest van de loods. Hij had de tenlastegelegde voorwerpen en stoffen dan ook niet voorhanden.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Naar aanleiding van een door het Team Criminele Inlichtingen ontvangen melding is de politie een onderzoek gestart naar een mogelijke productieplaats van synthetische drugs in een loods op het perceel [adres 2] te Ospel. Op dit adres stond de verdachte ingeschreven. Op 7 februari 2018 zijn op het perceel van de verdachte goederen aangetroffen die worden gebruikt bij de productie van synthetische drugs. De goederen zijn aangetroffen in het achterste deel van de loods en in een schuurtje achter de loods. [2]
In het schuurtje werd het navolgende aangetroffen en inbeslaggenomen: 6 jerrycans met een sterk rokende vloeistof, 5 jerrycans met een zure vloeistof, 4 blauwe schroefdekselvaten met een waterige vloeistof, 1 blauw dopvat met een heldere restant vloeistof, 1 blauw klemdekselvat voorzien van een gemodificeerd deksel met RVS doorvoeren pijpen met een kleine hoeveelheid bruine olieachtige vloeistof en 1 gemodificeerde deksel van een klemdekselvat voorzien van 3 RVS pijpen. In het achterste deel van de loods werden eveneens diverse goederen aangetroffen en inbeslaggenomen waaronder 1 RVS koeler, RVS pijpen, 2 blauwe jerrycans, beide met een etiket met het opschrift “zoutzuur”, 2 zakken met het opschrift “HATP Russia caustic soda”, 1 blauw klemdekselvat met een blauwe waterige vloeistof voorzien van een donkerbruin dun olielaagje en gele brokjes, 1 blauw klemdekselvat met een zure waterige vloeistof voorzien van een gele kleurige vaste drijflaag, 1 blauw klemdekselvat met een dunne basische vloeistof, diverse RVS ketels, 1 klemdekselvat voorzien van een gemodificeerde deksel en doorvoeren met een RVS pijp met een wit/crèmekleurig vast materiaal, mogelijk afval van de omzetting van een pre-precursor, 1 jerrycan, emmers en maatbekers eveneens gevuld met ditzelfde witte/crèmekleurige materiaal, een RVS opvangbak met een bruine vloeistof, 1 afzuigunit (slakkenhuis) met bijbehorende flexibele slang en 4 gasbranders. [3]
Door de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) zijn monsters genomen van de in de aangetroffen goederen aanwezige stoffen. Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch instituut (NFI) is gebleken dat de door de LFO genomen monsters onder andere de volgende stoffen bevatten: (geconcentreerd) zoutzuur, mierenzuur, amfetamine, natriumhydroxide, zure vloeistoffen en alkalische vloeistoffen. De LFO heeft, mede op basis van het door het NFI verrichtte onderzoek, geconcludeerd dat de aangetroffen goederen en chemicaliën typische goederen en chemicaliën zijn die worden aangetroffen op plekken waar synthetische drugs worden vervaardigd of bewerkt. Deze goederen worden vooral aangetroffen op plekken waar amfetamine wordt vervaardigd, bewerkt of waar een pre-precursor wordt omgezet in BMK met behulp van een sterk zuur. BMK is een grondstof voor amfetamine. [4]
Op grond van het voorgaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat er op
7 februari 2018 goederen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs, te weten amfetamine, aanwezig waren in een bij de verdachte in gebruik zijnde loods en in een bij hem in gebruik zijnde schuur.
De betrokkenheid van de verdachte
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of het de verdachte was die deze goederen en stoffen opzettelijk voorhanden heeft gehad op voornoemde datum. De rechtbank stelt voorop dat het vaste jurisprudentie is dat de eigenaar/gebruiker van een loods bekend mag worden verondersteld met (en dus opzet te hebben op) al hetgeen zich in zijn loods bevindt. De rechtbank zal vervolgens beoordelen of er feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden op grond waarvan moet worden afgeweken van dit uitgangspunt.
In een archiefkast in het kantoorgedeelte van de loods is een huurovereenkomst voor de verhuur van een straalruimte van 65 vierkante meter aan ene [huurder] aangetroffen. Deze straalruimte is echter nergens aangetroffen. De vriendin van de verdachte heeft verklaard dat de verdachte alles regelde met betrekking tot de loods en de verhuur daarvan. De verdachte heeft op 7 februari 2018 op de dag van de doorzoeking verklaard dat hij de ruimte achter de loods had verhuurd aan ene [huurder] , dat die [huurder] samen met een Bulgaarse persoon ‘iets’ had gedaan in het achterste gedeelte van de loods waardoor de hele vloer was aangetast en dat hij dit gedeelte van de vloer afgelopen vrijdag had gepoetst met HG. [5] Op de terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij het achterste deel van de loods had verhuurd aan [huurder] . Dit betreft het gedeelte dat in het proces-verbaal van doorzoeking is aangeduid als ruimte 6000.
De aangetroffen huurovereenkomst, gedateerd 1 mei 2017, is opgesteld tussen de verdachte en [huurder] . Bij deze huurovereenkomst is een kopie van een paspoort op naam van [huurder] gevoegd. Deze [huurder] heeft tegenover de politie verklaard dat hij de huurovereenkomst niet eerder heeft gezien, dat het paspoort dat op de kopie bij deze overeenkomst te zien is, in 2016 van hem is gestolen en dat de handtekening op de huurovereenkomst niet overeenkomt met zijn handtekening. [6] Op de kopie van het paspoort staat tevens het adres [adres 3] vermeld. Op voornoemd adres is ene [naam] woonachtig. Deze is als getuige gehoord en heeft tegenover de politie verklaard dat hij geen loods of schuurt huurt, dat op de kwitanties niet zijn naam, maar de naam ‘ [huurder] ’ vermeld staat en dat zijn paspoort nooit is gestolen. [7]
De verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat het gezicht van de huurder overeenkwam met de foto op het paspoort waarvan een kopie is bijgevoegd bij de huurovereenkomst. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring niet aannemelijk is omdat de handtekening op de huurovereenkomst niet overeenkomt met de handtekening op het paspoort van [huurder] . Bovendien is het naar het oordeel van de rechtbank zeer onwaarschijnlijk dat een huurder die goederen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs wil stallen gebruikmaakt van zijn echte identiteit wanneer hij voor deze opslag een huurovereenkomst sluit.
De huurovereenkomst bevat daarnaast een aantal tegenstrijdigheden. De huurperiode die op de huurovereenkomst staat vermeldt liep van 1 december 2011 tot en met 30 november 2012. Als aanvangsdatum van de huur staat echter 1 mei 2017 vermeld. De huurpenningen dienden te worden voldaan bij vooruitbetaling in 6 maandelijkse termijnen van € 25,- op de eerste dag van elke termijn, voor het eerst op 1 mei 2017. De omschrijving van het gehuurde klopt niet omdat er nergens een straalcabine is aangetroffen. Er was voorts geen borgsom voor het gehuurde overeengekomen. Uit de bij de verdachte aangetroffen kwitanties blijkt echter dat de huurperiode in ieder geval van 1 mei 2017 tot en met eind oktober 2017 liep, dat de huurpenningen € 275,- per maand bedroegen en dat de huurder per maand tevens € 25,- voor stroom was verschuldigd. Tevens blijkt uit de kwitanties dat op 1 mei 2017 een bedrag van
€ 825,- is betaald. Op de terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat op 1 mei 2017 een bedrag van € 550,- als borg is betaald bovenop het voor deze maand verschuldigde huurbedrag van € 275,-.
Gelet op het bovenstaande hecht de rechtbank geen geloof aan het bestaan van een huurovereenkomst. Het aangetroffen document diende enkel om te verhullen wie de aangetroffen goederen en spullen daadwerkelijk voorhanden heeft gehad. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat er geen relevante feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden op grond waarvan moet worden afgeweken van het uitgangspunt dat de verdachte bekend mag worden verondersteld met (en dus opzet te hebben op) al hetgeen zich in zijn loods bevond. De verdachte heeft dus over de aangetroffen goederen en stoffen beschikt en heeft deze daarmee opzettelijk aanwezig gehad. Bovendien, dat de aangetroffen voorwerpen en stoffen in de loods niet zichtbaar waren voor de verdachte, zoals ter zitting is betoogd, wordt weersproken door de foto’s die zich in het dossier bevinden, bijvoorbeeld de foto op pagina 117.
Medeplegen
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij de productie van synthetische drugs vaak criminele organisaties betrokken zijn en dat de opslaglocatie van de goederen slechts een klein onderdeel vormt van de gehele productieketen. Er zijn in dit dossier geen aanwijzingen gevonden die erop wijzen dat er in de loods of in het schuurtje van de verdachte synthetische drugs zijn geproduceerd. Er is ook geen eindproduct aangetroffen. De aangetroffen goederen en stoffen waren naar het oordeel van de rechtbank dan ook enkel opgeslagen op het terrein van de verdachte. Het is gelet op dit alles daarom aannemelijk dat de verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gehandeld.
Conclusie
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte op 7 februari 2018, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk goederen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs, te weten amfetamine, aanwezig heeft gehad.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 7 februari 2018 te Ospel, gemeente Nederweert, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een aantal voorwerpen en stoffen voorhanden heeft gehad, waaronder onder meer
-6 jerrycans gevuld met een vloeistof bevattende (geconcentreerd) zoutzuur en
-5 jerrycans gevuld met een vloeistof bevattende mierenzuur en
-4 1660L schroefdekselvaten en
-een 220L dopvat en
-een 200L klemdekselvat gevuld met een vloeistof bevattende een lage concentratie amfetamine in een sterk zure waterige vloeistof en
-een gemodificeerde deksel van een klemdekselvat en
-3 RVS-ketels en
-een RVS-koeler en
-2 jerrycans gevuld met een vloeistof bevattende zoutzuur en
-2 plastic zakken met een materiaal bevattende natriumhydroxide en
-4 klemdekselvaten en
-een schroefdekselvat en
-een jerrycan en
-een gasbrander en
-een afzuigunit, en
-2 opvangbakken en
-3 gasbranders en
-een rvs-opvangbak
waarvan verdachte en verdachtes mededader(s) wisten of ernstige redenen
hadden te vermoeden dat die goederen bestemd waren tot het plegen van die feiten,
EN,
zich of (een) ander(en) gelegenheid tot het plegen van die feiten heeft trachten te verschaffen immers heeft hij, verdachte toen en daar opzettelijk de loods en bijbehorende aanhorigheden gelegen aan [adres 2] te Ospel daartoe ter beschikking gesteld.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, door zich of een ander gelegenheid tot het plegen van dat feit te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, in combinatie met een geldboete van € 10.000,-. De officier van justitie heeft verwezen naar het wettelijke strafmaximum van 6 jaar, de (zware) criminaliteit die de productie en handel in synthetische drugs met zich mee brengt, het gevaar voor de omgeving, de milieuschade die het gevolg is van de productie van synthetische drugs en het feit dat de verdachte heeft gehandeld met de intentie om er zelf financieel beter van te worden. Dit laatste is de reden om naast een gevangenisstraf tevens een geldboete te vorderen. Het feit dat gebruik is gemaakt van een vals paspoort voor het huurcontract, is een strafverzwarende omstandigheid, omdat personen waarvan de identiteit wordt misbruikt ernstig in de problemen kunnen komen gedurende het strafrechtelijk onderzoek. De gevangenisstraf wordt voor een deel voorwaardelijk gevorderd, omdat er geen sprake is van recidive.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Subsidiair is de raadsman van oordeel dat, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, een geldboete niet gepast is en dat kan worden volstaan met een geheel voorwaardelijke straf. Bij de vriendin van de verdachte is borstkanker vastgesteld. Zij wordt vanaf 27 maart 2019 behandeld met chemo. De verdachte dient tevens onderzocht te worden in het ziekenhuis. Het is nog niet duidelijk wat de verdachte mankeert.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat de productie van synthetische drugs wordt uitgevoerd door criminele organisaties of samenwerkingsverbanden. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van diverse goederen en stoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs, te weten amfetamine. Daarmee vervulde hij één van de taken die nodig zijn om binnen een criminele organisatie of samenwerkingsverband synthetische drugs te produceren.
De productie van en handel in synthetische drugs dient krachtig te worden bestreden in verband met de schadelijkheid daarvan voor de volksgezondheid. Het gebruik van deze harddrugs brengt immers gezondheidsrisico's mee zoals de mogelijkheid van blijvende schade aan het centrale zenuwstelsel.
Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs gevaar voor schade aan het milieu, veroorzaakt door dumpingen van vrijkomende chemische afvalstoffen in natuurgebieden. Dergelijke dumpingen vinden zelfs in of in de buurt van woonwijken plaats. Deze dumpingen zijn, zeker in de zuidelijke provincies, aan de orde van de dag. Daarmee is de productie van synthetische drugs een enorm maatschappelijk probleem.
Criminele organisaties hebben een ontwrichtend effect op de maatschappij, onder meer door het witwassen van de criminele winsten en de vermenging van de (illegale) onderwereld met de (legale) bovenwereld. Dit werkt ontwrichtend op het economisch verkeer en is ondermijnend voor de maatschappij. De verdachte heeft een bijdrage geleverd aan deze problematiek. De rechtbank rekent dat de verdachte zwaar aan.
Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook, gelet op de ernst van het bewezen verklaarde, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum van 6 jaar, en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) heeft geen oriëntatiepunt vastgesteld voor het bewezenverklaarde feit. De rechtbank is gelet op wat doorgaans voor dergelijke feiten wordt opgelegd, van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, passend en geboden is. Zij zal daaraan een proeftijd van 3 jaren verbinden omdat er naar haar oordeel sprake is van gevaar voor herhaling. Daarnaast is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat een geldboete ter hoogte van € 10.000,- passend en geboden is om de verdachte te doordringen van de ernst van het bewezenverklaarde feit en omdat de verdachte het feit heeft gepleegd met het oogmerk om er financieel beter van te worden. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals geschetst ter zitting, zijn door de rechtbank in de bovenstaande overweging meegewogen, maar brengen de rechtbank niet tot een andere, mildere straf.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23 en 24c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 10 en 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde feit tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan enig strafbaar feit;
  • veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde feit tot een

€ 10.000,-;

- beveelt dat, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal volgt, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 85 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Schutte, voorzitter, mr. M.B. Bax en mr. D. Osmić, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Hoelbeek, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 april 2019.
Buiten staat
De oudste rechter, mr. M.B. Bax, is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 7 februari 2018 te
Ospel, gemeente Nederweert, in elk geval binnen het arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken,
verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal
bevattende MDMA en/of amfetamine,
zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
een aantal voorwerpen en/of stoffen voorhanden heeft gehad,
(waaronder ondermeer)
-6, althans een hoeveelheid, jerrycans gevuld met een vloeistof bevattende
(geconcentreerd) zoutzuur, en/of
-5, althans een hoeveelheid, jerrycans gevuld met een vloeistof bevattende
mierenzuur, en/of
-4, althans een hoeveelheid, 1660L schroefdekselvaten, en/of
-een, althans een hoeveelheid, 220L dopvat(en), en/of
-een, althans een hoeveelheid, 200L klemdekselvat(en) gevuld met een
vloeistof bevattende een lage concentratie amfetamine in een sterk zure
waterige vloeistof, en/of
-een gemodificeerde deksel van een klemdekselvat, en/of
-3, althans een hoeveelheid, RVS-ketels, en/of
-een, althans een hoeveelheid, RVS-koeler(s), en/of
-2, althans een hoeveelheid, jerrycans gevuld met een vloeistof bevattende
zoutzuur, en/of
-2, althans een hoeveelheid, plastic zakken met een materiaal bevattende
natriumhydroxide, en/of
-4, althans een hoeveelheid, klemdekselvaten, en/of
-een, althans een hoeveelheid, schroefdekselvat(en), en/of
-een, althans een hoeveelheid, jerrycan(s), en/of
-een, althans een hoeveelheid, gasbrander(s), en/of
-een, althans een hoeveelheid, afzuigunit(s), en/of
-2, althans een hoeveelheid, opvangbakken / gasbranderbakken, en/of
-3, althans een hoeveelheid, gasbranders, en/of
-een, althans een hoeveelheid, rvs-opvangbak(ken)
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die goederen bestemd was/waren tot het plegen van
dat/die feit(en),
EN/OF,
zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het
plegen van dat/die feiten heeft trachten te verschaffen immers heeft hij,
verdachte toen en daar (in die periode) opzettelijk
-de loods en/of bijbehorende aanhorigheden gelegen aan Vrijkebomenweg 2-A te
Ospel daartoe ter beschikking gesteld;
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/702534-18
Proces-verbaal van de openbare zitting van 9 april 2019 in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
wonende te [adres 1] .
Raadsman is mr. J.H.L. Antonides, advocaat kantoorhoudende te Roermond.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
, griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is wel/niet in de zittingzaal aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat hij daartegen binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de rechter en de griffier.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, team ondermijning,
2.Proces-verbaal van aanhouding van verdachte [verdachte] d.d. 8 februari 2018, pagina’s 15 t/m 17 in samenhang met het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 8 februari 2018, pagina’s 102 t/m 117.
3.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 27 februari 2018, pagina’s 121 t/m 124.
4.Proces-verbaal bevindingen ondersteuning LFO d.d. 8 mei 2018, pagina’s 151 t/m 156, in samenhang met een rapport van het NFI d.d. 8 mei 2018, pagina’s 162 t/m 166.
5.Proces-verbaal van aanhouding van verdachte [verdachte] d.d. 8 februari 2018, pagina’s 15 t/m 17.
6.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [huurder] d.d. 15 maart 2018, pagina’s 75 t/m 87.
7.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige] d.d. 13 maart 2018, pagina’s 71 t/m 74.