ECLI:NL:RBLIM:2019:2689

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 maart 2019
Publicatiedatum
22 maart 2019
Zaaknummer
03/721891-14
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor snel- en ramkraken op winkels, supermarkten en tankstations in Zuid-Limburg in 2013 en 2014, overschrijding redelijke termijn

Op 22 maart 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een reeks van snel- en ramkraken in Zuid-Limburg in de jaren 2013 en 2014. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.D. Maessen, werd beschuldigd van meerdere diefstallen van voertuigen en inbraken in winkels, waarbij hij samen met anderen opereerde. De rechtbank behandelde de zaak op verschillende zittingen in januari en maart 2019, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde raadsman wel. De officier van justitie eiste een veroordeling, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak op basis van onvoldoende bewijs.

De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstallen en inbraken, mede op basis van verklaringen van medeverdachten en camerabeelden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte samen met anderen een aantal voertuigen had gestolen en inbraken had gepleegd, waarbij hij zich de toegang tot de panden had verschaft door middel van braak. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat de bewezen feiten ernstige gevolgen hadden voor de slachtoffers, waaronder winkeliers en autobezitters.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/721891-14
Tegenspraak (gemachtigde raadsman)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 maart 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R.D. Maessen, advocaat kantoorhoudende te Sittard.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van zittingen van 22, 23, 24, 28, 30 en 31 januari en 11 maart 2019. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, na vordering nadere omschrijving tenlastelegging en vordering wijziging tenlastelegging - kort en feitelijk weergegeven - op neer dat verdachte:
feit 1:in Sittard samen met anderen een auto (Seat Leon gekentekend [kenteken 15] ) heeft gestolen;
feit 2:in de gemeente Beek samen met anderen een auto (Seat Leon gekentekend [kenteken 16] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 3:in Sittard heeft gepoogd om samen met anderen een auto (Volkswagen Bora gekentekend [kenteken 17] ) te stelen;
feit 4:in de gemeente Beek samen met anderen een auto (Seat Leon gekentekend [kenteken 7] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 5:in Selfkant samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand gelegen aan de [adres 14] ;
feit 6:in Sittard heeft gepoogd om samen met anderen in te breken in een winkelpand gelegen aan de [adres 15] ;
feit 7:in Geleen samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand gelegen aan de [adres 24] ;
feit 8:in de gemeente Schinnen samen met anderen een auto (Volkswagen Touran gekentekend [kenteken 18] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 9:in Valkenburg samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand ( [naam winkel 2] ) gelegen aan de [adres 30] ;
feit 10:in Berg en Terblijt samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand ( [naam winkel 11] ) gelegen aan de [adres 31] ;
feit 11:in Elsloo samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand ( [naam winkel 2] ) gelegen aan de [adres 32] ;
feit 12:in Munstergeleen heeft gepoogd om samen met anderen in te breken in een winkelpand gelegen aan de [adres 33] ;
feit 13:in de gemeente Vaals heeft gepoogd om samen met anderen in te breken in een winkelpand gelegen aan de [adres 34] ;
feit 14:in de gemeente Simpelveld samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand gelegen aan het [adres 35] ;
feit 15:in Born samen met anderen een auto (Seat Leon gekentekend [kenteken 19] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 16:in Geilenkirchen samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand gelegen aan de [adres 16] ;
feit 17:in de gemeente Maastricht heeft gepoogd om samen met anderen in te breken in een winkelpand ( [naam winkel 7] ) gelegen aan de [adres 13] ;
feit 18:in Margraten samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand ( [naam winkel 8] ) gelegen aan het [adres 17] ;
feit 19:in Valkenburg samen met anderen heeft ingebroken in een winkelpand ( [naam winkel 9] ) gelegen aan de [adres 18] ;
feit 20:in de gemeente Beek samen met anderen een auto (Seat Leon gekentekend [kenteken 20] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 21:in Berg en Terblijt samen met anderen een auto (Volkswagen Passat gekentekend [kenteken 8] ) heeft geheeld;
feit 22:in Born samen met anderen een auto (Volkswagen Golf gekentekend [kenteken 21] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 23:in Sittard samen met anderen een auto (Seat Toledo gekentekend [kenteken 22] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 24:in Hulsberg samen met anderen een auto (Volkswagen Golf gekentekend [kenteken 23] ) heeft gestolen dan wel samen met anderen deze auto heeft geheeld;
feit 25:in Born samen met anderen een auto (Seat Leon gekentekend [kenteken 24] ) heeft gestolen;
feit 26:in de gemeente Hoensbroek samen met anderen een auto (Volkswagen Golf gekentekend [kenteken 25] ) heeft geheeld;
feit 27:in Valkenburg samen met anderen een auto (Volkswagen Passat gekentekend [kenteken 26] ) heeft geheeld;
feit 28:schuld heeft aan een verkeersongeval, waarbij de bestuurder van een ander voertuig zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen dan wel dat hij gevaar en/of hinder heeft veroorzaakt met zijn rijgedrag.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Inleiding
In Zuid-Limburg werden eind 2013 nagenoeg dagelijks inbraken (ram- c.q. snelkraken) gepleegd op winkels, waarbij voornamelijk rookwaren werden ontvreemd. Bij deze inbraken werden veelal gestolen auto’s gebruikt. Uit door de CIE-verstrekte informatie werd duidelijk dat er meerdere groepen bezig waren met deze autodiefstallen en kraken. Deze groeperingen hadden raakvlakken met elkaar in de zin dat de ‘leden’ afwisselend met de ene en dan met de andere groep op pad gingen en het onderling uitlenen van gestolen voertuigen. In januari 2014 startte de politie Limburg het onderzoek ‘Remco’ naar deze groeperingen. Dit opsporingsonderzoek heeft geresulteerd in meerdere deelonderzoeken waarin verschillende personen als verdachten zijn aangemerkt.
Deelonderzoek B van Remco betreft kraken en autodiefstallen in de periode oktober 2013 tot en met april 2014 voornamelijk gepleegd in Zuid-Limburg, waarbij [medeverdachte 6] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] als verdachten in beeld kwamen. Het dossier bestaat uit vijftien zaaksdossiers. Een deel daarvan is aan verdachte ten laste gelegd.
De rechtbank zal hieronder per ten laste gelegd feit aangeven of zij dit bewezen acht. Ten behoeve van de overzichtelijkheid zal de rechtbank ook per feit aangeven indien daar tot (partiële) vrijspraak wordt gekomen.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft – zoals uiteengezet in het overgelegde schriftelijke requisitoir – gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken van het onder 2 primair ten laste gelegde feit. Hij heeft verder gerekwireerd tot bewezenverklaring van de overige ten laste gelegde feiten.
De raadsman heeft zich – zoals uiteengezet in de overgelegde pleitnota – op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, nu niet voldaan is aan het bewijsminimum. Immers bevat het dossier enkel de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 4] met betrekking tot betrokkenheid van verdachte, en die verklaringen zijn onvoldoende betrouwbaar. Voorts is er onvoldoende steunbewijs met betrekking tot het daderschap van verdachte bij de specifieke feiten. De modus operandi heeft niet dermate onderscheidende kenmerken dat zij op een specifieke dadergroep wijzen. Voorts zijn de gedragen kledingstukken niet dader-identificerend, met name nu uit het dossier blijkt dat deze worden uitgewisseld. Tenslotte is er slechts sprake van zeer algemene en nietszeggende signalementen en ontbreekt een herkenning van verdachte op beveiligingsbeelden.
De standpunten van het openbaar ministerie en de verdediging zullen, voor zover van belang, bij de beoordeling van het bewijs nader worden weergegeven.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
Algemene overwegingen
Camerabeelden
Het dossier bevat diverse processen-verbaal met beschrijvingen van hetgeen de verbalisanten op de camerabeelden van de beveiligingscamera’s van de getroffen winkels of tankstations hebben waargenomen, waarbij in de meeste gevallen ook screenshots van deze beelden als bijlage zijn toegevoegd. De originele beelden zijn, indien beschikbaar, ook aan het dossier toegevoegd.
De rechtbank heeft bij de bestudering van deze beelden geconstateerd dat in een aantal zaken de aanwezige camerabeelden niet meer konden worden afgespeeld. In de gevallen waarin de rechtbank de beelden wel heeft kunnen verifiëren, heeft zij vastgesteld dat de beschrijving van de verbalisanten in de betreffende processen-verbaal overeenkomt met hetgeen op de originele beelden kan worden waargenomen. De rechtbank heeft geen aanleiding te twijfelen aan de beschrijving van de thans niet meer afspeelbare beelden door de verbalisanten. Nu ook de verdediging hieromtrent geen bezwaren kenbaar heeft gemaakt, gaat de rechtbank er van uit dat de beschrijving van deze beelden in de betreffende processen-verbaal in overeenstemming is met de originele beelden.
Betrouwbaarheid verklaringen [medeverdachte 4]
heeft bij de politie diverse verklaringen afgelegd over zijn eigen en andermans betrokkenheid bij, en aandeel in, de hem tenlastegelegde feiten . Al deze feiten zou [medeverdachte 4] tezamen en in vereniging met anderen, te weten [verdachte] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 5] hebben gepleegd in de periode tussen 3 oktober 2013 en 7 januari 2014. Alleen [medeverdachte 4] heeft bij de politie een verklaring afgelegd over wie bij welk feit op welke wijze betrokken zou zijn geweest. De vraag is of de door [medeverdachte 4] afgelegde verklaringen betrouwbaar zijn en daardoor – met inachtneming van de vereisten voor het wettelijk bewijsminimum – kunnen worden gebruikt in het kader van een bewezenverklaring bij de genoemde verdachten. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
[medeverdachte 4] is voor de eerste keer gehoord op 25 november 2014, aanvankelijk over diefstallen van auto’s. Hij beroept zich in dit verhoor op zijn zwijgrecht. Tijdens het tweede verhoor dezelfde dag geeft hij aan de volgende dag een verklaring af te leggen. Tijdens dit verhoor een dag later bevestigt hij inderdaad te zullen verklaren en vertelt daarbij dat zijn geheugen aangetast kan zijn omdat hij destijds speed en alcohol gebruikte. Dit gegeven maakt zijn verklaring naar het oordeel van de rechtbank echter niet op voorhand onbruikbaar.
[medeverdachte 4] antwoordt de verbalisanten desgevraagd dat hij [verdachte] kent en via hem [medeverdachte 6] heeft leren kennen. Als [medeverdachte 4] wordt gevraagd of hij [medeverdachte 2] kent, zegt hij: “Ik ken een jongen die naar mijn mening [medeverdachte 5] heet. Ik weet niet zeker of dat [medeverdachte 2] is. De jongen die ik bedoel, is langer dan mij, ik ben 1.80 groot. Hij is smal, korte haren en heeft een Heerlens accent.” Vervolgens houdt de politie [medeverdachte 4] voor dat hij dan waarschijnlijk iemand ander bedoelt. Ze vragen hem of het [medeverdachte 5] kan zijn, waarop [medeverdachte 4] antwoordt de achternaam echt niet te weten. Als de politie hem voorhoudt dat zij uit de telefoon van [verdachte] een gesprek hebben gehaald over een kilometerstand met een [medeverdachte 5] , bevestigt [medeverdachte 4] dat het die [medeverdachte 5] moet zijn waarna de verbalisant zegt: “Oké dat is [medeverdachte 5] ”. De rechtbank stelt vast dat in het dossier een whatsapp gesprek zit van 17 januari 2014 om 11.02 uur tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] waarin [medeverdachte 4] aangeeft dat een kilometerstand 15.660 is. In een app aan ‘ [medeverdachte 5] Heerlen’ dezelfde dag om 12.54 uur geeft [verdachte] door dat de stand 15.660 is. De rechtbank overweegt dat [medeverdachte 4] tijdens zijn verhoor geen naam van [medeverdachte 5] ‘in de mond krijgt gelegd’. [medeverdachte 4] geeft zelf aan dat hij geen achternaam weet en de politie toetst vervolgens aan de hand van objectieve gegevens of het [medeverdachte 5] is die [medeverdachte 4] bedoelt. Naar het oordeel van de rechtbank wordt de betrouwbaarheid van de verklaring van [medeverdachte 4] niet aangetast door het noemen van de naam [medeverdachte 5] door de politie. Daar komt bij dat tijdens een verhoor op 10 december 2014 aan [medeverdachte 4] een foto wordt getoond. [medeverdachte 4] verklaart dat dit inderdaad [medeverdachte 5] is en de politie merkt daarna op dat op de foto [medeverdachte 5] geboren [geboortedatum] in [geboorteplaats] staat.
Het is verder opgevallen dat [medeverdachte 4] tijdens een verhoor op 26 november 2014 verklaart dat hij samen met [verdachte] en [medeverdachte 6] betrokken was bij een kraak op de [naam winkel 11] in Munstergeleen. Tijdens zijn verhoor op 2 december 2014 verklaart hij echter dat hij samen was met [verdachte] en [medeverdachte 5] . Als de politie hem met die inconsistentie confronteert geeft hij aan dat hij zich heeft vergist. Ook bij de rechter-commissaris op 12 september 2018 houdt [medeverdachte 4] vol er zeker van te zijn dat [medeverdachte 5] er bij was. De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 4] tussen 24 november 2013 en 18 januari 2014 negen maal is verhoord waarbij hem veel strafbare feiten zijn voorgelegd die soms meerdere malen de revue passeerden. De rechtbank overweegt daarbij dat onder die omstandigheden een vergissing mogelijk is. Voor het overige zijn de door [medeverdachte 4] afgelegde verklaringen bovendien voldoende consistent. De rechtbank concludeert dat de door [medeverdachte 4] bij de politie afgelegde verklaringen voldoende consistent en betrouwbaar zijn om mede tot het bewijs te kunnen worden gebruikt, ook in de zaken van [medeverdachte 5] , [verdachte] en [medeverdachte 6] .
De verweren van de verdediging met betrekking tot de betrouwbaarheid van de verklaring van [medeverdachte 4] worden derhalve verworpen.
Bewijsminimum
Ingevolge artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan niet uitsluitend aannemen op de verklaring van één getuige. De Hoge Raad heeft het belang hiervan onderstreept door te overwegen dat deze bepaling ‘strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal’.
De Hoge Raad benadrukt verder dat de bewijsminimumregel de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan. De aanvullende bewijsgrond (naast de getuigenverklaring) behoeft met andere woorden niet op een specifiek onderdeel van de tenlastelegging te zien, zoals daderschap van de verdachte. De getuigenverklaring moet wel op specifieke punten steun vinden in ander bewijsmateriaal zodat die verklaring niet op zichzelf staat, maar is ingebed in een concrete delictscontext die in een andere bron bevestiging vindt. In geval van een meer indirect verband tussen de eerste en de tweede aanvullende bewijsgrond wordt de deugdelijkheid van de bewijsconstructie bepaald door de motivering die de rechter ervoor heeft gegeven.
In het licht van deze rechtspraak zal de rechtbank daar waar zij gebruik maakt van één belastende getuigenverklaring bij elk feit beoordelen of er ondersteunend bewijsmateriaal is uit andere bron dat de verklaring op significante elementen ondersteunt.
3.3.2
Zaakdossier 9
Diefstal Seat Leon [kenteken 15] te Sittard (zaak 9A2) feit 1
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder feit 1 ten laste gelegde diefstal van de Seat Leon, wegens het ontbreken van wettig bewijs. Het dossier bevat enkel de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 4] met betrekking tot verdachtes betrokkenheid en steunbewijs ontbreekt, waardoor niet wordt voldaan aan het in het Wetboek van Strafvordering genoemde wettelijk bewijsminimum.
Seat Leon [kenteken 16] (zaak 9A3) feit 2
[benadeelde 18] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn auto, een zwarte Seat Leon met het kenteken [kenteken 16] , tussen 20 december 2013 omstreeks 22.00 uur en 21 december 2013 omstreeks 10.30 uur op de parkeerplaats [adres 36] te Beek. [2]
Op 23 december 2013 omstreeks 06.15 uur vond met de betreffende auto een ongeval plaats op de A76 ter hoogte van Nuth. De bestuurder van een Seat met het kenteken [kenteken 16] , bleek bij het doorrijden van de – ter hoogte van Nuth – in het wegverloop gelegen bocht naar links niet in staat het wegverloop te volgen en botste tegen de midden geleider. [3]
[getuige 13] heeft verklaard dat de bestuurder van de Seat in een rode auto stapte, die met hoge snelheid en gedoofde lichten weg reed. [4]
Het portierslot van het bestuurdersportier en het contactslot van de betreffende Seat waren geforceerd. [5]
Volkswagen Bora [kenteken 17] (zaak 9A4) feit 3
[benadeelde 19] heeft aangifte gedaan van poging tot diefstal van zijn auto, een grijze Volkswagen Bora V5 met het kenteken [kenteken 17] , op 22 december 2013. Aangever heeft verklaard dat hij thuis was in zijn woning gelegen aan de [adres 37] te Sittard, toen hij net voor 21.00 uur werd gebeld door de dochter van zijn overbuurman dat zijn auto open stond. Aangever zag dat alle ruiten van zijn auto open stonden en dat het slot van het bestuurdersportier kapot was, evenals het contactslot. Een deel van het slot lag op de bijrijdersstoel. [6]
Getuige [getuige 14] heeft verklaard dat hij op 22 december 2013 omstreeks 20.10 uur met zijn hond over de [adres 37] te Sittard liep toen zij bij perceel 19 een persoon uit de ‘gats’ zag komen. Hij sprak hem aan. Op dat moment sprong een man uit een op de oprit van perceel 22 geparkeerde auto, waarna beiden wegrenden. De getuige is de jongens in een auto achtervolgd. Even later werd hij ingehaald door een zwarte Seat, welke met hoge snelheid en zonder licht reed. De auto passeerde met hoge snelheid de flitspaal bij het tankstation op de [adres 15] . [7]
Het dossier bevat een foto afkomstig van een flitspaal, betreffende 22 december 2013 20:50 uur op de [adres 15] te Sittard. Voor de auto met het kenteken [kenteken 16] is een snelheid van 107 km/u geconstateerd. [8]
[medeverdachte 4] heeft met betrekking tot het ongeval op de A76 verklaard dat [verdachte] en hij vanuit Sittard kwamen en ieder in een aparte auto, beide een Seat, reden. [verdachte] reed met hoge snelheid en [medeverdachte 4] reed een stuk achter hem. [medeverdachte 4] kwam de hoek om gereden en zag [verdachte] staan. Zijn auto stond bijna tegen de vangrail. [verdachte] stapte uit. [medeverdachte 4] is meteen gaan remmen en kwam tot stilstand op de linker rijstrook. [medeverdachte 4] was helemaal in paniek omdat zij allebei een gestolen auto hadden. Hij heeft [verdachte] geroepen en zij zijn doorgereden. Zij zijn ergens in Heerlen gestopt. [9]
Met betrekking tot de Volkswagen Bora heeft [medeverdachte 4] verklaard dat het een zilveren V5 betrof. De diefstal is niet gelukt, omdat er iemand aan kwam met een hond. [verdachte] reed weg zo hard als hij kon. De mensen zijn achter hen aan gereden en zij zijn door een flitspaal gereden. [10]
Overwegingen
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 2 primair ten laste gelegde diefstal van de Seat Leon wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor verdachtes betrokkenheid. Immers blijkt niet uit het dossier wie de betreffende auto heeft gestolen.
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen echter wel vast dat [verdachte] op 23 december 2013 in de gestolen Seat Leon met het kenteken [kenteken 16] heeft gereden en daarmee het ongeval op de A76 heeft gehad. Bovendien blijkt uit de bewijsmiddelen dat deze Seat Leon op 22 december 2013 was betrokken bij de poging tot diefstal van de Volkswagen Bora te Sittard.
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat [verdachte] in een gestolen Seat Leon reed ten tijde van het ongeval alsmede dat zij allebei betrokken waren bij de poging tot diefstal van de Volkswagen Bora. De verklaring van [medeverdachte 4] wordt op verschillende onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten:
  • met de gestolen Seat is een ongeval veroorzaakt op de A76;
  • [getuige 13] heeft gezien dat de bestuurder van de Seat in een andere auto stapte en met hoge snelheid wegreed;
  • de gestolen Seat op 22 december 2013 is geflitst op de [adres 15] te Sittard;
  • getuige [getuige 14] heeft op 22 december 2013 twee mannen zien wegrennen bij de betreffende Volkswagen Bora toen hij zijn hond aan het uitlaten was.
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in andere bewijsmiddelen, is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat [verdachte] op 22 december 2013 betrokken was bij de poging tot diefstal van de Volkswagen Bora (feit 3) en dat hij de gestolen Seat Leon samen met [medeverdachte 4] voorhanden heeft gehad tijdens deze poging tot diefstal van de Volkswagen Bora, alsmede dat hij deze op 23 december 2013 alleen voorhanden heeft gehad ten tijde van het ongeval (feit 2 subsidiair).
Op grond van de omstandigheden dat het slot van het bestuurdersportier en het contactslot van de auto waren geforceerd en de auto derhalve anders dan met de gebruikelijk sleutel van het voertuig gestart moest worden in combinatie met het feit dat [verdachte] als bestuurder in de auto heeft gereden, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat hij wist dat het een gestolen auto betrof en hij zich derhalve schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling.
De rechtbank zal derhalve het onder feit 2 subsidiair en onder feit 3 ten laste gelegde bewezen verklaren, met dien verstande dat verdachte op 22 december 2013 in Nederland de Seat Leon tezamen en in vereniging met [medeverdachte 4] voorhanden heeft gehad en hij op 23 december 2013 deze auto alleen voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze gestolen was.
Verkeersongeval feit 28
Aan verdachte [verdachte] is onder feit 28 eveneens ten laste gelegd dat hij op 23 december 2013 met de betreffende Seat Leon een ongeval dan wel gevaar of hinder heeft veroorzaakt op de A76. Hoewel op basis van het dossier duidelijk is dat [verdachte] de auto onvoldoende onder controle heeft gehouden en tegen de vangrail is gebotst, kan uit het dossier niet worden afgeleid wat daarvan de oorzaak is geweest. Daardoor is ook onduidelijk of en welke verkeersfout [verdachte] zou hebben gemaakt en of derhalve sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994.
Verdachte dient derhalve van het onder 28 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van de subsidiair ten laste gelegde overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, nu dit een overtreding betreft, die pas bij de vordering tot nadere omschrijving op 17 april 2018 is ten laste gelegd. De voor dit feit geldende verjaringstermijn van 3 jaar is eerder niet gestuit. Het subsidiair tenlastegelegde is daarom verjaard, op grond waarvan de officier van justitie niet ontvankelijk dient te worden verklaard.
Seat Leon [kenteken 7] (zaak 9A5) feit 4
[benadeelde 4] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn auto, een blauwe Seat Leon met TDI motor voorzien van het kenteken [kenteken 7] , op 22 december 2013 tussen 23.00 uur en 23.20 uur op de [adres 22] te Beek. De auto had opvallende LED-verlichting aan de achterzijde. [11]
Op 23 december 2013 om 06.20 uur werd de betreffende Seat aangetroffen op de Kleverberg te Schimmert. De motor liep nog en de verlichting brandde. De auto was leeg en rondom beschadigd. [12]
Bij nader onderzoek aan de Seat Leon [kenteken 7] werd geconstateerd dat de auto rondom zwaar is beschadigd en deze beschadigingen waren kennelijk al rijdend aangebracht. Het portierslot van het linkerportier was vernield evenals het contactslot aan de stuurkolom. In de auto werd tevens een bedrijfspasje en veiligheidsrapport ten name van [benadeelde 18] aangetroffen (zaak 9A3). [13]
Bij het sporenonderzoek werd vastgesteld dat de linker- en de rechterzijde van de auto beschadigd waren. Een gedeelte van deze schade is waarschijnlijk het gevolg dat het voertuig in aanraking is geweest met een muur (rechtsachter). Het andere deel van de schade is mogelijk ontstaan door contact met prikkeldraad. Voorts werd het stuur (AAFU4704NL) van de auto bemonsterd. Ook werd er onder de bijrijdersstoel een Cola-flesje aangetroffen, veiliggesteld en bemonsterd (AAFU4705NL). [14]
Het DNA-profiel in de bemonstering van het stuurwiel AAFU4704NL kan afkomstig van [verdachte] (matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard). [15]
Het DNA-profiel in de bemonstering van de colafles AAFU4705NL kan afkomstig van [medeverdachte 4] (matchkans kleiner dan 1 op 1 miljard). [16]
Inbraak bij [naam tankstation 3] tankstation Selfkant (zaak 9C) feit 5
Op 23 december 2013 omstreeks 01.38 uur vond er een inbraak plaats bij het tankstation gelegen op de [adres 14] te Selfkant (Duitsland). [naam aangever 7] heeft hiervan, namens [benadeelde 9] , aangifte gedaan, waarin hij heeft verklaard dat zijn zoon, werd gewekt door een harde knal en vervolgens een zwarte Seat personenauto met piepende banden richting Wehr zag wegrijden. Er werden sigaretten ontvreemd. [17]
Getuige [getuige 7] heeft op genoemd tijdstip bij het betreffende [naam tankstation 3] tankstation een mannelijk gemaskerde persoon op het terrein gezien. Vervolgens zag zij dat deze persoon in een auto stapte. Aansluitend werd zij, rijdend richting Wehr, met hoge snelheid ingehaald door een donkere personenauto, merk Seat, met het kenteken [kenteken 7] . [18]
Op de beelden van de bewakingscamera’s van het [naam tankstation 3] tankstation van 23 december 2013 was te zien dat er drie personen uit de auto stappen, waarvan er één op de uitkijk ging staan. Een andere dader sloeg de ruit in en ging samen met de derde dader naar binnen, die een grote blauw/groene tas droeg. De persoon die op de uitkijk stond, nam de gestolen goederen aan en deponeerde deze in de kofferbak van de auto. [19]
Op de bij bovengenoemd proces-verbaal gevoegde foto’s, neemt de rechtbank op foto 15 en 16 waar dat de genoemde blauw/groene tas een dekbedovertrek betreft. [20]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij de avond van 23 december 2013 met [verdachte] is weggegaan en dat zij [medeverdachte 6] hebben opgepikt op de parkeerplaats waar zij hem altijd ophaalden. Zij reden in een Seat, die [medeverdachte 4] met [verdachte] had gestolen. Nadat zij [medeverdachte 6] hadden opgepikt, zijn zij eerst naar Selfkant gereden. Daar lag een tankstation. [verdachte] was de bestuurder. [medeverdachte 6] zat voorin en [medeverdachte 4] achterin. [medeverdachte 4] heeft op de uitkijk gestaan. [medeverdachte 6] heeft de ruit ingeslagen met een moker en [medeverdachte 6] en [verdachte] zijn vervolgens naar binnen gedaan. [medeverdachte 4] is buiten op de uitkijk blijven staan. Uit het tankstation zijn sigaretten gestolen, die in een dekbedovertrek van [medeverdachte 6] werden gedaan. Daarna zijn zij doorgereden naar Sittard. De sigaretten zijn in de kofferbak blijven liggen. [21]
Poging inbraak bij [naam tankstation 3] tankstation te Sittard (zaak 9E) feit 6
Op 23 december 2013 omstreeks 02.00 uur werd geprobeerd in te breken bij het tankstation [naam tankstation 3] Leyenbroek, gelegen aan de [adres 15] te Sittard. [benadeelde 16] heeft hiervan, namens tankstation [naam tankstation 3] Leyenbroek VOF, aangifte gedaan, waarin hij heeft verklaard dat een ruit aan de achterzijde van het tankstation was vernield. Er was niets weggenomen. [22]
Op de beelden van de bewakingscamera’s van het [naam tankstation 3] tankstation was een blauwe auto met opvallend witte achterlichten en een Seat logo te zien. Voorts waren drie personen te zien, waarvan één een tas of grote zak met groene/blauw/paarse tinten draagt. Twee personen waren bezig met het inslaan en intrappen van de ruit en een andere persoon stond op de uitkijk. Opeens stopten de twee personen en liepen terug naar de auto. Op de beelden was tevens te zien dat er voorwerpen achterin de Seat lagen. [23]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat zij bij het tankstation op de [adres 15] een poging hebben gedaan. [medeverdachte 6] heeft de ruit ingeslagen met een moker. [verdachte] en [medeverdachte 6] zijn niet naar binnen gegaan. [medeverdachte 4] stond op de uitkijk en dacht dat er een politieauto aan kwam en heeft hen gewaarschuwd. Zij zijn doorgereden. Hierna werd voorgesteld om naar de [naam winkel 7] te rijden. [24]
Inbraak bij [naam winkel 7] te Geleen (zaak 9F) feit 7
Op 23 december 2013 omstreeks 02.10 uur werd een inbraak gepleegd bij de winkel [naam winkel 7] , gelegen aan de [adres 24] te Geleen. [naam aangever 8] heeft hiervan, namens [naam winkel 7] , aangifte gedaan, waarin hij heeft verklaard dat de voorpui van de winkel was geforceerd en ontzet. In de winkel was de sigarettenkast opengebroken door het rolluik te forceren. Er was een grote hoeveelheid shag en sigaretten weggenomen. Aan de overzijde van de straat lag een hoeslaken met daarin een grote hoeveelheid shag en sigaretten. [25]
Op de beelden van de bewakingscamera’s van [naam winkel 7] was te zien dat een Seat met het kenteken [kenteken 7] met de achterzijde tegen de deuren reed, waardoor deze werden vernield. Er liepen vervolgens drie personen de winkel in, waarvan er twee in de winkel het rolluik vernielden. De andere persoon is weer naar buiten gelopen en hield de omgeving in de gaten. Deze opende ook de kofferbak en de portieren van de auto. In de kofferbak lagen voorwerpen. Enkele seconden later renden de andere twee personen de winkel uit met een grote zak of laken, waaruit pakjes sigaretten vielen. Deze personen liepen met de zak naar de auto en probeerden de inhoud daarvan in de kofferbak te leggen. Bij het wegrijden hing het laken uit de kofferbak. [26]
De ter plaatse gekomen verbalisanten zagen omstreeks 02.10 uur dat er een personenauto voor de winkel stond. Er stapte een persoon in de auto en deze reed weg in de richting van de Rozenstraat. De kofferbak van de auto stond nog open en er hing een blauw/groen gekleurde doek uit. De auto had het kenteken [kenteken 7] . Tijdens het wegrijden verloor de auto het doek, dat later een hoeslaken gevuld met pakjes sigaretten bleek te zijn. Er werd een achtervolging ingezet en de auto werd uit zicht verloren op de Broekhoverweg richting Geulle. [27]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat [medeverdachte 6] met de moker de ruit van de [naam winkel 7] heeft ingeslagen. [verdachte] en [medeverdachte 6] zijn naar binnen gegaan en [medeverdachte 4] bleef weer op de uitkijk staan. Hier zijn veel sigaretten verloren gegaan omdat de kofferklep niet dicht wilde slaan. Hierna hadden ze een achtervolging met de politie. [verdachte] reed. Uiteindelijk hebben ze met de auto een aanrijding gehad met een muurtje of een andere auto en hebben zij de auto achtergelaten. Zij zijn direct overgestapt in een andere auto. Dat was ook een Seat die [verdachte] en [medeverdachte 4] hadden gestolen. De rolverdeling in de auto bleef hetzelfde. De tweede auto stond toevallig in de buurt. Vervolgens zijn zij ergens naartoe gereden om de sigaretten vanuit de auto te verkopen. [medeverdachte 6] had contact gelegd met die persoon. De sigaretten hebben niet meer dan 500 euro per persoon opgebracht. [28]
Overwegingen
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – stelt de rechtbank vast dat op 22 december 2013 tussen 23.00 uur en 23.20 uur de blauwe Seat Leon [kenteken 7] in Beek werd gestolen. Vervolgens werd er op 23 december 2013 om 01.38 uur een inbraak gepleegd bij de [naam tankstation 3] in Selfkant (Duitsland), om 02.00 uur werd geprobeerd om in te breken bij een [naam tankstation 3] tankstation in Sittard en om 02.10 uur vond er en inbraak plaats bij de [naam winkel 7] te Geleen, waarbij in alle gevallen de betreffende Seat Leon was betrokken.
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij op 23 december 2013 met [verdachte] en [medeverdachte 6] op pad is geweest in een Seat die hij eerder met [verdachte] had gestolen. Zij zijn eerst naar het tankstation in Selfkant gereden, waar [verdachte] en [medeverdachte 6] hebben ingebroken en sigaretten hebben weggenomen, terwijl [medeverdachte 4] op de uitkijk stond. Daarna zijn zij doorgereden naar het tankstation aan de [adres 15] in Sittard, waar [verdachte] en [medeverdachte 6] wederom naar binnen zijn gegaan. [medeverdachte 4] dacht dat er een politieauto aankwam en heeft hen gewaarschuwd en zij zijn daar weggereden. Vervolgens reden zij naar de [naam winkel 7] in Geleen. Ook daar hebben [verdachte] en [medeverdachte 6] ingebroken, terwijl [medeverdachte 4] op de uitkijk bleef staan. Er zijn hier veel sigaretten verloren gegaan, omdat de achterklep niet dicht wilde. Hierna ontstond een achtervolging met de politie. Vervolgens hebben zij de sigaretten verkocht aan de persoon waar [medeverdachte 6] contact mee had gelegd.
De verklaring van [medeverdachte 4] wordt op verschillende onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten:
  • in de gestolen Seat Leon is het DNA van [verdachte] aangetroffen op het stuur, hetgeen past bij de verklaring van [medeverdachte 4] dat [verdachte] de auto bestuurde;
  • de gestolen auto is bij de twee voltooide kraken en de poging daartoe door een getuige gezien dan wel waargenomen op de camerabeelden;
  • op de bewakingsbeelden van de twee tankstations en de [naam winkel 7] zijn drie daders te zien, waarvan er twee naar binnen gaan en één op de uitkijk blijft staan;
  • op de bewakingsbeelden van de [naam tankstation 3] in Sittard is te zien dat de inbraak plotseling wordt afgebroken en de daders wegrijden, hetgeen de verklaring van [medeverdachte 4] bevestigt dat hij dacht dat er politie kwam en de anderen heeft gewaarschuwd;
  • bij de inbraak bij de [naam winkel 7] valt een deel van de buit uit de kofferbak van de auto, omdat deze niet goed dicht zat, zoals ook [medeverdachte 4] heeft verklaard;
  • daarna heeft een achtervolging plaatsgevonden, zoals ook blijkt uit het relaas van de betreffende verbalisanten;
  • [medeverdachte 4] heeft verklaard dat zij daarbij met de gestolen Seat Leon een aanrijding met een muurtje of andere auto hebben gehad, hetgeen wordt ondersteund door de aangetroffen schade aan de betreffende auto.
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in de andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat naast [medeverdachte 4] ook de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 6] betrokken zijn geweest bij de inbraken bij de [naam tankstation 3] te Selfkant en de [naam winkel 7] in Geleen alsmede de poging tot inbraak bij de [naam tankstation 3] te Sittard. Op grond van de verklaring van [medeverdachte 4] in combinatie met de bewakingsbeelden is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank zal de onder feit 5, feit 6 en feit 7 ten laste gelegde feiten dan ook bewezen verklaren.
Diefstal Seat Leon
Met betrekking tot de Seat Leon overweegt de rechtbank dat ook hierbij de verklaring van [medeverdachte 4] wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen, zodat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat [verdachte] de betreffende auto op 22 december 2013 - met [medeverdachte 4] als medeplichtige – heeft gestolen.
De rechtbank zal dan ook het onder feit 4 ten laste gelegde bewezen verklaren, met dien verstande dat verdachte zal worden vrijgesproken met betrekking tot het onderdeel medeplegen.
3.3.3
Zaakdossier 10
Volkswagen Touran [kenteken 18] te Schinnen (zaak 10A) feit 8
[benadeelde 20] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn auto, een grijze Volkswagen Touran met het kenteken [kenteken 18] met TDI-motor, tussen 20 oktober 2013 omstreeks 21.30 uur en 21 oktober 2013 omstreeks 07.15 uur voor zijn woning aan de [adres 38] te Schinnen. Aangever heeft verklaard dat op de plek waar de auto geparkeerd heeft gestaan glas op de grond lag ter hoogte van het bijrijdersportier. [29]
Op 2 december 2013 omstreeks 08.30 uur werd de gestolen Touran aangetroffen op de Peutgensweg te Maastricht. [30] Geconstateerd werd dat het contactslot van de auto was verwijderd. [31]
Bij sporenonderzoek in de auto werd tussen de bijrijderszitting en de dorpel een sigarettenpeuk aangetroffen en bemonsterd (AAFX7300NL). Ook werd het stuurwiel bemonsterd (AAFX7296NL). [32]
Het DNA-profiel uit het monster van sigarettenpeuk (AAFX7300NL) en uit de bemonstering van het stuurwiel (AAFX7296NL) uit DNA-profielcluster 25933, matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . [33]
[medeverdachte 4] heeft verklaard over de diefstal van een Touran in de beginfase dat hij met [verdachte] in aanraking kwam. Deze is weggehaald in Wolfhagen. [medeverdachte 4] heeft op de uitkijk gestaan en [verdachte] heeft de auto gestolen met het ‘kastje’. Het was een zilveren auto. [verdachte] heeft die auto een maand gehad. Hij is ergens in Maastricht blijven staan. [34]
Overwegingen
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat [verdachte] in de avond of nacht van 20 op 21 oktober 2013 de Volkswagen Touran met het kenteken [kenteken 18] heeft gestolen in Schinnen. [medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij bij deze diefstal op de uitkijk heeft gestaan en [verdachte] de auto heeft weggenomen. De verklaring van [medeverdachte 4] wordt op verschillende onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten:
  • het contactslot van de auto is verwijderd;
  • het DNA van [verdachte] is aangetroffen op het stuur van de auto, hetgeen overeenkomt met de taakverdeling waarover [medeverdachte 4] heeft verklaard, waarbij [verdachte] de auto bestuurde.
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat [verdachte] de betreffende Volkswagen Touran heeft gestolen. De rechtbank zal derhalve het onder 8 ten laste gelegde bewezen verklaren, met dien verstande dat [verdachte] voor het onderdeel medeplegen dient te worden vrijgesproken, nu medeverdachte [medeverdachte 4] met zijn handelen behulpzaam is geweest – in de zin van medeplichtigheid – en er derhalve geen sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] .
Inbraak [naam winkel 2] te Valkenburg (zaak 10B) feit 9
Inbraak [naam winkel 11] te Berg en Terblijt (zaak 10C) feit 10
Inbraak [naam winkel 2] te Elsloo (zaak 10E) feit 11
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder feit 9, feit 10 en feit 11 ten laste gelegde inbraken, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor verdachtes betrokkenheid. Anders dan de officier van justitie kan de rechtbank op basis van het dossier niet vaststellen dat de gestolen Volkswagen Touran (zaak 10A) kan worden gekoppeld aan de ten laste gelegde inbraken. Evenmin acht de rechtbank het feit dat in deze auto een oranje handschoen met het DNA van [verdachte] is aangetroffen voldoende om vast te stellen dat verdachte derhalve de persoon met de oranje handschoenen op de bewakingsbeelden betreft.
3.3.4
Zaakdossier 12
Seat Leon [kenteken 19] (zaak 12D) feit 15
[benadeelde 21] heeft aangifte gedaan van diefstal van haar auto, een zwarte Seat Leon met TDI-motor voorzien van het kenteken [kenteken 19] , gepleegd tussen 3 oktober 2013 omstreeks 21.30 uur en 4 oktober 2013 omstreeks 09.30 uur op de [adres 39] te Born. [35]
De betreffende Seat Leon werd op 5 oktober 2013 aangetroffen op de parkeerplaats van de Kokelekant te Kerkrade, voorzien van de kentekenplaten [kenteken 27] . De achterzijde van de auto was beschadigd. Het portierslot aan de bestuurderszijde en het contactslot waren geforceerd. [36]
Bij het sporenonderzoek aan de gestolen auto wordt een pakje Taksi aangetroffen en bemonsterd (AAFU4569NL). [37]
Uit de bemonstering van het pakje (AAFU4569NL) is een mengprofiel verkregen dat DNA-kenmerken bevat van twee personen. De DNA-profielen van [verdachte] en [medeverdachte 5] matchen beide met het mengprofiel in de bemonstering. Het DNA-mengprofiel kan volledig worden verklaard indien het celmateriaal van [verdachte] en [medeverdachte 5] met elkaar worden vermengd. Dit betekent dat [verdachte] en [medeverdachte 5] samen de donoren kunnen zijn van het celmateriaal in de bemonstering. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig persoon matcht met dit mengprofiel is ongeveer 1 op 40 miljoen. [38]
Poging inbraak bij [naam winkel 11] te Munstergeleen (zaak 12A) feit 12
Op 5 oktober 2013 omstreeks 03.30 uur werd aangeefster gebeld dat het alarm afging bij [naam winkel 11] gelegen aan de [adres 33] te Munstergeleen. [naam aangever 15] heeft hiervan, namens de eigenaar [benadeelde 22] van de [naam winkel 11] , aangifte gedaan, waarin zij heeft verklaard dat de toegangsdeuren geheel vernield waren en een gedeelte van de pui naar binnen was geduwd. De ruiten van de deuren en de pui waren kapot. Er is niets weggenomen. [39]
Poging inbraak bij [naam winkel 14] te Vaals (zaak 12B) feit 13
Op 5 oktober 2013 omstreeks 04.30 uur is gepoogd in te breken in de [naam winkel 14] , gelegen aan de [adres 34] te Vaals. [benadeelde 23] heeft hiervan, namens [naam winkel 14] , aangifte gedaan, waarin zij heeft verklaard dat zij op genoemd tijdstip werd gewekt door haar dochter dat er werd ingebroken. Ter plaatse zag zij dat het linkergedeelte van de etalageruit van de winkel was gebarsten. Er werd niets weggenomen. Voorts heeft aangeefster verklaard dat er op 15 augustus 2013 op dezelfde wijze was geprobeerd in te breken in het pand. [40]
Getuige [getuige 15] , de dochter van aangeefster, heeft verklaard dat zij op 5 oktober 2013 omstreeks 04.36 uur thuis kwam aan de [adres 34] te Vaals. Zij zag in de parkeervakken een donkerkleurige auto met het kenteken [kenteken 27] met draaiende motor staan. Toen zij naar binnen liep, hoorde zij een harde knal en heeft zij haar moeder wakker gemaakt. Vervolgens zag zij de auto wegrijden. [41]
Getuige [getuige 16] heeft op voornoemd tijdstip twee personen voor de betreffende sigarenzaak zien staan. Een van hen had een groot voorwerp in zijn handen waarmee hij tegen het raam van de winkel sloeg. Hij hoorde een knal en glasgerinkel. De twee personen frommelden nog iets aan het kapotte raam, renden richting de auto, stapten in en trokken een deken naar binnen. Vervolgens reed de auto met hoge snelheid weg. [42]
Inbraak bij [naam winkel 15] te Simpelveld (zaak 12C) feit 14
Op 5 oktober 2013 omstreeks 04.55 uur werd ingebroken bij [naam winkel 15] , gelegen aan het [adres 35] te Simpelveld. [benadeelde 24] heeft hiervan, namens [naam winkel 15] , aangifte gedaan, waarin hij heeft verklaard dat de pui met daarin de toegangsdeur geheel ontzet en vernield was. Er is tabakswaar met een verkoopwaarde van 12.500 a 15.000 euro weggenomen. [43]
Getuige [getuige 17] schrok op 5 oktober 2013 om 4.49 uur wakker van een harde knal. Hij zag voor het trottoir van [naam winkel 15] een auto stil staan waar drie mannen uit sprongen. Ze sprongen onder de pui door die al helemaal schuin stond. Alle drie kwamen er weer onderuit. Ze hadden een laken/deken bij zich als een buil dichtgevouwen. Degene met de witte capuchon heeft het laken of de deken aangepakt samen met degene die een zwarte capuchon op had. Zij gooiden het in de achterbak van de auto, stapten in en reden weg. [44]
Op zaterdag 5 oktober 2013 om 04:49 uur werd naar aanleiding van een melding dat er een ramkraak werd gepleegd op het [adres 35] te Simpelveld een aantal politiepatrouilles ter plaatse gestuurd. Door de aanrijdende politiepatrouilles werd een Seat gezien en achtervolgd. De bestuurder van de Seat heeft getracht om één van de dienstvoertuigen te rammen. De Seat reed eerst richting Heerlen en even later kwam hij over de autosnelweg richting Aken gereden. De Seat is de grens overgegaan en om 04.58 uur had men geen zichtcontact meer met de Seat en werd de achtervolging gestaakt. [45]
Verklaring [medeverdachte 4]
heeft verklaard dat hij erbij was toen [verdachte] de zwarte Seat Leon met het kenteken [kenteken 19] heeft gestolen in Born aan de [adres 39] nabij het voetbalveld. [46]
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij samen met [verdachte] en [medeverdachte 5] de poging tot kraak in Munstergeleen heeft gepleegd. Zij waren met een Seat Leon. [verdachte] reed, [medeverdachte 5] was bijrijder en [medeverdachte 4] zat achterin. Er is niets buitgemaakt. [47]
[medeverdachte 4] heeft tevens verklaard dat hij samen met [verdachte] en [medeverdachte 5] de poging tot kraak in Vaals ( [naam winkel 14] ) heeft gepleegd. Toen zij daar stopten, kwam er een meisje aan dat daar naar binnen liep. [medeverdachte 5] stapte uit vanaf de bijrijdersstoel en schopte tegen de houten plaat die voor de ruit zat. Hier was namelijk al eerder wat gedaan. Dat hoorde hij die avond van [verdachte] . [verdachte] zei dat er een houten plaat zat en dat er vermoedelijk makkelijk binnen komen was. Het maakte veel kabaal, terwijl het meisje net naar binnen was gegaan. Daarom zijn zij vertrokken. [48]
[medeverdachte 4] heeft verder verklaard dat zij daarna naar Simpelveld zijn gegaan, waar zij een kraak hebben gezet op het marktpleintje; dat was een zaak met lectuur en sigaretten. [verdachte] was de bestuurder en is met de auto, een Seat, door de pui gereden. [medeverdachte 4] is mee naar binnen gegaan en heeft de zak vast gehouden. [verdachte] en [medeverdachte 5] hebben in de schappen gegraaid. De buit was 400 euro per man. Na de kraak ontstond er een achtervolging met een aantal politieauto’s. Zij zijn eerst richting Geleen gereden en toen terug over de snelweg richting Aken. Zij zijn de autobaan af en weer op gereden om te draaien. Daar stond een politieauto midden op de weg. Vervolgens zijn zij naar Kerkrade gereden en vanuit daar naar Duitsland. [49]
Overwegingen
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – stelt de rechtbank vast dat in de avond of nacht van 3 op 4 oktober 2013 een zwarte Seat Leon met het kenteken [kenteken 19] werd gestolen, die op 5 oktober 2013 omstreeks 08.30 uur in Kerkrade werd aangetroffen, op dat moment voorzien van de kentekenplaten [kenteken 27] . Op 5 oktober 2013 om 03.30 uur werd geprobeerd in te breken bij de [naam winkel 11] te Munstergeleen, om 04.30 uur werd geprobeerd om in te breken bij de [naam winkel 14] te Vaals en om 04.55 uur vond er een inbraak plaats bij de [naam winkel 15] te Simpelveld, waarbij in alle gevallen een donkerkleurige auto werd gezien, en bij [naam winkel 14] werd gezien dat de donkerkleurige auto was voorzien van het kenteken [kenteken 27] .
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij op 5 oktober 2013 met [verdachte] en [medeverdachte 5] de pogingen tot kraak bij de [naam winkel 11] in Munstergeleen en bij [naam winkel 14] in Vaals alsmede de kraak bij [naam winkel 15] te Simpelveld heeft gepleegd. Zij hebben daarbij gebruikt gemaakt van een gestolen Seat, waarover [medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij aanwezig is geweest bij de diefstal van die Seat Leon in Born.
De verklaring van [medeverdachte 4] wordt op verschillende onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten:
  • in de gestolen Seat Leon is een pakje Taksi met het DNA van [verdachte] en [medeverdachte 5] aangetroffen, waarvoor [verdachte] en [medeverdachte 5] geen ontzenuwende verklaring hebben gegeven;
  • het tijdpad waarin de feiten hebben plaatsgevonden komt overeen met de verklaring van [medeverdachte 4] ;
  • bij de sigarenwinkel in Vaals wordt door getuige [getuige 15] een donkere auto met het kenteken [kenteken 27] gezien, welk kenteken werd aangetroffen op de gestolen Seat Leon;
  • voorts wordt door getuige [getuige 15] verklaard dat zij een harde knal hoorde nadat zij de woning binnenliep, hetgeen overeenkomst met de verklaring van [medeverdachte 4] ;
  • door de getuige [getuige 16] zijn twee personen gezien bij de sigarenwinkel die het raam probeerden te vernielen;
  • bij de inbraak bij [naam winkel 15] in Simpelveld heeft getuige [getuige 17] drie personen in de winkel gezien;
  • na de inbraak in Simpelveld heeft er een achtervolging met de politie plaatsgevonden welke overeenkomt met hetgeen [medeverdachte 4] heeft verklaard, ook met betrekking tot de door verdachten gereden route betreft.
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat naast [medeverdachte 4] ook de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 5] betrokken zijn geweest bij de inbraak bij [naam winkel 15] en de pogingen tot inbraak bij de [naam winkel 11] en [naam winkel 14] . Met name ook op grond van de verklaring van [medeverdachte 4] is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank zal derhalve de onder feit 12, feit 13 en feit 14 ten laste gelegde feiten bewezen verklaren.
Diefstal Seat Leon
Met betrekking tot de Seat Leon overweegt de rechtbank dat ook hierbij de verklaring van [medeverdachte 4] wordt ondersteund door overige bewijsmiddelen, zodat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat [verdachte] de betreffende auto in de avond of nacht van 3 op 4 oktober 2013 - met hulp van [medeverdachte 4] in de zin van medeplichtigheid - heeft gestolen.
De rechtbank zal dan ook het onder 15 ten laste gelegde bewezen verklaren, met die verstande dat verdachte zal worden vrijgesproken met betrekking tot het onderdeel medeplegen.
3.3.5
Zaakdossier 13
Inbraak bij tankstation te Geilenkirchen (zaak 13A) feit 16
Op 7 december 2013 omstreeks 00.10 uur werd ingebroken bij het tankstation aan de [adres 16] te Geilenkirchen (Duitsland). [naam aangever 9] heeft hiervan aangifte gedaan, waarbij hij heeft verklaard dat er een ruit ingeslagen was. Voorts heeft hij geconstateerd dat verscheidene sloffen sigaretten waren weggenomen. [50]
Op de camerabeelden van het tankstation was te zien dat er drie personen bij het tankstation uit een Seat Leon stapten. Eén van de personen sloeg een gat in de ruit. Vervolgens gingen twee personen naar binnen en terwijl de ene persoon een dekbedovertrek open hield, werd dit gevuld door de andere persoon. Aan de buitenkant was een derde persoon permanent in beweging, die pakte de dekbedovertrek mee vast en legde deze mee in de auto. [51]
Poging inbraak bij [naam winkel 7] te Maastricht (pagina 13B) feit 17
Tussen 6 december 2013 21.30 uur en 7 december 2013 om 07.30 uur werd geprobeerd om in te breken in de [naam winkel 7] gelegen aan de [adres 13] te Maastricht. [naam aangever 10] heeft hiervan, namens [naam winkel 7] , aangifte gedaan, waarin hij heeft verklaard dat een van de ramen van de winkel werd ingeslagen en vernield. [52]
Inbraak bij [naam winkel 8] te Margraten (zaak 13C) feit 18
Op 7 december 2013 omstreeks 04.00 uur werd ingebroken bij [naam winkel 8] gelegen aan het [adres 17] te Margraten. [naam aangever 11] heeft hiervan, namens [naam winkel 8] , aangifte gedaan, waarin zij heeft verklaard dat de linker etalageruit kapot was geslagen en ook het rechterraam was beschadigd. In de winkel was het schap met parfums leeggehaald. [53]
Verklaring [medeverdachte 4]
heeft verklaard dat hij de kraak in Geilenkirchen heeft gepleegd met [verdachte] en [medeverdachte 6] . [verdachte] en hij waren [medeverdachte 6] gaan ophalen met een gestolen donkere Seat; daarna zijn zij naar Duitsland gereden. [medeverdachte 6] had een tankstation op het oog. [verdachte] was bestuurder, [medeverdachte 6] zat voorin en [medeverdachte 4] achterin. [medeverdachte 6] heeft met een moker de ruit ingeslagen. [medeverdachte 4] is buiten op de uitkijk blijven staan, terwijl [medeverdachte 6] en [verdachte] de sigaretten hebben gestolen. Deze werden in een dekbedovertrek gegaan. Vervolgens zijn zij naar een woning in Maastricht gereden. De sigaretten werden in de woning nabij het barretje gelegd. [54]
[medeverdachte 4] heeft verder verklaard dat hij vervolgens met [medeverdachte 6] en [verdachte] heeft geprobeerd in te breken bij [naam winkel 7] . Zij hebben de auto geparkeerd voor de winkel. [medeverdachte 4] heeft op de uitkijk gestaan, maar ze werden gestoord. [medeverdachte 6] heeft de ruit ingeslagen met een moker. Nadat er een man vanaf het balkon een fles naar beneden gooide, zijn zij in de auto gestapt en weggereden. Na deze poging zijn zij naar Margraten gereden. [55]
[medeverdachte 4] heeft tevens verklaard dat, nadat zij de sigaretten in Maastricht hadden uitgeladen, hij met [verdachte] en [medeverdachte 6] naar de [naam winkel 8] is gereden in de buurt van Maastricht. Deze lag op een pleintje. Zij zijn weer naar binnen gegaan met de moker en hebben daar parfum meegenomen. Vervolgens zijn zij weer naar de woning in Maastricht gegaan en heeft [verdachte] contact opgenomen met de opkoper ‘ [naam 2] ’. Na een half uurtje kwam deze en heeft de sigaretten en de parfum gekocht. [56]
Verbalisanten zijn met [medeverdachte 4] op zoek gegaan naar de woning in Maastricht waarover hij verklaard. [medeverdachte 4] heeft daarbij de woning aan de [adres 19] te [plaats] aangewezen, zijnde de woning van de moeder van [medeverdachte 6] . [57]
In de nacht van 7 december 2013 is er vanaf 01.09 uur verschillende malen contact tussen het nummer van [verdachte] ( [telefoonnummer 3] ) en het nummer op naam van [betrokkene 1] te Echt. [58]
[betrokkene 1] heeft verklaard dat het goed mogelijk is dat hij op 7 december 2013 tussen 01.09 uur en 01.25 uur een Whatsapp-gesprek heeft gehad met [verdachte] . Hij is de sigaretten ’s ochtends gaan ophalen bij een woonwijk in Maastricht. Hij had 2.000 euro bij zich voor de sigaretten. Deze sigaretten zaten in een bedsprei. Hij kreeg ook parfums aangeboden, maar deze heeft hij geweigerd, omdat hij daarvoor geen geld bij zich had. Hij zag dat het geld meteen in drieën verdeeld werd. Dat was [medeverdachte 6] (foto 1), een persoon die op de bank lag en een derde persoon. Met betrekking tot de persoon op de bank heeft [betrokkene 1] verklaard dat dit de persoon op foto 2 ( [verdachte] ) zou kunnen zijn. [59]
Overwegingen
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – stelt de rechtbank vast dat op 7 december 2013 tussen 00.10 uur en 04.00 uur inbraken werden gepleegd bij het tankstation in Geilenkirchen en de [naam winkel 8] in Margraten, waarbij sigaretten en parfum werden weggenomen, alsmede dat er werd geprobeerd in te breken bij de [naam winkel 7] te Maastricht.
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij op 7 december 2013 met [verdachte] en [medeverdachte 6] op pad is geweest in een gestolen Seat. Zij zijn eerst naar het tankstation in Geilenkirchen gereden, waar [verdachte] en [medeverdachte 6] hebben ingebroken en sigaretten hebben weggenomen, terwijl [medeverdachte 4] op de uitkijk stond. De sigaretten werden naar een woning in Maastricht gebracht en vervolgens zijn zij naar de [naam winkel 7] te Maastricht gereden, alwaar zij werden gestoord. Daarna zijn zij doorgereden naar de [naam winkel 8] in Margraten, waar zij wederom hebben ingebroken en parfum hebben weggenomen. Ook dit werd naar dezelfde woning in Maastricht gebracht waarna de buit (sigaretten en parfum) werd gekocht door een opkoper met wie [verdachte] contact had opgenomen.
De verklaring van [medeverdachte 4] wordt op verschillende onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten:
  • op de bewakingsbeelden van het tankstation is een donkere Seat te zien alsmede dat er twee personen in het tankstation zijn en een derde buiten blijft;
  • de volgorde waarin de inbraken en poging daartoe hebben plaatsgevonden past in het tijdverloop waarover [medeverdachte 4] heeft verklaard;
  • de gestolen sigaretten zijn volgens [medeverdachte 4] verkocht aan een opkoper met wie [verdachte] contact had opgenomen, hetgeen wordt ondersteund door de telefoongegevens en de verklaring van [betrokkene 1] ;
  • [betrokkene 1] heeft verder verklaard dat hij de sigaretten heeft gekocht van [medeverdachte 6] in een woning in Maastricht, waarbij nog twee andere personen aanwezig waren, hetgeen past bij de verklaring van [medeverdachte 4] .
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat naast [medeverdachte 4] ook de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 6] betrokken zijn geweest bij de inbraken bij het tankstation te Geilenkirchen en de [naam winkel 8] in Margraten alsmede de poging tot inbraak bij de [naam winkel 7] te Maastricht. Op grond van de verklaring van [medeverdachte 4] in combinatie met de overige bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
3.3.6
Zaakdossier 14
Inbraak bij kledingzaak [naam winkel 9] te Valkenburg (zaak 14A) feit 19
Op 11 december 2013 omstreeks 03.15 uur werd ingebroken bij kledingzaak [naam winkel 9] , gelegen aan de [adres 18] te Valkenburg. [naam aangever 12] heeft hiervan, namens [naam winkel 9] Valkenburg, aangifte gedaan waarbij hij heeft verklaard dat de pui was ontzet en het glas in de toegangsdeur ontbrak. Uit de winkel is een grote hoeveelheid merkkleding meegenomen. [60]
Op de camerabeelden van het perceel [adres 27] is te zien dat er op 11 december 2013 omstreeks 02.53 uur een personenauto gelijkend op een Volkswagen Passat, kleur zilver voor het perceel stopte, de lichten uit deed en achteruit reed richting [adres 18] . [61]
Getuige [getuige 8] heeft op voornoemd tijdstip een zwarte personenauto met de voorzijde richting de [adres 27] zien staan. Hij zag dat er ook nog twee andere personenauto’s, grijs van kleur, in de Jan Deckenstraat stonden. Vervolgens zag hij dat er een man vanuit kledingwinkel [naam winkel 9] naar een van de grijze auto’s toe liep. Deze man droeg zwarte kleding en een bivakmuts. Hij hoorde de man wat kreten roepen en maakte hieruit op dat er tenminste drie personen betrokken waren. Een van de grijze auto’s had het kenteken [kenteken 11] . Deze had een kapotte achterruit en was helemaal volgestouwd met kleding. De man liep drie a vier keer op en neer van de auto naar de winkel. [62]
Getuige [getuige 9] heeft op het betreffende tijdstip een zwarte en een grijze personenauto gezien in de buurt van kledingwinkel [naam winkel 9] , met de kentekens [kenteken 12] en [kenteken 11] (of -3). Zij zag drie personen op en neer lopen van de winkel naar de auto’s. Na een paar minuten reden de auto’s weg. [63]
Seat Leon [kenteken 20] (zaak 14B) feit 20
[naam aangever 13] heeft, namens [naam 3] , aangifte gedaan van diefstal van een grijze Seat Leon met kenteken [kenteken 20] , tussen 3 december 2013 omstreeks 23.00 uur en 4 december 2013 omstreeks 07.00 stond op de [adres 28] te Beek. [64] De auto stond geparkeerd in de parkeerhaven aan de [adres 28] te Beek. Op de plek waar de auto had gestaan lag een stuk van het afgebroken slot. [65]
De gestolen Seat Leon werd op 12 december 2013 omstreeks 10.15 uur aangetroffen op de Engelenkampstraat te Sittard. De auto was voorzien van de kentekenplaten [kenteken 11] . Er werd schade aan de achterzijde geconstateerd. Voorts ontbrak het slot van het bijrijdersportier en was het contactslot verbroken en verwijderd. [66]
De kentekenplaten [kenteken 11] zijn tussen 7 december 15.30 uur en 8 december 2013 08.30 uur gestolen. [67]
In de gestolen Seal Leon [kenteken 20] werden diverse labels met het opschrift [naam winkel 9] aangetroffen op verschillende plaatsen in het voertuig. [68]
Heling van Volkswagen Passat [kenteken 8] (zaak 14C) feit 21
[naam aangever 14] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn auto, een grijze Volkswagen Passat met kenteken [kenteken 8] , tussen 9 december 2013 omstreeks 22.00 uur en 10 december 2013 omstreeks 08.50 uur bij zijn woning aan de [adres 29] te Bunde. [69]
Op 11 december 2014 werd op de Vogelzangweg in Berg en Terblijt de Volkswagen Passat met losse kentekenplaten [kenteken 8] uitgebrand aangetroffen. Uit onderzoek blijkt dat dit de enige autobrand in geweest van een Volkswagen Passat die nacht. [70]
Verklaringen [medeverdachte 4]
heeft verklaard de Seat met kenteken [kenteken 20] samen met [verdachte] te hebben gestolen in de buurt van de brandweer te Beek. De auto stond in een parkeervak van de Rijksweg. [71]
Door de verbalisanten wordt gerelateerd dat de [adres 28] te Beek ook wel de Rijksweg wordt genoemd. Deze straat ligt namelijk in het verlengde van de Rijksweg Zuid te Geleen. De plaats waar de Seat werd weggenomen ligt precies op de plaats zoals door [medeverdachte 4] werd omschreven. [72]
[medeverdachte 4] heeft verder verklaard dat de kraak bij [naam winkel 9] met drie auto’s is uitgevoerd, te weten: de Seat, een Golf en een grijze Volkswagen Passat. [medeverdachte 4] reed in de Passat, [verdachte] in de Seat en [medeverdachte 6] in de Golf. [verdachte] vroeg [medeverdachte 4] om de pui te rammen, maar deze wilde niet. [verdachte] is vervolgens in de Passat gestapt en heeft de pui geramd. De Volkswagen Passat is in brand gestoken. [73]
[medeverdachte 4] heeft aanvullend verklaard dat hij en [verdachte] de Seat hadden geregeld. De Passat stond al in Valkenburg op de parkeerplaats bij de gokhal. De kleding is in de auto’s van [verdachte] en [medeverdachte 6] gelegd. De door [medeverdachte 4] bestuurde Passat was bedoeld om te rammen. [74]
[medeverdachte 4] heeft verder verklaard dat hij hier ook in de winkel is geweest om kleding weg te nemen met [medeverdachte 6] en [verdachte] . De kleding is in de Seat Leon en de Golf gelegd. Afspraak was van te voren gemaakt dat met de Passat de pui zou worden geramd en dat de Passat in brand zou worden gestoken. Ook was vooraf afgesproken dat de kleding in twee auto’s zou worden gelegd. Er werd met ‘ [naam 2] ’ geappt om de kleding op te komen halen. [75]
Op 11 december 2013 om 03:30 uur was er telefonisch contact tussen het nummer van [verdachte] ( [telefoonnummer 4] ) en het nummer op naam van [betrokkene 1] uit Echt ( [telefoonnummer 3] ). [76]
Overwegingen
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – stelt de rechtbank vast dat in de avond of nacht van 3 op 4 december 2013 een grijze Seat Leon met het kenteken [kenteken 20] werd gestolen, welke op 12 december 2013 in Sittard werd aangetroffen voorzien van de kentekenplaten [kenteken 11] . Vervolgens werd er in de avond of nacht van 9 op 10 december 2013 een grijze Volkswagen Passat met het kenteken [kenteken 8] gestolen, welke op 11 december 2013 uitgebrand werd aangetroffen in Berg en Terblijt. Op 11 december 2013 werd er ingebroken bij de kledingwinkel [naam winkel 9] te Valkenburg, waarbij drie auto’s zijn gezien, waarvan een grijze auto met het kenteken [kenteken 11] . In de gestolen Seat Leon zijn tevens labels met het opschrift [naam winkel 9] aangetroffen,
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij op 11 december 2013 samen met [verdachte] en [medeverdachte 6] de inbraak bij de kledingwinkel [naam winkel 9] in Valkenburg heeft gepleegd. Daarbij hebben zij drie auto’s gebruikt, een Seat, waarin [verdachte] reed, een Golf waarin [medeverdachte 6] reed en een Passat, waarin [medeverdachte 4] reed. De betreffende Seat was door [verdachte] met hulp van [medeverdachte 4] gestolen. Vooraf was de afspraak gemaakt om met de Passat de pui te rammen, hetgeen door [verdachte] ook zo is gedaan. Vervolgens zijn [verdachte] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] naar binnen gegaan om de kleding weg te nemen, die in de twee andere auto’s is gelegd. De Passat is volgens vooraf gemaakte afspraak daarna in brand gestoken.
De verklaring van [medeverdachte 4] wordt op verschillende onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten:
  • bij de kraak zijn door de getuigen minimaal twee dan wel drie auto’s en drie daders gezien;
  • in de Seat Leon welke volgens [medeverdachte 4] een deel van de gestolen kleding werd vervoerd, zijn labels afkomstig van [naam winkel 9] aangetroffen;
  • de grijze Volkswagen Passat, gelijk aan die welke volgens [medeverdachte 4] is gebruikt om de pui te rammen en na de kraak in brand is gestoken, is de dag na de inbraak uitgebrand in Berg en Terblijt aangetroffen en had schade aan de achterzijde;
  • op de bewakingsbeelden is te zien dat een zilverkleurige auto, gelijkend op een Volkswagen Passat, achteruit richting de kledingwinkel reed;
  • uit de aangifte blijkt dat de Seat Leon is gestolen op de [adres 28] te Beek, welke ook wel Rijksweg wordt genoemd, op de plek zoals door [medeverdachte 4] is verklaard;
  • er werd na de kraak contact opgenomen met de heler ‘ [naam 2] , zijnde [betrokkene 1] , om de gestolen kleding op te kopen, hetgeen wordt bevestigd door het telefonische contact tussen [verdachte] en [betrokkene 1] op 11 december 2013 omstreeks 03.30 uur.
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat naast [medeverdachte 4] ook de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 6] betrokken zijn geweest bij de inbraak bij de kledingwinkel [naam winkel 9] . Op grond van de verklaring van [medeverdachte 4] en overige bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank zal derhalve het onder feit 19 ten laste gelegde feit bewezen verklaren.
Diefstal Seat Leon
Met betrekking tot de Seat Leon met kenteken [kenteken 20] overweegt de rechtbank dat ook hierbij de verklaring van [medeverdachte 4] wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen, zodat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat [verdachte] de betreffende auto in de avond of nacht van 3 op 4 december 2013 - met hulp van [medeverdachte 4] in de zin van medeplichtigheid - heeft gestolen.
De rechtbank zal dan ook het onder feit 20 ten laste gelegde bewezen verklaren, met dien verstande dat verdachte zal worden vrijgesproken met betrekking tot het onderdeel medeplegen.
Heling Volkswagen Passat
Eveneens acht de rechtbank op basis van het voorgaande de onder feit 21 ten laste gelegde heling van de Volkswagen Passat [kenteken 8] wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt daartoe dat de betreffende auto op 11 december 2013 is gebruikt bij de bewezenverklaarde inbraak bij [naam winkel 9] , waardoor [verdachte] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] deze auto ten tijde van het plegen van dat feit samen voorhanden hebben gehad.
Uit de verklaring van [medeverdachte 4] blijkt dat hij degene is geweest die oorspronkelijk in de auto heeft gereden en dat vooraf was afgesproken dat met deze auto de pui zou worden geramd, hetgeen uiteindelijk door [verdachte] ook is gedaan. Daarna is de auto -ook volgens plan- in brand gestoken. Op grond van deze omstandigheden in combinatie met het gegeven dat veelal gebruik werd gemaakt van gestolen voertuigen bij de kraken, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachten wisten dat het een gestolen auto betrof en zij zich derhalve schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van opzetheling.
De rechtbank zal derhalve het onder feit 21 ten laste gelegde feit bewezen verklaren.
3.3.7
Zaakdossier 15
Diefstal Volkswagen Golf [kenteken 21] (zaak 15A) feit 22
[benadeelde 25] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn auto, een zwarte Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 21] , tussen 1 januari 2014 omstreeks 19.00 uur en 2 januari 2014 omstreeks 08.00 uur bij zijn woning aan de [adres 40] te Born. [77]
De gestolen Volkswagen Golf werd op 22 januari 2014 omstreeks 18.35 uur aangetroffen op de Berkenhoven te Maastricht. [78]
Er werd geconstateerd dat van de Volkswagen Golf het portierslot aan de bestuurderszijde was verbroken en het contactslot was verbroken en deels verwijderd. [79]
[verdachte] en [medeverdachte 4] zijn op 20 januari 2014 aangehouden na een korte achtervolging op verdenking van diefstal van een Seat. In dat onderzoek is een Samsung S3 mini met het nummer [telefoonnummer 4] in beslag genomen en uitgelezen. Uit de in de telefoon opgeslagen gegevens blijkt dat [verdachte] de gebruiker is van de betreffende telefoon. [80]
Uit de gegevens van de Samsung Galaxy S3 mini blijkt dat er op 2 januari 2014 en 16 januari 2014 via WhatsApp gesprekken hebben plaatsgevonden tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] met de volgende inhoud: Op 2 januari 2014 omstreeks 09.17 uur
  • om 17:00:05 uur stuurt [medeverdachte 4] : “Hey man even een vraag ... ben jij vanavond nog wat van plan”;
  • om 17:42:32 uur stuurt [verdachte] : “Zoy ik die radio kunnen ophalen bij je?”;
  • om 17:43:44 uur stuurt [medeverdachte 4] : “Ja maakt het of het die pion.eer of Sony is ze zijn allebei hetzelfde”;
  • om 17:44:09 uur stuurt [medeverdachte 4] : “Maar sony heb ik erin gezet”;
  • om 17:44:16 uur stuurt [verdachte] : “Die er het beste aan toe is”;
  • om 17:44:24 uur stuurt [verdachte] : “Waar in”;
  • om 17:44:52 uur stuurt [medeverdachte 4] : “In de Golf”;
  • om 17:45:28 uur stuurt [verdachte] : “Dan die Pioneer”;
  • om 17:45:48 uur stuurt [verdachte] : “Natuurlijk he pancake”.
Op 16 januari 2014 omstreeks 09.17 om 09:17:47 uur stuurt [verdachte] : “Pik op die plaats waar ik normaal jou oppik heb ik je iets neer gezet dat wat je wilde (zwart)”;
  • om 09:18:19 uur stuurt [medeverdachte 6] : “Zeker man”;
  • om 09:18:29 uur stuurt [medeverdachte 6] : “Blijf je nog nl vandaag”;
  • om 09:19:36 uur stuurt [verdachte] : “Is met twee gekleurde let maar die heb ik eraf gehaald”;
  • om 09:19:44 uur stuurt [verdachte] : “Weet je dat”;
  • om 09:19:51 uur stuurt [medeverdachte 6] : “Zeker man! Thx”;
  • om 09:19:57 uur stuurt [medeverdachte 6] : “Is dat die ene waar we aan bezig waren”;
  • om 09:20:36 uur stuurt [medeverdachte 6] : “Of van ergens anders”;
  • om 09:20:52 uur stuurt [verdachte] : “Andere”;
  • om 09:21:06 uur stuurt [medeverdachte 6] : “Ok”.
Bij telefonische navraag heeft aangever [benadeelde 25] verklaard dat zijn Volkswagen Golf een zilverkleurige ‘T’ en een roodkleurige ‘D’ en roodkleurige ‘I’ in het typeplaatje ‘TDI’ had zitten. Bij het aantreffen van zijn Volkswagen Golf was het typeplaatje ‘TDI’ van zijn auto verwijderd. Tevens verklaarde aangever dat er een andere radio in zijn auto zat. Hij wist niet meer met zekerheid te zeggen van welk merk de originele radio was. Wel verklaarde [benadeelde 25] dat er een radio van het merk Sony in zijn auto was geïnstalleerd. [81]
[medeverdachte 4] heeft op de vraag naar de zwarte Golf TDI met twee rode letters en waarvan de radio verwisseld was, verklaard dat het een blauwe Golf betrof. Vervolgens heeft hij aangegeven dat hij zich heeft vergist en dat het toch een zwarte was, aangezien dat de enige was die hij en [verdachte] in Born hadden gestolen. [medeverdachte 4] verklaarde verder over de locatie waar de Golf werd weggenomen dat als je Born komt ingereden je bij de rotonde links moet en dan alsmaar rechtdoor tot de eerste kruising en dan links. Dat betreft de straat waar de auto op een oprit stond. Deze auto heeft [medeverdachte 6] later gekregen van [verdachte] . [82]
Overwegingen
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat [verdachte] in de avond of nacht van 1 op 2 januari 2014 de Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken 21] heeft gestolen in Born. [medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij met [verdachte] een zwarte Golf TDI met twee rode letters en waarin na de diefstal de radio is verwisseld, heeft gestolen. Deze auto is naar [medeverdachte 6] gegaan.
De verklaring van [medeverdachte 4] wordt op verschillende onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen, te weten:
  • de door [medeverdachte 4] beschreven locatie van de diefstal van de auto is de straat waar aangever woont;
  • de Whatsapp- berichten van 2 januari 2014 waaruit blijkt dat [medeverdachte 4] in een Golf een Pioneer radio heeft vervangen door een Sony. In de gestolen Volkswagen Golf bleek na het aantreffen een Sony radio te zijn ingebouwd, welke volgens de aangever niet de originele radio betrof;
  • de WhatsApp-berichten van 16 januari 2014 waaruit blijkt dat iets is neergezet wat [medeverdachte 6] wilde (zwart) en dat zwarte had twee ‘let’, die [verdachte] heeft verwijderd. Van de gestolen Volkswagen Golf TDI bleken de letters TDI verwijderd.
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat [verdachte] de betreffende Volkswagen Golf heeft gestolen. De rechtbank zal derhalve het onder feit 22 ten laste gelegde bewezen verklaren, met dien verstande dat hij voor het onderdeel medeplegen dient te worden vrijgesproken, nu medeverdachte [medeverdachte 4] met zijn handelen behulpzaam is geweest – in de zin van medeplichtigheid – en er derhalve geen sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] .
Diefstal Seat Toledo [kenteken 22] (zaak 15B) feit 23
[benadeelde 26] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn auto, een Seat Toleda met [kenteken 22] , tussen 1 januari 2014 omstreeks 21.00 uur en 2 januari 2014 omstreeks 05.30 uur bij zijn woning aan de [adres 41] te Sittard. [83]
De gestolen Seat Toledo werd op 12 maart 2014 omstreeks 11.30 uur aangetroffen op de Stanleystraat te Heerlen. De auto was aan de voorzijde beschadigd. Het slot van het bestuurdersportier en het contactslot zijn geforceerd. [84]
[verdachte] en [medeverdachte 4] zijn op 20 januari 2014 aangehouden na een korte achtervolging op verdenking van diefstal van een Seat. In dat onderzoek is een Samsung S3 mini met het nummer [telefoonnummer 4] in beslag genomen en uitgelezen. Uit de in de telefoon opgeslagen gegevens blijkt dat [verdachte] de gebruiker is van de betreffende telefoon. [85]
Uit de gegevens van de Samsung Galaxy S3 mini blijkt dat er op 17 januari 2014 via WhatsApp een gesprek heeft plaatsgevonden tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] met de volgende inhoud:
  • om 10.39 uur stuurt [verdachte] : “Hey hoeveel km heeft ie erop staan weet je dat toevallig”;
  • om 10.44 uur stuurt [verdachte] : “Zou je dat kunnen nakijken”;
  • om 11.01 uur stuurt [medeverdachte 4] : “Ik loop zo even”;
  • om 11.02 uur stuurt [medeverdachte 4] : “Ik laat je weten als ik het weet”;
  • om 11.02 stuurt [verdachte] : “En als je het bouwjaar zou weten was ook fijn geweest”;
  • om 12.02 uur stuurt [medeverdachte 4] : “156.600”;
  • om 1203 uur stuurt [medeverdachte 4] : “bj +/- 2002”.
[medeverdachte 4] heeft verklaard over de diefstal van een Seat Toledo bij hem in de buurt. Deze stond twee straten verderop. Dit is dezelfde Seat als die van het bericht over de kilometerstand. [verdachte] heeft de auto gestolen en [medeverdachte 4] heeft daarbij op de uitkijk gestaan. De auto stond op de oprit en is ’s nachts gestolen. [87]
Overwegingen
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat [verdachte] in de avond of nacht van 1 op 2 januari 2014 de Seat Toledo met het kenteken [kenteken 22] heeft gestolen in Sittard. [medeverdachte 4] heeft verklaard dat de Seat Toledo bij hem in de buurt is gestolen door [verdachte] waarbij [medeverdachte 4] op de uitkijk heeft gestaan. De verklaring van [medeverdachte 4] wordt ondersteund door de inhoud van de WhatsApp-berichten over de kilometerstand tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] op 17 januari 2014. Immers heeft [medeverdachte 4] verklaard dat het de auto betreft, waarover de berichten over de kilometerstand gingen.
Nu de verklaring van [medeverdachte 4] steun vindt in andere bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat [verdachte] de betreffende Volkswagen Golf heeft gestolen. De rechtbank zal derhalve het onder feit 23 ten laste gelegde bewezen verklaren, met dien verstande dat [verdachte] voor het onderdeel medeplegen dient te worden vrijgesproken, nu medeverdachte [medeverdachte 4] met zijn handelen enkel behulpzaam is geweest – in de zin van medeplichtigheid – en derhalve geen sprake van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] .
Volkswagen Golf [kenteken 23] (zaak 15F) feit 24
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 24 ten laste gelegde diefstal dan wel heling van de Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken 23] , wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte. Het dossier bevat geen aanwijzingen die verdachte direct in verband brengen met deze feiten. De enkele verklaring van medeverdachte [medeverdachte 4] is daartoe onvoldoende. Hoewel [medeverdachte 4] heeft verklaard dat de betreffende Volkswagen Golf door [verdachte] is gestolen, kan de rechtbank niet vaststellen uit welke bron deze wetenschap afkomstig is. Immers heeft [medeverdachte 4] verklaard dat hij niet zelf bij de diefstal aanwezig is geweest.
De rechtbank zal verdachte derhalve van het onder 24 primair en subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
Diefstal Seat Leon [kenteken 24] (zaak 15G) feit 25
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder feit 25 ten laste gelegde diefstal van de Seat Leon, wegens het ontbreken van wettig bewijs. Het dossier bevat enkel de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 4] met betrekking tot verdachtes betrokkenheid en steunbewijs ontbreekt, waardoor niet wordt voldaan aan het in het Wetboek van Strafvordering genoemde wettelijk bewijsminimum.
De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken
Heling Volkswagen Golf [kenteken 25] (zaak 15H) feit 26
Heling Volkswagen Passat [kenteken 26] (zaak 15I) feit 27
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder feit 26 en feit 27 ten laste gelegde heling wegens het ontbreken van wettig bewijs voor verdachtes betrokkenheid. Het dossier bevat enkel het aantreffen van twee Cola-flesjes met het DNA van verdachte in de gestolen auto’s en nader steunbewijs voor betrokkenheid van verdachte ontbreekt, waardoor niet wordt voldaan aan het in het Wetboek van Strafvordering genoemde wettelijk bewijsminimum. Het enkele feit dat verdachte geen verklaring heeft afgelegd voor het aantreffen van zijn DNA op een Colaflesje in een gestolen auto, acht de rechtbank daartoe onvoldoende.
De rechtbank zal verdachte van deze feiten vrijspreken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
2. subsidiair
op 22 december 2013 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 16] , voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van voorhanden krijgen van die personenauto wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof,
en
op 23 december 2013 in Nederland, een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 16] , voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van voorhanden krijgen van die personenauto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
op 22 december 2013 te Sittard, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een personenauto, te weten een Volkswagen Bora, gekentekend [kenteken 17] , toebehorende aan [benadeelde 19] , en zich daarbij de toegang tot die personenauto te verschaffen door middel van verbreking, met dat oogmerk het portierslot en contactslot van die personenauto heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
op 22 december 2013 in Beek met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 7] , toebehorende aan [benadeelde 4] , waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
5.
op 23 december 2013 te Selfkant, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 14] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, toebehorende aan [benadeelde 9] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
6.
op 23 december 2013 te Sittard, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 15] weg te nemen wat van zijn gading was, toebehorende aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader en zich daarbij de toegang tot dat winkelpand te verschaffen door middel van braak, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een zijn mededaders, een ruit van dat winkelpand heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
op 23 december 2013 te Geleen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 24] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, toebehorende aan Penders, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en verbreking;
8. primair
in de periode van 20 oktober 2013 tot en met 21 oktober 2013, in Schinnen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Volkswagen Touran, gekentekend [kenteken 18] , toebehorende aan [benadeelde 20] , waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
12.
op 5 oktober 2013 te Munstergeleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 33] weg te nemen wat van zijn gading was, toebehorende aan [benadeelde 22] , en zich daarbij de toegang tot dat (winkel)pand te verschaffen door middel van braak, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededaders, de toegangsdeuren en een ruit van dat winkelpand heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
13.
op 5 oktober 2013 in de gemeente Vaals, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 34] weg te nemen wat van zijn gading was, toebehorende aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot dat winkelpand te verschaffen door middel van braak, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededaders, een ruit van dat winkelpand heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
14.
op 5 oktober 2013 in Simpelveld, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan het [adres 35] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, toebehorende aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
15. primair
in de periode van 3 oktober 2013 tot en met 4 oktober 2013 te Born, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 19] , toebehorende aan [benadeelde 21] , waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
16.
op 7 december 2013 te Geilenkirchen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 16] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, toebehorende aan [naam aangever 9] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
17.
op 7 december 2013 in Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 13] weg te nemen wat van zijn gading was, toebehorende aan [naam winkel 7] , en zich daarbij de toegang tot dat winkelpand te verschaffen door middel van braak, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededaders, een raam van dat winkelpand heeft vernield, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
18.
op 7 december 2013 te Margraten, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan het [adres 17] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid parfum, toebehorende aan [naam winkel 8] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
19.
op 11 december 2013 te Valkenburg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkelpand gelegen aan de [adres 18] , heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid kleding, toebehorende aan [naam winkel 9] Valkenburg, waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak
20. primair
in de periode van 3 december 2013 tot en met 4 december 2013, in Beek, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 20] , toebehorende aan [naam 3] , waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
21.
in de periode van 9 december 2013 tot en met 11 december 2013 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, een personenauto, te weten een Volkswagen Passat, gekentekend [kenteken 8] , voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van die personenauto wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
22. primair
in de periode van 1 januari 2014 tot en met 2 januari 2014 te Born, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Volkswagen Golf, gekentekend [kenteken 21] , toebehorende aan [benadeelde 25] , waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
23. primair
in de periode van 1 januari 2014 tot en met 2 januari 2014 te Sittard, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Toledo, gekentekend [kenteken 22] , toebehorende aan [benadeelde 26] , waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 4, feit 8 primair, feit 15 primair, feit 20 primair, feit 22 primair, feit 23 primair:diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 2 subsidiair:medeplegen van opzetheling
,en opzetheling;
feit 3:poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 5, feit 14, feit 16, feit 18, feit 19:diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 6, feit 12, feit 13, feit 17:poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 7:diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en verbreking;
feit 21:medeplegen van opzetheling.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

5.De straf en/of de maatregel

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn eis rekening gehouden met de volgende factoren:
  • de aard en de ernst van de feiten;
  • de grote schade die wordt veroorzaakt door ram- en snelkraken;
  • de waarde van de weggenomen goederen;
  • de feiten zijn in vereniging begaan, waarbij sommigen de auto’s aanleverden die werden gebruikt bij de kraken en zij hun buit verkochten aan vaste helers;
  • het betreft een vorm van beroepscriminaliteit waarbij de verdachten uit enkel winstbejag hebben gehandeld ten koste van winkeliers en werknemers die afhankelijk zijn van de getroffen winkels voor hun inkomen;
  • het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat verdachte vóór hij in beeld kwam voor onderhavige zaak is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden wegens vermogensdelicten gepleegd na de huidige ten laste gelegde feiten;
  • de proceshouding van verdachte waarbij hij geen openheid van zaken heeft gegeven alsmede dat hij heeft geprobeerd om medeverdachte Knops te beïnvloeden;
  • de zeer kwetsbare gezondheidssituatie van verdachte.
Gelet op bovengenoemde omstandigheden alsmede rekening houdend met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de persoonlijke omstandigheden van verdachte acht de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar passend en geboden. Echter gelet op de overschrijding van de redelijke termijn zal de officier van justitie de gevangenisstraf beperken tot 54 maanden.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft in het kader van de strafoplegging gewezen op de forse overschrijding van de redelijke termijn, het feit dat verdachte sinds het ten late gelegde niet meer in aanraking is gekomen met justitie alsmede de medische situatie van verdachte en de tijd die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Gelet op genoemde omstandigheden heeft de raadsman verzocht te volstaan met een onvoorwaardelijke gevanigestraf gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten in combinatie met een voorwaardelijk deel dan wel een gevangenisstraf voor de duur van maximaal zes maanden (eventueel met daarnaast nog een groot voorwaardelijk deel) in combinatie met een taakstraf.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van 6 snel- en ramkraken en 4 pogingen daartoe en daarnaast 6 autodiefstallen en 1 poging en ten aanzien van 2 auto’s aan heling, waarbij de diefstallen van auto’s in ieder geval deels zijn gepleegd om daarmee ram-/snelkraken te plegen. De kraken zijn gepleegd met toepassing van grof geweld. Dit alles enkel voor eigen geldelijk gewin, zonder zich kennelijk ook maar iets gelegen te laten liggen aan de gevolgen die het heeft voor de gedupeerde winkeliers, die hard moeten werken om hun geld op een eerlijke manier te verdienen en zich geconfronteerd zien met een ravage en grote schade. Ook een eigenaar van een auto die zich geconfronteerd ziet met de diefstal van zijn auto ondervindt daar schade en hinder van.
De rechtbank gaat uit van een gevangenisstraf van 9 maanden voor één kraak, soortgelijk aan de nu bewezenverklaarde kraken. De bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen dan ook zonder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur.
Uit hetgeen door de raadsman van verdachte naar voren is gebracht begrijpt de rechtbank dat verdachte een nieuw bestaan in Spanje had opgebouwd, waarbij hij elk jaar rond november en december enkele maanden in Nederland verbleef en de rest van de tijd in Spanje. Begin november 2018 is verdachte echter met ernstige gezondheidsklachten opgenomen in het Bravis ziekenhuis te Bergen op Zoom en nadien in het Erasmus ziekenhuis te Rotterdam. Er is thans nog sprake van ernstig hartfalen, waarbij volledig herstel niet te verwachten is. Eind maart 2019 zal naar verwachting duidelijk worden of en zo ja op welke wijze de hartfunctie kan worden verbeterd. Gedacht wordt aan een pacemaker of een ICD-pacemaker (Implanteerbare Cardioverter Defibrilator) en een herstel van een stabiele hartpompfunctie van mogelijk 20-25%. Op dit moment dient er 24 uur iemand in de nabijheid van verdachte te zijn en mag hij niet reizen en kan iedere overmatige inspanning hem fataal worden.
Verdachte heeft ervoor gekozen om bij de politie geen verklaring af te leggen, een recht dat hem toekomt en waar de rechtbank ook niet aan tornt. De rechtbank stelt wel vast dat niet is gebleken, ook nadien niet, dat verdachte heeft stilgestaan bij de gevolgen van zijn handelen voor anderen en dat hij daarvoor verantwoordelijkheid neemt of wenst te nemen. De rechtbank kan daarmee dan ook niet ten voordele van verdachte rekening houden, zoals dat bij medeverdachten wel is gebeurd.
De rechtbank is voorts van oordeel dat door het tijdsverloop in deze zaak van ruim vier jaar (de tijd vanaf de aanhouding van verdachte op 6 januari 2015 en de uiteindelijke berechting van verdachte) de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is overschreden. Er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die deze overschrijding van twee jaar en twee maanden rechtvaardigen. De rechtbank zal deze overschrijding dan ook ten voordele van verdachte verdisconteren in de op te leggen straf.
De rechtbank houdt er bovendien rekening mee dat verdachte vóór het plegen van deze feiten niet eerder is veroordeeld en met de straffen die verdachte nadien zijn opgelegd, dit overeenkomstig artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank betrekt ook in haar beslissing ten aanzien van de op te leggen straf dat het ondergaan van een gevangenisstraf voor verdachte een grotere belasting zal zijn dan voor iemand die niet kampt met vergelijkbare gezondheidsproblemen.
Hetgeen hiervoor is overwogen maakt echter niet dat volstaan kan worden met een andere straf dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gezien het aantal bewezen verklaarde feiten, met name ook de diefstallen door middel van braak (snel-/ramkraken), 6 voltooide en 4 pogingen en de grove wijze waarop te werk is gegaan en de actieve rol die verdachte daarbij heeft gehad, maakt dat, anders dan door de raadsman is bepleit, niet kan worden volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf en eventueel een taakstraf.
Rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn en hetgeen hiervoor ten aanzien van verdachte is overwogen, zal de rechtbank de gevangenisstraf tot 24 maanden beperken, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Of en in hoeverre verdachte in staat zal zijn de gevangenisstraf te ondergaan zal in de executiefase moeten worden bezien. De gezondheidstoestand van verdachte is op voorhand voor de rechtbank geen reden om af te zien van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

6.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

6.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat:
  • de vordering van benadeelde partij [benadeelde 18] kan worden toegewezen met oplegging van de schademaatregel;
  • de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 9] en [benadeelde 27] B.V. hoofdelijk kunnen worden toegewezen met oplegging van de schademaatregel;
  • de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 22] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in verband met een gebrekkige machtiging. Het eigen risico van 450 euro dat kennelijk wel betaald is kan als schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd aan de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] .
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat alle benadeelde partijen, gelet op de bepleite vrijspraken, niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard.
Subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [benadeelde 9] aangevoerd dat uit de stukken blijkt dat de benadeelde reeds schadeloos is gesteld en de vordering derhalve dient te worden afgewezen.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 22] dient subsidiair niet-ontvankelijk te worden verklaard, wegens het ontbreken van een machtiging.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Vordering van benadeelde partij [benadeelde 18]
heeft een vordering benadeelde partij ingediend voor de als gevolg van het hiervoor onder feit 2 ten laste gelegde feit geleden materiële schade ten bedrage van 250 euro.
De rechtbank overweegt dat uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat aan de benadeelde partij door het hiervoor onder feit 2 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. Immers heeft de rechtbank bewezenverklaard dat verdachte de betreffende auto heeft geheeld en vervolgens daarmee een ongeval heeft veroorzaakt waardoor de schade is ontstaan. Aan verdachte zal ter zake van dat feit een straf worden opgelegd. Nu de vordering bovendien inhoudelijk niet door de verdediging is weersproken, zal de rechtbank deze vordering tot een het bedrag van 250 euro (eigen risico) toewijzen. De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
Voorts zal de rechtbank verdachte veroordelen in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, welke kosten zij tot op heden begroot op nihil.
Vordering benadeelde partij [benadeelde 9]
heeft een vordering benadeelde partij ingediend voor de als gevolg van het hiervoor onder feit 5 ten laste gelegde feit geleden materiële schade ten bedrage van 1.188,55 euro.
De rechtbank overweegt dat uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat aan de benadeelde partij door het hiervoor onder feit 5 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht en aan verdachte ter zake van dat feit een straf zal worden opgelegd. De rechtbank begrijpt uit de onderbouwing van het gevorderde schadebedrag dat de verzekering het totale schadebedrag heeft vergoed met uitzondering van het eigen risico, zijnde 1000 euro. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van 1000 euro toewijzen. Voor het overige is de vordering naar oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd en zal zij dit deel van de vordering derhalve afwijzen.
Verdachte is naar burgerlijk recht, samen met zijn mededaders, aansprakelijk voor deze schade.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
Voorts zal de rechtbank verdachte veroordelen in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak en de invordering van voormeld bedrag alsnog te maken, welke kosten zij tot op heden begroot op nihil.
Vordering benadeelde partij [benadeelde 27] B.V.
[benadeelde 27] B.V. vordert een schadevergoeding voor de als gevolg van het hiervoor onder feit 9 ten laste gelegde feit geleden materiële schade ten bedrage van 1.750 euro.
Aangezien aan de vordering een feitencomplex ten grondslag ligt waarvoor verdachte niet zal worden veroordeeld, dient de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering te worden verklaard.
Aangezien de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten die door de verdachte zijn gemaakt. Niet gebleken is dat verdachte (extra) kosten heeft gemaakt voor de civiele vordering. De rechtbank zal deze kosten daarom vaststellen op nihil.
Vordering benadeelde partij [benadeelde 22]
Namens [benadeelde 22] vordert [naam 5] namens de verzekeringsmaatschappij een schadevergoeding voor de als gevolg van het hiervoor onder feit 12 ten laste gelegde feit geleden materiële schade ten bedrage van 9.763,88 euro.
De rechtbank stelt vast dat op het voegingsformulier staat vermeld dat [naam 5] als gemachtigde de vordering heeft ingediend. De rechtbank kan niet vaststellen of [naam 5] dan wel de verzekeringsmaatschappij bevoegd is namens [benadeelde 22] een vordering in te dienen. Aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting om dit uit te zoeken zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. De rechtbank zal derhalve [benadeelde 22] niet-ontvankelijk in haar vordering verklaring.
Voor zover de vordering namens de verzekeringsmaatschappij Sperwer Assurantiën is ingediend, is de rechtbank eveneens van oordeel dat deze niet-ontvankelijk is.
De rechtbank overweegt daartoe dat de vordering van verzekeringsmaatschappij Sperwer Assurantiën strekt tot vergoeding van de ten gevolge van het onder 12 tenlastegelegde en bewezenverklaarde feit geleden schade terwijl Sperwer Assurantiën niet is getroffen in enig belang dat door de met dat feit overtreden strafbepaling wordt beschermd. Daarnaast kan uit de wetsgeschiedenis van de Wet Terwee worden opgemaakt dat de wetgever diegene die krachtens cessie of subrogatie in de rechten van het slachtoffer treden niet als voegings-gerechtigden heeft willen aanmerken. Als voorbeeld van een niet tot voeging gerechtigde vorm van subrogatie noemt de wetgever een verzekeringsmaatschappij die de schade aan het slachtoffer heeft vergoed. In zo'n geval is er geen sprake van 'rechtstreekse schade' als bedoeld in artikel 51a, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank is echter van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting wel is gebleken dat aan de benadeelde partij [benadeelde 22] door het hiervoor onder feit 12 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van 450 euro, bestaande uit het eigen risico. Om te bevorderen dat de schade door verdachte en/of zijn mededaders wordt vergoed, zal de rechtbank aan verdachte ambtshalve hoofdelijk de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 45, 47, 57, 63, 311, 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Ontvankelijkheid
- verklaart de officier van justitie ten aanzien van het
onder 28 subsidiairten laste gelegde
niet-ontvankelijkin de vervolging van verdachte;

Vrijspraak

- spreekt verdachte vrij van de
onder 1, 2 primair, 9, 10, 11, 24 primair en subsidiair, 25, 26, 27 en 28 primairten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde 18]toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 250 euro;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van benadeelde [benadeelde 18] van 250 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde 9]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen 1.000 euro;
  • bepaalt dat voor zover dit bedrag door een mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
  • veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van benadeelde [benadeelde 9] van een bedrag ter hoogte van 1.000 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- verklaart de benadeelde partij
[benadeelde 27] B.Vniet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
- verklaart de benadeelde partijen
[benadeelde 22]en
verzekeringsmaatschappij Sperwer Assurantiënniet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
- legt ambtshalve aan verdachte hoofdelijk de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van benadeelde [benadeelde 22] , van een bedrag ter hoogte van 450 euro, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 9 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een mededader is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.J.M. Mertens-Steeghs, voorzitter, mr. A.K. Kleine en
mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.M.E. de Beukelaer, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 maart 2019.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 19 december 2013 tot en met 20 december 2013 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 15] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 28] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9a2, pag. 4037
2.
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2013 tot en met 21 december 2013 in de gemeente Beek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 16] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 18] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9a3, pag. 4064
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 20 december 2013 tot en met 23 december 2013 in de gemeente Nuth, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 16] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9a3, pag. 4064
3.
hij op of omstreeks 22 december 2013 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een personenauto, te weten een Volkswagen Bora, gekentekend [kenteken 17] , geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 19] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die personenauto te verschaffen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, het portierslot en/of contactslot van die personenauto heeft geforceerd, althans vernield en/of beschadigd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 311 jo. 45 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9a4, pag. 4113
4.
hij op of omstreeks 22 december 2013 in de gemeente Beek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 7] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9a5, pag. 2133
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij in of omstreeks de periode van 22 december 2013 tot en met 23 december 2013 te Schimmert, in elk geval in de gemeente Nuth, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 7] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9a5, pag. 2133
5.
hij op of omstreeks 23 december 2013 te Selfkant, in elk geval in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de Suestrasrasse 63 heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9c, pag. 2179
6.
hij op of omstreeks 23 december 2013 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 15] weg te nemen wat van zijn/haar gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 16] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat (winkel)pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een ruit van dat (winkel)pand heeft geforceerd, althans vernield en/of beschadigd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 311 jo. 45 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9e, pag. 2238
7.
hij op of omstreeks 23 december 2013 te Geleen, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 24] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam aangever 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 9f, pag. 2270a
8.
hij in of omstreeks de periode van 20 oktober 2013 tot en met 21 oktober 2013, in de gemeente Schinnen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Volkswagen Touran, gekentekend [kenteken 18] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 20] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 10a, pag. 2340
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 20 oktober 2013 tot en met 2 december 2013 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Volkswagen Touran, gekentekend [kenteken 18] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 10a, pag. 2340
9.
hij op of omstreeks 29 oktober 2013 te Valkenburg, in elk geval in de gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 10b, pag. 2379
10.
hij op of omstreeks 29 oktober 2013 te Berg en Terblijt, in elk geval in de gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 31] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel 11] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 10c, pag. 2427
11.
hij op of omstreeks 6 november 2013 te Elsloo, in elk geval in de gemeente Stein, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 32] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 10e, pag. 2510
12.
hij op of omstreeks 5 oktober 2013 te Munstergeleen, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 33] weg te nemen wat van zijn/haar gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 22] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat (winkel)pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, de toegangsdeuren en/of een ruit van dat (winkel)pand heeft geforceerd, althans vernield en/of beschadigd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 311 jo. 45 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 12a, pag. 4132
13.
hij op of omstreeks 5 oktober 2013 in de gemeente Vaals, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 34] weg te nemen wat van zijn/haar gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 23] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat (winkel)pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een ruit van dat (winkel)pand heeft geforceerd, althans vernield en/of beschadigd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 311 jo. 45 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 12b, pag. 4147
14.
hij op of omstreeks 5 oktober 2013 in de gemeente Simpelveld, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan het [adres 35] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 24] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 12c, pag. 4174
15.
hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2013 tot en met 4 oktober 2013 te Born, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 19] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 21] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 12d, pag. 4237
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 3 oktober 2013 tot en met 5 oktober 2013 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 19] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 12d, pag. 4237
16.
hij in of omstreeks de periode van 6 december 2013 tot en met 7 december 2013 te Geilenkirchen, in elk geval in Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 16] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam aangever 9] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 13a, pag. 4248
17.
hij in of omstreeks de periode van 6 december 2013 tot en met 7 december 2013 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 13] weg te nemen wat van zijn/haar gading was, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat (winkel)pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met dat oogmerk tezamen en in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een raam van dat (winkel)pand heeft geforceerd, althans vernield en/of beschadigd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(artikel 311 jo. 45 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 13b, pag. 4256
18.
hij op of omstreeks 7 december 2013 te Margraten, in elk geval in de gemeente Eijsden-Margraten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan het [adres 17] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid parfum, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel 8] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 13c, pag. 4260
19.
hij in of omstreeks de periode van 10 december 2013 tot en met 11 december 2013 te Valkenburg, in elk geval in de gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (winkel)pand gelegen aan de [adres 18] , heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid kleding, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel 9] Valkenburg en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 14a, pag. 4268
20.
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2013 tot en met 4 december 2013, in de gemeente Beek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 20] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 14b, pag. 4315
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 3 december 2013 tot en met 12 december 2013 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 20] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 14b, pag. 4315
21.
hij in of omstreeks de periode van 9 december 2013 tot en met 11 december 2013 te Berg en Terblijt, in elk geval in de gemeente Valkenburg aan de Geul, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Volkswagen Passat, gekentekend [kenteken 8] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 14c, pag. 4359
22.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 2 januari 2014 te Born, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Volkswagen Golf, gekentekend [kenteken 21] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 25] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15a, pag. 4365
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 22 januari 2014 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Volkswagen Golf, gekentekend [kenteken 21] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15a, pag. 4365
23.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 2 januari 2014 te Sittard, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Toledo, gekentekend [kenteken 22] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 26] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15b, pag. 4376
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 12 maart 2014 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Seat Toledo, gekentekend [kenteken 22] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15b, pag. 4376
24.
hij in of omstreeks de periode van 23 december 2013 tot en met 24 december 2013 te Hulsberg, in elk geval in de gemeente Nuth, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Volkswagen Golf, gekentekend [kenteken 23] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 29] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15f, pag. 3460
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 23 december 2013 tot en met 7 januari 2014 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Volkswagen Golf, gekentekend [kenteken 23] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15f, pag. 3460
25.
hij op of omstreeks 19 december 2013 te Born, in elk geval in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Seat Leon, gekentekend [kenteken 24] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 30] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15g, pag. 4400
26.
hij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2013 tot en met 13 augustus 2013 in de gemeente Hoensbroek, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Volkswagen Golf, gekentekend [kenteken 25] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15h, pag. 3218
27.
hij in of omstreeks de periode van 15 februari 2013 tot en met 4 maart 2013 te Valkenburg, in elk geval in de gemeente Valkenburg aan de Geul, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto, te weten een Volkswagen Passat, gekentekend [kenteken 26] , heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 416 subs. 417bis Wetboek van Strafrecht)
Zaak 15i, pag. 3258
28.
hij op of omstreeks 23 december 2013 in de gemeente Nuth als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de rechter rijbaan van de weg, de Rijksweg A76, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, vóór en/of in een in die weg gelegen bocht op zodanige wijze te sturen althans te rijden althans te remmen dat hij het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad, ten gevolge waarvan hij met het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig in botsing is gekomen met een -gezien zijn, verdachtes, rijrichting- links in die weg gelegen middengeleiding en/of (vervolgens) (dwars ten opzichte van het wegverloop) tot stilstand is gekomen op de linker rijstrook van de rechter rijbaan van die weg, op het moment dat een personenauto (merk Hyundai, type Lantra, kenteken [kenteken 28] ), rijdende op de rechter rijstrook van die rechter rijbaan van de Rijksweg A76, hem, verdachte, aan de achterzijde aan het naderen was, dat een botsing of aanrijding is ontstaan tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en die personenauto, door welk verkeersongeval, [getuige 13] (zijnde de bestuurder van de personenauto merk Hyundai, type Lantra, kenteken [kenteken 28] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten patella fractuur rechts, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan; (artikel 6 Wegenverkeerswet 1994)
Zaak 9a3, pag. 4064
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 23 december 2013 in de gemeente Nuth, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de rechter rijbaan van de weg, de Rijksweg A76, vóór en/of in een in die weg gelegen bocht op zodanige wijze heeft gestuurd althans gereden althans geremd dat hij het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad, tengevolge waarvan hij met het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig in botsing is gekomen met een -gezien zijn, verdachtes, rijrichting- links in die weg gelegen middengeleiding en/of (vervolgens) (dwars ten opzichte van het wegverloop) tot stilstand is gekomen op de linker rijstrook van de rechter rijbaan van die weg, op het moment dat een personenauto (merk Hyundai, type Lantra, kenteken [kenteken 28] ), rijdende op de rechter rijstrook van die rechter rijbaan van de Rijksweg A76, hem, verdachte, aan de achterzijde aan het naderen was, dat een botsing of aanrijding is ontstaan tussen het door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig en die personenauto, ten gevolge waarvan een achter die personenauto (merk Hyundai, type Lantra, kenteken [kenteken 28] ) naderende personenauto (merk Mercedes, type ML, kenteken [kenteken 29] ) in botsing of aanrijding is gekomen met die personenauto (merk Hyundai, type Lantra, kenteken [kenteken 28] ), door welke gedraging(en) van verdachte (telkens) gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans (telkens) kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg (telkens) werd gehinderd, althans (telkens) kon worden gehinderd; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
(artikel 5 Wegenverkeerswet 1994)
Zaak 9a3, pag. 4064

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg Districtsrecherche Zuid-West, proces-verbaalnummer 2014027205 (Deeldossier B), gesloten d.d. 14 augustus 2014, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 2999, en het aanvullende proces-verbaal d.d. 27 januari 2015, doorgenummerd van pagina 3000 tot en met pagina 4752.
2.Proces-verbaal van aangifte van d.d. 21 december 2013, pagina 4065-4068.
3.Proces-verbaal aanrijding verlaten plaats ongeval d.d. 14 april 2014, pagina 4069-4072:
4.Proces-verbaal van aangifte d.d. 8 januari 2-14, pagina 4073-4074.
5.Proces-verbaal van VerkeersOngevallenAnalyse d.d. 4 april 2014, pagina 4084.
6.Proces-verbaal van aangifte d.d. 22 december 2013, pagina 4038/4040.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 december 2013, pagina 4117-4118.
8.Foto pagina 4123.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 november 2014, pagina 3744-3747.
10.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3738-3743.
11.Proces-verbaal van aangifte d.d.23 december 2013, pagina 2133a-2135.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2014, pagina 179, en kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 december 2014, pagina 2167.
13.Proces-verbaal bevindingen d.d. 24 december 2013, pagina 2157-2158.
14.Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 8 januari 2014, pagina 2136-2143.
15.Deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, nr. 2014.09.10.012, d.d. 25 september 2014, door ing. A.P.M. van Dijk, die verklaart dit rapport naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgesteld als NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, pagina 3210-3214.
16.Deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, nr. 2014.12.01.042, d.d. 12 december 2014, door ing. H.J. van Paassen, die verklaart dit rapport naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgesteld als NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, pagina 3812-3815.
17.Duits proces-verbaal van aangifte d.d. 23 december 2013, pagina 2194-2195.
18.Duits proces-verbaal inhoudende een telefonische notitie getuige [getuige 7] d.d. 23 december 2013, pagina 2212,
19.Duits Proces-verbaal inhoudende een notitie visuele opname d.d. 23 december 2013, pagina 2214-2215.
20.Foto’s pagina 2221.
21.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3738-3739.
22.Proces-verbaal van aangifte d.d. 23 december 2013, pagina 2238-2239.
23.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 januari 2014, pagina 2248-2169.
24.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3739.
25.Proces-verbaal van aangifte d.d. 23 december 2013, pagina 2270-2272.
26.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 december 2013, pagina 2293-2324.
27.Proces-verbaal van bevindingen d.d.23 december 2013, pagina 2271-2283.
28.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3739-3740.
29.Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 oktober 2013, pagina 2340-2343.
30.Proces-verbaal aantreffen gesignaleerd motorvoertuig d.d. 2 december 2014, pagina 2344-2345.
31.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 december 2013, pagina 2373.
32.Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d.8 december 2013, pagina 2346-2355 (3140-3155).
33.Deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, nr. 2014.09.10.012, d.d. 25 september 2014, door ing. A.P.M. van Dijk, die verklaart dit rapport naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgesteld als NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, pagina 3156-3160
34.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3738-3743.
35.Proces-verbaal van aangifte d.d. 4 oktober 2013 2013, pagina 4238-4240.
36.Proces-verbaal aantreffen gesignaleerd motorvoertuig d.d. 5 oktober 2013, pagina 4220-4221.
37.Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 20 oktober 2013, pagina 4222-4230.
38.Deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, nr. 2014.04.22.097, d.d. 6 januari 2015, door ing. A.P.M. van Dijk, die verklaart dit rapport naar waarheid, volledig en naar beste inzicht te hebben opgesteld als NFI-deskundige forensisch DNA-onderzoek, pagina 3300-3302.
39.Proces-verbaal van aangifte van E d.d. 5 oktober 2013 2013, pagina 4133-4145.
40.Proces-verbaal van aangifte d.d. 5 oktober 2013 2013, pagina 4148-4149.
41.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 oktober 2013, pagina 4151-4152.
42.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 7 oktober 2013, pagina 4155-4156.
43.Proces-verbaal van aangifte d.d. 5 oktober 2013 2013, pagina 4187-4189.
44.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 oktober 2013, pagina 4191-4192.
45.Rapport meldkamer, pagina 4175-4186.
46.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 november 2014, pagina 3744-3747.
47.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 10 december 2014, pagina 3775-3787.
48.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 2 december 2014, pagina 3758-3759.
49.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 2 december 2014, pagina 3760-3771.
50.Duits proces-verbaal inhoudende een aangifte d.d.7 december 2013, pagina 4249-4251.
51.Duits proces-verbaal inhoudende bekijken camerabeelden d.d. 20 februari 2014, pagina 4253-4254
52.Proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2013, pagina 4257-4258.
53.Proces-verbaal van aangifte d.d. 7 december 2013, pagina 4261-4265.
54.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3740.
55.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 2 december 2014, pagina 3748-3759.
56.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3738-3743.
57.Proces-verbaal van bevindingen d.d.8 december 2014, pagina 3773-3774.
58.Proces-verbaal van bevindingen d.d.27 januari 2015, pagina 3112.
59.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 december 2014, pagina 4012-4018.
60.Proces-verbaal van aangifte d.d. 11 december 2013, pagina 4269-4289.
61.Proces-verbaal van buurtonderzoek d.d. 11 december 2013, pagina 4290.
62.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 december 2013, pagina 4311-4312.
63.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 december 2013, pagina 4313-4314.
64.Proces-verbaal van aangifte d.d. 4 december 2013, pagina 4319-4325.
65.Proces-verbaal van aangifte d.d. 4 december 2013, pagina 4319-4325.
66.Proces-verbaal van Sporenonderzoek d.d. 28 januari 2014, pagina 4339-4358.
67.Internetaangifte, pagina 4317-4318.
68.Proces-verbaal van bevindingen d.d.13 december 2013, pagina 4329-4338.
69.Proces-verbaal van aangifte d.d. 10 december 2013, pagina 4360-4362
70.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 januari 2019 (2014027205/2014151344).
71.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3741.
72.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 januari 2015, pagina 3119.
73.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d.26 november 2014, pagina 3733-3734.
74.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3738-3743.
75.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 10 december 2014, pagina 3775-3787.
76.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 januari 2015, pagina 3118.
77.Proces-verbaal van aangifte d.d. 10 december 2013, pagina 4360-4362.
78.Proces-verbaal aantreffen gesignaleerd motorvoertuig d.d. 22 januari 2014, pagina 4369-4371.
79.Proces-verbaal van Sporenonderzoek d.d. 24 januari 2014, pagina 4374-4375.
80.Proces-verbaal d.d. 27 januari 2015, pagina 3022.
81.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 oktober 2014, pagina 3503-3505.
82.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 26 november 2014, pagina 3742.
83.Proces-verbaal van aangifte van d.d. 2 januari 2014, pagina 4377-4381.
84.Proces-verbaal aantreffen gesignaleerd motorvoertuig d.d. 12 maart 2014, pagina 4380-4381.
85.Proces-verbaal d.d. 27 januari 2015, pagina 3022.
86.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 oktober 2014, pagina 3317 en 3346.
87.Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d.26 november 2014, pagina 3735.