In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 februari 2019 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Verzoekers, vertegenwoordigd door Luc's Beleggings B.V. en bijgestaan door advocaten mr. P.J.T. Austen en mr. K.A.M.J. Horsch, hebben het verzoek ingediend om getuigen te horen over het gestelde ernstige wanbeleid van verweerder, die als bestuurder van het familiebedrijf Budé Beheer B.V. wordt beschuldigd van onbehoorlijk bestuur. De verzoekers willen met het getuigenverhoor bewijs vergaren om te kunnen besluiten welke juridische stappen zij tegen verweerder willen ondernemen, waaronder een mogelijke enquêteprocedure bij de ondernemingskamer.
Verweerder, bijgestaan door advocaten mr. R.H.G.M. Kerckhoffs en mr. P.P.M. Kerckhoffs, heeft zich verzet tegen het verzoek. Hij stelt dat de verzoekers niet ontvankelijk zijn omdat zij niet de juiste partij hebben betrokken in de procedure en dat zij geen belang hebben bij het getuigenverhoor. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verzoekers ontvankelijk zijn in hun verzoek, omdat zij voldoende belang hebben bij het verkrijgen van bewijs over het bestuur van Budé.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de vereisten van artikel 187 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en dat er geen afwijzingsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek toe te wijzen en een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Tevens is mr. E.W.A. van den Berg-Buntsma benoemd tot rechter-commissaris voor het getuigenverhoor, dat zal plaatsvinden in Maastricht.