Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
BCL Betoncentrale,
1.De procedure
- het op 8 februari 2019 ter griffie ontvangen verzoekschrift
- het op 1 maart 2019 ter griffie ontvangen verweerschrift
- de mondelinge behandeling ter zitting d.d. 12 maart 2019 waar partijen hun respectieve standpunten nader hebben toegelicht, de gemachtigde van BCL aan de hand van een pleitnota.
2.De feiten
Eindconclusie, jij zal over de gehele lijn binnen jouw functie beter en sneller moet werken. Verbetering is noodzakelijk.”
Wij willen u nogmaals erop wijzen dat dit soort wisselingen qua vloeibaarheid voor eens en voor altijd geëlimineerd dienen te worden om niet nog verder klanten te verliezen en om met onnodige schadeclaims geconfronteerd te worden.
Geachte heer [naam directeur]
Es ist schade das zu sagen, aber [verweerder] is nicht geeignet als Anlagenführer.”
Geachte heer [naam directeur] ,
Geachte heer [naam directeur] ,
Er is op datum ziekmelding en reeds daarvoor WEL sprake van ziekte/gebrek, met welke beperkingen hij evenwel duurzaam wel arbeid heeft kunnen en willen verrichten. Blijkens de beoordeling van werkgever heeft betrokkene niet naar verwachting en conform contractvereisten gefunctioneerd. (…) Dit verminderd functioneren is veeleer niet ten gevolge van ziekte/gebrek, maar veeleer ten gevolge van de mis match van de persoonskenmerken en competenties van betrokken enerzijds, en de vereisten van de functie anderzijds. Wanneer dit langdurig aanhoudt kan het leiden, en heeft het geleid tot spanningsklachten. Deze zijn reactief op de aankondiging van werkgever de arbeidsrelatie te willen beëindigen.”
- met het bepalen van de einddatum rekening te houden met de opzegtermijn die voor BCL geldt zonder aftrek van de periode tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de datum van dagtekening van de beschikking;
- BCL te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding ad € 44.064,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente ‘vanaf het tijdstip van opeisbaarheid’ tot aan de dag van voldoening;
- BCl te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
4.De beoordeling
dezewerkgever juist averechts zal werken op het herstel van [verweerder] . De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst tussen partijen dan ook op die grond ontbinden en wel per 1 mei 2019 (rekening houdend met een opzegtermijn van in casu 1 maand).
5.De beslissing
woensdag 3 april 2019 te 12:00 uur.
1 mei 2019ontbonden;