Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 28 december 2018
- de mondelinge behandeling ter zitting, waar beide partijen de respectieve standpunten nader hebben toegelicht, mr Poublon aan de hand van een pleitnota.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 15 januari 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en Stichting Lumière Bassin. [eiser] vorderde betaling van achterstallig loon en een herstel van zijn salaris na een eenzijdige verlaging door de werkgever. De procedure begon met een dagvaarding op 28 december 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling waarin beide partijen hun standpunten toelichtten. De kantonrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor de gevorderde voorziening. Hoewel loonvorderingen doorgaans als spoedeisend worden beschouwd, was in dit geval sprake van een loonverlaging die al veertien maanden geleden was doorgevoerd. [eiser] had niet voldoende onderbouwd dat hij in een spoedeisende situatie verkeerde, en de kantonrechter vroeg zich af waarom hij niet eerder een bodemprocedure had gestart. Bovendien was er onvoldoende zekerheid over de uitkomst van een eventuele bodemprocedure, wat ook een reden was om de vordering af te wijzen. Uiteindelijk werd [eiser] veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Lumière, die op € 600,00 werden begroot.