ECLI:NL:RBLIM:2019:2426

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 maart 2019
Publicatiedatum
15 maart 2019
Zaaknummer
03/702049-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan de productie en voorbereidingshandelingen van MDMA in een loods te Heerlen

Op 15 maart 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan de productie van MDMA. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 februari 2019, waarna het onderzoek op 1 maart 2019 werd gesloten. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.E. Hissel. De tenlastelegging omvatte onder andere het produceren en aanwezig hebben van 140 kilogram MDMA, alsook voorbereidingshandelingen voor de productie van MDMA. De officier van justitie stelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van het primair tenlastegelegde, maar dat hij zich schuldig had gemaakt aan medeplichtigheid aan het subsidiair tenlastegelegde. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van opzet en dat de verdachte ontslagen diende te worden van rechtsvervolging vanwege overmacht.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig was aan het primair tenlastegelegde, maar dat er wel sprake was van medeplichtigheid aan de productie van MDMA. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op de hoogte was van de activiteiten in zijn loods en dat hij deze ter beschikking had gesteld aan de medeverdachten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde, maar achtte de medeplichtigheid aan de productie en voorbereidingshandelingen bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 136 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/702049-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 maart 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.E. Hissel, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 februari 2019. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Vervolgens is ter terechtzitting van 1 maart 2019 het onderzoek gesloten.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: al dan niet samen met anderen, 140 kilogram MDMA heeft geproduceerd dan wel opzettelijk 140 kilogram MDMA aanwezig heeft gehad, dan wel medeplichtigheid aan dit feit door zijn loods ter beschikking te stellen.
Feit 2
:al dan niet samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de productie van MDMA, dan wel medeplichtigheid aan dat feit door zijn loods ter beschikking te stellen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van het onder feit 1 primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Het onder 1 subsidiair tenlastegelegde acht de officier van justitie bewezen, met dien verstande dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan het medeplegen van het vervaardigen/bereiden/bewerken/verwerken, in elk geval opzettelijk aanwezig hebben van 130,2 kilogram MDMA. De officier van justitie heeft daartoe verwezen naar het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking loods [adres] , het overzichtsproces-verbaal van bevindingen, het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, opgesteld door de Landelijke Faciliteit Ontmantelen en de verklaring van de verdachte waaruit blijkt dat hij al vrij snel op de hoogte was van het feit dat er pillen werden geproduceerd in zijn loods die hij ter beschikking had gesteld.
Van het onder 2 primair tenlastegelegde dient de verdachte te worden vrijgesproken. Het onder feit 2 subsidiair tenlastegelegde is volgens de officier van justitie bewezen. Zij heeft daartoe verwezen naar het onderzoek van de LFO waaruit blijkt dat de tabletteermachines geschikt zijn voor het op grote schaal vervaardigen van tabletten, de aangetroffen MDMA-pillen, poeder, seals en sealmachine en de omstandigheid dat de verdachte bij de politie heeft verklaard dat hij wist dat er pillen werden geproduceerd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte geheel dient te worden vrijgesproken, omdat er geen sprake is van opzet dan wel voorwaardelijk opzet.
Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging vanwege overmacht. Vanwege grote psychische druk kon van de verdachte in redelijkheid niet gevraagd worden dat hij anders had moeten handelen.
Tenslotte heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde onder 2 nietig dient te worden verklaard, nu dit deel van de tenlastelegging integraal gedekt wordt door het tenlastegelegde onder 1 subsidiair.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aanleiding
Naar aanleiding van diverse meldingen bij Meld Misdaad Anoniem over mogelijk harddrugsgerelateerde feiten in het bedrijfspand genaamd “ [naam bedrijfspand] ”, gelegen aan de [adres] te Heerlen, was op 4 september 2018, omstreeks 20.55 tot en met 21.05 uur verbalisant [verbalisant] belast met het bekijken van dit pand. Om 21.01 uur zag hij dat er een blauwe bestelbus van het merk Mercedes type Vito het terrein op reed en nabij de garagepoort stopte. De poort ging open. Er waren minimaal twee personen in het pand aanwezig. De bus reed via de garagepoort het pand binnen. [2]
Ter plaatse
Naar aanleiding van de in het voorgaande beschreven informatie bestond het vermoeden dat in de loods op perceel [adres] te Heerlen harddrugs werden vervaardigd en werd op 4 september te 21.45 uur binnengetreden in de loods van [naam bedrijfspand] . In die loods werden vier personen aangetroffen en aangehouden, onder wie [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [3]
Hierna werd de loods betreden door het aanwezige onderzoeksteam via de toegangsdeur van de loods. [4] Vervolgens kwam het onderzoeksteam in een kantoorruimte terecht. In de kantoorruimte was een glazen schuifdeur aanwezig, die toegang gaf tot de loods. In de loods stonden onder andere verschillende voertuigen. Ook zagen de verbalisanten dat nog een ruimte in de loods was afgescheiden door middel van OSB en MDF-platen. In deze ruimte lagen verschillende stempels. In deze ruimte was nog een derde ruimte gemaakt van OSB-platen waarop geluiddempend materiaal was aangebracht, met daarin een tabletteermachine. Naast de machine stonden twee tonnen. In deze tonnen zagen verbalisanten oranjekleurige, vermoedelijk xtc-tabletten liggen. De aangetroffen ruimtes in de loods zijn beschreven als ruimte I, ruimte II en ruimte III. In ruimte I, zijnde de ruimte gelegen achter de glazen deur gezien vanuit de kantoorruimte (de loods), stond achterin een tweede tabletteermachine die niet in werking was. Er zaten restanten poeder in deze machine, roze van kleur.
In ruimte I werden de volgende goederen in beslag genomen:
18 kilo blauwe pillen, bevattende MDMA [5] ;
9,715 kilo paars poeder, bevattende MDMA [6] ;
19,281 kilo geel poeder, bevattende MDMA [7] ;
18 kilo roze pillen, bevattende MDMA [8] ;
9,5 kilo paars poeder, bevattende MDMA [9] .
In ruimte II, de afgescheiden ruimte in ruimte I, werden de volgende goederen in beslag genomen:
2,858 kilo bruin poeder en pillen, bevattende MDMA [10] ;
1,499 kilo geel poeder, bevattende MDMA [11] ;
336 stempels.
In ruimte III werden behalve de tabletteermachine de volgende goederen in beslag genomen:
3,564 kilo oranje poeder, bevattende MDMA [12] ;
4,058 kilo oranje tabletten, bevattende MDMA [13] ;
4,277 kilo oranje tabletten, bevattende MDMA [14] ;
13,329 kilo kristallen, bevattende MDMA [15] ;
1,4 kilo blauwe tabletten, bevattende MDMA [16] ;
6,034 kilo roze tabletten, bevattende MDMA [17] ;
4,036 kilo gele tabletten, bevattende MDMA [18] ;
2,915 kilo geel poeder en gele tabletten, bevattende MDMA [19] ;
5,466 kilo paarse tabletten, bevattende MDMA [20] ;
5,024 kilo roze tabletten, bevattende MDMA [21] ;
1,401 kilo pillen meerdere kleuren, bevattende MDMA [22] .
In de tabletteermachine in ruimte III was oranje kleurig poeder aanwezig en restanten van blauwkleurig poeder. [23] De tabletteermachines werden in beslag genomen. [24]
De rol van de verdachte
Na de inval in de loods is diezelfde avond ook de verdachte in zijn woning aangehouden. [25] De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij samen met zijn vrouw eigenaar is van [naam bedrijfspand] en dat hij de huurder is van het pand aan de [adres] te Heerlen. Anderhalf jaar geleden heeft hij [naam] toestemming gegeven om wat spullen in de loods te zetten. Ze heeft dat samen met haar zwager [medeverdachte 1] gedaan. Vrijwel direct erna vroegen zij of ze een scheidingswand in de loods mochten zetten. [medeverdachte 1] had een sleutel van de loods via [naam] . Ongeveer een jaar geleden merkte de verdachte dat ze bezig waren met het spul. Hij zag een kuip met poeder en grote tassen met gesealde pillen. Hij heeft [medeverdachte 1] gevraagd wat hij deed. [medeverdachte 1] zei dat hij pilletjes aan het drukken of persen was.
[medeverdachte 1] betaalde de verdachte gemiddeld ongeveer € 200 per maand. Hij heeft dit jaar ongeveer € 2.000 aan contant geld van [medeverdachte 1] gekregen.
De verdachte heeft [medeverdachte 1] samen gezien met ene [medeverdachte 2] . Toen de verdachte op de dag van de inval wegging op de zaak was [medeverdachte 2] er ook. Hij heeft eens een jonge jongen op de zaak gezien. Die jongen zag hij net nog op de gang van het politiebureau. [26] In het najaar van 2017 stond er een blauwe bus in de loods. [medeverdachte 1] was er ook. In deze bus zag de verdachte een teil met geel of gifgroen poeder staan. Hij vroeg aan [medeverdachte 1] wat er de bedoeling van was, en [medeverdachte 1] zei toen: hier maken we pillen van. Als de blauwe bus er was, zag hij meestal [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Meestal kwamen zij samen met de blauwe Mercedesbus van [medeverdachte 2] . Twee keer heeft hij gezien dat er Actiontassen stonden in de loods met gesealde zakken met pillen. Als hij dan ’s morgens weer kwam dan waren de bus en de pillen weg. [27]
Het oordeel van de rechtbank
Nietigheid
De rechtbank deelt de lezing van de raadsvrouw niet dat de tenlastelegging van feit 2 nietig is, gelet op de omstandigheid dat het tenlastegelegde onder feit 1 subsidiair en feit 2 ziet op twee verschillende strafbare feiten. Wel is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van eendaadse samenloop, zoals verder in dit vonnis nog wordt besproken.
Vrijspraak ten aanzien van feit 1 primair en feit 2 primair.
Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat op grond van de stukken in het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van
– kort gezegd– de verwerking danwel bewerking van MDMA tot XTC-pillen in de loods aan de [adres] te Heerlen, of aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van MDMA. Dat verdachte actief met anderen heeft meegewerkt aan de vervaardiging van de XTC-pillen acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte zal om deze reden worden vrijgesproken van het onder feit 1 primair en feit 2 primair ten laste gelegde.
Feit 1 subsidiair, medeplichtigheid
De rechtbank heeft bij vonnis van vandaag de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] veroordeeld vanwege het medeplegen van de bewerking en verwerking van ongeveer 19 kilogram MDMA op 4 september 2018. Deze strafbare feiten vonden plaats in de loods van de verdachte. Uit de verklaringen die de verdachte heeft afgelegd bij de politie en ter zitting blijkt dat hij wist van de productie van XTC-pillen in zijn loods en dat hij daar gelegenheid voor heeft gegeven door zijn loods ter beschikking te stellen en dat hij daarvoor ook betalingen heeft ontvangen.
Feit 2
De onder 1 genoemde medeverdachten zijn bij vonnis van vandaag eveneens veroordeeld voor het (mede)plegen van strafbare voorbereidingshandelingen, gericht op de be- en verwerking van MDMA vanwege het voorhanden hebben van de tabletteermachine in ruimte III. Omdat dit dezelfde machine is waarmee feit 1 is begaan, is er sprake van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht, hetgeen gevolgen heeft voor de maximaal op te leggen straf.
Opzet van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie en tijdens het onderzoek ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat de medeverdachten pillen aan het maken waren in de loods, dat het om drugs ging en dat de medeverdachten daartoe materialen voorhanden hadden. Dit betekent dat de verdachte door met deze wetenschap de loods aan hen ter beschikking te stellen de opzet heeft gehad op medeplichtigheid aan het bewerken en verwerken van MDMA en op medeplichtigheid aan voorbereidingshandelingen gericht op het bewerken en verwerken van MDMA. De rechtbank acht dan ook het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat
1. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op
4 september 2018 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging, opzettelijk hebben bewerkt en verwerkt ongeveer 19 kilogram van een materiaal bevattende MDMA, bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door een loods gelegen aan [adres] te Heerlen aan die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ter beschikking te stellen;
2. subsidiair
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] op
4 september 2018 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bewerken en verwerken van een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA voor te bereiden en te bevorderen, een voorwerp voorhanden hebben gehad, te weten een professionele tabletteermachine, waarvan die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] wisten, dat dat goed bestemd was tot het plegen van dat feit, bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door een loods gelegen aan [adres] te Heerlen aan die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ter beschikking te stellen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair:
de eendaadse samenloop van:
medeplichtigheid aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplichtigheid aan medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door een voorwerp voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat het bestemd is tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Door de verdediging is een beroep gedaan op psychische overmacht. Van psychische overmacht is sprake bij een van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kan, en ook niet behoeft te bieden. Daarnaast kan onder omstandigheden het feit dat de verdachte zich heeft gebracht in de situatie waarin die drang op hem is uitgeoefend in de weg staan aan het slagen van het beroep op psychische overmacht.
De rechtbank verwerpt het beroep op psychische overmacht, omdat gelet op hetgeen verdachte daaromtrent heeft verklaard, niet aannemelijk is geworden dat sprake is geweest van een zodanig van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon en ook niet behoefde te bieden. Naar het oordeel van de rechtbank waren er voor de verdachte voldoende alternatieven, zoals het waarschuwen van de politie.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen met aftrek van het voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest bepleit.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het is algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt voor de gebruikers van deze drugs. Het gebruik van deze drugs kan leiden tot een lichamelijke of geestelijke verslaving en, bij overdosis of verkeerd gebruik, zelfs tot de dood van de gebruiker. Daarnaast brengt de productie van deze drugs nogal eens schade toe aan de onroerende zaken die voor deze productie gebruikt worden, terwijl het chemisch afval dat ontstaat bij deze productie vaak illegaal wordt gedumpt, waardoor het milieu schade ondervindt en belast wordt en waarbij er in de regel veel geld, tijd en energie geïnvesteerd moet worden om de negatieve gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk te beperken. Er is veel geld gemoeid met de illegale handel in harddrugs en de productie ervan. Dat is een oorzaak van geweld tussen drugsproducenten onderling, maar ook van geweld tegen gewone burgers en tegen autoriteiten. Geld dat moet worden witgewassen kan bovendien een corrumperende werking hebben op de samenleving. Ten slotte legt het opsporen, ontmantelen en vervolgens vervolgen van de producenten van synthetische drugs een fors beslag op mensen en middelen, als gevolg waarvan de opsporing van andere misdrijven in het geding kan komen. Kortom, de productie van synthetische drugs heeft in meerdere opzichten een forse negatieve invloed.
De verdachte is medeplichtig aan het door anderen produceren van ongeveer 19 kilogram MDMA. Daarnaast is hij medeplichtig aan het door anderen plegen van voorbereidingshandelingen, kennelijk met de bedoeling om harddrugs te (gaan) vervaardigen.
Het opleggen van de straf aan de verdachte dient om het door hem begane misdrijf te vergelden maar de rechtbank wil ook voorkomen dat de verdachte zelf weer in de fout gaat.
Verdachte is voorheen nooit met justitie in aanraking geweest. In het over hem uitgebrachte Reclasseringsadvies d.d. 10 december 2018 wordt beschreven dat hij zijn leven op orde lijkt te hebben. Hij heeft een gezin, een eigen bedrijf, geen financiële problemen, of problemen op het gebied van middelengebruik. Wel is hij naïef en heeft hij een enigszins ontwijkend karakter, hetgeen een rol kan hebben gespeeld bij het plegen van de (thans) bewezen feiten. Tijdens het schorsingstoezicht heeft hij zich aan alle voorwaarden gehouden. De kans op recidive wordt laag ingeschat.
Gelet op het wettelijk strafmaximum gesteld op de bewezen verklaarde feiten, de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd en alle hiervoor genoemde omstandigheden alsmede de eis van de officier van justitie in onderlinge samenhang bezien, komt de rechtbank tot de slotsom dat een onder meer een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 136 dagen voorwaardelijk passend en geboden is. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf zal een proeftijd voor de duur van twee jaren worden gekoppeld. Nu de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht van het onvoorwaardelijke deel wordt afgetrokken, hoeft de verdachte niet terug naar de gevangenis. Wel zal de rechtbank, om recht te doen aan de ernst van het feit, daarnaast nog een taakstraf opleggen van 240 uur.
De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 48 en 55 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10, 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

7.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf 180 dagen, waarvan 136 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
- zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt de verdachte daarnaast tot een taakstraf voor de duur van 240 uren;
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, voorzitter, mr. R. Verkijk en
mr. A.H. Hamm- van de Water, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 maart 2019.
Buiten staat
Mr. A.H. Hamm- van de Water is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 140 kilogram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine,
zijnde MDA, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of een (of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft/hebben vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 140 kilogram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde MDA, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door een pand en/of het perceel en/of een loods en/of bijbehorende aanhorigheden gelegen aan [adres] te Heerlen aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] ter beschikking te stellen;
2.
hij op of omstreeks 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, althans een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden
en/of te bevorderen, een aantal voorwerpen en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waaronder
(ondermeer) (een) professionele tabletteermachine(s), waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die goederen bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
EN/OF
zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feiten heeft trachten te verschaffen immers heeft hij, verdachte toen en daar opzettelijk -het pand en/of het perceel en/of een loods en/of bijbehorende aanhorigheden
gelegen aan [adres] te Heerlen, daartoe ter beschikking gesteld;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of een (of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van
Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, althans een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een aantal voorwerpen en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waaronder (ondermeer) (een) professionele tabletteermachine(s),
waarvan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of die (een of meer) onbekend gebleven perso(o)n(en) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die goed(eren) bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door een pand en/of het perceel en/of een loods en/of bijbehorende aanhorigheden gelegen aan [adres] te Heerlen aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] ter beschikking te stellen.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, team ondermijning, proces-verbaalnummer TOL55/Oberon 2018008213, gesloten d.d. 22 oktober 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 656.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 september 2018, pag. 41.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 september 2018, pag. 44 en 45.
4.De bevindingen omtrent de loods zoals hierna beschreven zijn neergelegd in het proces-verbaal van bevindingen Doorzoeking loods [adres] d.d. 6 september 2018, pag. 58-62.
5.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 114 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
6.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 114 en 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
7.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 116 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
8.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 116 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
9.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 116 en 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 184 van de doornummering.
10.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 184 van de doornummering.
11.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
12.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
13.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 118 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
14.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 118 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
15.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 118 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
16.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 119 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
17.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
18.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
19.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 184 van de doornummering.
20.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 119 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
21.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 120 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
22.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 120 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering
23.Het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking loods [adres] d.d. 6 september 2018, pag. 58 t/m 61.
24.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 135 en 136 van de doornummering.
25.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 september 2018, pag. 46.
26.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 5 september 2018, pag. 363, 365 en 366.
27.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 14 september 2018, pag. 378 t/m 381.