ECLI:NL:RBLIM:2019:2424

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 maart 2019
Publicatiedatum
15 maart 2019
Zaaknummer
03/700349-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Productie en voorbereidingshandelingen van MDMA in een loods te Heerlen

Op 15 maart 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 4 september 2018 in Heerlen betrokken was bij de productie van MDMA. De verdachte, die gedetineerd was in PI Limburg Zuid, werd bijgestaan door advocaat mr. S. Weening. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 februari 2019, waarna het onderzoek op 1 maart 2019 werd gesloten. De tenlastelegging omvatte het produceren en voorbereiden van MDMA, waarbij de verdachte samen met anderen 140 kilogram MDMA zou hebben geproduceerd of aanwezig gehad. De officier van justitie stelde dat het feit bewezen was, terwijl de verdediging betwistte dat de verdachte betrokken was bij de productie en stelde dat de tabletmachine defect was.

De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de productie van MDMA. De rechtbank concludeerde dat de verdachte en zijn medeverdachten opzettelijk MDMA-houdende stoffen hadden bewerkt en verwerkt. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte samen met anderen ongeveer 19 kilogram MDMA had geproduceerd. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 30 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van de productie van synthetische drugs op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700349-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 maart 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] ,
gedetineerd in PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. S. Weening, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 februari 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Vervolgens is ter terechtzitting van 1 maart 2019 het onderzoek gesloten.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: al dan niet samen met anderen, 140 kilogram MDMA heeft geproduceerd danwel opzettelijk 140 kilogram MDMA aanwezig heeft gehad.
Feit 2: al dan niet samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de productie van MDMA.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde feit bewezen is, met dien verstande dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van het vervaardigen/bereiden/bewerken/verwerken, in elk geval opzettelijk aanwezig hebben van 130,2 kilogram MDMA. De officier van justitie heeft daartoe verwezen naar het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking loods [adres] , het overzichtsproces-verbaal van bevindingen, het proces-verbaal van bevindingen ondersteuning LFO, opgesteld door de Landelijke Faciliteit Ontmantelen en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] .
Het onder feit 2 tenlastegelegde is volgens de officier van justitie eveneens bewezen. Zij heeft daartoe verwezen naar het onderzoek van de LFO waaruit blijkt dat de tabletteermachines geschikt zijn voor het op grote schaal vervaardigen van (MDMA-) tabletten en de aangetroffen pillen, poeder, seals en sealmachine.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er op 4 september 2018 4,277 kilo pillen zijn geslagen. De raadsman heeft daartoe gewezen op het tijdstip dat de politie is binnengetreden en de omstandigheid dat de tabletteermachine slechts 25 minuten aan kan hebben gestaan. De machine was afgesteld op een capaciteit van 27.600 tabletten per uur. Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat het gewicht van 1 pil 0,36 gram is. De raadsman stelt zich op het standpunt dat uit de tekst van de tenlastelegging volgt dat het aanwezig hebben van de overige aangetroffen MDMA als subsidiaire variant is tenlastegelegd. Indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het bewerken en/of verwerken van 4,2 kilogram MDMA, dan komt zij aan die subsidiaire variant niet toe. De raadsman heeft ter onderbouwing verwezen naar de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 5 december 2016 (ECLI:GHAMS:2016:5815).
Feit 2
De verdachte dient van het voorhanden hebben van 1 van de 2 tenlastegelegde tabletteermachines te worden vrijgesproken, nu 1 van de tabletteermachines volgens de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] kapot was. De raadsman heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat er sprake is van samenloop van de beide feiten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aanleiding
Naar aanleiding van diverse meldingen bij Meld Misdaad Anoniem over mogelijk harddrugsgerelateerde feiten in het bedrijfspand genaamd “ [naam bedrijfspand] ”, gelegen aan de [adres] te Heerlen, was op 4 september 2018, omstreeks 20.55 tot en met 21.05 uur verbalisant [verbalisant] belast met het bekijken van dit pand. Om 21.01 uur zag hij dat er een blauwe bestelbus van het merk Mercedes type Vito het terrein op reed en nabij de garagepoort stopte. De poort ging open. Er waren minimaal twee personen in het pand aanwezig. De bus reed via de garagepoort het pand binnen. [2]
Ter plaatse
Naar aanleiding van de in het voorgaande beschreven informatie bestond het vermoeden dat in de loods op perceel [adres] te Heerlen harddrugs werden vervaardigd en werd op 4 september 2018 te 21.45 uur binnengetreden in de loods van [naam bedrijfspand] . De verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] werden in die loods aangetroffen en aangehouden. [3] Zij kwamen alle vier uit de ruimte die hierna als ruimte III zal worden aangeduid. [4] Zij zullen in dit vonnis worden aangeduid als “de vier verdachten”.
Hierna werd de loods betreden door het aanwezige onderzoeksteam via de toegangsdeur van de loods. Vervolgens kwam het onderzoeksteam in een kantoorruimte terecht. In de kantoorruimte was een glazen schuifdeur aanwezig, die toegang gaf tot de loods. In de loods stonden onder andere verschillende voertuigen. Ook zagen de verbalisanten dat nog een ruimte in de loods was afgescheiden door middel van OSB en MDF-platen. In deze ruimte lagen verschillende stempels. In deze ruimte was nog een derde ruimte gemaakt van OSB-platen waarop geluiddempend materiaal was aangebracht, met daarin een tabletteermachine. Naast de machine stonden twee tonnen. In deze tonnen zagen verbalisanten oranjekleurige, vermoedelijk xtc-tabletten liggen. De aangetroffen ruimtes in de loods zijn beschreven als ruimte I, ruimte II en ruimte III. In ruimte I, zijnde de ruimte gelegen achter de glazen deur gezien vanuit de kantoorruimte (de loods) stond achterin een tweede tabletteermachine die niet in werking was. Er zaten restanten poeder in deze machine, roze van kleur.
In ruimte I werden de volgende goederen in beslag genomen:
18 kilo blauwe pillen, bevattende MDMA [5] ;
9,715 kilo paars poeder, bevattende MDMA [6] ;
19,281 kilo geel poeder, bevattende MDMA [7] ;
18 kilo roze pillen, bevattende MDMA [8] ;
9,5 kilo paars poeder, bevattende MDMA [9] .
In ruimte II, de afgescheiden ruimte in ruimte I, werden de volgende goederen in beslag genomen:
2,858 kilo bruin poeder en pillen, bevattende MDMA [10] ;
1,499 kilo geel poeder, bevattende MDMA [11] ;
336 stempels.
In ruimte III, werden behalve de tabletteermachine de volgende goederen in beslag genomen:
3,564 kilo oranje poeder, bevattende MDMA [12] ;
4,058 kilo oranje tabletten, bevattende MDMA [13] ;
4,277 kilo oranje tabletten, bevattende MDMA [14] ;
13,329 kilo kristallen, bevattende MDMA [15] ;
1,4 kilo blauwe tabletten, bevattende MDMA [16] ;
6,034 kilo roze tabletten, bevattende MDMA [17] ;
4,036 kilo gele tabletten, bevattende MDMA [18] ;
2,915 kilo geel poeder en gele tabletten, bevattende MDMA [19] ;
5,466 kilo paarse tabletten, bevattende MDMA [20] ;
5,024 kilo roze tabletten, bevattende MDMA [21] ;
1,401 kilo pillen meerdere kleuren, bevattende MDMA [22] .
In de tabletteermachine in ruimte III was oranje kleurig poeder aanwezig en restanten van blauwkleurig poeder. [23] De tabletteermachines werden in beslag genomen. [24]
De machines zijn onderzocht door inspecteurs van de LFO. De tabletteermachine die werd aangetroffen in ruimte III was ingesteld op een capaciteit van 27.600 tabletten per uur (460 tabletten per minuut) en functioneerde goed.
Aan de bedieningszijde van de tabletteermachine die werd aangetroffen in ruimte I ontbrak een paneel. Verder ontbrak van de kast van de tabletteermachine de linker- en rechterpaneel. [25] De aangetroffen pillen zijn gewogen en wogen per 10 stuks, steeds 3,6 gram. [26]
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat hij samen met zijn vrouw eigenaar is van [naam bedrijfspand] en dat hij de huurder is van het pand aan de [adres] te Heerlen. Anderhalf jaar geleden heeft hij [naam] toestemming gegeven om wat spullen in de loods te zetten. Ze heeft dat samen met haar zwager [verdachte] gedaan. Vrijwel direct erna vroegen zij of ze een scheidingswand in de loods mochten zetten. De verdachte had een sleutel van de loods via [naam] . Ongeveer een jaar geleden merkte [medeverdachte 1] dat ze bezig waren met het spul. Hij zag een kuip met poeder en grote tassen met gesealde pillen. Hij heeft verdachte gevraagd wat hij deed. Hij zei dat hij pilletjes aan het drukken of persen was. De verdachte betaalde [medeverdachte 1] gemiddeld ongeveer € 200 per maand. [medeverdachte 1] heeft dit jaar ongeveer € 2000 aan contant geld van de verdachte ontvangen.
[medeverdachte 1] heeft de verdachte samen gezien met ene [medeverdachte 2] . Toen [medeverdachte 1] gisteren wegging op de zaak was [medeverdachte 2] er ook. Hij heeft eens een jonge jongen op de zaak gezien. Die jongen zag hij net nog op de gang van het politiebureau. [27] In het najaar van 2017 stond er een blauwe bus in de loods. De verdachte was er ook. In deze bus zag [medeverdachte 1] een teil met geel of gifgroen poeder staan. Hij vroeg aan verdachte wat er de bedoeling van was en die zei toen: hier maken we pillen van. Als de blauwe bus er was, zag hij meestal de verdachte en [medeverdachte 2] . Meestal kwamen zij samen met de blauwe Mercedesbus van [medeverdachte 2] . Twee keer heeft hij gezien dat er Action tassen stonden in de loods met gesealde zakken met pillen. Als hij dan ’s morgens weer kwam dan waren de bus en de pillen weg. [28] [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat verdachte de sleutel van de loods had. [29] Toen [medeverdachte 1] op 4 september 2018 omstreeks 20.00 uur bij de loods aankwam was [medeverdachte 2] en een de jongen die hij gisteren in het cellencomplex zag al binnen. Verdachte wist de alarmcode. [30]
De alarmgegevens
Uit de gegevens van uit het alarmsysteem aan de [adres] te Heerlen blijkt dat op 4 september 2018 om 17.21 uur het alarm is ingeschakeld en om 19.27 uur weer is uitgeschakeld. [31]
De rol van de verdachte
De verdachte is op 4 september 2018 in de loods in ruimte III aangetroffen. Bij de politie heeft hij zich telkens op zijn zwijgrecht beroepen. Ter terechtzitting van 25 februari 2019 heeft hij verklaard dat hij op 4 september 2018 in de loods was gekomen om te helpen, omdat er een stempel vast zat van de tabletteermachine. Hij moest daarvoor naar de Gamma om iets te halen. Het duurde 15 tot 20 minuten voordat hij de machine had gerepareerd. Hij wist dat er xtc-pillen gefabriceerd werden. Ook heeft hij verklaard dat hij er vaker is geweest.
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Uit de verklaringen die de verdachte ter zitting heeft afgelegd, de bevindingen van de politie bij het binnentreden van het pand en de verklaringen van [medeverdachte 1] bij de politie volgt dat er op 4 september 2018 met behulp van de tabletteermachine XTC-pillen werden geperst en dat alle vier de verdachten dat wisten en daarbij betrokken waren. Ook is gebleken dat er grote hoeveelheden, in totaal meer dan 130 kilogram, MDMA-houdende stoffen aanwezig waren in de loods waar de verdachten zijn aangetroffen.
Met de verdediging constateert de rechtbank dat de tenlastelegging een opsomming bevat die deels alternatief en deels als primair-subsidiairvariant is opgesteld. In de eerste plaats is ten laste gelegd het verwerken, bewerken, vervoeren etc. van MDMA, waarbij de elementen steeds door “en/of” zijn gescheiden. Blijkens de bewoordingen “in ieder geval” is het aanwezig hebben van harddrugs subsidiair ten laste gelegd. De rechtbank moet dan ook als eerste onderzoeken of de primaire variant bewezen kan worden geacht.
De vier verdachten zijn aangetroffen in de loods en waren in, of kwamen net uit, de ruimte waar de tabletteermachine stond. Uit de verklaringen is vast komen te staan dat met die machine die avond XTC-pillen zijn vervaardigd. Dat betekent dat de verdachten betrokken zijn geweest bij het verwerken van MDMA-houdend poeder tot XTC-tabletten. Alle vier de verdachten wisten wat er gebeurde en hebben daar die avond een zodanige materiële bijdrage aan geleverd, dat zij als medeplegers kunnen worden aangemerkt. Dit is ook door de verdediging niet weersproken. De rechtbank acht dan ook bewezen dat zij tezamen en in vereniging MDMA hebben bewerkt en verwerkt.
De rechtbank komt om die reden niet toe aan het als subsidiaire variant onder 1 tenlastegelegde feit, namelijk het aanwezig hebben van 140 kilogram MDMA.
Voor de strafoplegging is relevant hoeveel gram MDMA-houdend poeder op 4 september 2018 is verwerkt of bewerkt tot XTC-tabletten. De rechtbank zal dat bepalen aan de hand van de capaciteit van de machine en de tijdsduur dat de machine die avond heeft gedraaid.
Uit de verklaring van [medeverdachte 1] blijkt dat hij ’s middags het pand heeft verlaten en dat hij ’s avonds is teruggekeerd. Gelet op de gegevens van de alarminstallatie heeft hij om 17:21 het alarm ingeschakeld. Toen [medeverdachte 1] terugkeerde, was [medeverdachte 2] al aanwezig. Uit de alarminschakelmomenten blijkt dat het alarm die avond om 19.27 uur is uitgeschakeld. De rechtbank gaat er daarom van uit dat [medeverdachte 2] vanaf 19.27 uur aanwezig was. Omstreeks 21.00 uur is de verdachte gearriveerd en om 21.45 uur is de politie binnengetreden.
Volgens de verdediging is er gedurende 20 tot 25 minuten pillen gedraaid en komt de hoeveelheid die dit oplevert overeen met het draaien van ongeveer 4000 gram pillen. Dat zou corresponderen met het gewicht van de aangetroffen oranje pillen in de emmer die aan de machine hing. De verdediging baseert deze tijdsduur op de verklaring van de verdachte, dat de tabletteermachine niet kon draaien alvorens hij deze is komen repareren; die verklaring is door [medeverdachte 2] als getuige ter terechtzitting bevestigd. Daartoe was verdachte naar de Gamma geweest om een onderdeel of remolie te halen. De rechtbank hecht echter geen geloof aan de verklaring dat de machine kapot was en pas gebruikt kon worden nadat verdachte deze had gerepareerd. Niet alleen is deze verklaring, gelet op het late tijdstip waarop die is afgelegd, niet meer te verifiëren door bijvoorbeeld beelden op te vragen van de betreffende Gamma-winkel, deze verklaring wordt ook weersproken door andere uit het dossier blijkende omstandigheden.
Immers waren aan de tabletteermachine niet één, maar twee emmers gekoppeld met ieder ruim 4 kilogram oranje pillen en zijn er daarnaast ook blauwe en rode pillen gevonden. Dit laatste kan verklaren waarom de kleding en schoenen van verdachten was bedekt met een laagje paarskleurig (en niet oranje) poeder. In de machine zijn ook resten blauwkleurig poeder aangetroffen.
De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de machine tussen 19.27 uur en 21.45 uur pillen heeft geperst. Rekening houdend met het opstarten en wisselen van poeder, stempels en matrijzen resteert er om en nabij 2 uur netto productietijd. In die tijd kan meer dan 19 kilogram aan pillen zijn vervaardigd en de rechtbank acht die hoeveelheid, gelet op bovengenoemde omstandigheden ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Het onder 2 ten laste gelegde feit komt neer op het plegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van XTC door het aanwezig hebben van een of meerdere tabletteermachines. De rechtbank gaat ervan uit dat de machine die in ruimte I ingepakt aanwezig was, defect is. Dat hadden de verdachten immers al tegen [medeverdachte 1] verklaard voordat zij waren aangehouden. Weliswaar heeft de forensische onderzoeksdienst van de politie de machine onderzocht en geconstateerd dat deze werkte, maar op dat moment zaten er geen matrijs en stempels in. Dat betekent dat niet kon worden vastgesteld dat de machine daadwerkelijk nog gebruikt kon worden om pillen mee te maken en dat de verklaring van Van Loon, dat deze machine bestemd was voor de sloop, niet zomaar van de hand kan worden gewezen.
De overblijvende machine is dezelfde machine waarmee de pillen zijn geperst die onder feit 1 al aan de orde zijn geweest. Dat betekent dat er sprake is van eendaadse samenloop. De verdachten hadden de machine onder zich omdat zij voornemens waren om er pillen mee te persen en zijn er mee aan het werk gegaan. Artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht is dan ook van toepassing, hetgeen gevolgen heeft voor het strafmaximum.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
op 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bewerkt en verwerkt ongeveer 19 kilogram MDMA, van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
op 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bewerken en verwerken van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen, een voorwerp voorhanden heeft gehad, te weten een professionele tabletteermachine, waarvan verdachte en zijn mededaders wisten dat dat goed bestemd was tot het plegen van dat feit.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 en feit 2:
de eendaadse samenloop van:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
en
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of te bevorderen, door een voorwerp voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat het bestemd is tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van het voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op de door hem bepleitte partiële vrijspraak, verzocht aansluiting te zoeken bij de LOVS-oriëntatiepunten die zien op het bewerken/verwerken van harddrugs bij 4.000-5.000 gram, te weten een gevangenisstraf van 20 maanden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het is algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt voor de gebruikers van deze drugs. Het gebruik van deze drugs kan leiden tot een lichamelijke of geestelijke verslaving en, bij overdosis of verkeerd gebruik, zelfs tot de dood van de gebruiker. Daarnaast brengt de productie van deze drugs nogal eens schade toe aan de onroerende zaken die voor deze productie gebruikt worden, terwijl het chemisch afval dat ontstaat bij deze productie vaak illegaal wordt gedumpt, waardoor het milieu schade ondervindt en belast wordt en waarbij er in de regel veel geld, tijd en energie geïnvesteerd moet worden om de negatieve gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk te beperken. Er is veel geld gemoeid met de illegale handel in harddrugs en de productie ervan. Dat is een oorzaak van geweld tussen drugsproducenten onderling, maar ook van geweld tegen gewone burgers en tegen autoriteiten. Geld dat moet worden witgewassen kan bovendien een corrumperende werking hebben op de samenleving. Ten slotte legt het opsporen, ontmantelen en vervolgens vervolgen van de producenten van synthetische drugs een fors beslag op mensen en middelen, als gevolg waarvan de opsporing van andere misdrijven in het geding kan komen. Kortom, de productie van synthetische drugs heeft in meerdere opzichten een forse negatieve invloed op de samenleving.
Bewezen is, dat de verdachte heeft met anderen ongeveer 19 kilogram MDMA geproduceerd. Dit is een zeer grote hoeveelheid. Daarnaast heeft hij met anderen voorbereidingshandelingen verricht, kennelijk met de bedoeling om harddrugs te (gaan) vervaardigen.
Bij de politie heeft de verdachte geen verklaring afgelegd en ook ter terechtzitting heeft hij nauwelijks openheid van zaken gegeven. Hij neemt niet de verantwoordelijkheid voor zijn handelen. De rechtbank komt op basis van het dossier tot de conclusie dat de verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 2] een groot aandeel heeft gehad in de bewezenverklaarde feiten.
Wat betreft zijn persoonlijke omstandigheden heeft verdachte aangevoerd geen (drugs- of alcohol)problemen te hebben. Hij heeft de zorg voor een pleegkind dat nu gesloten is geplaatst. Hij is niet getrouwd, heeft grote schulden en wordt voorlopige niet (meer) toegelaten tot de WSNP. Hij heeft een uitkering van de gemeente. Hij wil wel werken, maar wordt overal afgewezen. Hij heeft de feiten deels gepleegd om zijn schulden te kunnen betalen. Verdachte is in het verleden wel eerder met justitie in aanraking geweest, maar niet vanwege overtreding van de Opiumwet.
Gelet op zijn persoonlijke omstandigheden schat de de rechtbank het gevaar voor herhaling hoog in en zal van de straf ook een belangrijke preventieve werking moeten uitgaan.
Het doel van de op te leggen straf
De hierna op te leggen straf dient niet alleen om de verdachte daadwerkelijk leed toe te voegen vanwege de schade die hij aan de maatschappij heeft toegebracht, maar dient ook als signaal naar andere (potentiele) producenten om met deze illegale activiteiten te stoppen, althans daar niet aan te beginnen.
Bij het opleggen van de straf wil de rechtbank ook voorkomen dat de verdachte zelf weer in de fout gaat.
Gelet op het wettelijk strafmaximum gesteld op de bewezen verklaarde feiten, de rol van verdachte daarin, de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd en alle hiervoor genoemde omstandigheden alsmede de eis van de officier van justitie in onderlinge samenhang bezien, komt de rechtbank tot de slotsom dat een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden passend is. Teneinde de straf dienstbaar te maken aan de preventie zal daarvan een gedeelte, te weten 6 maanden, voorwaardelijk zijn, met aftrek van het voorarrest als bepaald in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Aan het voorwaardelijk deel zal een proeftijd voor de duur van twee jaren worden gekoppeld.

7.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
De nummers 1 tot en met 21 en 23 tot en met 26 van de aan dit vonnis aangehechte beslaglijst, met behulp waarvan het ten laste gelegde en bewezen verklaarde is begaan, zullen worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen met de nummers 22, 27 tot en met 31, 43, 44, 46 tot en met 66 van de aan dit vonnis aangehechte beslaglijst zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.
Van de hierna in de beslissing genoemde, in beslag genomen voorwerpen met de nummers 39, 40 en 42 van de aan dit vonnis aangehechte beslaglijst, zal teruggave aan de verdachte worden gelast.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
- zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- de nummers 1 tot en met 21 en 23 tot en met 26 van de aan dit vonnis aangehechte beslaglijst;
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- de nummers 22, 27 tot en met 31, 43, 44, 46 tot en met 66 van de aan dit vonnis aangehechte beslaglijst;
- gelast van de volgende in beslag genomen voorwerpen dat die aan verdachte worden teruggegeven:
- de nummers 39, 40 en 42 van de aan dit vonnis aangehechte beslaglijst.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, voorzitter, mr. Verkijk en
mr. A.H. Hamm- van de Water, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Berkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 maart 2019.
Buiten staat
Mr. A.H. Hamm- van de Water is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft/hebben vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad ongeveer 140 kilogram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA en/of MDMA en/of N-ethyl MDA (=MDEA) en/of amfetamine, zijnde MDA, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks 4 september 2018 in de gemeente Heerlen, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine,
zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, althans een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een aantal voorwerpen en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waaronder (ondermeer) (een) professionele tabletteermachine(s), waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat
die goederen bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, team ondermijning, proces-verbaalnummer TOL55/Oberon 2018008213, gesloten d.d. 22 oktober 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 656.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 september 2018, pag. 41.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 september 2018, pag. 44 en 45.
4.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 september 2018, pag. 45 en 46.
5.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 114 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
6.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 114 en 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
7.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 116 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
8.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 116 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
9.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 116 en 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 184 van de doornummering.
10.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 184 van de doornummering.
11.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
12.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 117 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
13.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 118 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
14.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 118 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
15.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 118 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 180 van de doornummering.
16.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 119 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
17.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
18.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 176 van de doornummering.
19.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 115 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 184 van de doornummering.
20.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 119 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
21.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 120 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering.
22.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 120 van de doornummering en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pag. 182 van de doornummering
23.Het proces-verbaal van bevindingen doorzoeking loods [adres] d.d. 6 september 2018, pag. 58 t/m 61.
24.Kennisgeving van inbeslagneming, pag. 135 en 136 van de doornummering.
25.Het proces-verbaal bevindingen ondersteuning LFO d.d. 21 september 2018, pag. 150 en 151.
26.Het proces-verbaal van bevindingen wegen tabletten per 10 stuks d.d. 6 september 2018, pag. 110.
27.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 5 september 2018, pag. 363, 365 en 366.
28.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 14 september 2018, pag. 378 t/m 381.
29.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 5 september 2018, pag. 365.
30.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 6 september 2018, pag. 370.
31.Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het verkrijgen en verwerken van gegevens uit het alarmsysteem aan de [adres] te Heerlen d.d. 4 oktober 2018, pag. 233.