Op 12 maart 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 31 december 2018 in Oostrum opzettelijk en wederrechtelijk een lamp en een kastdeur heeft vernield, die toebehoorden aan de Rooyse Wissel. De verdachte, die bij de Rooyse Wissel verbleef in het kader van een begeleid wonen traject, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.K.T. Schoffelen. Tijdens de zitting op 26 februari 2019 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn gemachtigde raadsman was wel aanwezig om de verdediging te voeren. De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van het feit, terwijl de verdediging betwistte dat het feit op de genoemde datum had plaatsgevonden en dat de verdachte de dader was. De rechtbank oordeelde dat de aangifte en getuigenverklaringen voldoende bewijs boden voor de bewezenverklaring van de vernieling.
De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk de lamp en kastdeur heeft vernield. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging en concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De rechtbank hield rekening met het strafblad van de verdachte en de ernst van de feiten, en legde een gevangenisstraf op van 46 dagen, met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat toezicht en begeleiding door de reclassering niet uitvoerbaar waren gezien het aanhoudende middelengebruik en grensoverschrijdende gedrag van de verdachte. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en de rechtbank volgde de eis van de officier van justitie in haar beslissing.