Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- de heroïne is aangetroffen in het dashboardkastje van verdachtes auto;
- het, gelet op de waarde ervan, onwaarschijnlijk is dat een ander een dergelijke hoeveelheid heroïne in de auto heeft laten liggen;
- onder de verdachte een telefoon is aangetroffen met berichten die duiden op de handel in harddrugs.
- de verdachte ontkent dat hij wist dat de heroïne in zijn auto lag;
- het feit dat de verdachte niet van de aanwezigheid van de heroïne heeft geweten, steun vindt in verdachtes toestemming tot doorzoeking van zijn personenauto en zijn aanwijzing aan de politie over de wijze van het openen van het dashboardkastje;
- de verdachte zijn auto heeft uitgeleend aan zijn broer en aan een andere persoon en dat hij vermoedt dat een van hen de heroïne in de auto heeft gelegd;
- de verdachte ontkent dat de aangetroffen telefoon, met berichten die zouden kunnen duiden op de handel in harddrugs, van hem is;
- het relaas in het proces-verbaal van politie, inhoudende dat de drie aangetroffen telefoons in verdachtes broekzak zijn aangetroffen, wordt weerlegd door het feit dat de verdachte één telefoon in zijn hand had;
- het niet raar hoeft te zijn dat een ander de heroïne in de auto van de verdachte heeft achtergelaten, als ervan wordt uitgegaan dat verdachtes broer degene is die dit heeft gedaan. Hij blijft immers via de verdachte toegang houden tot de auto.
De bewijsmiddelen
- in het dashboardkastje, een platte blok, verpakt in folie, gewicht 149,94 gram (SIN AAJC8689NL);
- in het dashboardkastje, een langwerpig voorwerp, verpakt in folie, inhoudende:
- in de kofferbak, een plastic zak met bruin poeder, gewicht 50,31 gram (SIN AAJC8683NL).
- het monster van de stof met SIN AAJC8689NL heroïne bevat;
- het monster van de stof met SIN AAJC8691NL heroïne bevat;
- het monster van de stof met SIN AAJC8693NL coffeïne en paracetamol bevat;
- het monster van de stof met SIN AAJC8683NL coffeïne en paracetamol bevat.
De bewijsoverwegingen
- de verdachte op 16 november 2018 omstreeks 21:00 uur te Echt de enige inzittende was van zijn personenauto;
- op dat moment in de auto van de verdachte aanwezig waren:
- de verdachte drie telefoons (in zijn broekzakken) bij zich had en dat in een van deze telefoons één ontvangen bericht en diverse verzonden berichten met betrekking tot de periode van 29 oktober 2018 tot en met 14 november 2018 zijn aangetroffen die duiden op de handel in harddrugs.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 en 2 tot een gevangenisstraf van 4 maanden;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf;
- wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling met parketnummer 03/659436-16 gedeeltelijk toe;
- gelast dat het deel van de vrijheidsstraf dat als gevolg van de toepassing van de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog gedeeltelijk, te weten voor een periode van 120 dagen, moet worden ondergaan.