Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
beidepanden) mag en dient te verkopen. De vereffenaar behoeft hiervoor geen (extra) machtiging van de kantonrechter, reden waarom het verzoek ter zake wordt afgewezen.
Rechtbank Limburg
In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, wordt de rol van de vereffenaar in de vereffening van een nalatenschap besproken. De zaak betreft een verzoek van de vereffenaar, die is benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van de erflaatster, om een voorschot op zijn loon vast te stellen en om toestemming te krijgen voor de verkoop van onroerende zaken. De erfgenamen zijn het niet eens met de verkoop van een van de onroerende zaken en stellen dat de vereffenaar zich te veel met de nalatenschap bemoeit. De rechtbank oordeelt dat de vereffenaar, op basis van de artikelen 4:203 lid 2 en 4:211 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, de bevoegdheid heeft om de nalatenschap te vereffenen en dat de erfgenamen zonder zijn medewerking niet over de goederen van de nalatenschap kunnen beschikken. De rechtbank wijst het verzoek tot verkoop van de onroerende zaak af, maar geeft de vereffenaar de aanwijzing om een andere onroerende zaak te laten taxeren en te verkopen. Tevens wordt het voorschot op het loon van de vereffenaar vastgesteld op € 16.500,00 exclusief btw. De beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.