ECLI:NL:RBLIM:2019:1248

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 februari 2019
Publicatiedatum
12 februari 2019
Zaaknummer
03/659356-16
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal in vereniging met bedreiging en opzettelijk vervoeren van hennep

Op 11 februari 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 september 2016 samen met medeverdachten betrokken was bij een diefstal van vijf kilogram hennep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in nauwe en bewuste samenwerking handelden, waarbij de medeverdachte een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gebruikt om de slachtoffers te bedreigen. De verdachte is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De officier van justitie heeft de feiten bewezen geacht en de rechtbank heeft de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, gezien de ernstige gevolgen van zijn verwondingen na een achtervolging door de politie. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij afgewezen, omdat de verdachte niet rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten, maar ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die door zijn verwondingen niet in staat is om een straf te ondergaan.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659356-16
Verstek
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 11 februari 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 28 januari 2019. De verdachte is niet verschenen. Tegen hem is verstek verleend. De officier van justitie heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.
De zaak is gelijktijdig, doch niet gevoegd, behandeld met de strafzaak tegen [medeverdachte 1] met parketnummer 03/659354-16 en [medeverdachte 2] met parketnummer 03/659355-16.
Namens de benadeelde partij, een persoon onder nummer 742990, is als gemachtigde verschenen [gemachtigde] . De vordering van de benadeelde partij is behandeld en toegelicht door de gemachtigde.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1:samen met anderen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] heeft beroofd van vijf kilogram hennep (diefstal met (bedreiging met) geweld, dan wel afpersing);
feit 2:samen met anderen vijf kilogram hennep heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, dan wel deze aanwezig heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de feiten 1 primair en 2 bewezen in die zin dat de verdachte deze feiten heeft gepleegd tezamen en in vereniging met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
Hiertoe heeft zij verwezen naar:
  • de verklaringen van de verdachte en [naam] , alsmede de bevindingen van de verbalisanten, welke bewijsmiddelen elkaar onderling steunen;
  • de verklaring van [medeverdachte 2] , met dien verstande dat hij zijn rol tijdens de diefstal met geweld/ripdeal verwisselt met die van [medeverdachte 1] ;
  • het aantreffen van een knalpatroon in de vluchtauto en een knalpatroon op de weg (op een van de plaatsen delict) en de uitkomst van het technisch onderzoek waaruit blijkt dat deze patronen uit hetzelfde wapen afkomstig zijn;
  • het aantreffen van de hennep in de vluchtauto.
Verder heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat de onder 1 tenlastegelegde diefstal met geweld een voortdurend delict betreft: ‘vanaf de ripdeal tot en met het schieten op verbalisant 742990’ en dat het meest aannemelijke scenario is dat de verdachte het wapen in de auto heeft gegeven aan [medeverdachte 1] .
De officier van justitie heeft daarnaast aangevoerd dat kan worden bewezen dat de verdachte in ieder geval voorwaardelijk opzet had op het plegen van geweld tijdens de beroving én tijdens de vlucht met de auto.
3.2
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.2.1
De bewijsmiddelen (1)
Op 25 september 2016 waren verschillende verbalisanten, onder wie verbalisant [verbalisant] en een verbalisant bekend onder nummer 742990, belast met een overlast gerelateerde projectdienst voor de eenheid Limburg, basisteam Venlo-Beesel.
In dit kader heeft verbalisant [verbalisant] onder meer gerelateerd:
Op 25 september 2016, omstreeks 12:30 uur, vatte ik vanaf de kruising van de [straatnaam 1] met het [straatnaam 2] post op een personenauto van het merk Volkswagen, type Golf, zwart van kleur en voorzien van het Belgische kenteken [kenteken] . Ik zag dat deze personenauto stond geparkeerd op een oprit van een woning aan de [straatnaam 3] , vermoedelijk huisnummer [X] . Ik zag dat de voorzijde van de Volkswagen Golf wees in de richting van de [straatnaam 3] . Ik had direct zicht op de bijrijderszijde en een gedeelte van de voorzijde van voornoemde personenauto. Ik zag dat er geen personen in de auto zaten.
Op enig moment zag ik dat een man vanuit de tuin / oprit van voornoemde woning naar de bestuurderszijde van de Volkswagen Golf rende. Ik zag dat deze man een zilverkleurige grote tas in zijn handen had en deze tas vervolgens in de Volkswagen Golf legde. Ik zag dat de man vervolgens terug rende naar de tuin van de woning alwaar de Volkswagen Golf geparkeerd stond. Een aantal seconden daarna zag ik opnieuw een man vanuit de tuin / oprit van voornoemde woning naar de bestuurderszijde van de Volkswagen Golf rennen. Ik zag dat deze man eenzelfde zilverkleurige grote tas in zijn handen had en deze tas in de Volkswagen Golf legde. Ik zag dat deze man vervolgens terug rende naar de tuin van de woning alwaar de Volkswagen Golf geparkeerd stond. Voorts zag ik dat twee personen in de Volkswagen Golf stapten en met hoge snelheid wegreden naar de [straatnaam 4] .
Ik zag dat collega 742990 direct achter de Volkswagen Golf aan reed. Ik reed vervolgens achter 742990 aan. Op het moment dat ik voornoemde woning voorbij reed, zag ik dat er twee personen met versnelde pas vanaf de oprit van de woning richting de [straatnaam 1] liepen. Het waren twee blanke mannen van ongeveer 50 jaar oud. [2]
De verbalisant onder nummer 742990 heeft onder meer gerelateerd:
Op 25 september 2016, omstreeks 12:30 uur, hoorde ik dat collega [verbalisant] mij portofonisch mededeelde: ‘De Golf staat nu op de [straatnaam 3] . Hij staat achteruit ingeparkeerd op de oprit van een woning.’
Direct daarop parkeerde ik mijn onopvallend dienstvoertuig op het [straatnaam 2] met zicht op de betreffende Volkswagen Golf, voorzien van het Belgische kenteken [kenteken] . Ik had zicht op de bijrijderszijde van de Volkswagen Golf. Ik zag dat collega [verbalisant] recht tegenover mij stond op de kruising [straatnaam 2] met de [straatnaam 1] .
Vanuit mijn positie zag ik vervolgens dat er een man vanuit de tuin / binnenplaats, alwaar de Volkswagen Golf stond geparkeerd, naar de Volkswagen Golf rende. Ik zag dat deze man grote grijze / zilveren pakketten in zijn handen had. Ik zag dat deze man de pakketten snel, met een gooiende beweging, in de Volkswagen Golf plaatste. Vervolgens zag ik dat er nog een man vanuit eerder genoemde tuin of binnenplaats naar de Volkswagen Golf rende. Ik zag dat beide mannen vervolgens haastig in de Volkswagen Golf stapten en met hoge snelheid wegreden vanaf de oprit. [3] Die eerste man stapte als bestuurder in. De tweede man stapte als bijrijder in, rechtsvoor. [4] Ik zag dat de Volkswagen Golf met hoge snelheid vanuit de [straatnaam 3] via de [straatnaam 8] de [straatnaam 1] op reed in de richting van de [straatnaam 4] . Vervolgens ben ik achter de Volkswagen Golf aangereden. Op de hoek van de [straatnaam 5] met de [straatnaam 4] zag ik dat de Volkswagen Golf rechtsaf reed en vervolgens op de [straatnaam 5] abrupt tot stilstand kwam. Direct hierna zag ik twee mannen die vanuit de richting van de aldaar gelegen snackbar naar de Volkswagen Golf renden. Ik zag dat deze mannen haastig achterin de Volkswagen Golf stapten. Nadat de mannen waren ingestapt zag ik dat de Volkswagen Golf zijn weg vervolgde over de [straatnaam 5] . Na een achtervolging ben ik de Volkswagen Golf uit het zicht verloren toen deze op de A67 de afslag Sevenum passeerde. [5]
Uit het proces-verbaal van de Rijksrecherche blijkt dat er vervolgens een achtervolging ontstond met meerdere politievoertuigen. Deze achtervolging eindigde uiteindelijk op de [straatnaam 6] te Weert waar de Volkswagen Golf tot stilstand kwam. [6]
De inzittenden van de Volkswagen Golf werden op 25 september 2016 aangehouden. Dit waren:
- [medeverdachte 1] op de [straatnaam 6] te Weert [7] ;
- [verdachte] op de [straatnaam 6] te Weert [8] ;
- [medeverdachte 2] op de [straatnaam 6] te Weert [9] ;
- [naam] op de [straatnaam 7] te Weert [10] .
Op 25 september 2016 is de Volkswagen Golf met het Belgische kenteken [kenteken] inbeslaggenomen. [11] Op 27 september 2016 is een onderzoek ingesteld in deze personenauto. Tijdens dit onderzoek werd een hoeveelheid vermoedelijk verdovende middelen aangetroffen die werd veiliggesteld en inbeslaggenomen voor nader onderzoek. De partij bestond uit drie zilveren sealbags met gripzakken:
  • henneptoppen, verpakt in twee aparte plastic gripzakken (SIN AAIK7078NL);
  • henneptoppen, verpakt in twee aparte plastic gripzakken (SIN AAGM9598NL);
  • henneptoppen, verpakt in één aparte plastic gripzak (SIN AAGM9596NL).
De plantdelen, waaraan de hars niet was onttrokken, werden door de verbalisanten herkend als materiaal van het geslacht Cannabis, beter bekend als hennep. De MMC Cannabis-test gaf een reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep.
Iedere gripzak bevatte één kilogram henneptoppen. [12]
De verdachte heeft tegenover de politie onder meer het volgende verklaard:
Op 25 september 2016 kreeg ik omstreeks 09:00 uur / 09:30 uur een sms’je van [bijnaam medeverdachte 2] . [bijnaam medeverdachte 2] wilde mij per se spreken en zien. Ik reed met mijn neef [naam] naar McDonald’s in Weert. Wij waren daar in de ochtend. Ik zag dat [bijnaam medeverdachte 2] samen met een vriend van hem, genaamd [bijnaam medeverdachte 1] , ook de McDonald’s binnen liep. [naam] en ik moesten in de auto stappen. Dit was een zwarte Volkswagen Golf. We moesten iets gaan ophalen bij twee Hollanders. Op een gegeven moment kwamen we aan in Venlo of Eindhoven en daar zijn we even gestopt en werden [naam] en [bijnaam medeverdachte 1] door [bijnaam medeverdachte 2] afgezet. [bijnaam medeverdachte 2] zei dat wij even met die mensen gingen praten. Ik en [bijnaam medeverdachte 2] reden naar een woning om te praten met twee oudere Nederlandse mannen. Ik was in de woning van die oudere mensen en op een gegeven moment werden er grote zilveren zakken met wiet gepakt. Vervolgens moesten wij naar de Albert Heijn of Delhaize om folie, plastic zakken, te gaan halen. Nadat wij de folie hadden opgehaald, reden ik en [bijnaam medeverdachte 2] terug naar de woning van die oudere mensen.
Terug in de woning van die Hollanders moest ik van [bijnaam medeverdachte 2] een soort envelop geven aan de Hollanders. Deze envelop kreeg ik van [bijnaam medeverdachte 2] in de auto en hij zei dat ik de envelop af moest geven. Ik zag op de envelop getallen en een euroteken staan. Ik overhandigde de envelop aan een van die Nederlanders. Ik dacht dat wij betaalden voor de wiet die ik eerder in die woning had gezien.
Toen ik de envelop wilde geven aan een van de Hollanders, zag ik dat [bijnaam medeverdachte 2] in de woning opeens een geweer had. [13] Met het pistool was hij heel dreigend naar die twee Hollanders. Hij heeft met dat wapen in de richting van die mannen gewezen. [14] Eigenlijk ontstond er meteen een rip deal. Nadat het wapen was getrokken werden er dingen ingeladen in de auto. [15] Ook heb ik een koelkastje in de vorm van een kluisje in de auto gezet, in de kofferbak. Dit lag in een heel klein kamertje bij het terrasje. [16]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat zijn bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 2] ’ is. [17]
3.2.2
De bewijsoverwegingen (1)
Ten aanzien van feit 1
Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte en [medeverdachte 2] twee oudere Nederlandse mannen in een woning gelegen aan de [straatnaam 3] te Venlo hebben beroofd van vijf kilogram hennep. Daarbij hebben zij ook een koelkastje in de vorm van een kluisje meegenomen. Bij deze beroving heeft [medeverdachte 2] dreigend een op een vuurwapen gelijkend voorwerp gericht op de twee Nederlandse mannen, waarna de verdachte en [medeverdachte 2] beiden diverse goederen - in ieder geval drie zakken hennep en een koelkastje - in de auto hebben geladen en met de auto op de vlucht zijn geslagen.
De vraag is of de verdachte en [medeverdachte 2] deze diefstal met bedreiging met geweld tezamen en in vereniging met elkaar hebben gepleegd.
In dit verband stelt de rechtbank voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Gelet op bovenvermelde bewijsoverweging oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van de diefstal met bedreiging met geweld tegen de twee oudere Nederlandse mannen.
Het feit dat de verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat het op een beroving zou uitdraaien, doet hieraan niets af, omdat hij vanaf het moment dat hij dit in ieder geval moet hebben geweten - het moment dat [medeverdachte 2] het wapen ter hand nam - heeft meegedaan aan de uitvoering van de diefstal door gestolen waar mee te nemen, in de auto te stappen en zich niet te distantiëren.
De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte de bedreiging van de politieman 742990 heeft medegepleegd, omdat:
  • niet blijkt dat hierover van te voren afspraken zijn gemaakt;
  • er geen bewijs is dat de verdachte hiermee iets van doen heeft gehad, in die zin dat hij hieraan heeft meegedaan en/of hieraan op een andere manier heeft bijgedragen;
  • de verdachte niet willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een van de mededaders vanuit de auto een achtervolger zou bedreigen met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp.
De enkele omstandigheid dat bij de verdachte zogenoemde schiethanden zijn geconstateerd die zijn te relateren aan de aangetroffen verschoten knalpatronen, maakt dit niet anders, nu daaruit niet kan worden afgeleid dat de verdachte een bijdrage heeft geleverd aan de bedreiging die heeft plaatsgevonden.
Ten aanzien van feit 2
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte de vijf kilogram hennep die hij had gestolen, samen met anderen, te weten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , opzettelijk heeft vervoerd.
3.2.3
De bewijsmiddelen (2)
De vraag die de rechtbank nu nog dient te beantwoorden is of er voldoende bewijs is dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] de twee oudere Nederlandse mannen zijn over wie de verdachte heeft verklaard. Hieronder zullen enkele relevante bewijsmiddelen puntsgewijs worden opgesomd.
A.
[medeverdachte 3] heeft onder meer verklaard:
Ik woon in Venlo, [straatnaam 3] . Ik bevond mij op 25 september 2016 tussen 12:00 uur en 12:30 uur in mijn woning. [18] Op die dag is in de ochtend mijn broer [medeverdachte 4] op bezoek geweest. [19]
B.
Verbalisant 742990 heeft gerelateerd dat hij met zekerheid kan verklaren dat de Volkswagen Golf met het Belgische kenteken [kenteken] op 25 september 2016 stond op de oprit van het adres [straatnaam 3] te Venlo. [20]
C.
In de kofferbak van de inbeslaggenomen Volkswagen Golf met het Belgische kenteken [kenteken] lag een ijskastje met het model van een kleine safe. [21] Foto’s van dit ijskastje zijn getoond aan [medeverdachte 3] tijdens zijn verhoor door de politie op 4 oktober 2016. Hij herkende de koelkast / het ijskastje. Hij heeft hierover verklaard dat deze lag bij de poort van hun plaats; de poort van de woning. [22]
D.
De inbeslaggenomen drie sealbags en vijf gripzakken werden onderzocht op de aanwezigheid van dactyloscopische sporen. [23] Het onderzoek werd verricht op de buitenzijde van de zilverkleurige sealbags en de plastic gripzakken. Op een van de zilveren sealbags (SIN AAGM9596NL) werden twee vingerafdrukken (SIN AAJJ9863NL) aangetroffen. Het dactyloscopisch onderzoek hiernaar heeft geleid tot de individualisatie van deze sporen op [medeverdachte 4] , geboren op [geboortegegevens medeverdachte 4] . Er is zowel een zeer grote mate van overeenkomst geconstateerd als de afwezigheid van onverklaarbare dactyloscopische verschillen tussen het spoor en de afbeelding van de rechter ringvinger respectievelijk rechter middelvinger van [medeverdachte 4] voornoemd. [24]
Deze bevindingen liggen geheel in de lijn der verwachting wanneer het spoor van de donor (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4] ) afkomstig is. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [25]
E.
Op 25 september 2016 werd in de woning op het adres [straatnaam 3] te Venlo op het aanrecht in de keuken een iPhone aangetroffen (goednummer 848309). [26] Er werd een onderzoek ingesteld naar de gegevens op deze iPhone. [27] Uit de gegevens bleek dat:
  • de apple-ID was: ‘ [naam apple-ID] ’;
  • bij de WhatsApp-berichten stond dat de eigenaar ‘ [medeverdachte 3] ’ was;
  • op 25 september 2016 om 12.32.31 uur met dit toestel het alarmnummer 112 werd gebeld en dat dit contact vijf seconden lang was geweest;
  • zes minuten later met dit toestel werd gebeld naar het telefoonnummer [telefoonnummer] ;
  • op 25 september 2016 om 19.01.36 uur door telefoonnummer [telefoonnummer] werd ingebeld via WhatsApp. In dit bericht werd gevraagd: ‘Zwart golfke?’
3.2.4
De bewijsoverwegingen (2)
Naar aanleiding van de onder het vorige kopje opgesomde bewijsmiddelen overweegt de rechtbank dat:
  • verbalisant 742990 er zeker van is dat de Volkswagen Golf met het Belgische kenteken [kenteken] , in welke auto [medeverdachte 2] en de verdachte zijn gevlucht, stond op de oprit van de woning aan de [straatnaam 3] te Venlo;
  • [medeverdachte 3] woont op het adres [straatnaam 3] te Venlo en op de betreffende datum tussen 12:00 uur en 12:30 uur in zijn woning was;
  • [medeverdachte 4] in de ochtend van 25 september 2016 in de woning van [medeverdachte 3] op het adres [straatnaam 3] te Venlo is geweest;
  • op één van de zakken met henneptoppen die door [medeverdachte 2] en de verdachte zijn weggenomen twee vingerafdrukken van [medeverdachte 4] zijn aangetroffen;
  • het koelkastje, in de vorm van een safe, dat is aangetroffen in de kofferbak van de Volkswagen Golf met het Belgische kenteken [kenteken] , afkomstig is vanaf het perceel [straatnaam 3] te Venlo;
  • met de telefoon van [medeverdachte 3] om 12:32 uur, dus direct na de beroving, vijf seconden lang is gebeld met het alarmnummer 112, terwijl dit een logische actie is na een beroving;
  • met de telefoon van [medeverdachte 3] omstreeks 12:38 uur is gebeld met telefoonnummer [telefoonnummer] en dat om 19:01 uur met dit nummer is ingebeld via WhatsApp en dat in dit bericht is gevraagd: ‘Zwart golfke?’, hetgeen overeenkomt met de auto waarin de verdachte en [medeverdachte 2] zijn gevlucht;
  • twee blanke mannen van, op zijn minst, middelbare leeftijd tijdens dan wel na het wegrijden van de Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken] met versnelde pas vanaf de oprit van de woning liepen, terwijl [medeverdachte 4] destijds 46 jaar oud was en [medeverdachte 3] 59 jaar oud.
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, logischerwijs niet tot een andere conclusie leiden dan dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] de personen zijn die op de [straatnaam 3] te Venlo door de verdachte en [medeverdachte 2] van de hennep zijn beroofd.
Overigens wordt elk bewijsmiddel - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1 primair
op 25 september 2016 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vijf kilogram hennep, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededaders, welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachtes mededader,
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] gericht heeft.
feit 2
op 25 september 2016 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft vervoerd een hoeveelheid van ongeveer vijf kilogram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is tenlastegelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 primair
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
Ondanks de ernst van de strafbare feiten heeft de officier van justitie gevorderd de verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel. Hiertoe heeft zij het volgende naar voren gebracht.
Bij zijn aanhouding is de verdachte door politiekogels geraakt in zijn rug. Al tijdens zijn voorarrest is gebleken dat hij vanaf zijn benen is verlamd. Daarnaast is er - niet geverifieerde - informatie dat de verdachte inmiddels is verlamd vanaf zijn nek. In het voordeel van de verdachte is de officier van justitie bij de bepaling van de strafmaat uitgegaan van dit laatste.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Op zondag 25 september 2016 heeft de verdachte zich met zijn mededader begeven naar de [straatnaam 3] in Venlo. Kennelijk hadden zij een afspraak om hennep te kopen. In plaats daarvan heeft verdachtes mededader een op een vuurwapen gelijkend voorwerp getrokken en hebben zij samen, onder bedreiging van dit wapen, vijf kilogram hennep gestolen. Vervolgens zijn beiden er in een auto met hoge snelheid vandoor gegaan, waarbij zij werden achtervolgd door een politieagent.
De door de verdachte gepleegde feiten zijn ernstige misdrijven. De enige passende reactie hierop is in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Toch zal de rechtbank aan de verdachte geen straf opleggen. Hiertoe wordt het volgende overwogen.
Artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat de rechter, indien hij dit raadzaam acht in verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, dan wel die zich nadien hebben voorgedaan, in het vonnis kan bepalen dat geen straf zal worden opgelegd.
Uit het dossier blijkt dat de verdachte, nadat hij tijdens zijn vlucht in de onderhavige zaak door politiekogels is geraakt, in ieder geval vanaf zijn benen, maar wellicht ook vanaf zijn nek, verlamd is geraakt. De verdachte is ten gevolge hiervan zodanig voor het leven getekend dat de rechtbank het opleggen van een straf of maatregel niet passend acht. Zij zal de verdachte daarom schuldig verklaren, maar geen straf opleggen.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij 742990 heeft een immateriële schadevergoeding gevorderd van € 2.000,-- terzake van feit 1 primair, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft de benadeelde partij verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot volledige hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast heeft zij gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte is (partieel) vrijgesproken van de dreiging met geweld tegen politieagent 742990. Dit betekent dat aan de benadeelde partij niet rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 1 primair bewezenverklaarde feit. Gelet hierop zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De rechtbank zal om dezelfde reden ook niet de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.3 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Geen straf of maatregel
- bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd;
Benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij 742990, woonplaats kiezende te Maastricht, politie Eenheid Limburg, ten aanzien van feit 1 primair niet-ontvankelijk in haar vordering;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. C. Wapenaar en mr. M.A. Teeuwissen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Goevaerts, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 februari 2019.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat
feit 1 primair
hij op of omstreeks 25 september 2016 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vijf kilogram hennep, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [medeverdachte 3] en/of voornoemde [medeverdachte 4] en/of een politieman, althans een persoon bekend onder nummer 742990, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] gericht heeft/hebben gehouden en/of
- met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op, althans in de richting van, een personenauto heeft/hebben geschoten en/althans gericht waarin die politieman, althans die persoon bekend onder nummer 742990 reed en/althans zich bevond;
feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 25 september 2016 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] heeft gedwongen tot de afgifte van vijf kilogram hennep, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededaders,
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [medeverdachte 3] en/of die [medeverdachte 4] gericht heeft/hebben gehouden;
feit 2
hij op of omstreeks 25 september 2016 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer vijf kilogram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, DR Nrd-M Limburg d.d. 1 februari 2017 met onderzoeksnummer LB1R016098 SFINX, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 913.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 september 2016 op pagina 151.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 september 2016 op pagina 148.
4.Het proces-verbaal van verhoor aangever 742990 d.d. 5 oktober 2016 op pagina 250.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 september 2016 op de pagina’s 148-150.
6.Het proces-verbaal van de Rijksrecherche, onderzoek Muggia, nummer 20160093 d.d. 29 mei 2017, met bijlagen, pagina 4. Dit proces-verbaal maakt geen onderdeel uit van het proces-verbaal van politie dat is genoemd in voetnoot 1.
7.Het proces-verbaal aanhouding van [medeverdachte 1] d.d. 27 september 2016 op pagina 42.
8.Het proces-verbaal aanhouding van [verdachte] d.d. 25 september 2016 op pagina 67.
9.Het proces-verbaal aanhouding van [medeverdachte 2] d.d. 27 september 2016 op pagina 82.
10.Het proces-verbaal aanhouding van [naam] d.d. 25 september 2016 op pagina 58.
11.De kennisgeving van inbeslagneming op pagina 636.
12.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 18 oktober 2016 op de pagina’s 444-446.
13.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 1 oktober 2016 op de pagina’s 522 en 523.
14.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 4 oktober 2016 op pagina 529.
15.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 1 oktober 2016 op pagina 523.
16.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 4 oktober 2016 op pagina 529.
17.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 26 september 2016 op pagina 538.
18.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 26 september 2016 op de pagina’s 579 en 580.
19.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 4 oktober 2016 op pagina 585.
20.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 oktober 2016 op pagina 154.
21.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 september 2016 op pagina 262 en de foto’s op pagina 266.
22.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 4 oktober 2016 op pagina 584 en de foto’s op pagina 588.
23.Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 18 oktober 2016 op pagina 446.
24.Het proces-verbaal onderzoek stuk van overtuiging op de pagina’s 447 en 448 in combinatie met het rapport dactyloscopisch onderzoek op de pagina’s 455 en 456 respectievelijk het rapport dactyloscopisch onderzoek op de pagina’s 459 en 460.
25.Voornoemde rapporten op de pagina’s 456 en 460.
26.De kennisgeving van inbeslagneming op pagina 645.
27.Het proces-verbaal d.d. 18 oktober 2016 op pagina 402.
28.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 oktober 2016 op pagina 400.