3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
De rechtbank acht de feiten 1 en 4 wettig en overtuigend bewezen. Van de feiten 2 en 3 zal de verdachte worden vrijgesproken. Zij zal hierna per feit de bewijsmiddelen weergeven, welke conclusies zij uit die bewijsmiddelen trekt en waarom.
Vervolgens zal de rechtbank motiveren waarom zij ten aanzien van de feiten 2 en 3 tot een vrijspraak komt.
Feit 1
Bij een doorzoeking van de woning van de verdachte, gelegen aan [adres 1] te [woonplaats] , heeft de politie diverse goederen in beslag genomen: navigatiesystemen, een geldbedrag van € 2.235,-, een taser, een slotentrekker, diverse autosleutels, diverse blanco autosleutels, een codebox, een kentekenplaat, een handleiding van een Edilock, diverse OBD-stekkers en een voorwerp dat lijkt op een vuurwapen. De doorzoeking vond plaats op 10 januari 2017 in het kader van een onderzoek naar voertuigcriminaliteit: diefstallen van met name auto’s.Na inbeslagname heeft de politie onderzocht wat de herkomst was van een aangetroffen autosleutel en een kentekenplaat.
De autosleutel
De inbeslaggenomen autosleutel hoorde bij een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] . Op 21 januari 2017 heeft de politie een onderzoek ingesteld naar de bewaarplaats van de Volkswagen Golf met Nederlands kenteken [kenteken 2] . De auto stond op naam van [medeverdachte 1] , de vriendin van [medeverdachte 2] . Op deze personen komt de rechtbank nog uitgebreid terug. De auto werd aangetroffen in een loods gelegen aan de Van Gronsveldstraat te [K] . Verbalisanten zagen dat de auto schade had aan de voorzijde en dat de voorbumper los naast het voertuig lag. De auto werd in beslag genomen.
De auto is onderzocht en uit het onderzoek bleek dat de bijrijdersstoel oorspronkelijk in een rode Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] hoorde te zitten. Die auto stond sinds 25 mei 2015 door de Duitse autoriteiten als gestolen gesignaleerd en behoorde toe aan aangeefster [aangever 1] .
De kentekenplaat [kenteken 13]
Uit onderzoek bleek dat de aangetroffen kentekenplaat was gestolen. Op 12 mei 2015 heeft [aangever 2] aangifte gedaan van de diefstal van deze kentekenplaat.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte lid is geweest van een criminele organisatie, waartoe [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ook behoorden. Het bewijs hiervoor komt hierna bij feit 4 uitgebreid aan de orde. Uit het bewijs volgt dat de goederen die bij de verdachte zijn aangetroffen, aan hem toe moeten hebben behoord en niet toevallig in zijn woning lagen. De verdachte moet dan ook geweten hebben dat de autosleutel en kentekenplaat van diefstal afkomstig waren. Het doel van de organisatie was namelijk het stelen van auto’s. De bewijsmiddelen voor feit 1 moeten in samenhang worden beschouwd met het bewijs voor feit 4 dat hierna aan de orde komt.
Feit 4 Deelname aan een criminele organisatie
Hiervoor is beschreven dat de verdachte in relatie kan worden gebracht met autodiefstal, zij het summier. De twee voorwerpen van feit 1 vormen het topje van de ijsberg. Er werden bovendien meer voorwerpen in beslag genomen die in verband kunnen worden gebracht met activiteiten op het gebied van voertuigcriminaliteit. De slotentrekker, diverse autosleutels, diverse blanco autosleutels, de codebox, de handleiding van een Edilock en diverse OBD-stekkers vormen onmisbaar gereedschap voor een autodief. Onder de kopjes
Cruciale apparatuuren
De functie van die sleutels, transponders, OBD-kabel en Edilock kastje
zal deze conclusie worden toegelicht door de rechtbank.
Voornoemde [medeverdachte 2] vormde de spil in een crimineel netwerk dat zich met voertuigcriminaliteit bezig hield. De rechtbank noemt hierna een aantal voorbeelden van strafbare feiten waarbij [medeverdachte 2] en anderen betrokken waren. Daarna zal de rechtbank ingaan op het verband tussen deze delicten en andere onderzoeksbevindingen van de politie, alsmede op de rol van de verdachte in het geheel.
Voorbeeld 1 Het gebruik van een gestolen auto bij woninginbraken
[medeverdachte 2] werd aangehouden op 11 januari 2016 met medeverdachten [medeverdachte 13] en [medeverdachte 3] , nadat zij met behulp van een gestolen auto drie woninginbraken hadden gepleegd.
Voorbeeld 2 Poging tot diefstal van een BMW
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 13] werden gezien terwijl zij probeerden een BMW te stelen op woensdag 29 juni 2016 in Geleen.De BMW bleek toe te behoren aan [aangever 3] , die aangifte deed van een poging tot diefstal van zijn auto. Het slot van het voorportier bleek geforceerd en het contactslot was beschadigd.
Naast [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] zijn er ook andere verdachten betrokken bij vergelijkbare delicten. Ook blijk uit het dossier dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en andere verdachten in garages en loodsen gestolen auto’s onder zich hadden of onderdelen die afkomstig waren van gestolen auto’s.
Voorbeeld 3 Het aantreffen van een gestolen BMW in een garage aan de Heutzstraat te Roermond
Zo werd op 24 april 2016 de BMW M3 van aangever [aangever 4] gestolen in Maastricht. Deze auto werd vervolgens (via track and trace) op 27 april 2016 aangetroffen in een garagebox gelegen aan de Heutzstraat te Roermond.De eigenaar van de garagebox heeft verklaard dat hij deze box de week ervoor verhuurd had aan [medeverdachte 3] . Het contract was gedateerd op 14 april 2016 en de eigenaar beschikte over een kopie van het rijbewijs van [medeverdachte 3] .
Voorbeeld 4 Het aantreffen van inbrekerswerktuigen en een gestolen dashboardklok
Op 28 april 2016 werd [medeverdachte 3] aangehouden in gezelschap van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . In hun auto werden inbrekerswerktuigen aangetroffen, alsmede een huurovereenkomst en een nota voor voornoemde garagebox.Daarop is de politie (opnieuw) naar de garagebox aan de Heutztstraat in Roermond gegaan en werd achterin de garage een dashboardklok (kilometer- en toerenteller) van een Volkswagen aangetroffen.De dashboardklok was door Volkswagen af-fabriek ingebouwd in de auto van aangeefster [aangever 5] , een Volkswagen Polo. De dashboardklok bleek tussen 20 en 21 april 2016 uit haar auto te zijn gestolen.
Voorbeeld 5 Het rijden in een gestolen BMW
Op 17 augustus 2016 zagen verbalisanten een Volkswagen Golf rijden die vanaf de Unolaan in Heerlen de Europalaan kwam ingereden met hoge snelheid. In de auto herkende een van de verbalisanten [medeverdachte 2] als bestuurder. Kort achter deze auto reed een BMW 3 met kenteken [kenteken 3] . Als bestuurder van deze auto werd [medeverdachte 3] herkend. Beide auto’s bleven met hoge snelheid achter elkaar rijden. Via de portofoon hoorden de verbalisanten dat een auto met voornoemd kenteken diezelfde dag gestolen was. Tijdens de daarop volgende achtervolging, ging elk voertuig een andere kant op. De auto van [medeverdachte 3] reed voortdurend met hoge snelheid en wist uiteindelijk te ontkomen.De BMW 3 behoorde toe [aangever 6] , wiens echtgenote aangifte heeft gedaan.De BMW werd niet meer teruggevonden, maar [medeverdachte 3] werd later op die dag aangehouden. [medeverdachte 3] was, wederom, in gezelschap van [medeverdachte 2] . Beiden zaten op dat moment in voornoemde Volkswagen Golf. In die auto werd nog een blanco BMW-sleutel aangetroffen. Dit soort sleutels werd veel gebruikt om BMW’s te stelen.
Is er een verband tussen die delicten en bevindingen van de politie?
De officier van justitie heeft betoogd dat deze delicten niet op zichzelf staan: zij zijn gepleegd door leden van een crimineel netwerk, dat niet alleen bestond uit de hiervoor genoemde personen, maar ook anderen, uit [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 1] en de verdachte. De rechtbank deelt dit standpunt van de officier van justitie. De officier van justitie heeft tot dit netwerk nog twee andere verdachten gerekend, [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] , maar de rechtbank acht het bewijs voor hun betrokkenheid te mager. De rechtbank zal aan deze personen in dit vonnis geen verdere aandacht besteden.
Hierna zal de rechtbank beschrijven welke misdrijven nog meer aan de orde zijn, gepleegd door de andere verdachten en die relevant zijn in het kader van het criminele netwerk. Daarbij volstaat de rechtbank met voorbeelden. Het omvangrijke dossier bevat meer delicten. Ook zal de rechtbank nader ingaan op het bewijs dat het verband legt tussen die delicten en waaruit volgt dat het netwerk voldoet aan de vereisten voor een criminele organisatie, waartoe ook enkele verdachten gerekend kunnen worden die geen specifieke vermogensdelicten hebben gepleegd.
Voorbeelden van overige feiten
Voorbeeld 6 Het aantreffen van een gestolen auto in een garage aan de Henri Hermanslaan te Geleen
Op 10 juni 2016 werden [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] aangehouden in Landgraaf. In de auto van [medeverdachte 6] , die in hun nabijheid werd aangetroffen, werd een sleutel aangetroffen met op het label een afkorting die de politie herleiden kon tot een garage gelegen aan de Henri Hermanslaan te Geleen. Een aldaar gelegen garagebox met het nummer dat op het label stond ( [nummer] ) kon met de sleutel worden geopend. In deze garage werd een Jaguar aangetroffen, die als gestolen stond gesignaleerd. Deze auto behoorde toe aan [aangever 7] en was gestolen tussen 9 en 10 mei 2016.
Bij het sporenonderzoek in de Jaguar trof de politie allerlei inbrekersgereedschap aan, waaronder breekijzers, een slotentrekker en een werkhandschoen. Deze goederen waren niet van de eigenaar van de Jaguar. In één van de handschoenen werd bloed aangetroffen waarvan een monster is genomen. Het DNA-profiel dat uit het monster verkregen werd, kwam overeen met het DNA-profiel van [medeverdachte 2] .
Voorbeeld 7 Het aantreffen van een gestolen auto in een garage aan de Beukstraat te Heerlen
Uit tapgesprekken bleek dat [medeverdachte 6] een garagebox huurde aan de Beukstraat in Heerlen. De politie is daar vervolgens op 10 januari 2017 gaan kijken en trof in deze garagebox, met nummer [nummer] , een BMW, type 130I, aan met kenteken [kenteken 4] . Deze bleek te zijn gestolen op 27 december 2016 in Hoensbroek. Aangever [aangever 8] was de eigenaar van deze auto.
Voorbeeld 8 Het aantreffen van gestolen onderdelen en een gestolen BMW in garages aan de Van Gronsveldstraat en Nummer II straat te Kerkrade
In een door [medeverdachte 7] gehuurde garage/loods in Kerkrade werden op 9 november 2016 auto-onderdelen aangetroffen van het merk Volkswagen, die afkomstig waren van 5 gestolen auto’s (Van Gronsveldstraat).In een garagebox in Kerkrade werd op 19 december 2016 een gestolen BMW aangetroffen. Deze garage werd ook gehuurd door [medeverdachte 7] (Nummer II straat).
Voorbeeld 9 Het aantreffen van een gestolen auto in een garage aan de Einderstraat te Kerkrade
Uit een gesprek tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 8] op 18 december 2016 is gebleken dat [medeverdachte 2] een box had gehuurd aan de Einderstraat in Kerkrade. Het gesprek gaat over zakken die in de box moesten worden gezet. Dat bleek later om hennep te gaan. Ook ging het gesprek over een auto, de S4. De politie vermoedde dat dit gesprek verband hield met een overval op 17 december 2016 en komt in het onderzoek uit bij een door [medeverdachte 2] gehuurde garagebox, gelegen aan de Einderstraat te Kerkrade, met nummer [nummer] .In deze garagebox trof de politie een zwarte Audi S4 aan met kenteken [kenteken 5] . Bij navraag bleek het voertuig, waarbij het originele kenteken [kenteken 6] hoorde, te zijn gestolen.
De kentekenplaten die op de Audi S4 waren aangebracht hoorden bij een andere auto, een Audi A6, die op dat moment niet als gestolen gesignaleerd stond.Uit de aangifte van [aangever 9] blijkt dat de auto is gestolen tussen 12 december 2016 17:00 uur en 13 december 2016 07:00 uur op de parkeerplaats gelegen naast zijn appartement aan de [adres 4] te Peer, in België.
Voorbeeld 10 Het aantreffen van gestolen voertuigonderdelen bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10]
De ouders van [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] , waren ook betrokken bij het helen van een auto en van andere voertuigen. Bij een doorzoeking op 10 januari 2017 van hun woning, gelegen aan de [adres 2] te [H.] , heeft de politie diverse voertuigen, met name scooters, en voertuigonderdelen aangetroffen die van diefstal afkomstig waren.[medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] hadden een dashboardklok en ECU (motormanagementsysteem) voorhanden die bij een Volkswagen Golf hoorden, toebehorende aan Seltix Telekommunikationsgesellschaft mbH. Dit betrof een Volkswagen Golf 2.0 GTD, VIN nr. WVWZZZAUZGW263627, met kenteken [kenteken 7] , die volgens aangever [aangever 10] gestolen was op 5 september 2016 te Ubach-Palenberg (Duitsland).De ECU en de dashboardklok waren door de fabriek in deze auto ingebouwd.Verder werden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] door een getuige gezien in Sittard op 22 juni 2016 bij een BMW die op 21 juni 2016 gestolen was in Maastricht. De getuige kon een signalement van hen geven en had het kenteken van hun Mercedes doorgegeven aan de politie.De BMW behoorde toe aan aangever [aangever 11] .
Het verband tussen de voorbeelden van delicten en onderzoeksbevindingen: de criminele organisatie vervolg
Hiervoor werden door de rechtbank diverse vermogensdelicten beschreven. Deze afzonderlijke delicten, al dan niet gepleegd in vereniging, staan zoals gezegd niet op zichzelf. De delicten zijn de concrete, bewijsbare activiteiten die in een groter, georganiseerd verband van verdachten werden begaan. Deze delicten zijn het topje van de ijsberg
.De bij de afzonderlijke delicten betrokken verdachten kenden elkaar en hun relaties zijn niet louter sociaal van aard, zoals door de verdediging is aangevoerd. De verdachten hebben een crimineel netwerk gevormd dat zich structureel bezig hield met het plegen van voertuigdiefstal.
Dat blijkt onder andere uit hierna weergegeven tapgesprekken in combinatie met het voortdurend aantreffen van gereedschap bij vrijwel alle betrokkenen, dat bij uitstek gebruikt wordt bij het stelen van auto’s. Verder zijn er meerdere verbanden te leggen tussen verschillende verdachten en garages/loodsen waar gestolen auto’s en auto-onderdelen zijn aangetroffen, zoals hiervoor al is beschreven. Uit het bewijs volgt ook dat gestolen auto’s kennelijk gestript werden en dat de onderdelen op meerdere plekken bewaard werden voor hergebruik, hetzij ten behoeve van het stelen van auto’s, hetzij ten behoeve van het opbouwen van legale (schade-)auto’s met behulp van die gestolen onderdelen.
Ook als bepaalde verdachten zich niet bewijsbaar schuldig hebben gemaakt aan concrete diefstallen en/of helingen, kan bewezen worden dat zij daarbij betrokken zijn geweest, gelet op de link met de diefstalapparatuur.
[medeverdachte 3] vat het samen in een telefoongesprek op 23 juli 2016. Hij wordt gebeld door een onbekend gebleven persoon die vraagt of [medeverdachte 3] geld gaat verdienen of geld uitgeven. [medeverdachte 3] antwoordt dan: “
beide”. De beller wil ook graag mee, waarop [medeverdachte 3] zegt: “
Ja wacht, zodra ik de rest van de teamleden gesproken heb, zal ik je zeggen wat de planning is.”Dit gesprek is ingebed in de periode waarin de feiten zich hebben afgespeeld die de rechtbank in dit vonnis bewezen acht. Op 29 juni 2016 probeerde [medeverdachte 3] met [medeverdachte 13] een BMW te stelen en op 17 augustus 2016 wordt [medeverdachte 3] gezien in een gestolen BMW. Het gesprek heeft daarom volgens de rechtbank betrekking op criminele activiteiten van [medeverdachte 3] en de overige “teamleden”.
De verdachte was ook lid van het team. De verdachte verkeerde in gezelschap van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] op 20 september 2016 ’s nachts om 2:30 uur, toen zij door de politie in Puth werden aangetroffen en zeiden dat ze naar een spoorwegongeval gingen kijken, terwijl er eerder die nacht twee achtervolgingen hadden plaatsgevonden. Eerder, op 8 september 2016, ruziede de verdachte met [medeverdachte 3] . Dat gesprek had betrekking op gestolen auto’s die in het gesprek aangeduid werden met “vriendin” en “tante”. Ze spraken af elkaar te ontmoeten bij de verdachte thuis, opdat er in alle vrijheid gepraat kon worden en dingen konden worden geregeld. [medeverdachte 2] was bij dit gesprek aanwezig.
Op 11 januari 2016 werd de verdachte in Duitsland aangehouden met [medeverdachte 9] ter zake van een poging tot diefstal van een auto en op 22 juni 2016 onttrokken de verdachte en [medeverdachte 9] zich aan een politiecontrole.
De verdachte werd op 21 oktober 2016 in Duitsland aangehouden in verband met een poging tot diefstal van een BMW. [medeverdachte 6] wist toen te ontkomen.De verdachte heeft toen tegenover de Duitse politie verklaard dat hij een goede vriend was van [medeverdachte 2] en dat [medeverdachte 2] hem op pad gestuurd had met [medeverdachte 6] om een auto te stelen: [medeverdachte 6] was volgens [medeverdachte 2] een “gute Arbeiter”, aldus de verdachte.
Cruciale apparatuur
Om voertuigen te kunnen stelen was apparatuur nodig. Om de voertuigen startklaar te maken bij diefstal werd gebruik gemaakt van apparaten van het merk Edilock. Deze apparaten werden betrokken bij een bedrijf in Volendam, Edilock Holland, dat in de afgeluisterde telefoongesprekken ook [bedrijfsnaam] of [bedrijfsnaam] wordt genoemd. Ook werd gebruik gemaakt van blanco contactsleutels die gecombineerd met transponders geschikt gemaakt konden worden voor gebruik in de gestolen voertuigen.
In de tapgesprekken wordt het Edilock apparaat aangeduid met “kastje”. Dit blijkt onder meer uit het volgende bewijs:
[medeverdachte 6] belt op 20 oktober 2016 naar [verhuurbedrijf] . [medeverdachte 6] heeft een huurauto teruggebracht, maar is een tasje vergeten. Dat tasje zit onder de motorkap bij de accu en [medeverdachte 6] verzoekt de medewerker van [verhuurbedrijf] dit tasje voor hem te bewaren totdat [medeverdachte 6] het komt ophalen. [medeverdachte 6] zegt dan:
Het is gewoon een kastje, die zoekt zegt maar dingen op. Als de politie die vindt, wordt die in beslag genomen en dat is een kastje van 4000 euro, vandaar.
Daarop heeft de desbetreffende medewerker van [verhuurbedrijf] een foto gemaakt van de inhoud van het tasje. Op die foto is een Edilock apparaat te zien, een aansluitkabel en een zakje met daarin een autosleutelhouder.
Bij een doorzoeking van de woning van de vriendin van [medeverdachte 6] , waar [medeverdachte 6] zelf ook veel verbleef, werden op 10 januari 2017 6 blanco sleutels, 4 lege sleutelhouders, 23 transponders en een OBD-kabel aangetroffen (OBD is een afkorting van On Board Diagnostics).
De functie van die sleutels, transponders, OBD-kabel en Edilock kastje
Een transponder wordt aangebracht in een autosleutel en is een kleine chip die kan communiceren met de wegrijbeveiliging van een auto wanneer die transponder in of dichtbij het contactslot van de auto wordt gebracht. Wanneer de startblokkering van de auto de transponder herkent, vindt er controle plaats door het motormanagementsysteem van de auto, kan de auto worden gestart en kan men wegrijden. Normaal gesproken worden door de fabrikant twee originele sleutels meegeleverd met een auto, maar indien nodig kunnen er bij een dealer sleutels met bijbehorende geprogrammeerde transponder worden nabesteld.
Wie over de relevante apparatuur en software beschikt, kan sleutels met transponders programmeren met behulp waarvan met een auto kan worden gereden, ook als men niet de rechthebbende van die auto is.
Het is voor de rechtbank gerechtvaardigd te concluderen dat een persoon die beschikt over een combinatie van blanco sleutels, sleutelhouders, transponders en een diagnoseapparaat, terwijl hij niet werkzaam is in de reguliere autobranche, deze voorwerpen wil gebruiken voor het stelen van auto’s. Een particulier die graag aan auto’s sleutelt, heeft deze spullen niet voorhanden. Wat zou een particulier moeten met zoveel sleutels en transponders? Voor de autodief zijn de spullen echter onmisbaar. Ook de OBD-kabel, zoals bij [medeverdachte 6] aangetroffen, is onmisbaar. Met behulp van deze kabels en (diagnose)apparatuur kunnen gegevens van een auto worden uitgelezen of aanpassingen worden gedaan. De sleutels konden, via een soortgelijke kabel, worden geprogrammeerd met de juiste startcode met behulp van voornoemde Edilock apparaten. [medeverdachte 6] was dus in bezit van het hiervoor beschreven, onmisbare gereedschap voor een autodief.
[medeverdachte 6] communiceerde vaker over de kastjes, onder andere op 3 en 7 december 2016, met het bedrijf Edilock in Volendam. Het nummer dat [medeverdachte 6] belde, stond op naam van een persoon genaamd [betrokkene 1] te Volendam. [medeverdachte 6] spreekt op 3 december 2016 met [betrokkene 1] van [bedrijfsnaam] af om de kast naar het bedrijf te sturen, omdat de update niet goed was gegaan: het kastje bleef op “wait” hangen.Op 7 december 2016 voert hij opnieuw een gesprek met [betrokkene 1] van [bedrijfsnaam] , omdat [betrokkene 1] de verkeerde kast mee heeft teruggegeven aan een vriend. Het gesprek verloopt als volgt:
7 december 2016
Medewerker: [bedrijfsnaam] met [betrokkene 1]
[medeverdachte 6] : Hoi, met die van Heerlen he. Je hebt die kast mee teruggegeven aan de vriend he? Je hebt de verkeerde kast gegeven.
Medewerker: dan moet ik effe gaan kijken. Ik heb jouwes hier liggen, nou stuur maar op anders, stuur ik hem terug, ja ik heb er hier, iedereen een kast liggen, achter mekaar jongen.
[medeverdachte 6] : Ik heb mijne nou gister op de post gedaan.
Medewerker: Ja, die heb ik hier ja, heb je ook een andere kabel geprobeerd?
[medeverdachte 6] : Nee, ik heb van thuis die wat ik van jou had, die originele zwarte gewoon.
Medewerker: Ja, dat klopt, maar het ken ook nog zijn dat er een breuk, een foutje in de kabel zit.
[medeverdachte 6] : en dan blijft die op wait?
Medewerker: ja, want dan heb je geen communicatie. Ik zit effe te kijken of ik hier een auto heb, dat ik hem effe kan testen.
[medeverdachte 6] : O trouwens, ik heb hem met een andere kabel getest.
Medewerker: Ja, dan ga ik dat effe doorgeven nog, want dat was nog de truc, ik denk ik zoek effe een kast en dan trek ik hem effe hier na.
[medeverdachte 6] : Ja, nee, want ik heb nog met die, eh, van die vriend van mij met die kabel, want we hebben alletwee een andere kabel, daarom, hebben we met z’n alletwee gedaan.
Medewerker: Ok, nou dan moet dat goed zijn, dan ga ik dat effe doorgeven.
[medeverdachte 6] : Als die kast klaar is, bel mij dan, dan kom ik gewoon gereden met die en dan neem ik ze alletwee terug.
Medewerker: Ja, want die andere is klaar.
[medeverdachte 6] : stuur ze alletwee maar op als ze klaar zijn en dan sturen wij die nou terug.
(tegen iemand op de achtergrond) Geef je adres eens effe. [adres 3].
Dit laatste adres is het adres van [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] was dus kennelijk bij dit gesprek aanwezig. Ook hij communiceerde vaker telefonisch over kastjes en in relatie tot het bedrijf in Volendam, bijvoorbeeld op 31 oktober 2016 in een gesprek met [medeverdachte 6] :
[medeverdachte 2] : Ik zit hier te wachten op [betrokkene 1] .
[medeverdachte 6] : Hoe heet die?
[medeverdachte 2] : [betrokkene 1]
[medeverdachte 6] : Ja ik ga hem nou bellen.
[medeverdachte 2] : En dan zeg je: [betrokkene 1] , als je wilt dat je kinderen nog veilig thuis komen, stuur je die kast op en anders kom ik naar die kinderen de school op. Ze zitten op de Volendammerschool 138.
[medeverdachte 2] belde verder op 1 december 2016 met zijn vader [medeverdachte 5] . [medeverdachte 2] klaagde in dat gesprek dat zijn auto’s door de politie in beslag waren genomen en dat “ze” bij [bijnaam] (
de rechtbank: bedoeld wordt [medeverdachte 3] )in de auto meer gevonden hadden: twee kastjes.Dit gesprek past bij het gegeven dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] op 30 november 2016 zijn aangehouden vanwege het voorhanden hebben van diefstalapparatuur (Edilock, blanco sleutels en transponders).
Niet alleen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 2] praten over kastjes, ook andere verdachten uit het dossier praten daarover via de telefoon. [medeverdachte 5] begrijpt kennelijk wat zijn zoon bedoelt. Duidelijk is dat de gesprekspartners meteen begrijpen waar dit woord betrekking op heeft. De rechtbank geeft nog twee voorbeelden uit het dossier.
[medeverdachte 3] werd op 21 juli 2016 gebeld door een onbekende persoon, die vraagt of hij niet met [medeverdachte 2] is. [medeverdachte 2] , zo blijkt uit het dossier, is de afkorting van [medeverdachte 2] , zijnde [medeverdachte 2] . [medeverdachte 3] zegt dan dat [medeverdachte 2] nog ligt te slapen, waarop de beller vraagt of het kastje nog bij [medeverdachte 2] ligt. Dat weet [medeverdachte 3] niet. De beller legt dan uit dat er ergens een kanon staat en [medeverdachte 3] stelt dan voor om elkaar dalijk of die avond te zien. Uit het dossier blijkt dat met kanon een auto bedoeld wordt.
[medeverdachte 1] belt op 3 november 2016 met [medeverdachte 2] , die op dat moment gebruik maakt van de telefoon van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 2] zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij eerst langs huis komt en dat zij thuis moet blijven, want hij moet die kast van [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) hebben. [medeverdachte 1] zegt daarop dat die kast vandaag niet komt. Ze denkt morgen, omdat die pas de dag ervoor werd opgestuurd. [medeverdachte 1] moet dan van [medeverdachte 2] thuis blijven en wachten op die kast.
Uit het voorgaande volgt voor de rechtbank dat het gebruik van Edilock apparatuur met de daarbij passende voorwerpen een rode draad vormt in de activiteiten van de verdachten. Vader en zoon [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 1] weten allen waarover het gaat. Van het bedrijf in Volendam is men vaste klant: [medeverdachte 6] hoeft zich immers maar voor te stellen als “die van Heerlen” en dan weet de gesprekspartner meteen met wie hij van doen heeft. Het bedrijf levert niet alleen kastjes, maar verleent ook service als er iets niet in orde is.
Ook met de verdachte zelf, alsmede met [medeverdachte 8] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 4] is er een duidelijke relatie te leggen met Edilock apparatuur en/of voorwerpen die in combinatie met dit apparaat worden gebruikt of anders met vergelijkbare voorwerpen die in verband met autodiefstal konden worden gebracht. Geen van de betrokken verdachten is werkzaam in de reguliere autobranche. Alle verdachte hebben niets willen verklaren over het hoe en waarom van het bezit van die voorwerpen en voor hen geldt dus dat zij deze voorwerpen met maar één doel voorhanden kunnen hebben gehad: het plegen van autodiefstallen. Een overzicht:
- Bij een zoeking op het terrein van de houtzagerij in Brunssum, gelegen bij de woning van [medeverdachte 8] , zijn op 11 januari 2017 twee Edilock apparaten aangetroffen, verstopt in een tas onder bladeren en grond. Op één van die Edilock apparaten werd een vingerafdruk van [medeverdachte 8] aangetroffen.
- Bij een doorzoeking van de woning waar de verdachte verbleef, werd een handleiding aangetroffen van een geheugen, een eeprom, dat gebruikt kan worden in combinatie met uitleesapparatuur (zoals een Edilock). Verder werden een adapter, een codebox en een ODB key reader aangetroffen, die gebruikt konden worden om een sleutelcode op een blanco sleutel en transponder te zetten, alsmede tientallen blanco sleutels waarmee portiersloten van auto’s van het merk BMW dan wel van het merk VW opengemaakt konden worden;Zoals hiervoor al beschreven werd er ook op 20 oktober 2016 Edilock apparatuur aangetroffen nadat de verdachte was aangehouden nabij een gestolen auto en medeverdachte [medeverdachte 6] wist te ontkomen.
- Bij een doorzoeking van de woning van de partner van [medeverdachte 7] , waar [medeverdachte 7] verbleef, werd op 9 november 2016 een doos in beslaggenomen met onder andere een transponder key programmer om blanco sleutels mee in te lezen en een doosje met blanco sleutels van het merk Volkswagen.Ook werd op een laptop die op 10 januari 2017 in beslag werd genomen software aangetroffen die gebruikt kon worden om sleutels te (her)programmeren.
- Bij een doorzoeking van de woning van [medeverdachte 3] werden een blanco autosleutel, twee transponders en een telefoon in beslaggenomen waarop diverse bezoeken aan websites terug te vinden waren, waarop hard- en software aangeboden werd waarmee autosleutels van diverse automerken geprogrammeerd konden worden. Ook werd een afbeelding met de tekst Edilock aangetroffen en [medeverdachte 3] bekeek vaak berichten over autodiefstallen.
- Bij een doorzoeking van de woning van [medeverdachte 9] zijn vier transponders in beslaggenomen.
- [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] werden op 30 november 2016 aangehouden en hadden diefstalapparatuur voorhanden (Edilock, blanco sleutels en transponders).In voornoemd gesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] van 1 december 2016 klaagt [medeverdachte 2] over het aantreffen van de kastjes. De aangetroffen apparatuur is beschreven in het dossier: het betrof een Edilock RF-ID Antenna, een Edilock apparaat voor Jaguar en Landrover en een OBD-stekker.
- In een overzicht van politiemutaties en aandachtsvestigingen staat verder vermeld dat op 19 juli 2016 bij [medeverdachte 13] en [medeverdachte 4] bij een aanhouding diefstalapparatuur (Edilock) werd aangetroffen.
- In dat overzicht staat vermeld dat bij [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 13] op 19 mei 2016 diefstalapparatuur (Edilock) werd aangetroffen.
- In dat overzicht staat vermeld dat op 28 april 2016 bij [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] bij een aanhouding blanco sleutels en transponders werden aangetroffen.
De rechtbank kan gelet op het voorgaande vaststellen dat er in elk geval vanaf 28 april 2016 tot en met 10 januari 2017 structureel sprake is van bezit van diefstalapparatuur. Het kan ook niet anders zijn dan dat men die apparatuur ook structureel gebruikt heeft. De afzonderlijke feiten die zijn beschreven laten zien welke auto’s er concreet zijn gestolen: zij vormen het topje van de ijsberg.
Bij het bedrijf in Volendam klopt men aan als een kastje niet naar wens functioneert omdat het op “wait” blijft hangen. Andere verdachten zoeken informatie over het gebruik van de apparatuur op internet of hebben een handleiding in bezit. Dat alles wijst op structureel gebruik van apparatuur ten behoeve van het stelen van auto’s. Tot slot wijst een chat tussen [medeverdachte 7] en een persoon die niet door de officier van justitie is aangemerkt als deelnemer van de criminele organisatie, [betrokkene 2] , op het structurele karakter van de activiteiten. [betrokkene 2] die autotransporten verzorgde voor [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] krijgt verwijten van [medeverdachte 7] . [betrokkene 2] neemt zijn partner kennelijk mee naar bijeenkomsten van “de jongens”. Dat roept irritatie op, want er worden zaken besproken waar vrouwen niet bij horen te zijn. Vervolgens merkt [medeverdachte 7] op:
Ze moeten het maar soms snappen. Het is je inkomen. Ik neem [naam] ook niet mee sjoepen.Sjoepen is een woord uit de Limburgse taal. Het betekent in het Nederlands: stelen. Met andere woorden: de jongens verdienen hun geld op een illegale manier, met diefstal, en daar hoeft niet iedereen tot in detail van op de hoogte te zijn.
Het opbouwen van auto’s met gestolen onderdelen
In het dossier is terug te vinden dat er garages en loodsen werden gehuurd, waarin auto’s of auto-onderdelen werden aangetroffen. In het voorgaande is daarover al een en ander geschreven. Onderdelen van gestolen auto’s zijn verspreid over verschillende garages/loodsen aangetroffen. Auto’s werden kennelijk gestript en de onderdelen lagen klaar voor hergebruik. Kentekenplaten werden vervolgens weer gebruikt op andere gestolen auto’s, die bovendien in verband konden worden gebracht met inbraken.
[medeverdachte 7] kan ook worden aangemerkt als het teamlid dat een aanvullende bijdrage leverde door auto’s op te bouwen. In een gesprek met [medeverdachte 2] op 30 oktober 2016 vraagt [medeverdachte 2] of de auto klaar is. [medeverdachte 7] geeft dan aan dat de BMW nog niet klaar is: ze kregen de remmen niet ontlucht. [medeverdachte 9] heeft daar volgens [medeverdachte 7] een apparaat voor. Er moeten nog eendagsplaten worden aangevraagd en dan kan de auto ingevoerd worden. Dat zullen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 2] dan samen doen. [medeverdachte 7] voegt daar nog aan toe dat, mocht bij wijze van spreken de motor van de auto over een maand vastlopen, dat geen probleem oplevert: hij heeft nog een blok liggen dat maar 6000 kilometer gelopen heeft. Dat blok doen ze niet weg.
De politie heeft in bijlage 132 van het dossier de complexe verwevenheid tussen voertuigdiefstallen en andere delicten weergegeven. Deels gaat dit overzicht over feiten die niet in de concrete zaaksdossiers zijn beland. Wél vermeldenswaard is het in dit overzicht beschreven aantreffen op 30 mei 2016 in een garage aan de Oranjelaan te Geleen van een serviceboekje van de gestolen Audi die door [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 13] werd gebruikt bij woninginbraken in België op 11 januari 2016.
Andere voorbeelden van wat er gebeurde met onderdelen van gestolen auto’s
Op 30 november 2016 werd [medeverdachte 3] aangehouden in Brunssum. [medeverdachte 3] bestuurde op dat moment een Volkswagen Golf. Bijrijder was [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] bevond zich als passagier in de auto. Bij de fouillering van [medeverdachte 3] bleek dat hij twee autosleutels bij zich had, ogenschijnlijk van het merk Range Rover en van het merk Land Rover.In de auto trof men diefstalapparatuur aan, die in beslag werd genomen.
De auto zelf werd ook inbeslaggenomen en onderzocht. In de auto waren interieurdelen aangebracht die oorspronkelijk bij een andere auto hoorden: een Volkswagen Golf met een ander VIN, te weten WVWZZZAUZEW428306, dan het VIN van de inbeslaggenomen Golf. De identificerende kenmerken van de achterbank waren verwijderd, maar de productiedatum was nog wel te zien en die kwam weer overeen met de productiedatum van de Golf met VIN WVWZZZAUZEW428306. Aan de hand van dit VIN bleek uit het onderzoek dat dit hoorde bij een Volkswagen Golf die tussen 4 en 5 mei 2016 was gestolen in Duitsland en toebehoorde aan aangeefster Löwe. Uit het onderzoek bleek verder dat de inbeslaggenomen Golf was ingevoerd als schadevoertuig en was hersteld met meerdere airbags die ontdaan waren van identificatiekenmerken. De bij de reparatie gebruikte onderdelen, waaronder ook nog koplampunits en plaatdelen, waren gelet op de productiedata niet afkomstig van de gestolen auto met VIN WVWZZZAUZEW428306 of van de inbeslaggenomen auto.
Op 10 januari 2017 werd bij [medeverdachte 9] een Volkswagen Polo inbeslaggenomen, die bleek te zijn opgebouwd met onderdelen afkomstig uit gestolen auto’s. In de auto van [medeverdachte 9] was een multimediasysteem ingebouwd, afkomstig van een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 8] . Deze auto was sinds 2 december 2015 als gestolen gesignaleerd in Duitsland. Ook waren in de Volkswagen Polo 4 portieren en voorstoelen gemonteerd, die afkomstig waren van een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 9] . Deze auto was tussen 7 en 8 juli 2015 in Landgraaf gestolen en behoorde toe aan aangeefster [aangever 12] .
Op 21 januari 2017 heeft de politie onderzoek ingesteld naar de bewaarplaats van de Volkswagen Golf met Nederlands kenteken [kenteken 2] . De auto stond op naam van [medeverdachte 1] , de vriendin van [medeverdachte 2] . In een loods gelegen aan de Van Gronsveldstraat te Kerkrade trof de politie een witte Volkswagen Golf aan met kenteken [kenteken 2] . Verbalisanten zagen dat de auto schade had aan de voorzijde en dat de voorbumper los naast het voertuig lag. Hierop hebben de verbalisanten de auto in beslag genomen.
De auto is onderzocht en daaruit bleek dat de bijrijdersstoel oorspronkelijk in een rode Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] hoorde te zitten. Die auto stond sinds 25 mei 2015 door de Duitse autoriteiten als gestolen gesignaleerd en behoorde toe aan aangeefster [aangever 1] .Dit voorbeeld is ook onder feit 1 beschreven.
Ook [medeverdachte 6] beschikte over een auto die was opgebouwd met onderdelen van verschillende gestolen voertuigen. Het betrof een grijze Volkswagen Golf ( [kenteken 10] ) op naam van zijn vader. De interieurdelen waren afkomstig van een gestolen Nederlands voertuig ( [kenteken 11] ). De voorportieren en achterklep waren afkomstig van een gestolen Duits voertuig ( [kenteken 12] ).
Tot slot wijst de rechtbank nog op het hiervoor weergegeven tapgesprek van 30 oktober 2016 tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] . In dat gesprek wordt door [medeverdachte 7] en [medeverdachte 2] gesproken over een BMW die door [medeverdachte 7] klaar gemaakt zou worden voor invoer. In datzelfde gesprek hebben beide verdachten het ook nog over andere auto’s. [medeverdachte 7] zegt dan dat hij een S4 heeft zien staan, bij hen om de hoek, een kanon, die er de hele nacht stond. [medeverdachte 2] vraagt dan waarom [medeverdachte 7] hem niet gebeld heeft.
Dit gesprek bewijst eens te meer wat de activiteiten van de organisatie inhielden: auto’s stelen, strippen, andere, schadevoertuigen aanschaffen en opbouwen met gestolen onderdelen om de auto’s in te kunnen voeren en verkopen.
Conclusies en overwegingen tot slot
Hiervoor is veel bewijs weergegeven waarin de rol van de verdachte ondergesneeuwd kan zijn geraakt. Samenvattend zijn er bij hem gestolen voorwerpen gevonden, is hij in het bezit van onmisbare apparatuur voor autodiefstal, blijkt hij betrokken te zijn bij pogingen tot diefstal van auto’s en er is een link met de verdachten [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en anderen. Onder de omstandigheden van deze zaak kan ook niet gezegd worden dat het gebruik maken van het zwijgrecht door de verdachte nog een rol speelt bij de bewijsredenering. Ook ziet de rechtbank niet in waarom de uitlatingen van de verdachte tegenover een Duitse politieambtenaar buiten beschouwing zouden moeten blijven, zoals de raadsman nog heeft betoogd.
Het bewijs laat zien dat in de periode van februari 2016 tot 10 januari 2017 een groep verdachten zich structureel bezighield met voertuigcriminaliteit. Ook werden er door leden van de groep woninginbraken gepleegd. Van een specifieke strakke hiërarchie is de rechtbank niet gebleken, maar een belangrijke speler is [medeverdachte 2] , die als spil fungeerde. De verdachten opereerden in wisselende samenstellingen. De verdachte [medeverdachte 6] fungeerde als rechterhand van [medeverdachte 2] en vormt een belangrijke link met het bedrijf dat de essentiele apparatuur leverde. [medeverdachte 7] is ook nauw betrokken en is in staat om opbouw- en reparatiewerkzaamheden uit te voeren. Anderen, zoals [medeverdachte 3] , [medeverdachte 13] en de verdachte, voerden de diefstallen uit. Al met al: een duidelijk samenwerkingsverband gericht op het plegen van misdrijven.
Het omvangrijke dossier noemt naast het voorgaande nog meer karaktereigenschappen van het criminele netwerk, zoals een omerta- en afrekencultuur. Hoewel daarvoor wel enkele concrete aanwijzingen zijn, zijn die niet toereikend om die conclusie te trekken ten aanzien van de hele groep. Verder is het gegeven dat de verdachten vrijwel allemaal gebruik gemaakt hebben van hun zwijgrecht niet alleen kenmerkend voor déze groep: dat is inmiddels gemeengoed geworden. Het voegt ook niet zoveel toe aan het bewijs.
Ook is het lastig om enkele geweldsincidenten die zich na 10 januari 2017 en dus na de bewezenverklaarde periode hebben afgespeeld bij het bewijs te betrekken en te duiden. Betrokken slachtoffers, onder wie de verdachte, zijn niet bereid gebleken deze incidenten toe te lichten. Daar waar geweld aan de orde lijkt te zijn in tapgesprekken, is dat geweld niet structureel genoeg om van een afrekencultuur te spreken die zicht uitstrekt over de hele groep.
De uitdagende of zelfs intimiderende houding jegens opsporingsambtenaren, voor zover die expliciet beschreven is in het dossier in relatie tot enkele van de leden van de organisatie, is een factor die de rechtbank ook niet van doorslaggevend belang acht. Aan het bewijs zou dat ook niet zo veel toevoegen. De rechtbank kan alles overziend volstaan met het door haar genoemde bewijs: dat is meer dan genoeg bewijs om tot een bewezenverklaring te komen van het verwijt van deelname aan een criminele organisatie. Daarom laat de rechtbank de andere elementen bij haar bewijsoordeel over de criminele organisatie buiten beschouwing.
Verder valt in het dossier op dat diverse verdachten drugs en/of (vuur)wapens voorhanden hebben. De rechtbank ziet in het dossier echter geen bewijs dat het plegen van deze feiten tot het oogmerk van de criminele organisatie hoorde. Kennelijk beperken diverse leden zich niet alleen tot autodiefstal, maar op basis van dit dossier kan het slechts als een (heel zorgelijk) bijverschijnsel worden aangemerkt en ook deze elementen laat de rechtbank bij haar bewijsoordeel over de criminele organisatie buiten beschouwing.
Vrijspraak feiten 2 en 3
De rechtbank is met de raadsman, van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem onder de feiten 2 en 3 ten laste gelegde omdat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat de aangetroffen wapens van de verdachte waren. Er woonden immers meer personen op het adres waar de wapens zijn aangetroffen en de rechtbank kan, in tegenstelling tot de voorwerpen die aan voertuigcriminaliteit gekoppeld kunnen worden, niet uitsluiten dat de wapens aan een ander toebehoorden. De rechtbank zal de verdachte daarom vrijspreken van deze verwijten.