ECLI:NL:RBLIM:2019:11750

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 december 2019
Publicatiedatum
24 januari 2020
Zaaknummer
8184391 / CV EXPL 19-8222
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van een woning in het kader van een zorgovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter in kort geding geoordeeld over een vordering tot ontruiming van een woning die onlosmakelijk verbonden is aan een zorgovereenkomst. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.B.G. Gelissen, heeft gesteld dat de zorgovereenkomst met de onderbewindgestelde partijen niet langer wordt nageleefd, waardoor de huurovereenkomst ook niet meer van toepassing is. De gedaagde partij, Alpha Bewind B.V., vertegenwoordigd door mr. A.R.A.R. Lotfy, heeft verweer gevoerd en betwist dat de zorgovereenkomst is beëindigd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de zorgovereenkomst feitelijk geen invulling meer krijgt, aangezien de onderbewindgestelde partijen geen zorg meer afnemen van de eiser. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de huurovereenkomst, die aan de zorgovereenkomst is gekoppeld, ook niet langer geldig is. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, met een redelijke termijn van vier weken voor de ontruiming en een dwangsom van € 250,00 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 10.000,00.

De uitspraak benadrukt het belang van de koppeling tussen zorgverlening en huisvesting in dit specifieke geval, en de gevolgen van het niet naleven van de zorgovereenkomst voor de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de eiser toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 8184391 \ CV EXPL 19-8222
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 20 december 2019
in de zaak van:
[eisende partij] , h.o.d.n. [handelsnaam eisende partij],
wonend [adres eisende partij] ,
[woonplaats eisende partij] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. J.B.G. Gelissen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ALPHA BEWIND B.V. Q.Q. in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van [onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2],
gevestigd te Venray,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. A.R.A.R. Lotfy.
Partijen worden verder in dit vonnis aangeduid als [eisende partij] en Alpha Bewind.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:
  • de dagvaarding
  • de door partijen overgelegde (aanvullende) producties
  • de mondelinge behandeling van het kort geding op 6 december 2019
  • de ter zitting overgelegde pleitnota’s
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 18 december 1998 zijn de goederen van [onderbewindgestelde sub 1] onder bewind gesteld met benoeming van M.M.M.J. Brekelmans tot bewindvoerder. Bij beschikking van 9 december 2015 is Brekelmans voornoemd ontslagen als bewindvoerder en is Alpha Bewind tot opvolgende bewindvoerder benoemd. Ook de goederen van [onderbewindgestelde sub 2] staan onder bewind van Alpha Bewind.
2.2.
[onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2] zijn echtelieden. [onderbewindgestelde sub 1] heeft een verstandelijke beperking en ten behoeve van haar is door het CIZ op 8 maart 2016 een indicatiebesluit op grond van de Wet langdurige zorg afgegeven.
2.3.
Op 3 november 2016 is tussen [eisende partij] en Alpha Bewind een zorgovereenkomst gesloten ten behoeve van [onderbewindgestelde sub 1] .
2.4.
Op 1 mei 2019 is Alpha Bewind dan wel [onderbewindgestelde sub 1] met de Coöperatie Limburgse Zorgboeren, gevestigd te Roermond, een zorgovereenkomst aangegaan. Op deze overeenkomst is Zorg in Natura van toepassing. De feitelijke zorg wordt verleend door [eisende partij] .
2.5.
Ook [onderbewindgestelde sub 2] heeft aanvankelijk zorg afgenomen van [eisende partij] . Zijn indicatie is echter per 1 juli 2019 verlopen en hij ontvangt vanaf die datum dan ook geen zorg meer van [eisende partij] .
2.6.
[eisende partij] is een huurovereenkomst met medeweten van Alpha Bewind met [onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2] aangegaan met betrekking tot de woning staande en gelegen aan de [adres huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] te [plaats huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] .
2.7.
In de huurovereenkomst is een zogenaamd koppelbeding opgenomen dat als volgt luidt:
(…)
“Huurder is zich ervan bewust dat de huisvesting en de zorgverlening qua omvang, financiering en organisatie alleen mogelijk is indien de zorg afgenomen wordt via de verhuurder;
Huurder verplicht zich derhalve gedurende de duur van deze huurovereenkomst de zorg uitsluitend van verhuurder af te nemen, een afschrift van de zorgovereenkomst is aan deze huurovereenkomst gehecht;
De zorgverlening door verhuurder en het in huur geven van de woning/kamer zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden in die zin dat de huurovereenkomst door huurder zal dienen te worden opgezegd, wanneer de zorgovereenkomst wordt beëindigd;
Huurder onderschrijft de redelijkheid van het bovenstaande en is bereid het gehuurde onder voorwaarden te huren”.
(…)
2.8.
Op het moment van dagvaarden wordt door [onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2] feitelijk geen zorg meer afgenomen.

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij] vordert in kort geding – kort samengevat – veroordeling van Alpha Bewind tot ontruiming van de woning gelegen te [plaats huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] aan het adres [adres huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] , deze woning schoon achter te laten onder betaling van de huurpenningen tot aan de dag van ontruiming. Daarnaast vordert [eisende partij] een dwangsom van € 250,00 per dag ingeval Alpha Bewind niet tot ontruiming overgaat tot een maximum van € 10.000,00 en veroordeling van Alpha Bewind in de kosten van dit geding.
3.2.
Alpha Bewind voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna – voor zover van belang – nader worden ingegaan.

4.De voorlopige beoordeling

4.1.
Afdoende is gebleken van de spoedeisendheid van de vordering.
4.2.
In dit kort geding moet aan de hand van de door partijen gepresenteerde feiten, zonder verder nader onderzoek, beoordeeld worden of de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopen daarop (door toewijzing van het in kort geding gevorderde) reeds nu gerechtvaardigd is.
4.3.
In kort geding ligt ter beoordeling voor de vraag of [eisende partij] gehouden is Alpha Bewind (lees: [onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2] ) nog langer het genot van het gehuurde te verschaffen. [eisende partij] stelt zich op het standpunt dat nu [onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2] niet langer zorg afnemen van haar, zij geen aanspraak meer kunnen maken op bewoning. [eisende partij] houdt daarbij nadrukkelijk vast aan het koppelbeding dat in de huurovereenkomst is opgenomen.
4.4.
Alpha Bewind betwist de stellingen van [eisende partij] en voert daartegen aan dat er geen sprake is van beëindiging van de zorgovereenkomst. [eisende partij] kan dan ook geen einde maken aan de huurovereenkomst. Alpha Bewind betwist daarnaast dat er een zorgovereenkomst met een andere zorgverlener is aangegaan.
4.5.
De kantonrechter oordeelt – gezien de processtukken en gehoord partijen ter zitting van 6 december 2019 – als volgt.
4.6.
Alpha Bewind heeft onder meer aangevoerd dat het koppelbeding waarop [eisende partij] zich nadrukkelijk beroept niet ziet op de eerste overeenkomst zoals die tussen [eisende partij] en [onderbewindgestelde sub 1] op 3 november 2016 is aangegaan, maar enkel op de overeenkomst die tussen de coöperatie Limburgse Zorgboeren en [onderbewindgestelde sub 1] op 1 mei 2019 tot stand gekomen is.
4.7.
De kantonrechter zal aan dit verweer voorbij gaan. Het moet voor alle partijen evident zijn dat de bewoning van het pand aan de [adres huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] te [plaats huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] gekoppeld is aan de zorgverleningsovereenkomst en dat het recht van bewoning enkel en alleen te ontlenen is aan het afnemen van zorg bij [eisende partij] . Partijen hebben ook daarnaar gehandeld en het verweer dat [eisende partij] geen rechten kan ontlenen aan het koppelbeding wordt eerst in het kader van dit geding gevoerd. De kantonrechter zal dan ook het verweer als zijnde tardief passeren.
4.8.
Vervolgens is van belang de vraag of er aan de zorgovereenkomst met [onderbewindgestelde sub 1] een einde is gekomen. Op dat punt overweegt de kantonrechter het volgende.
4.9.
Hoewel er formeel – in de vorm van bijvoorbeeld een schriftelijke beëindigingsovereenkomst of een schriftelijke opzegging – geen einde aan de zorgovereenkomst is gekomen, is in voldoende mate komen vast te staan dat aan de zorgovereenkomst feitelijk geen invulling meer wordt gegeven. [onderbewindgestelde sub 1] heeft in dat verband niet betwist dat zij medewerkers van [eisende partij] vanaf medio november 2019 geen toegang tot de woning meer verschaft. Voormalig medewerkster van [eisende partij] , mevrouw [voormalig medewerkster eisende partij] , heeft [onderbewindgestelde sub 1] nog enkele malen in de woning bezocht, maar ook daaraan is een einde gekomen.
4.10.
Voorts staat vast dat [onderbewindgestelde sub 1] op zoek is gegaan naar een andere zorgverlener. Er zijn vergaande onderhandelingen gevoerd met zorgverlener Care+ maar tot een concrete overeenkomst met Care+ is het nog niet gekomen, nu Care+ aan het aangaan van een zorgovereenkomst de voorwaarde stelt dat er huisvesting voorhanden is. [onderbewindgestelde sub 1] (en ook [onderbewindgestelde sub 2] ) hebben echter nog geen geschikt onderkomen kunnen vinden. Wel is de zorgindicatie reeds op naam van Care+ gesteld.
4.11.
De kantonrechter is van oordeel dat het enkele feit dat [onderbewindgestelde sub 1] om haar moverende redenen weigert een zorgovereenkomst met een andere zorgverlener – in dit geval Care+ - te ondertekenen, niet betekent dat [eisende partij] dan gehouden is een – volstrekt inhoudsloze – overeenkomst met [onderbewindgestelde sub 1] te laten voortbestaan, te meer nu [eisende partij] niet langer in staat wordt gesteld invulling te geven aan de zorgovereenkomst.
4.12.
Dat de huurovereenkomst onlosmakelijk verbonden is aan de zorgovereenkomst staat naar het oordeel van de kantonrechter niet ter discussie. Nu aan de zorgovereenkomst door toedoen van [onderbewindgestelde sub 1] niet langer invulling wordt gegeven, kan zij in alle redelijkheid geen aanspraak maken op het huren van de woning. Daarbij komt dat [eisende partij] in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt dat zij door de weigering van [onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2] om het gehuurde te verlaten ernstig in haar bedrijfsvoering wordt gehinderd. [eisende partij] heeft haar hoofdvestiging in [vestigingsplaats eisende partij] en het is voor haar belangrijk dat de overige locaties in de dichte nabijheid van de hoofdvestiging zijn gelegen. Zij als ook haar medewerkers zijn immers op afroep beschikbaar voor de cliënten. Dat maakt dat [eisende partij] er belang bij heeft juist deze specifieke woning te [plaats huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] weer ter beschikking te krijgen.
4.13.
Het voorgaande leidt tot het voorlopig oordeel dat de vordering van [eisende partij] aan haar moet worden toegewezen. Dat betekent dat [onderbewindgestelde sub 1] en [onderbewindgestelde sub 2] de woning zullen moeten verlaten en ter beschikking aan [eisende partij] moeten stellen. De kantonrechter zal daarbij – gelet op de omstandigheden – een redelijke ontruimingstermijn van vier weken hanteren.
4.14.
[eisende partij] behoeft geen machtiging van de kantonrechter om het toe te wijzen bevel tot ontruiming zo nodig af te dwingen. De in de wet aan de deurwaarder verleende bevoegdheden tot reële executie (artikelen 555 e.v. Rv in verbinding met artikel 444 Rv) worden toereikend geacht, zodat [eisende partij] bij een afzonderlijke machtiging geen belang heeft.
4.15.
Alpha Bewind zal worden veroordeeld in de kosten van dit kort geding aan de kant van [eisende partij] gevallen. Deze kosten worden als volgt begroot:
  • kosten exploot € 81,83
  • griffierecht 81,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 882,83
4.16.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK&T en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 120,00 aan nakosten salaris.

5.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Alpha Bewind om de woning, gelegen te [plaats huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] aan het adres [adres huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] , binnen vier weken na betekening van dit vonnis, met al het hunne en de hunnen te ontruimen en ontruimd te houden een en ander onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eisende partij] te stellen,
5.2.
veroordeelt Alpha Bewind om de woning, gelegen te [plaats huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] aan het adres [adres huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] , binnen vier weken na betekening van dit vonnis schoon achter te laten, met machtiging aan [eisende partij] om de kosten die zijn verbonden aan het niet voldoen aan deze eis door Alpha Bewind, op Alpha Bewind te verhalen,
5.3.
veroordeelt Alpha Bewind om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eisende partij] , te betalen tot aan de dag van ontruiming van de woning gelegen te [plaats huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] aan het adres [adres huurwoning onderbewindgestelden sub 1 en 2] ,de maandelijkse huurprijs en het voorschot servicekosten, waaronder de GWL-voorzieningen, in totaal € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata (zijnde 1e van iedere maand, waarbij 1 november 2019 als eerste vervaltermijn dient te worden beschouwd), tot de dag der algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt Alpha Bewind tot betaling van een dwangsom van € 250,00 per dag dat zij c.q. haar cliënten zich niet aan deze uitspraak met betrekking tot de ontruiming zal/zullen houden, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
5.5.
veroordeelt Alpha Bewind in de proceskosten aan de kant van [eisende partij] gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op een bedrag van € 882,83,
5.6.
veroordeelt Alpha Bewind onder de voorwaarde dat deze niet binnen 2 weken na aanschrijving door [eisende partij] volledig aan bovenstaande veroordelingen voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 120,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, dit bedrag te vermeerderen met de hierover verschuldigd zijnde btw,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst – het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: ph
coll: