ECLI:NL:RBLIM:2019:11639

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 december 2019
Publicatiedatum
24 december 2019
Zaaknummer
8152537 OV VERZ 19-62
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vluchtvertraging en de toepassing van de Europese procedure voor geringe vorderingen

Op 24 december 2019 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een civiele zaak betreffende een verzoek van vier verzoekers die compensatie vorderen van luchtvaartmaatschappij TUIfly vanwege een vertraagde vlucht. De vlucht X32185 van Tenerife naar Keulen, gepland op 15 februari 2018, was met meer dan drie uur vertraagd. De verzoekers hebben TUIfly herhaaldelijk aangeschreven voor compensatie, maar zonder resultaat. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de verzoekers binnen het toepassingsbereik van de Europese procedure voor geringe vorderingen valt, zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 861/2007. TUIfly voerde verweer en stelde dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk zware sneeuwval, maar kon dit niet voldoende onderbouwen met bewijsstukken. De kantonrechter oordeelde dat TUIfly niet had aangetoond dat er sprake was van buitengewone omstandigheden en wees de vordering van de verzoekers toe. TUIfly werd veroordeeld tot betaling van € 1.957,00, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De beschikking werd in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter J.R. Sijmonsma.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer 8152537 OV VERZ 19-62
Beschikking van 24 december 2019
op een verzoek van

1.[verzoeker sub 1] en

2.
[verzoekster sub 2],
beiden wonend te [woonplaats] , [adres 1] ,
3.
[verzoeker sub 3], en
4.
[verzoekster sub 4],
beiden wonend te [woonplaats] , [adres 2] ,
verzoekers,
gemachtigden mr. I.G.B. Maertzdorff en mr. M.J.R. Hannink (EUclaim B.V.),
met betrekking tot
TUIFLY GMBH,
gevestigd te D-30855 Langenhagen, FlughafenstraBe 10,
verweerster,
gemachtigde M. Brinkmann (Rechtsanwältin bij Rechtsanwälte Pesch & Kauffmann).
Partijen zullen hierna [verzoekers] en TUIfly genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van het door [verzoekers] ingevulde standaard vorderingsformulier A als bedoeld in bijlage I van Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen en de daarbij gevoegde stukken, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 31 oktober 2019.
1.2.
TUIfly is vervolgens door de Rechtbank Limburg bij aangetekend schrijven uitgenodigd om op het vorderingsformulier te reageren en heeft het antwoordformulier C bij brief met bijlagen, ter griffie ontvangen op 11 december 2019, aangeleverd.
1.3.
Daarna is beschikking bepaald, waarvan de uitspraak is gesteld op heden.

2.De feiten

2.1.
De vordering van [verzoekers] is een cumulatie van de vorderingen van verzoekers 1 tot en met 4 die een vlucht (X32185) vanaf Tenerife Reina Sofia Airport (Spanje) naar Flughafen Keulen (Duitsland) hebben geboekt. De op 15 februari 2018 geplande vlucht is met vier uur en vier minuten vertraagd vertrokken en met drie uur een tweeëntwintig minuten vertraagd aangekomen waardoor [verzoekers] meer dan drie uur later op de eindbestemming (Keulen) zijn aangekomen.
2.2.
[verzoekers] hebben in maart, april, mei en juli 2018 TUIfly meermaals tevergeefs tot betaling van compensatie ter zake de vertraging van hun vlucht aangeschreven.
2.3.
Alle partijen wonen c.q. zijn gevestigd in een lidstaat van de EU.

3.De vordering

3.1.
[verzoekers] vorderen veroordeling van TUIfly tot betaling van € 1.600,00 aan hoofdsom als compensatie van de geleden vertraging, de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proces- en nakosten. Verder vorderen [verzoekers] een bewijs van waarmerking van de beslissing van de kantonrechter in de Duitse taal.
3.2.
TUIfly voert verweer en vordert afwijzing van de vordering met veroordeling van [verzoekers] tot, naar de kantonrechter begrijpt, betaling van de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal, indien nodig, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De Europese procedure voor geringe vorderingen, vervat in de Verordening (EG) nr. 861/2007 (verder: de verordening), is – zakelijk weergegeven – in grensoverschrijdende gevallen van toepassing in burgerlijke en handelszaken indien de waarde van een vordering, alle rente, kosten en uitgaven niet meegerekend, op het tijdstip dat het vorderingsformulier ter griffie van de rechtbank wordt ontvangen, niet meer dan € 5.000,00 bedraagt, behoudens de in art. 2 van deze verordening genoemde uitzonderingen.
4.2.
De kantonrechter stelt vast dat de vordering binnen het toepassingsbereik van de verordening valt, dat hij bevoegd is van de vordering kennis te nemen, dat een afschrift van het vorderingsformulier en de daarbij gevoegde stukken bij aangetekend schrijven van 6 november 2019 aan TUIfly zijn verzonden, dat het aangetekende schrijven op of kort na 11 november 2019 aan TUIfly is uitgereikt en dat TUIfly binnen de bij de verordening bepaalde termijn heeft geantwoord.
4.3.
Uit niets blijkt dat de vorderingen van [verzoekers] niet moeten worden beoordeeld aan de hand van Nederlands recht.
4.4.
TUIfly betwist de vorderingen en stelt sprake is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in art. 5 lid 3 van Verordening (EG) 261/2004. De vertraging van de onderwerpelijke vlucht is te wijten aan de onderbreking van het luchtverkeer vanwege zware sneeuwval door de luchtverkeersleiding. TUIfly verwijst ter onderbouwing van haar stelling naar haar “Daily Operation Report”, wenst een mondelinge behandeling van het verzoek en om de buitengewonde omstandigheden nader te bewijzen met de door haar opgegeven getuige.
4.5.
De kantonrechter stelt voorop dat de procedure voor geringe vorderingen in beginsel bestaat uit een schriftelijke procedure bestaande uit het vorderings- en antwoordformulier. Het houden van een mondelinge behandeling of partijen de gelegenheid bieden om te re- en dupliceren kan, bij wijze van uitzondering, door de rechter worden toegelaten met het oog op de vaststelling van de feiten waarbij de rechter rekening houdt met de specifieke geschilpunten en met de gegevens die beschikbaar zijn of kunnen worden verkregen zonder een mondelinge behandeling te houden of partijen toe te laten om een conclusie van repliek en dupliek te houden. Uit artikel 9 lid 1 van de verordening volgt dat het nationale procesrecht rekening dient te houden met het doel van de verordening: het voor partijen mogelijk maken om snel en goedkoop te kunnen procederen.
4.5.1.
Uit art. 5 lid 3 en uit overweging 15 van de considerans bij de Verordening 261/2004 blijkt dat van buitengewone omstandigheden geacht wordt sprake te zijn “wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van een of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt, ook al heeft de betrokken luchtvaartmaatschappij alle redelijke inspanningen geleverd om de vertragingen of annuleringen te voorkomen”. TUIfly heeft geen besluit van de luchtverkeersleiding voor de specifieke vlucht (X32185) op de specifieke dag (15 februari 2018) aangeleverd. TUIfly heeft niet meer gesteld dan dat de vertraging van vlucht X3 2185 Teneriffa – Keulen was te wijten aan buitengewone omstandigheden, en wel zware sneeuwval en heeft ter onderbouwing niet meer overgelegd dan een eigen rapportage “TUI Group Operation Centre” waarop is vermeld “Runway clearance due heavy snowfall”. Gelet op hetgeen hiervoor in rov. 4.5 is vooropgesteld, had tenminste van TUIfly verwacht mogen worden dat zij haar stelling met het besluit van de Luchtverkeersleiding te Keulen had onderbouwd of een NOTAM (Notice to Airmen) of een verklaring van een Flight Operations Control Analyst in combinatie met een rapport van de meteorologische dienst had aangeleverd. Nu TUIfly dat heeft nagelaten en nu de procesbeginselen van hoor en wederhoor in acht zijn genomen ziet de kantonrechter geen aanleiding om een mondelinge behandeling te houden of om partijen in de gelegenheid te stellen om een conclusie van repliek en dupliek te nemen. TUIfly zal met inachtneming van het vorenoverwogene evenmin in de gelegenheid worden gesteld om bewijs met de door haar opgegeven getuige te leveren aangezien het betreffende te bewijzen feit onvoldoende is onderbouwd met bijvoorbeeld de hiervoor genoemde besluit van de Luchtverkeersleiding Keulen en/of een NOTAM.
4.5.2.
Het voorgaande betekent dat de hoofdvordering zal worden toegewezen. Dat geldt ook voor de daarover gevorderde wettelijke rente. Op grond van artikel 6:83 sub b Burgerlijk Wetboek (BW) is de vordering tot vergoeding van forfaitair berekende schade direct opeisbaar en treedt het verzuim zonder ingebrekestelling in op het moment waarop de schade geacht wordt te zijn geleden.
4.6.
Wat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten betreft staat vast dat de onderhavige vordering niet ziet op een verbintenis uit overeenkomst tot betaling van een geldsom of op een verbintenis tot vergoeding van schade vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst of anderszins in de zin van het bepaalde in art. 6:87 BW. Dat betekent dat voor de vaststelling en de hoogte van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten aangeknoopt dient te worden bij rapport Voor-werk II. [verzoekers] hebben de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden voldoende aannemelijk en inzichtelijk gemaakt waardoor, onder toepasselijkheid van de wettelijke tarieven, een bedrag van € 357,00 inclusief btw zal worden toegewezen. De gevorderde rente over deze kosten zullen worden toegewezen vanaf 31 oktober 2019. [verzoekers] hebben onvoldoende feitelijk gesteld op grond waarvan het verzuim van TUIfly ter zake de buitengerechtelijke incassokosten al op
7 maart 2018 intrad.
4.7.
TUIfly zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [verzoekers] worden begroot op € 411,00 (zijnde € 231,00 aan griffierechten en € 180,00 aan salaris gemachtigde). De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als nader in het dictum is bepaald.
4.8.
Overeenkomstig het verzoek van [verzoekers] zal bij deze beslissing het bewijs van waarmerking in de Duitse taal worden afgegeven.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt TUIfly om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [verzoekers] te betalen een bedrag van € 1.957,00 vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.600,00 vanaf 15 februari 2018 tot aan de dag van volledige betaling en over € 357,00 vanaf
31 oktober 2019 tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt TUIfly in de proceskosten aan de zijde van [verzoekers] gevallen en tot op heden begroot op € 411,00,
5.3.
veroordeelt TUIfly, onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door [verzoekers] volledig aan bovenstaande veroordelingen voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 90,00 (zijnde een half punt van het toepasselijk liquidatietarief) aan salaris gemachtigde,
5.4.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Sijmonsma, kantonrechter, en is in
aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
YT