ECLI:NL:RBLIM:2019:11391

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 december 2019
Publicatiedatum
18 december 2019
Zaaknummer
04-050023-00
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling van een man met ernstige psychiatrische problematiek en hoog recidiverisico

Op 18 december 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de zaak van een man uit Georgië, die in 2000 ter beschikking is gesteld (TBS) na het steken van een verpleegkundige. Sindsdien is zijn TBS steeds verlengd. De man heeft ernstige psychiatrische problematiek, waaronder een schizo-affectieve stoornis, en vertoont een hoog risico op recidive. Hij is recent overgeplaatst naar de Pompe kliniek voor langdurige forensische psychiatrische zorg. De rechtbank heeft, op basis van het advies van de instelling en de vordering van de officier van justitie, besloten de termijn van de TBS met twee jaar te verlengen. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de TBS eist, gezien de aanhoudende psychiatrische problemen en het risico op gewelddadig gedrag. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 04/050023-00 (vordering verlenging TBS)
Datum uitspraak : 18 december 2019
Tegenspraak
Beslissing verlenging terbeschikkingstelling
Beslissing van de rechtbank Limburg op de op 21 oktober 2019 ter griffie van de rechtbank ingekomen vordering van het OM in de zaak van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in de LFPZ-voorziening van FPC Pompestichting
te 5411 RW Zeeland, Brand 75,
hierna te noemen: [verdachte] .
Raadsman is mr. M.F.M. Geeratz, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de vordering van de officier van justitie d.d. 21 oktober 2019;
  • het advies d.d. 11 oktober 2019 van dr. D.E. Tenback, eerste geneeskundige, en drs. R.N. van der Plank, algemeen directeur/hoofd van de inrichting, beiden verbonden aan [instantie] . Hoewel [verdachte] onlangs is overgeplaatst naar de [instantie] , is het advies afkomstig van [instantie] ;
  • de omtrent [verdachte] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van 23 augustus 2017 tot en met 9 januari 2019;
  • de beslissing van deze rechtbank d.d. 13 maart 2018 waarbij de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is verlengd met twee jaar;
  • het vonnis van de rechtbank Roermond d.d. 26 september 2000, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
  • het besluit van de Minister voor Rechtsbescherming d.d. 12 november 2019 dat [verdachte] geplaatst zal worden in een LFPZ-voorziening van het [instantie] ;
  • het persoonsdossier van [verdachte] .
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal verlengen voor de duur van twee jaar.

2.De procesgang

Bij vonnis van de toenmalige rechtbank Roermond d.d. 26 september 2000 is [verdachte] ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De termijn van de terbeschikkingstelling is gaan lopen op 7 december 2000. De terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank d.d. 13 maart 2018 met twee jaar verlengd.
De terbeschikkingstelling is toepast ter zake van
poging tot moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde delict betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Op 4 december 2019 is de vordering tot verlenging in openbare raadkamer behandeld. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [verdachte] , zijn raadsman en, als deskundige, M. Philippi, als (voormalig) hoofdbehandelaar/GZ-psycholoog verbonden aan CTP Veldzicht te Balkbrug.

3.Het standpunt van de inrichting

In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting (Veldzicht) is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
“Er is bij [verdachte] sprake van ernstige, chronische psychiatrische problematiek, te weten een schizo-affectieve stoornis, welke ten grondslag heeft gelegen aan de totstandkoming van het indexdelict. Gedurende de behandeling is er bij [verdachte] sprake van cognitief verval en van verdere achteruitgang van het toestandsbeeld, waarbij er – ondanks medicatiegebruik – immer sprake blijft van sterke stemmingswisselingen waarbij belevingen (wanen) en achterdocht worden afgewisseld door meer heldere, maar sombere perioden. Wanneer door behandelaren niet tijdig en adequaat gereageerd wordt op deze wisselingen en bijbehorend gedrag kan dit nog steeds snel leiden tot agressie.
[verdachte] zit al jaren aan zijn behandelplafond. Hij heeft blijvend intensieve begeleiding en toezicht nodig. Zonder dat, is de verwachting dat hij zijn medicatie zal laten staan, psychotisch zal decompenseren, opnieuw aan zijn verslaving zal toegeven en gewelddadig gedrag zal vertonen. De kans op gewelddadig gedrag blijft dan ook onverminderd aanwezig voor zowel de korte als de lange termijn. Behandeling zal niet verder bijdragen aan vermindering van het delictgevaar. [verdachte] is voor voorkomen van gewelddadig gedrag afhankelijk van medicatie en toezicht en begeleiding door professionals. Daarbij is het af en toe noodzakelijk om dwangverpleging toe te kunnen passen in de vorm van medicatie of het afzonderen op de kamer.
Al met al kan gesteld worden dat er blijvend sprake is van een kwetsbare, en zeer beperkt draagkrachtige man die snel overprikkeld raakt en die slechts met een nauwgezet medicatiebeleid, structuur en intensieve begeleiding en ondersteuning relatief stabiel kan functioneren. Er is bij [verdachte] blijvend sprake van een wisselend toestandsbeeld waarbij perioden van enige stabiliteit worden afgewisseld met perioden van ontregeling en zeer beperkt functioneren. Hij is niet in staat zichzelf te beschermen tegen een teveel aan prikkels van buitenaf.
De kans op gewelddadig gedrag binnen Veldzicht blijft aanwezig en wordt op laag tot matig ingeschat. Hierbij wordt in eerste instantie vooral gedacht aan verbale agressie, maar fysieke agressie kan niet uitgesloten worden. Het is belangrijk om zeer alert te blijven en per dag te bekijken wat [verdachte] aankan. De gevaarsopbouw speelt zich voornamelijk intrapsychisch af zonder dat dit snel of direct waarneembaar is voor anderen.
De omgeving en kennis en kunde die van de behandelaren vereist is, is ons inziens alleen aanwezig binnen de forensische psychiatrie. Er is derhalve gekoerst op een LFPZ-plaatsing en de indicatie hiervoor is recentelijk toegekend.”
(Pag. 21 en 22 van het advies)
De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
De deskundige heeft ter zitting bovengenoemd advies onderschreven. Zij heeft voorts –zakelijk weergegeven – verklaard dat de instelling waar [verdachte] inmiddels verblijft, blijft monitoren of de stand van zaken met betrekking tot de vaststelling van de nationaliteit van [verdachte] en de daaraan gekoppelde mogelijkheid tot repatriëring naar [land] , in de toekomst verandert. Zolang geen verandering in deze situatie optreedt, komt [verdachte] op grond van zijn status, niet in aanmerking voor verlof. De deskundige meent dat het niet tot een heel andere weg zou hebben geleid, als [verdachte] wel een status had gekregen. De overdracht naar de LFPZ-afdeling van de [instantie] is nog recent en [verdachte] moet nog wennen, maar hij zit nu wel op een plek die gericht is op en gespecialiseerd is in verbetering van de kwaliteit van leven.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft onder verwijzing naar het verlengingsadvies en de toelichting van de deskundige ter zitting gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.

5.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

[verdachte] heeft op 4 december 2019 verklaard dat in zijn leven alles veranderd is. Hij moet nog wennen aan zijn nieuwe verblijfplaats bij de Pompestichting. Hij is wel positiever gaan denken. Niet alles is in zijn handen en hij moet leren dit te accepteren.
De raadsman heeft – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. Er zijn geen alternatieven voor [verdachte] in die zin dat repatriëring tot op heden niet mogelijk is gebleken en een regulier GGZ-traject evenmin mogelijk is. Nu hij is overgeplaatst van Veldzicht naar de LFPZ-voorziening van de Pompestichting is er wel ruimte om de kwaliteit van leven van [verdachte] te verbeteren. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

6.De beoordeling

De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling ingediend binnen de daarvoor in artikel 509o, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn. De officier van justitie is derhalve ontvankelijk in zijn vordering.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank dient te beoordelen of het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen nog steeds vereist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wordt verlengd.
Uit het verlengingsadvies en de ter zitting gegeven toelichting door de deskundige leidt de rechtbank af dat bij [verdachte] sprake is van ernstige chronische psychiatrische problematiek. In de afgelopen periode is bij [verdachte] – ondanks medicatiegebruik – verdere achteruitgang waargenomen. Hij heeft last van stemmingswisselingen die, wanneer zij niet tijdig worden onderkend, kunnen leiden tot verbale en mogelijk fysieke agressie. Uit het advies volgt dat de kans op recidive onverminderd hoog wordt ingeschat. [verdachte] is afhankelijk van de geboden medicatie, structuur en ondersteuning om binnen het huidige kader stabiel te kunnen functioneren en het is de verwachting dat hij hierop ook in de toekomst aangewezen zal blijven.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren eist.

7.De beslissing

De rechtbank:
-
verlengtde termijn gedurende welke [verdachte] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.H. Dethmers, voorzitter, mr. F.H. Machiels en mr. F.L.G. Geisel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Eroktay, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 december 2019.
Buiten staat
Mr. F.H. Machiels en mr. L. Eroktay zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.