ECLI:NL:RBLIM:2019:11328

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 december 2019
Publicatiedatum
17 december 2019
Zaaknummer
03/659273-17
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van het medeplegen van voorhanden hebben van MDMA tabletten en voorbereidingshandelingen voor de productie van MDMA

Op 18 december 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van het voorhanden hebben van MDMA-tabletten, het voorhanden hebben van grondstoffen en voorwerpen voor de productie van MDMA-tabletten, en het plegen van voorbereidingshandelingen. De verdachte was op 14 augustus 2017 aanwezig in een woning waar een groot aantal MDMA-tabletten, alsmede grondstoffen en voorwerpen voor de productie van MDMA-tabletten, werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de enkele aanwezigheid van de verdachte in de woning onvoldoende bewijs opleverde voor zijn rol in de zaak. De verdachte had geen duidelijke verklaring voor zijn aanwezigheid en er was geen bewijs dat hij betrokken was bij de productie of het bezit van de aangetroffen goederen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten, en sprak hem vrij van de gehele tenlastelegging. Daarnaast werd besloten dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder een geldbedrag en een personenauto, moesten worden teruggegeven aan de rechthebbenden, omdat niet kon worden vastgesteld dat met betrekking tot die voorwerpen strafbare feiten waren begaan.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659273-17
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 december 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.H.E.M. Kersemaekers, advocaat, kantoorhoudende te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 december 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1: al dan niet samen met een ander of anderen, 35.680 tabletten MDMA heeft geproduceerd danwel opzettelijk aanwezig heeft gehad;
feit 2: al dan niet samen met een ander of anderen, 98.747 kilogram MDMA en/of amfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad;
feit 3: al dan niet samen met anderen voorbereidingshandelingen heeft verricht voor de productie van MDMA en/of amfetamine.

3.De formele voorvragen

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de drie ten laste gelegde feiten bewezen, met dien verstande dat de pleegperiode is beperkt tot 14 augustus 2017.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, overeenkomstig de schriftelijke pleitnotities, zijn standpunten kenbaar gemaakt. De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit wegens een gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. De aanwezigheid van de verdachte in de woning was toeval en hield op geen enkele manier verband met de goederen en stoffen die werden aangetroffen. De verdachte stelt dat hij totaal niet op de hoogte was van wat er zich in de woning bevond.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt niet tot een bewezenverklaring en overweegt daartoe als volgt.
Op 14 augustus 2017 kreeg de politie het verzoek om te gaan naar het adres [adres] te Neer, gemeente Leudal. Ter plaatse werd de verdachte samen met de overige aanwezigen aangehouden. In deze woning werden een groot aantal MDMA tabletten alsmede grondstoffen en voorwerpen voor de productie van MDMA tabletten aangetroffen.
De rechtbank overweegt dat de verdachte geen heldere en concrete uitleg heeft gegeven voor zijn aanwezigheid in de woning. De verdachte is vanuit Stuttgart in Duitsland naar Neer gekomen en hij had een grote hoeveelheid contant geld bij zich. De verklaring van de verdachte dat hij een woning van medeverdachte [medeverdachte] in Roermond wilde huren en daarom dit geldbedrag bij zich had, acht de rechtbank niet aannemelijk omdat die woning nog niet gereed was voor oplevering, zo blijkt uit de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte] Bovendien heeft hij ter zitting geen eenduidig antwoord kunnen geven op de vraag waarom hij (vanuit Stuttgart) specifiek naar Roermond wilde verhuizen.
Uit geen van de bewijsmiddelen blijkt evenwel wat verdachte in de woning aan de [adres] heeft gedaan. De enkele vaststelling dat de verdachte in die woning aanwezig was op 14 augustus 2017, ook al zijn in die woning de in de tenlastelegging genoemde goederen aangetroffen, is onvoldoende om zijn rol in het geheel te kunnen vaststellen. Dat er die ochtend daadwerkelijk is geproduceerd, kan niet worden vastgesteld en ook niet dat verdachte daar op enigerlei wijze bij betrokken was. Het gegeven dat verdachte helemaal vanuit Stuttgart naar Roermond was gereden en een flink geldbedrag bij zich had, wekt de suggestie van de mogelijkheid dat hij ter plaatse was om pillen te kopen (maar dat is niet ten laste gelegd en daarvoor biedt het dossier ook onvoldoende bewijs). Evenmin kan op grond van die bewijsmiddelen worden vastgesteld dat de verdachte op andere wijze de beschikkingsmacht heeft gehad over de aangetroffen tabletten, grondstoffen of voorwerpen. Om die reden is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van de gehele tenlastelegging.

5.Het beslag

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het conservatoir beslag is bedoeld voor verhaal bij een eventueel op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel en dat, mocht de rechtbank niet overgaan tot het opleggen van een geldboete, het conservatoir beslag komt te vervallen.
Gelet hierop zal de rechtbank een beslissing nemen over de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen.
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag van € 2.413,01 (goednummer 974313), personenauto (goednummer 1761712) en kleding (goednummers 973175, 973176, 973178 en 973179) moeten worden teruggegeven aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat niet kan worden vastgesteld dat met betrekking tot die voorwerpen strafbare feiten zijn begaan.

6.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreektde verdachte
vrijvan het tenlastegelegde;
Voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel voorlopige hechtenis met ingang van heden;
Beslag
- gelast de
teruggavevan de volgende in beslag genomen voorwerpen aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden kunnen worden aangemerkt:
  • geldbedrag van € 2.413,01 (goednummer 974313);
  • personenauto (goednummer 1761712);
  • kleding (goednummers 973175, 973176, 973178 en 973179.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P. van Deventer, voorzitter, mr. P. Kooijman en
mr. J.H.P.G. Wielders, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.A.E. van de Venne, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 december 2019.
Buiten staat
Mr. P. Kooijman en mr. J.H.P.G. Wielders zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 juli 2017 tot en met 14 augustus 2017 te Neer, in de gemeente Leudal, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft vervaardigd en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van +/- 35.680 tabletten MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks 14 augustus 2017 te Neer, in de gemeente Leudal, in elk geval binnen het arrondissement Limburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 98,747 kilogram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA en/of MDMA en/of N-ethyl MDA
(=MDEA) en/of amfetamine, zijnde MDA, MDMA, N-ethyl MDA (=MDEA) en amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij in of omstreeks de periode van 21 juli 2017 tot en met 14 augustus 2017 te Neer, in de gemeente Leudal, in elk geval binnen het arrondissement Limburg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of amfetamine,
zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, althans een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
een aantal voorwerpen en/of stoffen voorhanden heeft gehad,
(waaronder ondermeer)
-een professionele tabletteermachine, en/of
-163,270 kilogram, althans een hoeveelheid, met inhoud (waarschijnlijk) micro-cellulose (=tabletteerhulpstof), en/of
-1000 gram, althans een hoeveelheid, met inhoud (waarschijnlijk) coffeïne (=tabletteerhulpstof), en/of
-110 gram, althans een hoeveelheid, met inhoud (waarschijnlijk) micro-cellulose (=tabletteerhulpstof),
waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die goederen bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).