Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
2.[eiseres sub 2] ,
BELASTINGDIENST LIMBURG, KANTOOR MAASTRICHT,
de Ontvanger genoemd worden.
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 18;
- de brief van 28 november 2019 van [eisers] met de producties 19 en 20;
- de brief van 3 december 2019 van [eisers] met de producties 21 tot en met 22c;
- de brief van 4 december 2019 van de Ontvanger met producties 1 tot en met 5;
- de mondelinge behandeling op 5 december 2019;
- de pleitnota van de Ontvanger.
2.De feiten
3.Het geschil
de Ontvanger (gedeeltelijk) te kunnen aflossen.
de Ontvanger:
4.De beoordeling
Ten aanzien van de onroerende zaak
De Volksbank aan de Ontvanger, is de executoriale verkoop van de woning overgenomen door De Volksbank (zie artikel 544 lid 3 Rv). Op grond van het bepaalde in artikel 509 lid 1 Rv geschiedt de verdere executie door de overnemende hypotheekhouder (lees: De Volksbank) en dus niet door de Ontvanger.
490,00;
5.De beslissing
heden begroot op € 1.129,00.