3.1.[eiser sub 1] en [eiseres sub 2] vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. bepaalt dat gedaagden, hoofdelijk, na betekening van het te wijzen vonnis, zich dienen te onthouden van het op enige wijze fysiek of verbaal hinderen, lastig vallen of bedreigen van eisers, bezoekers van eisers of door eisers ingeschakelde hulppersonen, alsmede gedaagden oplegt er op toe te zien dat hun gezinsleden (kinderen) en/of bezoek van gedaagden zich eveneens van de genoemde gedragingen onthouden;
2. gebiedt dat gedaagden, hoofdelijk, na betekening van het te wijzen vonnis, hun honden te allen tijde aangelijnd dienen te hebben en te houden, wanneer hun honden op of rondom het perceel van eisers zijn, met een verbod aan gedaagden om hun honden rondom de woning van eisers los te laten lopen, alsmede gedaagden oplegt er op toe te zien dat hun gezinsleden (kinderen) zich eveneens aan deze norm conformeren;
3. ten aanzien van het persoonlijk recht van overpad achterom bepaalt dat gebruikmaking van dit persoonlijk recht beperkt is tot uitsluitend de personen van gedaagden alsmede hun inwonende kinderen en dat gebruikmaking enkel dient te geschieden op de minst bezwarende wijze zoals beschreven in de notariële akte van 25 april 2008, alsmede meer in het bijzonder bepaalt dat gedaagden, eveneens hoofdelijk, bij gebruikmaking van hun persoonlijk recht van overpad hun auto’s, voertuigen, zaken - alles in de ruimste zin van het woord - niet stilzetten en verlaten, c.q. parkeren of stallen op het perceel van eisers, waarbij geldt dat voor in- of uitladen het voertuig/auto door gedaagden in het gedeelte van de loods die eigendom is van gedaagden dient te worden geplaatst, waarbij eisers toegang moeten behouden om via de (gezamenlijke) in- en uitgang van de loods hun gedeelte van de loods te kunnen bereiken en verlaten;
4. ten aanzien van het persoonlijk recht van overpad achterom bepaalt dat gedaagden, hoofdelijk, na betekening van het te wijzen vonnis, zich dienen te onthouden van het betreden van het perceel van eisers met uitzondering van correct gebruik van het aan gedaagden toekomende recht van overpad, alsmede gedaagden oplegt om er op toe te zien dat gezinsleden (kinderen) zich eveneens onthouden van het betreden van het perceel van eisers met uitzondering van correct gebruik van het aan gedaagden toekomende persoonlijk recht van overpad én erop toe te zien dat bezoek van gedaagden het perceel van eisers in het geheel niet betreedt;
5. bepaalt dat uitsluitend gedaagden en hun gezinsleden (kinderen) gebruik maken van het persoonlijk recht van overpad achterom, waarbij gebruikmaking enkel dient te geschieden met privé personenvoertuigen en ten behoeve van woongerelateerde doeleinden;
6. ten aanzien van het recht van overpad op de binnenplaats bepaalt dat gebruikmaking van dit recht beperkt is als voetpad voor mens en dier en dat gebruikmaking enkel dient te geschieden op de minst bezwarende wijze zoals beschreven in de notariële akte van 25 april 2008;
7. ten aanzien van het recht van overpad op de binnenplaats aan gedaagden, hoofdelijk, verbiedt zich op de binnenplaats van eisers te bevinden, met uitzondering van correct gebruik van het aan gedaagden toekomende recht van overpad, alsmede gedaagden oplegt om er op toe te zien dat gezinsleden (kinderen) en bezoek van gedaagden zich eveneens onthouden van het betreden van het perceel van eisers met uitzondering van correct gebruik van het recht van overpad;
8. gedaagden, hoofdelijk, veroordeelt de binnenplaats, met inbegrip van een aan die binnenplaats gelegen opslagruimte van eisers, te ontruimen en ontruimd te houden door middel van het verwijderen en verwijderd houden van alle zaken van die binnenplaats die daar door of namens gedaagden zijn geplaatst en ook anderszins nu en in de toekomst geen zaken te plaatsen dan wel aan de muren van de woning van eisers te bevestigen of daarmee in aanraking te komen, met machtiging van eisers om de door gedaagden geplaatste zaken voor rekening en risico van gedaagden te verplaatsen c.q. te verwijderen en deze zaken in het gedeelte van de loods van gedaagden achter hun woning te plaatsen;
9. gedaagden, hoofdelijk, veroordeelt om alle zaken en/of planten te verwijderen en verwijderd te houden van het perceel van eisers voor, naast en achter de woningen aan de [adres 2] , [adres 3] en [adres 4] te [woonplaats] welke zaken daar door of namens gedaagden zijn geplaatst en ook anderszins nu en in de toekomst geen zaken te plaatsen dan wel aan de muren of poorten van de woning van eisers te bevestigen of daarmee in aanraking te komen, waaronder uitdrukkelijk begrepen een verbod tot het plaatsen van zaken en/of planten door gedaagden tegen of aan de voorgevel en poorten van de woning van eisers, met machtiging van eisers om de door gedaagden geplaatste zaken voor rekening en risico van gedaagden te verplaatsen c.q. te verwijderen en deze zaken in het gedeelte van de loods van gedaagden achter hun woning te plaatsen;
10. gedaagden, hoofdelijk, verbiedt om aan een door eisers op de binnenplaats aan te brengen afscheiding (hekwerk) voorwerpen te (doen) bevestigen of daartegen te plaatsen, dan wel aan die afscheiding enige schade toe te brengen, dan wel deze afscheiding te verwijderen of teniet te doen, alsmede gedaagden op te leggen er op toe te zien dat hun gezinsleden (kinderen) en/of bezoek van gedaagden zich eveneens van de genoemde gedragingen onthouden;
11 . gedaagden, hoofdelijk, verbiedt om aan eigendommen van eisers enige schade toe te brengen, waaronder begrepen eigendommen van [naam onderneming eisers] (de onderneming van eisers), alsmede gedaagden oplegt er op toe te zien dat hun gezinsleden (kinderen) en/of bezoek van gedaagden zich eveneens van de genoemde gedragingen onthouden;
12. gedaagden, hoofdelijk, gebiedt zich zodanig te gedragen dat zij bij gebruikmaking van de aan hen toekomende rechten van overpad geen hinder ex artikel 5:37 BW, en/of anderszins hinder veroorzaken en gedaagden zich dus onthouden van handelingen die hinder en/of overlast veroorzaken, alsmede gedaagden oplegt er op toe te zien dat hun gezinsleden (kinderen) en/of bezoek van gedaagden zich eveneens van de genoemde gedragingen onthouden;
13. gedaagden, hoofdelijk, gebiedt om telkenmale als zij voornemens zijn (onderhouds)werkzaamheden aan hun woning te verrichten waarvoor het noodzakelijk is dat zij incidenteel en tijdelijk gebruik maken van het perceel van eisers, minimaal drie weken voorafgaand aan de voorgenomen aanvang van deze werkzaamheden schriftelijk per aangetekend schrijven eisers op de hoogte stellen over:
a. aard en omvang van de werkzaamheden die zullen worden verricht met motivering waarom deze werkzaamheden vanaf het perceel van eisers uitgevoerd moeten worden;
b. hoeveel tijd die werkzaamheden in beslag zullen nemen, waarbij een maximumperiode van zes weken geldt;
c. onder opgave van (welke) hulppersonen en werkmensen op welke dagen en welke tijdstippen mogelijk op het perceel van eisers aanwezig zullen zijn voor uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden;
d. dat werkzaamheden door/namens gedaagden slechts uitgevoerd mogen worden van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 uur en 18.00 uur;
e. dat werkmateriaal, machines en bedrijfsauto’s slechts toegang hebben tot het perceel van eisers indien aannemelijk is dat deze zaken geen schade toebrengen aan de toegangsweg/ondergrond en andere eigendom van eisers en deze zaken zich slechts kortstondig op het perceel van eisers mogen bevinden voor uitvoering van werkzaamheden, waarbij het plaatsen en parkeren van voertuigen, machines e.d. op het terrein van eisers niet is toegestaan, met de bevoegdheid van eisers om, als er voor hen gewichtige redenen bestaan het door gedaagden aangekondigde gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen, hetgeen zij binnen 14 dagen na ontvangst van de mededeling van gedaagden schriftelijk zullen mededelen;
14. gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan eisers van een door hen te verbeuren dwangsom van € 1.500,00 per overtreding van het hiervoor onder 1 tot en met 13 gevorderde, welk bedrag is verschuldigd per dag of dagdeel dat de overtreding kort geding dagvaarding [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] contra [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] 28 voortduurt, zulks met een maximum van € 50.000,00;
15. eisers machtigt om dit vonnis zelf uit te voeren met behulp van een deurwaarder, en zo nodig met inschakeling van politie en justitie;
16. gedaagden hoofdelijk veroordeelt in de kosten van dit geding, met inbegrip van de nakosten.