ECLI:NL:RBLIM:2019:10493

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 november 2019
Publicatiedatum
21 november 2019
Zaaknummer
C/03/268693 / HA RK 19-192
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van een ontbindingsbesluit van een besloten vennootschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 november 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende de herroeping van een ontbindingsbesluit van een besloten vennootschap. Verzoeksters, de aandeelhouders van de vennootschap, stelden dat de vennootschap bij aandeelhoudersbesluit van 10 november 2013 was ontbonden per 31 december 2013 en dat deze ontbinding was ingeschreven in het handelsregister door de Kamer van Koophandel. De verzoeksters vroegen de rechtbank om te verklaren dat het herroepingsbesluit rechtskracht heeft en dat de uitspraak in het handelsregister dient te worden ingeschreven.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de vereisten voor toewijzing van het verzoek. Deze vereisten zijn onder andere dat de besloten vennootschap nog niet is opgehouden te bestaan, dat het herroepingsbesluit rechtsgeldig is genomen, en dat er inzicht moet zijn in de vermogenstoestand van de vennootschap op de datum van ontbinding en herroeping. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeksters in de gelegenheid zijn gesteld om hun verzoek aan te vullen en dat de aangeleverde informatie voldeed aan de gestelde vereisten.

De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat het besluit van de aandeelhouders tot ontbinding van de vennootschap rechtsgeldig is herroepen en heeft de griffier gelast om deze beschikking in te schrijven in het register waar de vennootschap is ingeschreven. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beschikking is gegeven door mr. W.E. Elzinga en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rekestnummer: C/03/268693 / HA RK 19-192
Beschikking van 21 november 2019
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster sub 1],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster sub 2],
beiden gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoeksters,
advocaat mr. P. van de Goor te Eindhoven
en
openbare rechtspersoon
KAMER VAN KOOPHANDEL,
gevestigd te Eindhoven,
belanghebbende.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de tussenbeschikking van 10 oktober 2019,
  • de brief namens verzoeksters met bijlagen, zoals ontvangen op 19 november 2019.
1.2.
De rechtbank heeft vervolgens de uitspraak bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoeksters zijn de (enig) aandeelhouders van [naam bv] laatstelijk gevestigd te [vestigingsplaats] , hierna: de vennootschap. Verzoeksters stellen dat de vennootschap bij aandeelhoudersbesluit van 10 (de rechtbank begrijpt vooralsnog: 28) november 2013 is ontbonden per 31 december 2013 en eveneens per die datum is uitgeschreven uit het handelsregister door de Kamer van Koophandel.
2.2.
Verzoeksters verzoeken de rechtbank om (de rechtbank begrijpt: bij beschikking):
te verklaren voor recht dat het herroepingsbesluit rechtskracht heeft;
de in het kracht van gewijsde gegane uitspraak door de zorg van de griffier te doen inschrijven in het handelsregister: en
de verzochte beschikking, voor zover nodig, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.3.
Met verwijzing naar rov. 3.1. van de tussenbeschikking gelden voor toewijzing van een verzoek als het onderhavige in ieder geval de volgende vereisten:
(i) de besloten vennootschap is nog niet opgehouden te bestaan;
(ii) het herroepingsbesluit is rechtsgeldig genomen;
(iii) inzicht dient te bestaan in de vermogenstoestand van de besloten vennootschap op de datum van ontbinding en de datum van herroeping alsmede in de ontwikkelingen in haar vermogenstoestand in de tussenliggende periode;
(iv) derden mogen geen nadeel ondervinden van de herroeping.
2.4.
Verzoeksters zijn bij beschikking van 10 oktober 2019 in de gelegenheid gesteld het verzoek aan te vullen. Uit de door verzoeksters in het geding gebrachte nadere informatie blijkt dat het verzoek nu aan de hiervoor genoemde vereisten voldoet, zodat het kan worden toegewezen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart voor recht dat het besluit van 28 november 2013 van de aandeelhouders van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam bv] tot ontbinding van de vennootschap bij besluit van haar aandeelhouders van 6 september 2019 (het herroepingsbesluit) rechtsgeldig is herroepen,
3.2.
gelast de griffier met overeenkomstige toepassing van artikel 2:19 lid 2 BW deze beschikking, in te schrijven in het register waar de besloten vennootschap is ingeschreven,
3.3.
verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E. Elzinga en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH