ECLI:NL:RBLIM:2019:10418

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 november 2019
Publicatiedatum
19 november 2019
Zaaknummer
03/700420-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak aanranding minderjarige en veroordeling wegens vervaardigen kinderporno

Op 19 november 2019 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1966, die werd beschuldigd van het aanranding van een minderjarige en het vervaardigen van kinderporno. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 5 november 2019, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van het slachtoffer, een vierjarig meisje, niet betrouwbaar was vanwege suggestieve verhoormethoden. Hierdoor kon de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komen van de aanranding. De verdachte werd vrijgesproken van dit feit.

Echter, de rechtbank vond voldoende bewijs voor het vervaardigen van kinderporno. De politie had kinderpornografisch materiaal aangetroffen op de computer en camera van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte verantwoordelijk was voor het maken van deze afbeeldingen en films, die seksuele gedragingen van het minderjarige buurmeisje toonden. De verdachte ontkende de feiten, maar de rechtbank achtte de verklaringen van getuigen en het aangetroffen bewijs overtuigend. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 363 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder meldplicht en ambulante behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700420-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 november 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.E. Tip, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 november 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, na wijziging, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:de minderjarige [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft aangerand dan wel ontuchtige handelingen met haar heeft gepleegd;
Feit 2 en 3:kinderporno heeft vervaardigd en/of in zijn bezit heeft gehad, onder meer van [slachtoffer] .

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair ten laste gelegde bewezen, gelet op de verklaring van aangeefster [moeder slachtoffer] (hierna: [moeder slachtoffer] ), de door [moeder slachtoffer] en getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ) waargenomen gedragsveranderingen bij [slachtoffer] in de maanden voorafgaande aan de aangifte, het studioverhoor van [slachtoffer] en de verklaring van getuige [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ). Voorts acht de officier van justitie bewezen dat de verdachte kinderporno heeft vervaardigd (feit 2) en kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad (feit 3). De kinderporno is aangetroffen op computers die de verdachte gebruikte. Dat [getuige 2] de filmpjes en foto's gemaakt zou hebben of in bezit zou hebben gehad blijkt niet uit het dossier. De verdachte moet worden vrijgesproken van het in bezit hebben van de films, zoals ten laste gelegd onder feit 3, omdat virtuele kinderporno volgens de jurisprudentie alleen onder artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht kan vallen als de afbeeldingen niet van echt te onderscheiden zijn.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit een integrale vrijspraak wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De verwijten komen voort uit ruzies tussen [getuige 2] en de verdachte en moeten worden gezien als represaille. De verdachte ontkent alle feiten ten stelligste. Bovendien is de raadsman van mening dat de verklaring van [slachtoffer] dermate onbetrouwbaar is, dat deze niet voor het bewijs kan worden gebruikt. Ook ontbreekt steunbewijs voor de feiten 1 primair en subsidiair. Voor de feiten 2 en 3 ontbreekt het bewijs dat het de verdachte was die de foto's en filmpjes heeft gemaakt en op de laptops heeft gezet. De raadsman wijst op het alternatieve scenario dat [getuige 2] , die de laptops vooral gebruikte, de foto's en filmpjes heeft gemaakt om de verdachte een hak te zetten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
Overwegingen feit 1 primair en subsidiair
Inleiding
Op 25 juni 2018 heeft [getuige 2] contact opgenomen met de politie omdat haar man, de verdachte, aan het buurmeisje van vier jaar zou hebben gezeten. [getuige 2] verklaarde dat ze enkele dagen eerder op de computer een filmpje had aangetroffen, waarop [slachtoffer] te zien was en waarop ze haar man hoorde fluisteren "Zullen we dadelijk lekker op bed gaan liggen, kan ik lekker over jou heen wrijven". Zij heeft dit tegen haar man gezegd en heeft het filmpje later niet meer aangetroffen. [getuige 2] heeft haar vermoedens die dag ook met buurvrouw [moeder slachtoffer] gedeeld.
Diezelfde dag is de politie ter plaatse gegaan en heeft onder meer gesproken met [moeder slachtoffer] . Zij gaf aan het verhaal vooralsnog niet te geloven en is naar de huisarts verwezen. [slachtoffer] is onderzocht door de huisarts en de kinderarts. Er is niets aangetroffen dat kan duiden op seksueel misbruik. [moeder slachtoffer] heeft verklaard dat [slachtoffer] , nadat ze ernaar gevraagd heeft, heeft verteld dat ze ringetjes van [verdachte] , de verdachte, heeft ontvangen en dat [verdachte] met zijn vingers aan haar pruimpje heeft gezeten. [slachtoffer] zou ditzelfde tegen oma, getuige [getuige 1] , de huisarts en kinderarts hebben verteld. Op 9 juli 2018 is [slachtoffer] bij de politie in een kindvriendelijke studio verhoord. [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] , was op het moment van het verhoor vier jaar.
De verdachte heeft ontkend dat hij [slachtoffer] heeft aangerand of ontuchtige handelingen met haar heeft gepleegd.
Waardering studioverhoor
De rechtbank stelt voorop dat volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) het bewijs dat de verdachte een ten laste gelegd feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige of enkel op basis van de verklaring of aangifte van het slachtoffer. Deze bepaling dient ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als de door het slachtoffer genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. Dit betekent dat - in een geval als het onderhavige, waarin de verklaring van het slachtoffer en de verdachte tegenover elkaar staan - de rechtbank de betrouwbaarheid van de verklaring van het slachtoffer moet beoordelen en daarnaast moet bepalen of voor de beweringen van het slachtoffer voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is. De juistheid van de kern van de tenlastelegging mag - met andere woorden - niet alleen uit de (betrouwbaar bevonden) verklaring van een slachtoffer volgen, maar moet óók gesteund worden door ander bewijsmateriaal, dat bovendien afkomstig moet zijn uit een andere bron dan het slachtoffer. De rechtbank zal daarom eerst ingaan op de vraag of de verklaring van [slachtoffer] voldoende betrouwbaar is om te worden gebezigd voor het bewijs.
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] tijdens het studioverhoor in eerste instantie niet uit zichzelf vertelt waarover ze verhoord wordt. Op enkele gesloten vragen antwoordt [slachtoffer] dat het over iets niet leuks gaat en over de buurman. Als ze wordt uitgenodigd om alles te vertellen over het niet leuke, zegt [slachtoffer] "Ehm aan m'n gezeten heb". De verhoorster reageert met "Aan mijn moesje gezeten. Zeg ik dat goed?", waarop [slachtoffer] zegt "Ah ha". Daarna noemt [slachtoffer] de naam van de buurman, [verdachte] . De verhoorster vat samen "En jij zei: ik kom eh ik kom vertellen over de buurman [verdachte] die aan mijn moesje heeft gezeten". De rechtbank constateert dat de verhoorster het meest cruciale woord in de verklaring, "moesje", zelf noemt en dat dit niet door [slachtoffer] genoemd is. Ook het vervolg van het verhoor van [slachtoffer] verloopt voor een groot deel langs deze lijn: [slachtoffer] toont zich onwillig om iets te zeggen, de verhoorster brengt een element in, [slachtoffer] reageert daarop en de verhoorster vat samen, inclusief het ingebrachte element. Op die manier is niet vast te stellen of de opgetekende verklaring daadwerkelijk de verklaring van [slachtoffer] is. De rechtbank is van oordeel dat in het verhoor dermate sprake is geweest van suggestieve c.q. gesloten vragen, dat daardoor een onaanvaardbare sturing is opgetreden en de resultaten van het verhoor als gevolg daarvan onbetrouwbaar zijn geworden. De rechtbank vindt de verklaring van [slachtoffer] daarom niet bruikbaar voor het bewijs.
Overig bewijs
Nu de verklaring van [slachtoffer] wordt uitgesloten van het bewijs, resteren enkel twee de-audituverklaringen van [moeder slachtoffer] en [getuige 1] , die beiden verklaren over wat [slachtoffer] hun verteld heeft. Weliswaar heeft de getuige [getuige 2] bij herhaling verklaard over een filmpje dat de verdachte gemaakt zou hebben van [slachtoffer] , waarop zij de verdachte zou hebben horen spreken, maar dit filmpje is niet aangetroffen op een van de in beslag genomen gegevensdragers, noch zijn daarop sporen aangetroffen van dit filmpje. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat dat filmpje daadwerkelijk heeft bestaan. Het bestaan van het filmpje kan dan evenmin aan het bewijs van het tenlastegelegde ten grondslag worden gelegd.
Daarnaast ontbreekt het aan nader onderzoek naar een causaal verband tussen het kennelijk veranderde gedrag van [slachtoffer] , waarover [moeder slachtoffer] en [getuige 1] verklaren, en de beweerdelijk gepleegde handelingen van de verdachte. Het is heel goed mogelijk dat het veranderde gedrag zijn oorsprong vindt in seksueel getinte handelingen die de verdachte bij [slachtoffer] zou hebben verricht, maar zonder nader onderzoek kan dat niet worden vastgesteld. Immers, [getuige 1] schreef het gedrag van [slachtoffer] in eerste instantie toe aan een verandering in de schoolomgeving. Op zichzelf kan dat een plausibele verklaring zijn. Een aanhoudende verandering in het gedrag zou ook kunnen worden verklaard door de onrust die is ontstaan als het gevolg van de onderhavige zaak. Zonder nader onderzoek daarnaar kan echter niet worden geconcludeerd dat de gedragsverandering door de gedragingen van de verdachte is ontstaan. De gedragsverandering kan daarmee evenmin als bewijs voor het tenlastegelegde dienen.
Conclusie rechtbank
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig bewijs bevat om vast te kunnen stellen dat de verdachte de onder feit 1 primair of subsidiair ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De verdachte zal daarvan dan ook worden vrijgesproken.
3.3.2
De bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
Na een melding van [getuige 2] dat ze kinderporno had aangetroffen op een laptop heeft de politie een notebook van het merk Asus uit de woning van de verdachte in beslag genomen. [2] Tevens werd een JVC recorder in beslag genomen waarin een micro SD geheugenkaart zat. [3] , [4] De politie constateerde dat er kinderpornografisch materiaal op de computer en de geheugenkaart uit de JVC recorder stond. [5] De volgende afbeeldingen zijn nader beschreven.
Foto's 1 tot en met 4
- Foto 1 met bestandsnaam [bestandsnaam 1] , aangetroffen in map [naam map 1] op de Asus notebook: Op de foto is een meisje met een kennelijke leeftijd tussen de 2 en 5 jaar, in ieder geval niet ouder dan 18 jaar te zien. Verder is op de foto een volwassen man te zien. Het meisje draagt een roze bikini broekje, haar bovenlichaam is ontbloot. De man draagt zwarte sokken en is verder bloot. De man staat naar alle waarschijnlijkheid op een bed. Schuin voor de man staat het meisje. Haar gezicht bevindt zich ongeveer ter hoogte van de blote penis van de man. De foto is bewerkt, te zien is dat het meisje oorspronkelijk niet gelijktijdig met de man gefotografeerd is. Op de foto is te zien dat het meisje later is toegevoegd aan de foto. [6]
- Foto 2 met bestandsnaam [bestandsnaam 2] , aangetroffen in map [naam map 1] op de Asus notebook: Op de foto is een meisje te zien met een kennelijke leeftijd tussen de 2 en 5 jaar, in ieder geval niet ouder dan 18 jaar te zien. Het meisje zit op haar kont met haar beentjes iets gespreid. Zij draagt geen onderbroek. Het kledingstuk dat het meisje draagt om haar bovenlichaam is licht- en donkerblauw in verticale strepen. Zij houdt met haar linkerhand het gestreepte kledingstuk omhoog. Op haar rechterbovenbeen is een duim van een volwassen persoon te zien. Zij zit op een ondergrond van stof, mogelijk een deken. De hoofdkleur is okergeel en te zien zijn een halve cirkel met de kleuren wit, oranje en blauw. Door het camerastandpunt is de vagina van het meisje prominent in beeld. [7]
- Foto 3 met bestandsnaam [bestandsnaam 3] en foto 4 met bestandsnaam [bestandsnaam 3a] , beide aangetroffen in de map [naam map 1] op de Asus notebook: Op foto 3 en 4 is dezelfde vagina te zien als beschreven bij foto 2. Dit is af te leiden uit het kledingstuk dat het meisje draagt op foto 3 en 4. Tevens is het af te leiden uit de deken waarop het meisje zit. Op foto 4 is te zien dat het meisje uitslag op haar vagina heeft. Ook op deze foto’s is door het camerastandpunt de vagina van het meisje prominent in beeld. [8]
Foto's 1 tot en met 4 zijn thumbnailbestanden, kleinere kopieën van de originele afbeelding. [9] De thumbnails zijn gegenereerd aan de hand van bestanden op een gegevensdrager met het stationsletter E:/, een USB-stick. [10] Aan de created date van de foto's 1 tot en met 4 is te zien dat de thumbnails op 20 augustus 2017 en 23 augustus 2017 op de computer zijn aangemaakt. [11]
Het meisje op foto's 1 tot en met 3 is door getuige [moeder slachtoffer] herkend als [slachtoffer] . De man op foto 1 herkent zij als de verdachte. [12]
Foto's 7 en 8
Een verbalisant relateert het volgende: Uit het proces-verbaal van aangifte blijkt dat het buurmeisje van de verdachte [slachtoffer] heet. [slachtoffer] is geboren op [geboortedatum slachtoffer] . Ik trof tijdens het beoordelen diverse films aan waarin een meisje te zien is. Het betreft een meisje met lang donker haar. Ik zag dat het meisje een mollig postuur had. De kennelijke leeftijd van het meisje is tussen 3 en 5 jaar. Ik hoorde dat het meisje werd aangesproken met de naam [slachtoffer] . Voornoemd meisje trof ik onder andere ook aan op de beschreven foto's 7 en 8. [13]
- Foto 7 met bestandsnaam [bestandsnaam 4] , aangetroffen in map [bestandsnaam 4] op de Asus notebook: Op deze foto is [slachtoffer] vanaf haar hoofd tot aan haar knieën vanaf de zijkant te zien. Zij is bloot en staat in een woonkamer. [14]
- Foto 8 met bestandsnaam [bestandsnaam 5] , aangetroffen in map [naam map 3] op de geheugenkaart van de JVC recorder: Op deze foto is [slachtoffer] vanaf de zijkant volledig afgebeeld te zien. Zij is bloot en staat in een woonkamer. [15]
Foto's 9 tot en met 13
Op foto’s 9 tot en met 13 en film 3 werd een meisje aangetroffen dat vermoedelijk [slachtoffer] betreft. [16]
- Foto 9 met bestandsnaam [bestandsnaam 6] , aangetroffen in map [naam map 2] op de Asus notebook: Op deze foto is een meisje te zien gekleed in roze bonte jurk en roze schoenen. Het meisje zit onderuit gezakt op een rode bank. Zij heeft zwarte haren en kijkt in een boekje. Zij heeft haar benen deels omhoog getrokken. Door het camerastandpunt wordt de aandacht getrokken naar het kruis van het meisje. [17] De foto is opgeslagen in de afbeeldingenmap van de gebruiker [verdachte] en is eenvoudig via het besturingssysteem te benaderen. [18]
- Foto’s 10 tot en met 13 betreffen 4 foto’s waarop telkens een meisje vanaf haar onderrug tot en met haar bovenbenen te zien is. Het meisje is gekleed in een roze witte onderbroek met een roze elastieke band. De focus van de foto’s ligt op de onderbroek van het meisje. Foto 10 met bestandsnaam [bestandsnaam 7] en foto 11 met bestandsnaam [bestandsnaam 8] zijn aangetroffen in map [bestandsnaam 4] op de Asus notebook. Foto 12 met bestandsnaam [bestandsnaam 9] en foto 13 met bestandsnaam [bestandsnaam 10] zijn aangetroffen in de map [naam map 3] op de geheugenkaart van de JVC recorder. [19]
Film 3
Foto's 10 tot en met 13 zijn screenshots uit film 3. [20]
- Film 3 met bestandsnaam [bestandsnaam 11] , aangetroffen in map [naam map 4] op de geheugenkaart van de JVC recorder: Op de film is een meisje vanaf haar onderrug tot en met haar bovenbenen te zien. Het meisje is gekleed in een roze witte onderbroek met een roze elastieken band. Het meisje staat met haar gezicht naar een muur. Door het camerastandpunt ligt de focus op de onderbroek c.q. billen van het meisje. Tijdens de opname stopt het meisje haar linkerhand achter in haar onderbroek. Haar onderbroek wordt hierdoor naar beneden getrokken waardoor haar bilspleet en een gedeelte van haar billen zichtbaar zijn. [21]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat de Asus computer door [getuige 2] en door hem werd gebruikt. Hij maakte weleens films en foto's van de kinderen, als die aan het spelen waren en bewaarde deze op de Asus computer. [22] De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij met de JVC recorder een film heeft gemaakt van zijn overburen, waarbij de camera vooral gericht is op het minderjarige overbuurmeisje. [23]
De verdachte herkent de foto's 1, 7, 8, 9 en 10 als gemaakt in de woonkamer van de [adres] in [woonplaats] , waar hij met [getuige 2] woonde. [24] [slachtoffer] woont volgens de verdachte ongeveer twee jaar naast hem, zo verklaart hij in november 2018. [25]
[getuige 2] heeft verklaard dat zij op de computer van haar man een filmpje heeft gezien van [slachtoffer] , die op de bank zat met alleen een onderbroek aan. Er werd ingezoomd op het kruis van [slachtoffer] . Volgens [getuige 2] heeft de verdachte dit gefilmd, omdat er verder niemand met de camera filmt. [26]
3.3.3
De bewijsoverwegingen
Op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat foto's en een film van [slachtoffer] zijn aangetroffen op de computer en de videocamera die de verdachte mede in gebruik had. Telkens ligt de focus op het kruis of de billen van het meisje. Op meerdere afbeeldingen is zij naakt. Eén van de foto's is bewerkt en toont een vrijwel naakte [slachtoffer] met daarnaast de volledig ontklede verdachte, die met zijn penis ter hoogte van [slachtoffer] 's hoofd staat. Van een deel van de foto's en de film staat vast dat ze zijn gemaakt in de woning van de verdachte. [slachtoffer] woonde ongeveer vanaf november 2016 naast de verdachte.
De rechtbank leidt voorts uit het dossier af dat de foto's 1 tot en met 4 zijn gemaakt in augustus 2017. Deze foto's zijn via een usb-stick op de computer getoond en zo als thumbnails zichtbaar gebleven in een map in het gebruikersprofiel van [verdachte] . Foto 9 staat opgeslagen in een map met de datum 2017-07, de rechtbank begrijpt dit als juli 2017. Deze foto is opgeslagen in de afbeeldingenmap van gebruiker [verdachte] . Foto's 7, 10 en 11 zijn aangetroffen in een map in het gebruikersprofiel van [verdachte] . Foto's 10 en 11 zijn zogenoemde stills van beelden uit film 3, net als foto's 12 en 13. Foto's 8, 12 en 13 en film 3 zijn aangetroffen op de geheugenkaart in de videocamera die de verdachte gebruikte.
De verdachte heeft verklaard dat hij met de camera films maakte van de kinderen en dat hij de computer gebruikte om foto's en films op te slaan. De verdachte heeft geen verklaring willen afleggen over hoe de foto's en film van [slachtoffer] op zijn computer en camera terecht zijn gekomen. Gelet op het voorgaande kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat het de verdachte is geweest die de foto's en film van [slachtoffer] heeft gemaakt.
Namens de verdachte is een alternatief scenario aangedragen dat het [getuige 2] was die de foto's en film moet hebben gemaakt om de verdachte een hak te zetten. De rechtbank verwerpt dit verweer, nu dit niet nader met feiten is onderbouwd. Overigens acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat [getuige 2] reeds in augustus 2017 foto's van [slachtoffer] zou hebben gemaakt om ze vervolgens tien maanden later op de computer "te ontdekken".
Gelet op de voorgaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen en een film. De rechtbank acht voorts bewezen dat dit is gebeurd in de periode van 1 november 2016 tot en met 25 juni 2018, gelet op de omstandigheid dat [slachtoffer] ongeveer vanaf november 2016 naast de verdachte woonde en diverse foto's van [slachtoffer] gedateerd zijn in juli en augustus 2017.
3.3.4
Overwegingen feit 3
Aan de verdachte is tenlastegelegd – kort gezegd – het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen met bestandsnamen [bestandsnaam 12] en [bestandsnaam 13] , in het procesdossier aangeduid met foto 5 en 6. Deze foto's zijn aangetroffen op computers die in de woning van de verdachte in beslag zijn genomen. Foto 5 is aangetroffen in een map van gebruiker [getuige 2] op een notebook van het merk Compaq. Foto 6 is aangetroffen op een notebook van het merk Packard Bell, waarover de verdachte verklaard heeft dat het de kapotte notebook van [getuige 2] was. Uit het dossier blijkt niet wie beide computers wanneer in gebruik heeft gehad. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat het de verdachte was die de afbeeldingen in bezit heeft gehad. Bovendien wijken de afbeeldingen af van de onder feit 2 bewezen verklaarde foto's en films, in die zin dat ze niet [slachtoffer] als onderwerp hebben. De verdachte moet daarom van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Aan de verdachte is voorts tenlastegelegd – kort gezegd – het in bezit hebben van kinderpornografische films met bestandsnamen [bestandsnaam 14] en [bestandsnaam 15] en [bestandsnaam 16] , in het procesdossier aangeduid met film 1 en 2. Het betreffen virtuele films. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat onder het bereik van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht ook virtuele afbeeldingen vallen, mits het gaat om realistische afbeeldingen, die niet van echt te onderscheiden zijn. Nu de personages in films 1 en 2 overduidelijk getekende figuren zijn, moet de verdachte ook van dat onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
2.
in de periode van 1 november 2016 tot en met 25 juni 2018 in de gemeente Simpelveld meermalen afbeeldingen, te weten foto's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] , is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren door die [slachtoffer] , waarbij door het camerastandpunt en de pose van die [slachtoffer] en de uitsnede van de foto's/film nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen van die [slachtoffer] , in beeld wordt/worden gebracht, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 2] , p. 84 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 3] , p. 84 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 3a] , p. 84 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 4] , p. 87 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 5] , p. 87 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 6] , p. 87 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 7] ,
p. 87 en 88 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 8] , p. 88 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 9] , p. 88 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 10] , p. 88 pv en
een film met bestandsnaam: [bestandsnaam 11] , p. 88 pv)
en
het houden van een stijve penis naast het gezicht en lichaam van die [slachtoffer] , waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] , p. 83 pv)
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
Feit 2:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren. Aan die voorwaardelijke straf moeten de bijzondere voorwaarden van meldplicht en ambulante behandeling worden verbonden. Tevens heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid op grond van artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht gevorderd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om in geval van een strafoplegging te volstaan met een minimale onvoorwaardelijke gevangenisstraf gecombineerd met een taakstraf of geldboete, dan wel een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. De raadsman heeft daarbij gewezen op de slechte gezondheid van de verdachte en de omstandigheid dat het recidivegevaar door de deskundige Moerland laag wordt ingeschat.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno. Hij heeft foto's en een film gemaakt van zijn minderjarige buurmeisje, waarbij hij op haar (ontklede) geslachtsdelen en billen heeft gefocust. Daarnaast heeft hij een foto waarop hij zelf met blote penis staat zodanig bewerkt dat daarop tevens zijn buurmeisje te zien is, met haar hoofd naast die blote penis. Met dit alles heeft hij inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van zijn minderjarige buurmeisje. De rechtbank acht dit bijzonder kwalijk. Kinderporno is een ernstig misdrijf, met name omdat bij de vervaardiging ervan jonge kinderen worden misbruikt. In veel gevallen lopen de kinderen die aan de productie van kinderporno en het daarmee gepaard gaande seksuele misbruik worden blootgesteld ernstige psychische schade op. De verdachte heeft bij dit grove seksuele misbruik kennelijk niet stilgestaan.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft de rechtbank ten voordele van de verdachte rekening gehouden met de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 30 september 2019, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten door de strafrechter is veroordeeld. De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het reclasseringsadvies d.d. 1 november 2019 en de Pro Justitia rapportage d.d. 11 januari 2019.
De verdachte heeft ter terechtzitting en tegenover de reclassering en de psycholoog geen openheid van zaken willen geven over zijn handelen. Omdat onduidelijk is of de verdachte de ernst van zijn handelen inziet, acht de rechtbank het van belang dat de op te leggen straf een voldoende afschrikkende werking heeft om te voorkomen dat de verdachte in de toekomst opnieuw kinderporno zal vervaardigen. De rechtbank hoopt dit te bereiken door een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een proeftijd van 3 jaren. Aan die voorwaardelijke gevangenisstraf verbindt de rechtbank de voorwaarden van meldplicht en ambulante behandeling, zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
Alles afwegend en rekening houdend met wat in soortgelijke zaken wordt opgelegd, is de rechtbank van oordeel dat naast een voorwaardelijke gevangenisstraf een forse onvoorwaardelijke taakstraf passend en geboden is. De rechtbank komt tot een lagere straf dan de officier van justitie heeft gevorderd, nu de rechtbank de verdachte deels vrijspreekt van het hem ten laste gelegde. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de kinderporno in deze zaak geen seksuele handelingen betreft.
De rechtbank zal aan de verdachte opleggen een taakstraf voor de duur van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis en daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van 363 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden van meldplicht en ambulante behandeling, zoals vermeld in het reclasseringsadvies d.d. 1 november 2019.
Anders dan door de officier van justitie geëist ziet de rechtbank geen aanleiding om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht stelt als eis voor de dadelijke uitvoerbaarheid dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van ene of meer personen. Daarvan is in deze zaak niet gebleken, mede gelet op het advies van de deskundige Moerland.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [moeder slachtoffer] vordert een schadevergoeding van € 5.740,32 ter zake van, naar de rechtbank begrijpt, feit 1.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
Nu de verdachte ter zake van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, wordt vrijgesproken, kan de benadeelde partij in haar vordering niet worden ontvangen en zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de onder 1 primair en 1 subsidiair en feit 3 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor feit 2 tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
  • veroordeelt de verdachte voor feit 2 tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
  • zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit of
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
  • geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt voorts de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
de veroordeelde meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij de Reclassering Nederland op het telefoonnummer 088 8041501 en blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
de veroordeelde werkt mee aan een intake bij Forensische Polikliniek de Horst of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Indien uit deze intake naar voren komt dat een behandeling geïndiceerd is, werkt de veroordeelde mee aan deze behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, ook als dit inhoudt het innemen van medicijnen;
- geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
Benadeelde partij
  • verklaart de
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Beije, voorzitter, mr. P.H.M. Kuster en mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. drs. B.C. van Wijmen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 november 2019.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2017 tot en met 25 juni 2018 in de gemeente Simpelveld, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens) aanwenden van zijn, verdachtes, lichamelijke en/of psychische overwicht op een persoon genaamd [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] ) en/of misbruik maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht op die [moeder slachtoffer] en/of aan die [moeder slachtoffer] één of meer ringetje(s) laten zien en/of (vervolgens) tegen die [moeder slachtoffer] zeggen dat zij één of meer ringetje(s) van hem, verdachte, zou krijgen als hij, verdachte, aan haar vagina mocht voelen en/of aan die [moeder slachtoffer] toevoegen van (de) woorden (van de strekking): "Als jij iets voor mij doet, doe ik ook iets voor jou." en/of "Zullen we dadelijk lekker op bed gaan liggen, kan ik lekker over jou heen wrijven." en/of aantrekken en/of dragen van handschoenen, die [moeder slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens) aanraken en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over en/of voelen en/of zitten aan de vagina van die [moeder slachtoffer] ;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2017 tot en met 25 juni 2018 in de gemeente Simpelveld, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens) aanraken en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over en/of voelen en/of zitten aan de vagina van die [moeder slachtoffer] ;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2016 tot en met 25 juni 2018 in de gemeente Simpelveld, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
telkens afbeeldingen, te weten foto's - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een of meer computer(s) -, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] , is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer] , althans deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of waarbij die [slachtoffer] , althans deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] , althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer] , althans deze persoon in beeld
wordt gebracht, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 2] , p. 84 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 3] , p. 84 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 3a] , p. 84 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 4] , p. 87 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 5] , p. 87 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 6] , p. 87 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 7] ,
p. 87 en 88 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 8] , p. 88 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 9] , p. 88 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 10] , p. 88 pv en/of
een film met bestandsnaam: [bestandsnaam 11] , p. 88 pv)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] , p. 83 pv)
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 november 2017 tot en met 7 november 2018 in de gemeente Simpelveld en/of te Bingelrade, in de gemeente Onderbanken, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films - en/of gegevensdragers, te weten een of meer computer(s), bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid en/of
aangeboden en/of,
openlijk tentoongesteld en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een film met bestandsnaam: [bestandsnaam 14] en [bestandsnaam 15] , p. 85 pv en/of een film met bestandsnaam: [bestandsnaam 16] , p. 85 en 86 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 12] , p. 84 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestandsnaam 13] , p. 84 en 85 pv)

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt – tenzij anders vermeld – gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, Team Bestrijding Kinderporno en Kindersekstoerisme, proces-verbaalnummer 2018095528, gesloten d.d. 30 januari 2019, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 156.
2.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 44-45.
3.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 61-62.
4.Proces-verbaal onderzoek gegevensdrager, p. 76.
5.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 81-88.
6.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 83-84.
7.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 84.
8.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 84.
9.Proces-verbaal volgnummer 18-0374, p. 93.
10.Proces-verbaal nader digitaal onderzoek, p. 97.
11.Proces-verbaal van bevindingen nummer 19 d.d. 23 oktober 2019, p. 1-2.
12.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. tonen foto's, p. 98-99, in samenhang met proces-verbaalnummer 13, p. 94-95.
13.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 87.
14.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 87.
15.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 87.
16.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 87-88.
17.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 87.
18.Proces-verbaal volgnummer 18-0374, p. 92.
19.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 87-88.
20.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 87-88.
21.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 88.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 137.
23.Proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 5 november 2019.
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 138.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 135.
26.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 32.