ECLI:NL:RBLIM:2019:10087
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in civiele procedure met betrekking tot rolvoeging en procesbeslissingen
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. F.C. Schirmeister, op 29 augustus 2019 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters van de meervoudige civiele kamer van de Rechtbank Limburg. Dit verzoek volgde na een comparitie in een andere zaak, waarin verzoekster zich niet goed geïnformeerd voelde over de rolvoeging tussen de hoofdzaak en de vrijwaring. De wrakingsgronden omvatten beschuldigingen van partijdigheid, waaronder de opmerking van rechter Sijmonsma dat de advocaat 'zeurde', en het niet toestaan van een spreeknotitie door de advocaat. De rechters hebben op 30 augustus 2019 aangegeven niet in het wrakingsverzoek te berusten en hebben hun standpunt toegelicht tijdens de zitting van de wrakingskamer op 21 oktober 2019.
De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat verzoekster tijdig haar wrakingsverzoek heeft ingediend. In de beoordeling van de gronden van het wrakingsverzoek heeft de wrakingskamer vastgesteld dat de aangevoerde redenen, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, geen grond voor wraking vormen. De rechters hebben terecht opgemerkt dat de opmerkingen van de advocaat en de procesbeslissingen geen indicatie van onpartijdigheid opleveren. De wrakingskamer heeft uiteindelijk het verzoek tot wraking afgewezen, waarbij de rechters zijn vrijgesproken van de beschuldigingen van partijdigheid en onprofessioneel gedrag.