In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een lokale aanbieder van cateringdiensten, aangeduid als [eiser], en de Gemeente Valkenburg aan de Geul, die een aanbesteding had uitgeschreven voor de horeca en toiletbeheer tijdens de kerstmarkt in de gemeentegrot. De Gemeente had een meervoudige onderhandse procedure gevolgd en [eiser] was een van de zes geselecteerde aanbieders. De aanbesteding had een waarde van ongeveer € 30.000 en het gunningscriterium was de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI), waarbij kwaliteit en prijs in een verhouding van 60%-40% werden gewogen.
[eiser] vorderde in kort geding dat de Gemeente de aanbestedingsprocedure zou intrekken en de opdracht opnieuw zou aanbesteden, omdat hij meende dat de Gemeente de beginselen van gelijkheid, transparantie en objectiviteit had geschonden. Hij stelde dat de gunningscriteria onduidelijk waren en dat de Gemeente de inschrijving van de uiteindelijke winnaar, [naam winnaar gunning], ten onrechte had geaccepteerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente voldoende ruimte had geboden voor eigen invulling en dat de inschrijvers, waaronder [eiser], hadden moeten begrijpen dat innovatie en creativiteit gewaardeerd zouden worden in de beoordeling.
De voorzieningenrechter wees de vorderingen van [eiser] af, oordeelde dat de Gemeente de gunningsbeslissing voldoende had gemotiveerd en dat er geen sprake was van schending van de aanbestedingsregels. [eiser] werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die tot dat moment waren begroot op € 1.606,00. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en gelijke behandeling in aanbestedingsprocedures, evenals de ruimte voor inschrijvers om creatief en innovatief te zijn in hun aanbiedingen.