ECLI:NL:RBLIM:2018:9533

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 oktober 2018
Publicatiedatum
9 oktober 2018
Zaaknummer
03/700235-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstallen in vereniging van 52 mobiele telefoons en bankpasjes tijdens Pinkpop

Op 9 oktober 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging van 52 mobiele telefoons, bankpasjes en geldbedragen tijdens het Pinkpop festival op 15 juni 2018 in Landgraaf. De verdachte, die recidive vertoonde in meerdere landen, had tijdens de diefstallen de regie en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. W. de Vilder. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de diefstallen snel achter elkaar plaatsvonden zonder tussentijdse bezinning. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank overwoog dat de diefstallen niet alleen financiële schade veroorzaakten, maar ook emotionele hinder voor de slachtoffers, die hun plezier op het festival verloren door het zoeken naar hun gestolen goederen en het doen van aangifte. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de gepleegde diefstallen, waarbij hij feitelijk de leiding had. De vordering van de officier van justitie om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaar op te leggen werd afgewezen, maar de rechtbank vond een straf van 24 maanden passend. Daarnaast werden verschillende vorderingen van benadeelde partijen tot schadevergoeding gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de immateriële schadevergoeding niet toewijsbaar was, omdat er geen sprake was van lichamelijk letsel of schending van de eer en goede naam.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/700235-18
Tegenspraak (gemachtigde raadsman)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 oktober 2018
in de strafzaak tegen
[naam verdachte] [1] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
gedetineerd in P.I. Zuid Oost, HvB Roermond te Roermond.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. W. de Vilder, advocaat kantoorhoudende te Beek.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 september 2018. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
(op één of meer tijdstippen), op of omstreeks 15 juni 2018, te Landgraaf, meermalen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 52 telefoons, een portemonnee (met inhoud), meerdere geldbedragen, 3 bankpassen en een lidmaatschapspas heeft gestolen van 52 personen.

3.De beoordeling van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de bewezenverklaring. De verdachte heeft de diefstallen bekend en er is voldoende bewijs aanwezig in het dossier. De raadsman voert aan dat sprake is van een voortgezette handeling. De verschillende diefstallen hebben snel achter elkaar naar aanleiding van één wilsbesluit plaatsgevonden, terwijl er geen moment van tussentijdse bezinning is geweest.
3.2
Het oordeel van de rechtbank [2]
Op grond van de hieronder genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, voor zover hierna onder de bewezenverklaring is vermeld.
- De bekennende verklaring van de verdachte bij de politie; [3]
- De verklaringen van de medeverdachte bij de politie; [4]
- Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2018 – inhoudende het relaas van de verbalisanten met betrekking tot de in de tas van de verdachte aangetroffen goederen; [5]
- De aangifte van [benadeelde 1] ; [6]
- De aangifte van [benadeelde 5] ; [7]
- De aangifte van [benadeelde 6] ; [8]
- De aangifte van [benadeelde 7] ; [9]
- De aangifte van [benadeelde 8] ; [10]
- De aangifte van [benadeelde 9] ; [11]
- De aangifte van [benadeelde 57] ; [12]
- De aangifte van [benadeelde 11] ; [13]
- De aangifte van [benadeelde 58] ; [14]
- De aangifte van [benadeelde 13] ; [15]
- De aangifte van [benadeelde 14] ; [16]
- De aangifte van [benadeelde 15] ; [17]
- De aangifte van [benadeelde 16] ; [18]
- De aangifte van [benadeelde 17] ; [19]
- De aangifte van [benadeelde 18] ; [20]
- De aangifte van [benadeelde 19] ; [21]
- De aangifte van [benadeelde 20] ; [22]
- De aangifte van [benadeelde 21] ; [23]
- De aangifte van [benadeelde 22] ; [24]
- De aangifte van [benadeelde 23] ; [25]
- De aangifte van [benadeelde 24] ; [26]
- Het eind proces-verbaal pagina 21 - inhoudende, zakelijk weergegeven, dat twee telefoons aan [benadeelde 24] werden geretourneerd; [27]
- De aangifte van [benadeelde 25] namens [benadeelde 26] ; [28]
- De aangifte van [benadeelde 27] ; [29]
- Het eind proces-verbaal pagina 21 – inhoudende, zakelijk weergegeven, dat in de tas van de medeverdachte een bankpas werd aangetroffen welke op naam stond van [benadeelde 27] en dat deze aan hem werd geretourneerd; [30]
- De aangifte van [benadeelde 28] ; [31]
- De aangifte van [benadeelde 29] ; [32]
- De aangifte van [benadeelde 30] ; [33]
- De aangifte van [benadeelde 31] ; [34]
- De aangifte van [benadeelde 32] ; [35]
- De aangifte van [benadeelde 33] namens [benadeelde 34] ; [36]
- De aangifte van [benadeelde 35] namens [benadeelde 36] ; [37]
- De aangifte van [benadeelde 37] ; [38]
- De aangifte van [benadeelde 38] ; [39]
- Het eind proces-verbaal pagina 24 – inhoudende, zakelijk weergegeven, dat de telefoon aan [benadeelde 38] werd geretourneerd; [40]
- De aangifte van [benadeelde 39] ; [41]
- De aangifte van [benadeelde 2] ; [42]
- De aangifte van [benadeelde 40] ; [43]
- De aangifte van [benadeelde 41] ; [44]
- De aangifte van [benadeelde 42] ; [45]
- Het eind proces-verbaal pagina 25 – inhoudende, zakelijk weergegeven, dat in de aangifte abusievelijk de naam Wicking werd vermeld in plaats van [benadeelde 42] ; [46]
- De aangifte van [benadeelde 43] ; [47]
- De aangifte van [benadeelde 44] ; [48]
- De aangifte van [benadeelde 45] ; [49]
- De aangifte van [benadeelde 46] ; [50]
- De aangifte van [benadeelde 47] ; [51]
- De aangifte van [benadeelde 48] ; [52]
- De aangifte van [benadeelde 49] ; [53]
- De aangifte van [benadeelde 3] ; [54]
- De aangifte van [benadeelde 50] ; [55]
- De aangifte van [benadeelde 51] ; [56]
- De aangifte van [benadeelde 52] ; [57]
- De aangifte van [benadeelde 53] ; [58]
- De aangifte van M. [benadeelde 60] ; [59]
- De aangifte van [benadeelde 4] ; [60]
- De aangifte van [benadeelde 55] ; [61]
Omdat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd en er geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering, met deze opgave van de bewijsmiddelen.
Ondertekening aangiftes
De rechtbank merkt op dat onder de bewijsmiddelen een aantal aangiftes is opgenomen, dat niet door de aangevers ondertekend is. De rechtbank gaat voorbij aan dat gebrek, nu deze aangiftes op ambtseed door een verbalisant zijn opgemaakt en ondertekend.
Voortgezette handeling
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is geweest van een voortgezette handeling. De rechtbank oordeelt daarover als volgt. Uit het strafdossier volgt dat de diefstallen telkens van verschillende personen hebben plaatsgevonden en op verschillende tijdstippen. In totaal zijn er 52 personen bestolen, binnen een tijdsbestek van circa 4,5 uur. Hieruit volgt dat ten aanzien van elk van deze diefstallen een afzonderlijk wilsbesluit is genomen om tot diefstal over te gaan. Er is geen sprake van een voortgezette handeling.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
(op meer tijdstippen), op 15 juni 2018, te Landgraaf, meermalen, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden, en wel:
- een portemonnee (met inhoud), toebehorende aan [benadeelde 1] en
- een telefoon (Huawei), toebehorende aan [benadeelde 5] en
- een telefoon (One) en een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 6] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 7]
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 8] en
- een telefoon (Huawei), toebehorende aan [benadeelde 9] en
- een telefoon (Iphone) en een bankpas, toebehorende aan [benadeelde 57] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 11] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 58] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 13] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 14] en
- een telefoon (HTC), toebehorende aan [benadeelde 15] en
- een telefoon (Samsung) en een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 16] en
- een telefoon (LG), toebehorende aan J. [benadeelde 59] en
- een telefoon (Samsung) toebehorende aan [benadeelde 18] en
- een telefoon (Nokia) en een bankpas en een rijbewijs, toebehorende aan [benadeelde 19]
en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 20] en
- een telefoon (Motorola), toebehorende aan [benadeelde 21] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 22] en
- een telefoon (Huawei), toebehorende aan [benadeelde 23] en
- twee telefoons, toebehorende aan [benadeelde 24] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 26] en
- een telefoon (Samsung) en bankpas, toebehorende aan [benadeelde 27] en
- een telefoon (Oneplus), toebehorende aan [benadeelde 28] en
- een telefoon, toebehorende aan [benadeelde 29] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 30] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 31] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 32] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 34] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 36] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 37] en
- een telefoon (Huawei), toebehorende aan [benadeelde 38] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 39] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 2] en
- een telefoon (Nokia), toebehorende aan [benadeelde 40] en
- een telefoon (Huawei), toebehorende aan [benadeelde 41] en
- een telefoon (Huawei), toebehorende aan S.B. [benadeelde 42] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 43] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 44] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 45] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 46] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 47] en
- een telefoon (Nexus LG) en een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 48] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 49] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 3] en
- een telefoon (Iphone) en bankpassen en een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 50]
en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 51] en
- een telefoon (Huawei), toebehorende aan [benadeelde 52] en
- een telefoon (Sony), toebehorende aan [benadeelde 53] en
- een telefoon (Honor), toebehorende aan M. [benadeelde 60] en
- een telefoon (Iphone), toebehorende aan [benadeelde 4] en
- een telefoon (Samsung), toebehorende aan [benadeelde 55] .
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders ten laste is gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft daarbij betrokken dat de verdachte een strafblad heeft met daarop meerdere veroordelingen voor diefstal en dat hij ten opzichte van de medeverdachte een leidende rol heeft gehad. Ook heeft hij bij zijn eis betrokken dat in het strafdossier sterke aanwijzingen te vinden zijn voor mobiel banditisme en voor betrokkenheid van een grotere groep uit het buitenland afkomstige zakkenrollers, dan slechts de verdachte en de medeverdachte. De officier van justitie zou daarom graag zien dat van de op te leggen straf een duidelijk (preventief) signaal uitgaat, zodat de zakkenrollers niet meer naar Nederland toekomen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, indien een gevangenisstraf wordt opgelegd, daarvan een fors gedeelte voorwaardelijk zou moeten zijn. De verdachte heeft bij de politie spijt betuigd. Verder heeft de raadsman een beroep gedaan op artikel 18 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VwEU). De verdachte moet, zo betoogt hij, bij de oplegging van de straf op dezelfde manier worden beoordeeld als een Nederlandse verdachte zou worden beoordeeld.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich, tezamen met een ander, schuldig gemaakt aan diefstal van 52 telefoons, 3 bankpassen, diverse geldbedragen en een portemonnee (met inhoud). Al deze diefstallen hebben plaatsgevonden op een festival. De gedupeerden zijn op dat festival op een brutale wijze van hun spullen beroofd die zich in hun broekzak of tas bevonden.
De diefstal van de telefoons heeft voor de gedupeerden niet alleen financiële schade met zich meegebracht, maar ook hinder en overlast door het verlies van de op de telefoons en bijbehorende simkaarten opgeslagen foto’s en berichten. Daarbij komt nog dat de gedupeerden door de diefstallen hun tijd op het festival hebben moeten spenderen aan het zoeken naar hun spullen en het doen van aangifte, in plaats van genieten van de optredens. Uit de aangiftes blijkt dat het plezier van het festival voor de gedupeerden grotendeels is vergald. Dit terwijl het voor veel van hen een evenement was waar zij lang naar uitgekeken hadden.
Uit de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte blijkt dat zij – vanuit het buitenland – met een vooropgezet plan naar het festival in Nederland gekomen zijn, om aldaar festivalgangers van hun spullen te beroven. Zij hebben hun belang van puur financieel gewin boven de belangen gesteld van alle personen die zij schade berokkend hebben.
Uit het strafdossier komt voldoende naar voren dat de verdachte feitelijk de leiding had bij het gezamenlijk met de medeverdachte plegen van de diefstallen. Dit leidt de rechtbank af uit het feit dat de verdachte bij de politie verklaarde dat hij de medeverdachte geld gaf om een kaartje te kopen voor het festival. Ook was het de verdachte die op de toiletten de simkaarten uit de telefoons verwijderde, terwijl de medeverdachte, die daarbij op de getuigen een zenuwachtige indruk maakte, buiten de toiletten stond te wachten. Het was eveneens de verdachte die de tas met de gestolen goederen bij zich had. In die tas zat ook het identiteitsbewijs van de medeverdachte.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op zijn strafblad. Daaruit blijkt dat de verdachte al vaker met de strafrechter in aanraking is gekomen. Hij is 9 keer eerder veroordeeld voor het plegen van diefstal, in verschillende landen. Kennelijk laat de verdachte zich daar niets aan gelegen liggen en zorgt hij telkens weer, uit puur eigenbelang, voor veel narigheid voor anderen door het plegen van diefstallen.
Artikel 18 VwEU
De raadsman heeft verwezen naar artikel 18 VwEU dat bepaalt dat elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden is. De rechtbank is tot zijn oordeel gekomen met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 VwEU.
Conclusie
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank is van oordeel dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezenverklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 24 maanden een passende straf. Daarbij zal een deel van deze straf in voorwaardelijke vorm worden opgelegd. Dit als ernstige waarschuwing aan de verdachte om zich in de toekomst te onthouden van het plegen van strafbare feiten. De rechtbank zal dan ook 6 maanden van de straf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van 3 jaren.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde 57] (hierna: [benadeelde 57] ) vordert een materiële schadevergoeding van € 7,50. Hij heeft een nieuwe bankpas moeten betalen omdat hij de gestolen bankpas had laten blokkeren. Hij vordert een immateriële schadevergoeding van € 50,00. Verder vordert hij de wettelijke rente over deze bedragen.
De benadeelde partij [benadeelde 1] (hierna: [benadeelde 1] ) vordert een materiële schadevergoeding van € 12,00. Hij heeft 2 nieuwe bankpassen moeten betalen. Hij vordert ook de wettelijke rente over dit bedrag.
De benadeelde partij [benadeelde 2] (hierna: [benadeelde 2] ) vordert een materiële schadevergoeding. Hij vordert een bedrag van € 20,00 vanwege de aanschaf van een nieuwe portemonnee, € 65,55 voor een nieuw rijbewijs, € 11,50 voor het maken van pasfoto’s voor dit nieuwe rijbewijs en € 95,00 aan gestolen geld en festivalbonnen. Hij vordert een bedrag van € 115,00 aan immateriële schadevergoeding. Verder vordert hij de wettelijke rente over deze bedragen.
De benadeelde partij [benadeelde 3] (hierna: [benadeelde 3] ) vordert een bedrag van
€ 20,00 aan materiële schadevergoeding, bestaande uit de aanschafkosten voor een nieuwe simkaart (€14,95) en reiskosten naar het politiebureau (6 kilometer). Daarnaast vordert hij een immateriële schadevergoeding van € 250,00. Hij vordert ook de wettelijke rente over deze bedragen.
De benadeelde partij [benadeelde 4] (hierna: [benadeelde 4] ) vordert aan materiële schadevergoeding een bedrag van € 399,60 voor de aanschaf van een nieuwe telefoon, een bedrag van € 100,55 voor een nieuw rijbewijs, € 7,50 voor de aanschaf van een nieuwe bankpas en € 29,99 voor een nieuw telefoonhoesje. Zij vordert tevens de wettelijke rente over deze bedragen.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de vorderingen tot vergoeding van immateriële schade niet toewijsbaar. Ten aanzien van de vorderingen tot vergoeding van materiële schade stelt de officier van justitie zich op het volgende standpunt. De vorderingen van [benadeelde 57] , [benadeelde 1] en [benadeelde 2] zijn toewijsbaar. De vordering van [benadeelde 3] is eveneens toewijsbaar, met dien verstande dat de gemaakte reiskosten dienen te worden geschat. De vordering van [benadeelde 4] is volledig toewijsbaar, zij het dat de kosten van de aanschaf van de nieuwe telefoon dienen te worden geschat, omdat de overgelegde factuur onduidelijk is. De officier van justitie verzoekt om ten aanzien van de toe te wijzen bedragen ook de wettelijke rente op te leggen en tevens de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat de gevorderde immateriële schade niet voor vergoeding vatbaar is. Ter zake de gevorderde materiële schadevergoeding zijn de vorderingen van [benadeelde 57] , [benadeelde 1] en [benadeelde 3] toewijsbaar. De vordering van [benadeelde 2] dient te worden afgewezen, omdat uit het strafdossier niet blijkt dat meer goederen dan een telefoon van hem gestolen zijn. De vordering van [benadeelde 4] is toewijsbaar ter zake de kosten voor het nieuwe rijbewijs, de pasfoto’s en de bankpas. De vordering dient te worden afgewezen voor zover die betreft de vergoeding van de kosten voor de aanschaf van een nieuwe telefoon en telefoonhoesje. Dit omdat de gestolen telefoon aan [benadeelde 4] is geretourneerd.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Ter zake de gevorderde immateriële schadevergoeding
Door [benadeelde 57] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] is gevorderd om aan hen een schadevergoeding toe te kennen vanwege geleden immateriële schade. Zij stellen deze schade te hebben geleden door het missen van optredens op het festival vanwege het doen van aangifte en het vergallen van hun plezier op het festival door de diefstal van hun spullen.
De rechtbank stelt voorop dat de diefstallen impact hebben gehad op de benadeelde partijen en dat het hun plezier en tijd op het festival heeft weggenomen. De rechtbank heeft dit gegeven dan ook betrokken bij het bepalen van de straf. Echter, ingevolge het bepaalde in artikel 6:106 lid 1 onder b Burgerlijk Wetboek komt ander nadeel dan vermogensschade slechts voor vergoeding in aanmerking als sprake is van lichamelijk letsel of schending van de eer en goede naam. Van dergelijk letsel of dergelijke schending is geen sprake geweest. Dat sprake is geweest van een aantasting van de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onder b Burgerlijk Wetboek, in die zin dat geestelijk letsel is ontstaan in de vorm van een aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische beschadiging, is niet gebleken. De vorderingen moeten daarom worden afgewezen.
Ter zake de gevorderde materiële schadevergoeding
[benadeelde 57]
Op basis van artikel 361, tweede lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering is de
benadeelde partij enkel ontvankelijk in zijn vordering indien hem rechtstreeks schade is
toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De gevorderde schade betreft, zo stelt
[benadeelde 57] , de kosten van een nieuwe bankpas na blokkering van de gestolen bankpas. De rechtbank heeft bewezenverklaard dat de verdachte de bankpas van [benadeelde 57] gestolen heeft. Daarmee is sprake van rechtstreekse schade. De rechtbank acht de vordering voor toewijzing vatbaar.
De vordering van [benadeelde 57] is voldoende onderbouwd en niet betwist. De rechtbank zal de vordering van € 7,50 daarom toewijzen. Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 15 juni 2018, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van die datum is ontstaan. De rechtbank zal aan de verdachte tevens de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het hiervoor genoemde bedrag, ten behoeve van de benadeelde partij. Dit omdat de verdachte, tezamen met zijn mededader, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
[benadeelde 1]
Op basis van artikel 361, tweede lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering is de
benadeelde partij enkel ontvankelijk in zijn vordering indien hem rechtstreeks schade is
toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De gevorderde schade betreft, zo stelt [benadeelde 1] , de kosten voor de aanschaf van 2 nieuwe bankpassen. De rechtbank heeft bewezenverklaard dat de verdachte van [benadeelde 1] een portemonnee met inhoud gestolen heeft. Uit de aangifte van [benadeelde 1] blijkt dat in zijn gestolen portemonnee 2 bankpassen zaten. Daarmee is sprake van rechtstreekse schade. De rechtbank acht de vordering voor toewijzing vatbaar.
De vordering van [benadeelde 1] is voldoende onderbouwd en niet betwist. De rechtbank zal de vordering van € 12,00 daarom toewijzen. Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 15 juni 2018, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van die datum is ontstaan. De rechtbank zal aan de verdachte voorts de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het hiervoor genoemde bedrag, ten behoeve van de benadeelde partij. Dit omdat de verdachte, tezamen met zijn mededader, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
[benadeelde 2]
Op basis van artikel 361, tweede lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering is de
benadeelde partij enkel ontvankelijk in zijn vordering indien hem rechtstreeks schade is
toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De gevorderde schade betreft, zo stelt [benadeelde 2] , de kosten van een nieuwe portemonnee, een nieuw rijbewijs, pasfoto’s, geld en festivalbonnen. De rechtbank heeft bewezenverklaard dat de verdachte de telefoon van [benadeelde 2] gestolen heeft. Uit de aangifte van [benadeelde 2] noch de overige stukken uit het strafdossier volgt echter dat van [benadeelde 2] meer goederen gestolen zijn dan enkel zijn telefoon. Niet kan daarmee als vaststaand worden aangenomen dat de schade in voldoende rechtstreeks verband staat met het bewezenverklaarde feit. [benadeelde 2] zal om die reden
niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering.
[benadeelde 3]
Op basis van artikel 361, tweede lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering is de
benadeelde partij enkel ontvankelijk in zijn vordering indien hem rechtstreeks schade is
toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De gevorderde schade betreft, zo stelt [benadeelde 3] , de kosten voor de vervanging van de gestolen simkaart en de reiskosten van en naar het politiebureau voor het doen van aangifte. De rechtbank heeft bewezenverklaard dat de verdachte van [benadeelde 3] een telefoon heeft gestolen. Uit het strafdossier blijkt verder dat uit de door de verdachte gestolen telefoons de simkaarten zijn verwijderd. Ook heeft [benadeelde 3] aangifte gedaan van de diefstal. Daarmee is sprake van rechtstreekse schade. De rechtbank acht de vordering voor toewijzing vatbaar.
De vordering van [benadeelde 3] is voldoende onderbouwd en niet betwist. De rechtbank zal de vordering van € 20,00 daarom toewijzen. Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 15 juni 2018, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van die datum is ontstaan. De rechtbank zal aan verdachte voorts de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het hiervoor genoemde bedrag, ten behoeve van de benadeelde partij. Dit omdat de verdachte, tezamen met zijn mededader, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht.
[benadeelde 4]
Op basis van artikel 361, tweede lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering is de
benadeelde partij enkel ontvankelijk in zijn vordering indien hem rechtstreeks schade is
toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De gevorderde schade betreft, zo stelt [benadeelde 4] , de kosten voor de aanschaf van een nieuwe telefoon, nieuw rijbewijs, nieuwe bankpas en een nieuw telefoonhoesje. De rechtbank heeft bewezenverklaard dat de verdachte van [benadeelde 4] een telefoon heeft gestolen. Uit de aangifte van [benadeelde 4] blijkt dat in het telefoonhoesje dat om de gestolen telefoon zat, zich het rijbewijs en een bankpas van [benadeelde 4] bevonden. Daarmee is sprake van rechtstreekse schade.
De vordering van [benadeelde 4] is voldoende onderbouwd voor zover het betreft de kosten voor de aanschaf van een nieuw rijbewijs, een nieuwe bankpas en een nieuw telefoonhoesje. De rechtbank acht het aannemelijk dat [benadeelde 4] deze zaken nieuw heeft aangeschaft, aangezien uit de aangifte blijkt dat [benadeelde 4] pas op 3 juli 2018 (2,5 week na de diefstal) bericht kreeg van de politie dat haar telefoon was teruggevonden. De rechtbank zal de vordering in zoverre toewijzen. Ter zake de aanschaf van een nieuwe telefoon door [benadeelde 4] is het de rechtbank onvoldoende duidelijk geworden in hoeverre de opgevoerde kosten daadwerkelijk gemaakt zijn voor de aanschaf van de nieuwe telefoon. Op basis van de overgelegde factuur wordt dit niet duidelijk. Ook is het voor de rechtbank niet inzichtelijk hoe de opgevoerde kosten voor de aanschaf van een nieuwe telefoon zich verhouden tot het feit dat [benadeelde 4] haar gestolen telefoon inmiddels heeft teruggekregen. De vordering vormt op dit punt een onevenredige belasting van het strafgeding. [benadeelde 4] kan haar vordering aan de orde stellen bij een burgerlijke rechter.
Concluderend zal de rechtbank de vordering toewijzen voor een bedrag van € 138,04. Dit bedrag dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 15 juni 2018, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van die datum is ontstaan. De rechtbank zal aan de verdachte voorts de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het hiervoor genoemde bedrag, ten behoeve van de benadeelde partij. Dit omdat de verdachte, tezamen met zijn mededader, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht. [benadeelde 4] zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering.

8.Het beslag

Met betrekking tot het in beslag genomen geld, te weten € 270,00, overweegt de rechtbank als volgt. Het in beslag genomen geld is opgebouwd uit de volgende biljetten: 1 x € 50,00, 3 x € 20,00, 16 x € 10,00. De rechtbank kan deze niet relateren aan de verschillende personen die blijkens het strafdossier aangifte hebben gedaan van diefstal van geld, omdat de in deze aangiftes opgegeven biljetten niet overeenkomen met de in beslag genomen biljetten. De rechtbank zal daarom bepalen dat het in beslag genomen geld dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende(n). Als duidelijk is wie deze rechthebbende(n) is of zijn, dient het geldbedrag aan deze rechthebbende(n) te worden teruggegeven.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.3 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
6 (zes) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op de grond dat de verdachte voor het einde van de op drie jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 57] , wonende te Sittard, gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover één aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 7,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te berekenen over de periode van 15 juni 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 57] , wonende te Sittard, voor het overige af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[benadeelde 57] het bedrag van € 7,50, te vermeerderen met de hiervoor genoemde wettelijke rente tot aan de dag van de volledige voldoening, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] , wonende te Sliedrecht, volledig toe en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover één aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 12,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te berekenen over de periode van 15 juni 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[benadeelde 1] het bedrag van € 12,00, te vermeerderen met de hiervoor genoemde wettelijke rente tot aan de dag van de volledige voldoening, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 2] , wonende te Sittard, niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot vergoeding van materiële schade en wijst zijn vordering af voor zover die betrekking heeft op de vergoeding van immateriële schade;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] , wonende te Heerlen, gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover één aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 20,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te berekenen over de periode van 15 juni 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] , wonende te Heerlen, voor het overige af;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[benadeelde 3] het bedrag van € 20,00, te vermeerderen met de hiervoor genoemde wettelijke rente tot aan de dag van de volledige voldoening, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] , wonende te Kerkrade, gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover één aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 138,02, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te berekenen over de periode van 15 juni 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • verklaart de benadeelde partij [benadeelde 4] , wonende te Kerkrade, voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[benadeelde 4] het bedrag van € 138,02, te vermeerderen met de hiervoor genoemde wettelijke rente tot aan de dag van de volledige voldoening, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (of zijn mededader) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Beslag
- gelast de
bewaringten behoeve van de rechthebbende(n) en vervolgens
teruggaveaan de rechthebbende(n) van het volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp: geld (biljetten), goednummer PL2300-2018090065-1083768, € 270,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Drent, voorzitter, mr. J.H.J.M. Mertens-Steeghs en
mr. R.A.M.M. Gijselaers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 oktober 2018.
Buiten staat
De voorzitter en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij, (op één of meer tijdstippen), op of omstreeks 15 juni 2018, te Landgraaf,
meermalen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
de hierna te noemen goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n), in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en wel:
- een portemonnee (met inhoud), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever
1') [benadeelde 1]
(aangifte p. 159 e.v.; kvi 2018090065-52 p. 129 e.v.) en/of
- een telefoon (Huawei), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 2')
[benadeelde 5]
(aangifte p. 166 e.v.; kvi 2018090065-79 p. 157 e.v.) en/of
- een telefoon (One) en/of een geldbedrag (20 euro), geheel of ten dele
toebehorende aan ('aangever 3') [benadeelde 6]
(aangifte p. 169 e.v.; kvi 2018090065-77 p. 154 e.v.; kvi 2018090065-96 p.
363) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 4')
[benadeelde 7]
(aangifte p. 173 e.v.; kvi 2018090065-49 p. 126 e.v.) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 5')
[benadeelde 8]
(aangifte p. 177 e.v.; kvi 2018090065-19 p. 98 e.v.) en/of
- een telefoon (Huawei), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 6')
[benadeelde 9]
(aangifte p. 181 e.v.; kvi 2018090065-32 p. 111) en/of
- een telefoon (Iphone) en/of een bankpas, geheel of ten dele toebehorende aan
('aangever 7') [benadeelde 57]
(aangifte p. 185 e.v.; kvi 2018090065-18 p. 96 e.v.) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 8')
[benadeelde 11]
(aangifte p. 189 e.v.; kvi 2018090065-47 p. 124) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 9') B.
van [benadeelde 58]
(aangifte p. 193 e.v.; kvi 2018090065-14 p. 92) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 10')
[benadeelde 13]
(aangifte p. 197 e.v.; kvi 2018090065-55 p. 134) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 11')
[benadeelde 14]
(aangifte p. 201 e.v.; kvi 2018090065-29 p. 108) en/of
- een telefoon (HTC), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 13')
[benadeelde 15]
(aangifte p. 208 e.v.; kvi 2018090065-50 p. 127) en/of
- een telefoon (Samsung) en/of een geldbedrag (20 euro), geheel of ten dele
toebehorende aan ('aangever 14') [benadeelde 16]
(aangifte p. 211 e.v.; kvi 2018090065-27 p. 106, kvi 2018090065-96 p. 363)
en/of
- een telefoon (LG), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 15') J.
[benadeelde 59]
(aangifte p. 214; kvi 2018090065-78 p. 156) en/of
- een telefoon (Samsung) en/of een lidmaatschapskaart, geheel of ten dele
toebehorende aan ('aangever 16') [benadeelde 18]
(aangifte p. 217; kvi 2018090065-20 p. 99; kvi 2018090065-76 p. 153) en/of
- een telefoon (Nokia) en/of een bankpas en/of een rijbewijs, geheel of ten
dele toebehorende aan ('aangever 17') [benadeelde 19]
(aangifte p. 219; kvi 2018090065-13 p. 91; kvi 2018090065-74 p. 149) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 18')
[benadeelde 20]
(aangifte p. 222 e.v.; kvi 2018090065-39 p. 118) en/of
- een telefoon (Motorola), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 19')
[benadeelde 21]
(aangifte p. 226 e.v.; kvi 2018090065-61 p. 138) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 20')
[benadeelde 22]
(aangifte p. 229 e.v.; kvi 2018090065-62 p. 139) en/of
- een telefoon (Huawei), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 21')
[benadeelde 23]
(aangifte p. 233 e.v.; kvi 2018090065-53 p. 132) en/of
- twee telefoons (Samsung Galaxy en/of Samsung S8), geheel of ten dele
toebehorende aan ('aangever 22') [benadeelde 24]
(aangifte p. 237 e.v.; kvi 2018090065-22 p. 101; kvi 2018090065-33 p. 112)
en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 23')
[benadeelde 25] en/of ('benadeelde 24') [benadeelde 26] (aangifte p.
241 e.v.; kvi 2018090065-31 p. 110) en/of
- een telefoon (Samsung) en/of bankpas, geheel of ten dele toebehorende aan
('aangever 25') [benadeelde 27] (aangifte p. 245 e.v.; kvi 2018090065-48
p. 125; kvi 2018090065-75 p. 151) en/of
- een telefoon (Oneplus), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 26')
[benadeelde 28]
(aangifte p. 250 e.v.; kvi 2018090065-40 p. 119) en/of
- een telefoon (Huawei Nexus), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever
27') [benadeelde 29]
(aangifte p. 253 e.v.; kvi 2018090065-43 p. 122) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 28')
[benadeelde 30]
(aangifte p. 257 e.v.; kvi 2018090065-23 p. 102) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 29')
[benadeelde 31]
(aangifte p. 261 e.v.; kvi 2018090065-21 p. 100) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 30')
[benadeelde 32]
(aangifte p. 265 e.v., kvi 2018090065-65 p. 142) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 31')
[benadeelde 33] en/of ('benadeelde 32') [benadeelde 34]
(aangifte p. 269 e.v.; kvi 2018090065-57 p. 136) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 33')
[benadeelde 35] en/of ('benadeelde 34') [benadeelde 36]
(aangifte p. 273 e.v.; kvi 2018090065-36 p. 115) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 35')
[benadeelde 37]
(aangifte p. 277 e.v.; kvi 2018090065-17 p. 95) en/of
- een telefoon (Huawei), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 36')
[benadeelde 38]
(aangifte p. 280 e.v.; kvi 2018090065-32 p. 111) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 37')
[benadeelde 39]
(aangifte p. 283 e.v.; kvi 2018090065-56 p. 135) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 38')
[benadeelde 2]
(aangifte p. 287 e.v.; kvi 2018090065-42 p. 121) en/of
- een telefoon (Nokia), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 39')
[benadeelde 40]
(aangifte p. 291 e.v.; kvi 2018090065-24 p. 103) en/of
- een telefoon (Huawei), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 40')
[benadeelde 41]
(aangifte p. 295 e.v.; kvi 2018090065-25 p. 104) en/of
- een telefoon (Huawei), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 41')
S.B. [benadeelde 42]
(aangifte p. 299 e.v.; kvi 2018090065-41 p. 120) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 42')
[benadeelde 43]
(aangifte p. 303 e.v.; kvi 2018090065-30 p. 109) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 43')
[benadeelde 44]
(aangifte p. 307 e.v.; kvi 2018090065-59 p. 137) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 44')
[benadeelde 45]
(aangifte p. 311 e.v.; kvi 2018090065-16 p. 94) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 45')
[benadeelde 46]
(aangifte p. 315 e.v.; kvi 2018090065-54 p. 133) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 46')
[benadeelde 47]
(aangifte p. 319 e.v.; kvi 2018090065-64 p. 141) en/of
- een telefoon (Nexus LG) en/of een geldbedrag (100 euro), geheel of ten dele
toebehorende aan ('aangever 47') [benadeelde 48]
(aangifte p. 323 e.v.; kvi 2018090065-34 p. 113; kvi 2018090065-96 p. 363)
en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 48')
[benadeelde 49]
(aangifte p. 327 e.v.; kvi 2018090065-51 p. 128) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 49')
[benadeelde 3]
(aangifte p. 331 e.v.; kvi 2018090065-28 p. 107) en/of
- een telefoon (Iphone) en/of bankpassen en/of een geldbedrag (150 euro),
geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 50') [benadeelde 50]
(aangifte p. 335; kvi 2018090065-66 p. 143; kvi 2018090065-96 p. 363) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 51')
[benadeelde 51]
(aangifte p. 339 e.v.; kvi 2018090065-35 p. 114) en/of
- een telefoon (Huawei), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 52')
[benadeelde 52]
(aangifte p. 343 e.v.; kvi 2018090065-26 p. 105) en/of
- een telefoon (Sony), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 53')
[benadeelde 53]
(aangifte p. 347 e.v.; kvi 2018090065-15 p. 93) en/of
- een telefoon (Honor), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 54') M.
[benadeelde 60]
(aangifte p. 351 e.v.; kvi 2018090065-37 p. 116) en/of
- een telefoon (Iphone), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 55')
[benadeelde 4]
(aangifte p. 355 e.v.; kvi 2018090065-63 p. 140) en/of
- een telefoon (Samsung), geheel of ten dele toebehorende aan ('aangever 56')
[benadeelde 55]
(nagekomen aangifte; kvi 2018090065-38 p. 117);

Voetnoten

1.Uit het strafdossier (kopie identiteitskaart, p. 33) blijkt dat de voornamen van de verdachte ‘ [voornamen] ’ zijn.
2.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam verdachte] d.d. 16 juni 2018, pagina’s 374 t/m 379 en proces-verbaal van verhoor verdachte [naam verdachte] d.d. 17 juni 2018, pagina’s 380 t/m 382.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam medeverdachte] d.d. 16 juni 2018, pagina’s 383 tot en met 388 en proces-verbaal van verhoor verdachte [naam medeverdachte] d.d. 17 juni 2018, pagina’s 389 t/m 392.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 juni 2018, pagina’s 60 t/m 78.
6.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 159 t/m 160.
7.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 166 t/m 167.
8.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 169 t/m 170.
9.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 173 t/m 174.
10.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2018, pagina’s 177 t/m 178.
11.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2018, pagina’s 181 t/m 182.
12.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2018, pagina’s 185 t/m 186.
13.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2018, pagina’s 189 t/m 190.
14.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2018, pagina’s 193 t/m 194.
15.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 197 t/m198.
16.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 201 t/m 203.
17.Proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juli 2018, pagina’s 208 t/m 209.
18.Proces-verbaal van aangifte d.d. 20 juni 2018, pagina’s 211 t/m 212.
19.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 214 t/m 215.
20.Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 juni 2018, pagina’s 217 t/m 218.
21.Proces-verbaal van aangifte d.d. 18 juni 2018, pagina’s 219 t/m 220.
22.Proces-verbaal van aangifte d.d. 18 juni 2018, pagina’s 222 t/m 224.
23.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2018, pagina’s 226 t/m 227.
24.Proces-verbaal van aangifte d.d. 18 juni 2018, pagina’s 229 t/m 230.
25.Proces-verbaal van aangifte d.d. 9 juli 2018, pagina’s 233 t/m 234.
26.Proces-verbaal van aangifte d.d. 19 juni 2018, pagina’s 237 t/m 238.
27.Eind proces-verbaal d.d. 16 juli 2018, pagina 21.
28.Proces-verbaal van aangifte d.d. 17 juni 2018, pagina’s 241 t/m 242.
29.Proces-verbaal van aangifte d.d. 19 juni 2018, pagina’s 245 t/m 246.
30.Eind proces-verbaal d.d. 16 juli 2018, pagina 21.
31.Proces-verbaal van aangifte d.d. 22 juni 2018, pagina’s 250 t/m 251.
32.Proces-verbaal van aangifte d.d. 18 juni 2018, pagina’s 253 t/m 254.
33.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 257 t/m 258.
34.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 261 t/m 262.
35.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 265 t/m 266.
36.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 269 t/m 270.
37.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 273 t/m 274.
38.Proces-verbaal van aangifte d.d. 20 juni 2018, pagina’s 277 t/m 278.
39.Proces-verbaal van aangifte d.d. 26 juni 2018, pagina’s 280 t/m 281.
40.Eind proces-verbaal d.d. 16 juli 2018, pagina 24.
41.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 283 t/m 284.
42.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 287 t/m 288.
43.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 291 t/m 292.
44.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 295 t/m 296.
45.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 299 t/m 300.
46.Eind proces-verbaal d.d. 16 juli 2018, pagina 25.
47.Proces-verbaal van aangifte d.d. 28 juni 2018, pagina’s 303 t/m 304.
48.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 307 t/m 308.
49.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 311 t/m 312.
50.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 315 t/m 316.
51.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 319 t/m 320.
52.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 323 t/m 324.
53.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 327 t/m 328.
54.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 331 t/m 332.
55.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 335 t/m 336.
56.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 339 t/m 340.
57.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 343 t/m 344.
58.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 347 t/m 348.
59.Proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2018, pagina’s 351 t/m 352.
60.Proces-verbaal van aangifte d.d. 4 juli 2018, pagina’s 355 t/m 356.
61.Proces-verbaal van aangifte van politie Limburg district Parkstad, proces-verbaalnummer 2018192297-1, d.d. 5 juli 2018.