In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 26 september 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen DSM NL Services B.V. en een voormalige werknemer, aangeduid als [gedaagde]. De procedure is gestart door DSM, die vorderde dat [gedaagde] afschriften zou verstrekken van verschillende documenten, waaronder haar arbeidsovereenkomst met Loyalis en loonstroken. DSM stelde dat deze documenten noodzakelijk waren om haar proceskansen te bepalen in een voorgenomen procedure tot vernietiging van een vaststellingsovereenkomst en terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen. De kantonrechter oordeelde dat DSM een spoedeisend belang had bij de gevraagde documenten, aangezien deze relevant waren voor de beoordeling van haar rechtspositie. De rechter wees de vordering van DSM toe en legde [gedaagde] een dwangsom op voor het geval zij niet aan de veroordeling voldeed. De rechter oordeelde dat de gevraagde bescheiden voldoende bepaald waren en dat er rechtmatig belang bestond bij de inzage in deze documenten. De kantonrechter veroordeelde [gedaagde] om binnen vijf werkdagen na betekening van het vonnis de gevraagde documenten te verstrekken en legde een dwangsom op van € 500,00 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 100.000,00. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van DSM, die tot dat moment op € 801,57 waren begroot. Het vonnis is uitgesproken door mr. E.P. van Unen.