Uitspraak
Rechtbank Limburg
STICHTING BUREAU JEUGDZORG LIMBURG,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 augustus 2018 een beschikking gegeven betreffende de voorlopige voogdij over een minderjarige, geboren in 2012, na het overlijden van de moeder, die het gezag had. De gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg heeft verzocht om een voorlopige voogdij, omdat er een gezagsvacuüm is ontstaan na het overlijden van de moeder. De vader is niet betrokken en er is momenteel geen wettelijk gezag over de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een voorlopige ondertoezichtstelling is uitgesproken, maar dat deze niet automatisch het gezag dekt. De raad voor de kinderbescherming heeft aangegeven dat er geen dringende noodzaak is voor een gezagsvoorziening, maar de rechtbank oordeelt anders. De rechtbank concludeert dat het noodzakelijk is om in het gezag over de minderjarige te voorzien, gezien de urgente zaken die geregeld moeten worden, zoals inschrijving op school en jeugdhulp. De rechtbank heeft de GI belast met de voorlopige voogdij voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om voor het einde van deze termijn een verzoek tot een definitieve voorziening in het gezag in te dienen.