4.3Het oordeel van de rechtbank
Overweging over openlijk geweld
Openlijk geweld is strafbaar gesteld in artikel 141 van het Wetboek van Stafrecht. Het belang dat deze bepaling beschermt, is dat van de openbare orde. Er moet dus, wil er sprake zijn van openlijk geweld, een zodanig geweld zijn dat de openbare orde daardoor wordt verstoord. Daarnaast beschermt deze bepaling ook personen en goederen tegen bijvoorbeeld bedreiging, mishandeling en vernieling.
Van openlijk in vereniging plegen van geweld in de zin van dit artikel is sprake als de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. De bijdrage hoeft echter zelf niet van gewelddadige aard te zijn. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het openlijk geweld van voldoende gewicht is.
Voor een bewezenverklaring van openlijke geweldpleging is niet vereist dat elk van de deelnemers zich schuldig heeft gemaakt aan alle onderdelen van de tenlastelegging.
Weergave van de bewijsmiddelen
De verdachte heeft met vier medeverdachten terechtgestaan voor hetzelfde feitencomplex voor wat betreft het openlijk geweld. Gelet op wat hiervoor is overwogen over openlijk geweld, worden niet alleen de bewijsmiddelen opgenomen die specifiek zien op de verdachte, maar ook de bewijsmiddelen die zien op zijn medeverdachten.
Betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen
De rechtbank verwerpt de stelling van de verdediging dat alle getuigen stevig onder invloed van alcohol waren. Dit betoog mist feitelijke grondslag nu uit het dossier daarvan niets blijkt en dit ook anderszins niet aannemelijk is gemaakt. Van [getuige 1] , barman bij café [naam cafe 1] en van [getuige] , eigenaar van café [naam cafe 2] en op 25 oktober 2013 daar werkzaam, kan bovendien worden gesteld dat zij tijdens het uitoefenen van hun functie niet in een zodanig beschonken toestand hebben verkeerd dat zij over de gebeurtenissen niet betrouwbaar hebben kunnen verklaren.
Vaststaande feiten: wat is er gebeurd in de nacht van vrijdag 25 oktober 2013
Een groep van circa vijf mannen is op donderdagavond 24 oktober 2013 aanwezig in café [naam cafe 3] aan de [adres] in Weert. Over het aantal personen van deze groep, of in ieder geval het aantal dat een actieve rol speelt, wordt wisselend verklaard door de verschillende getuigen. Verschillende getuigen maken melding van overmatig drankgebruik en overlast in café [naam cafe 3] , maar van strafbare feiten is hier, althans voor zover blijkt uit het dossier, nog geen sprake. In de loop van de nacht omstreeks 2:00 uur, het is dan dus inmiddels vrijdag
25 oktober, gaat de groep naar het nabij gelegen café [naam cafe 1] . Daar ontstaat een vechtpartij. [benadeelde partij 2] doet aangifte van openlijk geweld. Ook wordt namens het café aangifte gedaan van vernieling. De groep trekt omstreeks 2:15 uur verder naar café [naam cafe 2] . Ook daar wordt gevochten, zowel in als buiten het café. [benadeelde partij 1] , [getuige 3] en [getuige 4] krijgen rake klappen en zij doen aangifte van mishandeling en openlijk geweld. Meubilair in het café wordt omver gegooide en beschadigd en er sneuvelen zo’n 25 tot 30 bierglazen. Namens café [naam cafe 2] wordt aangifte gedaan van vernieling.
Een getuige ziet vervolgens vijf mannen wegrijden in een taxi. Vier van de vijf inzittenden van deze taxi worden later die nacht bij het tankstation [naam tankstation] aangehouden door de politie en zijn bekenden van elkaar. De vijfde verdachte maakt zich uit de voeten maar wordt een aantal maanden later alsnog aangehouden. Dit zijn de vijf verdachten in deze zaak.
Verklaring [benadeelde partij 2] (over gebeurtenissen in café [naam cafe 1] )
Op 25 oktober 2013 heeft [benadeelde partij 2] ( [benadeelde partij 2] ) aangifte gedaan van tegen hem gepleegd geweld.Hij heeft onder meer het volgende verklaard.
Op 25 oktober 2013 is aangever in café [naam cafe 1] . Om ongeveer 02.10 uur wil aangever vertrekken en loopt hij naar de bar om zijn jas te pakken. Hij ziet dat er drie tot vier mannen aan de bar zitten. Aangever pakt zijn jas en hoort van achteren iemand iets tegen hem zeggen. Hij trekt zijn jas aan en vanaf dat moment weet aangever niet meer wat er is gebeurd. Hij wordt van drie of vier kanten met gebalde vuisten en met kracht geslagen. Ook wordt hij opzettelijk en met kracht door geschoeide voeten getrapt over zijn hele lichaam. Aangever heeft letsel en heeft pijn en ongemak ervaren. Onder de biljarttafel in de kroeg krijgt aangever zijn bewustzijn terug. Aangever kan zich één persoon van het groepje mannen herinneren en omschrijft deze als een man met licht getinte huidskleur als een zigeuner, smal postuur, ongeveer 175 cm lang en kort zwart haar. Aangever verklaart dat hij zeker weet dat dit groepje de daders waren, omdat hij de andere aanwezigen in het café allemaal kent en met hen een goede band heeft.
Herkenning verdachten door [benadeelde partij 2]
Uit de daarna opgenomen getuigenverklaring van aangever [benadeelde partij 2]blijkt dat hij op een van de getoonde foto’s van de vijf verdachten, namelijk de foto van de verdachte [naam medeverdachte 1] , de persoon herkent die hij in zijn aangifte omschreven heeft. Hij geeft ook aan dat hij achteraf zijn naam heeft gehoord: [naam medeverdachte 1] .
Verklaring [getuige 1] (over gebeurtenissen in café [naam cafe 1] )
Uit de getuigenverklaring van [getuige 1]blijkt onder meer het volgende:
De getuige is op 25 oktober 2013 als barman werkzaam in café [naam cafe 1] . Hij ziet een groep van vier of vijf jongens binnenkomen. De personen zijn redelijk opdringerig in hun gedrag. De getuige komt achter de bar vandaan omdat hij het idee heeft dat het fout gaat tussen [benadeelde partij 2] en de groep. Hij wil richting die groep lopen, maar wordt door twee van hen, die hij omschrijft als persoon 2 en 3, tegengehouden. Persoon 1, die volgens zijn baas [naam medeverdachte 1] heet, hoort hij tegen [benadeelde partij 2] zeggen: “dit is mijn neefje, en als je nog één keer zo tegen mijn neefje doet, maak ik je dood”. Hierbij wees persoon 1, persoon 2 aan. De getuige gaat weer achter de bar staan en als hij bezig is met het tappen van een biertje, ziet hij dat persoon 2 [benadeelde partij 2] slaat met een vuist op zijn wenkbrauw of oog. Direct hierna geeft persoon 2 [benadeelde partij 2] nog een klap op zijn jukbeen. De getuige ziet dat persoon 1 en persoon 2 op [benadeelde partij 2] duiken en dat persoon 3 erachteraan gaat. Het gevecht verplaatst zich naar achter in het café waar een pooltafel staat. De getuige ziet [benadeelde partij 2] onder de pooltafel liggen. De drie personen trappen [benadeelde partij 2] vanuit verschillende hoeken terwijl hij onder de pooltafel ligt. De getuige ziet dat persoon 2 zeker vier keer in de zij trapt van [benadeelde partij 2] en dat de andere twee personen ook op hem intrappen. Er wordt een kruk naar [benadeelde partij 2] toegegooid, onder de pooltafel door persoon 1 of 3. [benadeelde partij 2] ligt in een foetushouding onder de pooltafel om zichzelf te beschermen. De getuige rent naar de deur om te kijken of er buiten politie is of security en ziet bij terugkomst dat persoon 1 een statafel omgooit.
Herkenning verdachten door [getuige 1]
Uit een latere getuigenverklaring van [getuige 1]blijkt dat hij op de aan hem getoonde foto’s van de vijf verdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] en [naam verdachte] herkent als de door hem respectievelijk genoemde personen 1, 2 en 3. De getuige verklaart dat [naam medeverdachte 2] de eerste twee klappen gaf. [naam medeverdachte 1] was de meest agressieve man die ruzie zocht met [benadeelde partij 2] .
Aangifte [getuige 5] (van vernieling in café [naam cafe 1] )
Op 25 oktober 2013 doet [getuige 5] namens café [naam cafe 1] aangifte van vernieling.[getuige 5] is eigenaar van café [naam cafe 1] en verklaart dat door de vechtpartij schade is ontstaan aan een barkruk, een tafel en glaswerk.
Verklaring [benadeelde partij 1] (over gebeurtenissen in café [naam cafe 2] )
Op 25 oktober 2013 heeft [benadeelde partij 1] aangifte gedaan van tegen hem gepleegd geweld.Hij heeft onder meer het volgende verklaard.
Op 25 oktober 2013 is aangever omstreeks 01.30 uur in café [naam cafe 2] in Weert. Een half uur later ziet aangever vijf mannen het café binnen komen. De eerste man die naar binnen komt, is erg breed. Op een gegeven moment staat er een persoon aan de bar met een licht getinte huidskleur. Aangever hoort dat deze man iets wil bestellen en ziet dat hij met geld staat te zwaaien. Aangever loopt naar hem toe. Opeens ziet hij een gebalde vuist met kracht naar zijn gezicht gaan en voelt hij dat de vuist hem meermalen raakt onder zijn linkeroog.
Verbalisant [verbalisant] ziet bij het opnemen van de aangifte dat aangever een verdikking van de huid onder zijn oog heeft en dat deze rood kleurt.
Verklaring [getuige 3] (over gebeurtenissen in en buiten café [naam cafe 2] )
Op 25 oktober 2015 is aangifte gedaan onder nummer [nummer 1] (naar later uit het verhoor bij de rechter-commissaris blijkt, is dit W. [getuige 3] ) van openlijke geweldpleging.Hij heeft onder meer het volgende verklaard.
Op 25 oktober 2013 is aangever in café [naam cafe 2] . Aangever loopt naar buiten om een sigaret te roken en hoort vanuit café [naam cafe 1] veel herrie. Hij hoort glasgerinkel en geschreeuw en ziet dat twee statafels voor café [naam cafe 1] op de grond liggen. Aangever ziet daarna een groepje personen, grotendeels bestaande uit mannen, café [naam cafe 1] uitkomen. De groep passeert hem, maar draait zich op een gegeven moment om en komt naar café [naam cafe 2] . Aangever gaat ook weer naar binnen en ziet dat de groep naar de bar loopt. Hij ziet dat één van de mannen een paar glazen van de bar slaat en dat hij hierna geld in het gezicht van [getuige] wappert. Aangever ziet dat er in de kroeg een vechtpartij ontstaat tussen verschillende personen. Als de vechtpartij stopt, ziet aangever een groep van vijf, zes of zeven personen het café uit lopen. Hij ziet dat [getuige 4] bij de uitgang een klap met een handpalm van een van de mannen krijgt en achteruit valt op de grond. Aangever loopt naar de mannen en zegt dat ze rustig aan moeten doen, waarop hij voelt dat hij ineens een harde klap en een pijnscheut links naast zijn hoofd krijgt. Hij weet niet zeker wie dit gedaan heeft maar de man met blond half lang haar, ongeveer 185 cm groot, staat op een afstand van hem waarbij hij aangever kan raken. Hierop pakt aangever een man vast die voor hem staat en balt zijn vuist. Dan voelt aangever dat hij met kracht geraakt wordt door benen en voeten en dat hij met kracht door vuisten wordt geraakt. ‘Toen ik daar op de grond lag, dacht ik, ze stampen me kapot’, zo verklaart aangever. Als hij opstaat, voelt hij erge pijn aan de linkerkant van zijn ribbenkast en pijn onder en langs zijn linkeroog.
Verbalisant [verbalisant] ziet bij het opnemen van de aangifte dat aangever aan de linkerzijde van het oog een verdikking heeft die rood en blauw is en dat hij moeite heeft met bewegen.
Verklaring [getuige 4] (over gebeurtenissen in en buiten café [naam cafe 2] )
Op 25 oktober 2015 is aangifte gedaan onder nummer [nummer 2] (naar later uit het verhoor bij de rechter-commissaris blijkt, is dit [getuige 4] ) van openlijke geweldpleging.Hij heeft onder meer het volgende verklaard.
Aangever is op 25 oktober 2015 in café [naam cafe 2] en ziet vijf personen binnen komen. De mannen gaan achter in het café staan. Op een gegeven moment ontstaat er tumult en aangever ziet dat er achter in het café een vechtpartij is. Hij ziet dat de groep van vijf mannen weer naar buiten gaat. Aangever heeft later gehoord van zijn vrienden dat hij door de mannen geduwd of geslagen is waardoor hij is gevallen. Aangever ziet zijn vriend achter de groep aan gaan en loopt ook naar buiten en ziet de vijf mannen zijn vriend in elkaar slaan. Aangever ziet zijn vriend op de grond liggen en ziet dat de mannen hem enkele malen met kracht en met geschoeide voet tegen zijn lichaam trappen. Aangever loopt op de mannen af en roept dat ze normaal moeten doen en dat ze moeten stoppen. Hij ziet twee mannen van de groep op zich afkomen en voor hij het weet ligt aangever op de grond en ziet en voelt dat hij meermalen tegen zijn lichaam wordt getrapt en tegen zijn hoofd en kaak. Aangever heeft pijn aan zijn kaak.
Verklaring [getuige] (over gebeurtenissen in café [naam cafe 2] )
Uit de getuigenverklaring van [getuige]blijkt onder meer het volgende.
De getuige is eigenaar van café [naam cafe 2] en is daar op 25 oktober 2013 werkzaam. Hij ziet dat er op een gegeven moment vijf mannen binnenkomen. De getuige zegt tegen de mannen dat er geen drank meer wordt geschonken in verband met sluitingstijd. Een persoon uit de groep stopt geld bijna in de mond van getuige en roept iets als: “Hier, hou je kankergeld maar, kankerboer”. De getuige verklaart dat iemand tegen deze persoon zegt dat hij rustiger aan moet doen waarna er een vechtpartij ontstaat. De getuige springt er tussen en ziet dat een van de jongens [benadeelde partij 1] slaat. De getuige beschrijft dat de groep bestaat uit een Chineesachtig type, twee blanke jongens waarvan er één wat langer haar tot in de nek heeft en [naam medeverdachte 1] . Hij kent deze jongen niet zelf, maar heeft zijn naam horen vallen en hem op Facebook herkend.
Uit een andere getuigenverklaring van [getuige]blijkt onder meer het volgende.
De getuige verklaart dat hij ziet dat er drie personen op [benadeelde partij 1] inslaan en hem stampen. Hij is naar de groep gelopen en ziet dat de personen slaan als geoefende sportvechters. Het slaan gebeurt hard en gericht. De getuige verklaart dat [getuige 3] buiten ook klappen heeft gehad.
Op 25 oktober 2013 doet [getuige] namens café [naam cafe 2] aangifte van vernieling.
Hij heeft hiertoe onder meer het volgende verklaard.
Aangever ziet dat [naam medeverdachte 1] een veegbeweging maakt richting glazen en dat de glazen daardoor op de grond vallen. In totaal zijn door de mannen 20 tot 25 glazen vernield, door de vechtpartij en door de glazen die [naam medeverdachte 1] van de bar afveegde. Ook is een lamp vernield boven de tafel.
Herkenning verdachten door [getuige]
Uit een latere getuigenverklaring van [getuige]blijkt onder meer het volgende.
De getuige herkent op de aan hem getoonde foto’s van de vijf verdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] en [naam verdachte] . Hij geeft aan dat [naam medeverdachte 1] het geld in zijn gezicht heeft geduwd en heeft meegeslagen en geschopt in café [naam cafe 2] . Hij heeft [naam medeverdachte 1] zien slaan. [naam medeverdachte 2] is degene die bij omschreef als de Chinees. Dit is de man die de eerste klap heeft uitgedeeld. De getuige heeft hem zien slaan. [naam verdachte] stond samen met de andere mannen bij de vechtpartij en hij was ook betrokken bij het vechten.
Conclusie
Uit bovenstaande bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat er in de nacht van vrijdag 25 oktober 2013 openlijk in vereniging geweld is gepleegd tegen personen en goederen en dat de verdachte daaraan een wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Verdachte heeft niet alleen de groep getalsmatig versterkt en zich niet gedistantieerd van het door anderen uitgeoefende geweld, maar hij heeft ook zelf geweld gebruikt. Hij heeft, gelet op zijn rol en gedragingen, ook opzet op het openlijk geweld gehad.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan - kort gezegd - openlijke geweldpleging.