ECLI:NL:RBLIM:2018:875

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 januari 2018
Publicatiedatum
29 januari 2018
Zaaknummer
6072435 CV EXPL 17-5344
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en verweer tegen contractsovername in boekhoudkundige werkzaamheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 januari 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap [D] B.V. en een gedaagde partij, die in conventie en reconventie tegen elkaar procedeerden. De eisende partij, [D] B.V., vorderde betaling van een factuur van € 1.894,75, vermeerderd met rente en kosten, die voortvloeide uit boekhoudkundige werkzaamheden die in opdracht van de gedaagde partij waren uitgevoerd. De gedaagde partij betwistte de overeenkomst met [D] en stelde dat zij geen opdracht had gegeven voor de werkzaamheden, en dat de akte van cessie niet was ontvangen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij in juli 2009 een opdracht had verstrekt aan [A] BV voor boekhoudkundige werkzaamheden, en dat de vorderingen van [A] BV later waren gecedeerd aan [B] Holding BV, die op haar beurt de werkzaamheden had overgedragen aan [D] B.V. De rechter oordeelde dat de gedaagde partij de opdracht en machtiging had ondertekend, waarmee zij instemde met de contractsovername en de automatische incasso van de factuur. De kantonrechter wees de vordering in conventie toe en verklaarde de gedaagde partij in het ongelijk, terwijl de vordering in reconventie werd afgewezen.

De rechter oordeelde dat de gedaagde partij de kosten van de procedure moest vergoeden, en dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad werd verklaard. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke communicatie en documentatie bij contractuele afspraken en de gevolgen van het niet tijdig betwisten van facturen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6072435 \ CV EXPL 17-5344
Vonnis van de kantonrechter van 31 januari 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [D] B.V.,
gevestigd te Weert,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. P.H.A. Jacobs (DAS Rechtsbijstand),
tegen:
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie],
wonend [adres gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ,
[woonplaast gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. G. te Biesebeek.
Partijen zullen hierna [D] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In of omstreeks juli 2009 heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] aan [A] BV (Kvk nr. [nr. 1] ) opdracht verstrekt tot het verrichten van boekhoudkundige werkzaamheden waaronder het opstellen van de jaarrekeningen tot en met het jaar 2013.
2.2.
Op 24 juli 2008 heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een machtiging tot automatische incasso van facturen afgegeven aan [A] BV.
2.3.
Bij akte van cessie van 9 juli 2014 zijn de vorderingen van [A] BV (hierna [A] ) gecedeerd aan [B] Holding BV (Kvk nr. [nr. 2] ). Laatstgenoemde vennootschap heeft een 100% dochteronderneming onder de naam [C] BV (KvK [nr. 3] ). Bij statutenwijziging van 10 maart 2017 is de naam van [C] BV gewijzigd in [D] B.V.
2.4.
Bij brief van 2 juli 2014 heeft [A] aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] medegedeeld dat alle schriftelijk met haar gemaakte overeenkomsten onverkort van kracht blijven en overgaan aan [D] . [A] , laatstelijk statutair genaamd Administratie- en Advieskantoor [E] BV, is inmiddels ontbonden en de ontbinding is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel op 30 december 2015.
2.5.
Bij factuur van 9 januari 2015, nr. 20095049, brengt [D] een bedrag van € 1.894,75 bij [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in rekening. Deze factuur is, ondanks diverse betalingsherinneringen, onbetaald gebleven.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[D] vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tot betaling van € 1.894,75, vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in reconventie.
[D] legt aan haar vordering ten grondslag dat zij in of omstreeks augustus en september 2014 in opdracht en voor rekening van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] het concept van de jaarrrekening 2013 heeft opgesteld. Volgens de akte van cessie is [D] bevoegd om de na juli 2014 uitgevoerde werkzaamheden te declareren en te vorderen.
Volgens de ondertekende opdrachtbevestiging van juli 2009 was [D] gerechtigd onderhanden werkzaamheden van voorheen [A] na contractsovername automatisch te incasseren.
3.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] vordert – samengevat – veroordeling van [D] tot betaling van € 2.770,42, vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in conventie.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] voert – kort samengevat – aan dat zij geen overeenkomst heeft gesloten met [D] . De akte van cessie is niet ontvangen noch anderszins heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ingestemd met contractsovername. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist dan ook uitdrukkelijk opdracht te hebben gegeven aan [D] om de jaarrekening 2013 samen te stellen.
Nu [D] geen contractspartij is, is de factuur ten onrechte automatisch geïncasseerd en heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de betaling gestorneerd. Ook op 22 juli 2014 is ten onrechte een bedrag van € 2.770,42 automatisch geïncasseerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
De kantonrechter stelt het volgende voorop. [D] heeft een ongedateerd schrijven ingestuurd. Dit schrijven is op 4 januari 2018 ter griffie ontvangen en bij dit schrijven was een bijlage gevoegd. De zaak was echter in staat van wijzen en het is daarom niet toegestaan nog nadere stukken over te leggen dan wel op andere wijze te reageren. De inhoud van het schrijven wordt daarom bij de bij beoordeling van het voorgelegde rechtsgeschil buiten beschouwing gelaten.
in conventie
4.2.
In conventie vordert [D] betaling van de factuur d.d. 9 januari 2015, nr. 20095049, ad € 1.894,75, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2015, alsmede betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 284,21. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist contractspartij van [D] te zijn en opdracht aan [D] tot het samenstellen van de jaarrekening 2013 te hebben gegeven.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Vast staat dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in of omstreeks juli 2009 aan [A] (Kvk nr. [nr. 1] ) opdracht heeft verstrekt tot het verrichten van boekhoudkundige werkzaamheden waaronder het opstellen van de jaarrekeningen tot en met het jaar 2013. Eveneens staat vast dat bij akte van cessie de vorderingen van [A] zijn gecedeerd aan [B] Holding BV. De vordering van [A] op [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] was op het moment van cederen nihil, zodat uit dien hoofde [D] geen vorderingsrecht op [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft. Gelet hierop is de vraag of [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] eerder dan in deze procedure de mededeling van cessie heeft ontvangen niet relevant.
4.4.
Bij brief van 2 juli 2014 heeft [A] aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] medegedeeld dat de activiteiten gesplitst worden, waarbij de accountants-boekhoud-loonadministraties en de fiscale werkzaamheden behouden blijven maar overgeheveld worden aan [C] BV en dat alle schriftelijk gemaakte overeenkomsten onverkort van kracht blijven. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist voornoemd schrijven te hebben ontvangen en betwist uitdrukkelijk akkoord te zijn gegaan met de overname.
4.5.
De kantonrechter verwerpt het verweer van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] en overweegt daartoe het volgende. Daargelaten de vraag of [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] het schrijven van 2 juli 2014 heeft ontvangen, heeft [D] een opdracht & machtiging (productie 15 bij conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie) overgelegd. In dit door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in augustus 2014 ondertekend stuk geeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] toestemming aan [C] BV om de vervolgwerkzaamheden uit te voeren voor onder andere de conceptjaarrekening 2013 en indien aan de orde nog eventueel overige werkzaamheden. Verder gaat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ermee akkoord dat [C] BV gerechtigd is om de uitgevoerde werkzaamheden na juli 2014 nog te vorderen evenals het onderhanden werk vanaf januari 2014 tot en juli 2014. Verder geeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] uitdrukkelijk opdracht de kosten voor de werkzaamheden met betrekking tot de jaarrekening 2013 automatisch te incasseren, de door [A] reeds uitgevoerde werkzaamheden alsnog te declareren en automatisch te incasseren evenals de toekomstige facturen.
De niet gemotiveerde betwisting van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de opdracht en machtiging te hebben verstrekt en ondertekend, is van onvoldoende gewicht om een en ander terzijde te schuiven. Dat de opdracht/machtiging is vervalst en geantidateerd is niet aangetoond of aannemelijk gemaakt. In rechte wordt er daarom vanuit gegaan dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] opdracht heeft verstrekt aan [D] en daarmee uitdrukkelijk heeft ingestemd met contractovername.
4.6.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist verder dat de werkzaamheden door [D] zijn uitgevoerd. Een conceptjaarrekening is in elk geval niet ontvangen. [D] stelt dat de werkzaamheden wel zijn uitgevoerd en dat de concept jaarrekening 2013 per post aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is toegezonden.
De kantonrechter is van oordeel dat [D] in voldoende mate heeft aangetoond dat zij de ter zake de concept jaarrekening 2013 gefactureerde werkzaamheden heeft verricht. Aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is de factuur gestuurd en een aantal aanmaningen. Hiertegen is niet, althans niet meteen, geprotesteerd. Voor zover [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de mening was toegedaan dat hem ten onrechte een factuur was gestuurd, had het op zijn weg gelegen hiertegen te protesteren. De stornering van de automatische incasso kan in elk geval niet als een deugdelijk bezwaar worden aangemerkt. Aan een stornering kunnen immers andere redenen ten grondslag liggen. Verder staat als onvoldoende gemotiveerd weersproken vast dat de concept jaarrekening 2013 zowel per e-mail aan de dochter van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zijn toegezonden als ook aan de gemachtigde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] en wel op 4 november 2015.
De hoogte van het factuurbedrag is met de overlegging van de urenstaten voldoende verantwoord, en hiertegen is ook geen verweer gevoerd.
4.7.
De kantonrechter komt dan ook tot de slotsom dat de vordering in conventie kan worden toegewezen. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden eveneens toegewezen, nu hiertegen geen verweer is gevoerd en [D] heeft aangetoond dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht.
in reconventie
4.8.
In reconventie vordert [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] terugbetaling van het op 22 november 2014 automatisch geïncasseerde bedrag van € 2.770,42. Ter onderbouwing stelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] dat gebruik is gemaakt van een in 2008 afgegeven machtiging aan [A] .
4.9.
Onder verwijzing naar hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 4.5. is overwogen, wordt de vordering afgewezen. In de opdracht/machtiging geeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] immers uitdrukkelijk toestemming tot het automatisch incasseren van factuurbedragen. Dat de aan de factuur ten grondslag gelegde werkzaamheden niet hebben plaatsgevonden, is door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] niet aangevoerd.
in conventie en in reconventie
4.10.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.11.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [D] begroot op:
  • dagvaarding € 83,51
  • griffierecht 470,00
  • salaris gemachtigde conventie 300,00 (2 x tarief 150,00)
  • salaris in reconventie
totaal € 1.028,51
4.12.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [D] te betalen een bedrag van € 2.178,96, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.894,75 vanaf 18 januari 2015 tot aan de voldoening,
in reconventie
5.2.
wijst de vordering af,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van [D] gevallen en tot op heden begroot op € 1.028,51,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: