ECLI:NL:RBLIM:2018:8709

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 september 2018
Publicatiedatum
13 september 2018
Zaaknummer
7116934 AZ VERZ 18-80
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst en toewijzing van loondoorbetaling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 13 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Makura B.V. [verzoeker] had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met Makura als technisch medewerker. Makura heeft op 15 mei 2018 aan [verzoeker] meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst per 31 mei 2018 zou worden beëindigd, met een beroep op een wettelijk bepaalde proeftijd. Echter, de rechter heeft vastgesteld dat er geen proeftijd was overeengekomen tussen partijen. Hierdoor was de opzegging van de arbeidsovereenkomst door Makura niet rechtsgeldig.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat het spoedeisende belang van [verzoeker] voortvloeit uit de loonvordering. Aangezien Makura niet ter zitting is verschenen, bleef de vordering van [verzoeker] onweersproken. De rechter heeft de vordering toegewezen en Makura veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon over de maanden mei, juni en juli 2018, alsook de proceskosten. De kantonrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Makura onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ondanks eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 7116934 AZ VERZ 18-80
Beschikking van de kantonrechter van 13 september 2018
in de zaak van
[verzoeker]
wonend te [woonplaats] aan het [adres] ,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. J.J.C. Delahaye
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Makura B.V.,
gevestigd te Maastricht aan de Galjoenweg no. 5,
verwerende partij,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [verzoeker] en Makura genoemd worden

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 1 augustus 2018 ter griffie ontvangen verzoekschrift
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 11 september 2018, waarbij mr. Delahaije een kopie van een aangetekende brief aan Makura aan voornoemd adres heeft getoond waarin datum en tijdstip van de mondelinge behandeling van de zaak staan vermeld.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is vanaf 1 april 2018 krachtens arbeidsovereenkomst (productie 2) voor onbepaalde tijd in dienst van Makura in de functie van technisch medewerker tegen een bruto loon van € 2.293,20 per maand, te vermeerderen met vakantiebijslag.
2.2.
Bij brief van 15 mei 2018 (productie 6) heeft Makura het navolgende aan [verzoeker] bericht:
“(…)
In ons gesprek van 14 mei 2018 is reeds besproken dat wij uw arbeidsovereenkomst per 31 mei 2018 gaan beëindigen, dit conform de wettelijk bepaalde proeftijd van 2 maanden.(…)
2.3.
Partijen zijn geen proeftijd overeengekomen.
2.4.
Vanaf mei 2018 heeft Makura het loon onbetaald gelaten.

3.De beoordeling

3.1.
Het spoedeisende belang vloeit voort uit de aard van de zaak (loonvordering).
3.2.
Doordat Makura niet ter zitting is verschenen, is de vordering onweersproken gebleven. Het gevorderde komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal derhalve worden toegewezen als onder 4.
3.3.
Makura zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] tot de datum van dit vonnis begroot op
€ 517,00 bestaande uit € 400,00 aan salaris gemachtigde en € 117,00 aan griffierecht.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
vernietigt de door Makura gedane opzegging per 31 mei 2018;
4.2.
veroordeelt Makura om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis aan [verzoeker] het overeengekomen loon over de maanden mei, juni en juli 2018 ad € 6.879,60 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en met de wettelijke rente vanaf de respectieve data van verzuim tot aan de dag van voldoening;
4.3.
veroordeelt Makura om het overeengekomen loon uiterlijk op de laatste dag van de maand te blijven voldoen totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd;
4.4.
veroordeelt Makura tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] tot de datum van dit vonnis begroot op € 517,00;
4.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.P van Unen en is in het openbaar uitgesproken.
RK