ECLI:NL:RBLIM:2018:8493

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 september 2018
Publicatiedatum
7 september 2018
Zaaknummer
7158319 CV18-5534
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige afsluiting van voorzieningen in huurrelatie

In deze zaak heeft de kantonrechter op 7 september 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurder en een huurder. De huurder had de verhuurder aangeklaagd omdat deze zonder enige vooraankondiging de wifi- en tv-aansluitingen had afgesloten en de toegang tot de wasruimte had ontzegd. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd en dat het gehuurde niet als vakantiewoning kon worden gekwalificeerd. Het afsluiten van voorzieningen en het ontzeggen van toegang tot de wasruimte werd gezien als een ontoelaatbare vorm van eigenrichting, wat onrechtmatig was. De vordering van de huurder in kort geding werd toegewezen, terwijl de vordering van de verhuurder in reconventie tot ontruiming werd afgewezen, omdat er geen rechtsgeldige beëindiging van de huur was vastgesteld. De kantonrechter benadrukte dat de huurder nog mogelijkheden had om tegen een eventuele beëindiging van de huur te ageren.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 7158319 \ CV EXPL 18-5534
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 7 september 2018
in de zaak van:
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie],
wonend [adres eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ,
[woonplaats eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. J. in 't Ven,
tegen:
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie],
wonend [adres gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] ,
[woonplaats gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. A.J.T.J. Meuwissen.
Partijen worden verder in dit vonnis aangeduid als [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] .

1.De procedure

In conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het navolgende:
  • de dagvaarding in kort geding met producties
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de eis in reconventie met producties
  • de mondelinge behandeling van het kort geding op 31 augustus 2018
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en in reconventie
2.1.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] heeft met ingang van 15 januari 2018 aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] verhuurd de woning die deel uitmaakt van het wooncomplex aan de [straat wooncomplex] te [plaats wooncomplex] tegen een huurprijs van
€ 650,00 per maand inclusief voorzieningen, waaronder het gebruik van de wasmachine en droger in de berging en wifi- en tv-aansluitingen. De huurovereenkomst is mondeling aangegaan.
2.2.
Partijen zijn voorts aanvankelijk overeengekomen dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] het appartement gelegen aan de [adres appartement] te [plaats appartement] per 1 mei 2018 zou gaan bewonen. De zittende bewoner – mevrouw [X] – zou per die datum haar intrek elders nemen.
Medio februari 2018 heeft [X] aan [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] laten weten dat haar verhuisplannen geen doorgang zouden vinden en dat zij de huur – die nog niet was opgezegd – graag zou continueren. [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] heeft daarmee ingestemd.
2.3.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] heeft daarop aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] laten weten dat het aanvankelijke voornemen om het appartement [nummer appartement] per 1 mei 2018 aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] te verhuren niet kon worden uitgevoerd. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] is daarop de thans in het geding zijnde woonruimte blijven bewonen en zij heeft ook maandelijks de huur betaald.
2.4.
Op 16 augustus 2018 heeft [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] de wifi- en tv-aansluitingen als ook de toegang tot de berging afgesloten. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft daarop getracht [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] te bewegen haar de toegang weer te verlenen, echter zonder succes.

3.Het geschil

In conventie en in reconventie
3.1.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] vordert in kort geding – samengevat –:
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] te bevelen om, binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis, de wifi- en tv-aansluiting in het door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gehuurde te herstellen althans opnieuw aan te sluiten en aangesloten te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag die [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] hiermee in gebreke blijft;
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] te bevelen om, binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis, de berging met de wasmachine en droger behorend tot het door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gehuurde opnieuw toegankelijk te maken en toegankelijk te houden, of straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag die [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] daarmee in gebreke blijft;
veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van dit geding.
3.2.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] voert verweer tegen de vordering in conventie en vordert daarnaast in reconventie veroordeling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tot ontruiming van het gehuurde met ingang van 15 september 2018 subsidiair per 1 oktober 2018 en meer subsidiair per 15 oktober 2018, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] met de ontruiming in gebreke blijft.
3.3.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft ter zitting verweer gevoerd tegen de reconventionele vordering.

4.Het voorlopig oordeel

In conventie
4.1.
De kantonrechter komt – gezien de processtukken en gehoord partijen ter zitting van 31 augustus 2018 – tot de navolgende overwegingen.
4.2.
In deze kwestie houdt partijen onder meer verdeeld de vraag welke kwalificatie aan het gehuurde moet worden gegeven. Op dat punt overweegt de kantonrechter als volgt.
4.3.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] blijven volhouden dat er in de onderhavige kwestie sprake is van huur van een vakantiewoning. Zijdens [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] is deze stelling gemotiveerd weersproken.
4.4.
Artikel 7:233 BW bepaalt wat onder woonruimte moet worden verstaan:
“Onder woonruimte wordt verstaan een gebouwde onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige woning is verhuurd, dan wel een woonwagen of standplaats, alsmede de onroerende aanhorigheden”.
Alsdan is huurbescherming van toepassing.
4.5.
De enkele omstandigheid dat [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] deze woning als vakantiewoning kwalificeert acht de kantonrechter onvoldoende om deze aanduiding te onderschrijven. De kantonrechter is dan ook voorshands van oordeel dat van een vakantiewoning geen sprake is. Het feit dat de woning geen apart huisnummer heeft en het kennelijk voor [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet mogelijk is om zich op dat adres te laten inschrijven, maakt dit niet anders. Daarbij komt dat als niet weersproken is komen vast te staan dat de gemeente de betreffende woning niet de bestemming
recreatieheeft meegegeven. Ook het feit dat sprake is van kortdurende opvolgende huurperiodes – door telkens andere huurders – maakt de woning niet per definitie tot vakantiewoning.
4.6.
Voorts spitst het debat tussen partijen zich toe op de vraag of er sprake is van een huurovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd.
4.7.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] huldigt het standpunt dat – nadat de voorgenomen intrek in appartement [nummer appartement] per 1 mei 2018 geen doorgang heeft gevonden – er een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan. [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] daarentegen stelt zich op het standpunt dat de huurovereenkomst op verzoek van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] na 1 mei 2018 met drie maanden is verlengd en wel tot 15 augustus 2018. De kantonrechter overweegt op dit punt het navolgende.
4.8.
De kantonrechter is van oordeel dat voorshands niet gebleken is van een huurovereenkomst voor bepaalde tijd. [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] heeft zijn stelling dat partijen in onderling overleg de einddatum van 15 augustus 2018 zijn overeengekomen op geen enkele wijze nader onderbouwd. Daar komt bij dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] de door [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gestelde afspraak nadrukkelijk betwist. Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat voor het geval er wel sprake zou zijn van huur voor bepaalde tijd, in zijn algemeenheid een enkele opzegging nog niet impliceert dat er aan de huurrelatie een einde komt.
4.9.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] heeft vervolgens op 16 augustus 2018 [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zonder enige vooraankondiging afgesloten van de wifi- en tv-aansluiting. Ook heeft [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] de verdere toegang ontzegd tot de wasruimte (met wasmachine en wasdroger). De kantonrechter is van oordeel dat dit een vorm van eigenrichting is, nu immers elke wettelijke grondslag daarvoor ontbreekt en het handelen van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] onrechtmatig en derhalve ontoelaatbaar is. Aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zijn belangrijke voorzieningen onthouden en zij heeft dan ook een spoedeisend belang bij het gevorderde.
4.10.
De kantonrechter komt dan ook – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen – tot het voorlopig oordeel dat de vorderingen in conventie aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] moeten worden toegewezen.
In reconventie
4.11
Nu zoals hiervoor is overwogen dat de kantonrechter er voorshands van uitgaat dat er sprake is van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, is er voor toewijzing van de reconventionele vordering geen plaats. De huurovereenkomst is immers nog niet op rechtsgeldige wijze geëindigd en daarbij komt dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] een door de wet gegeven mogelijkheid ter beschikking staat om tegen een eventuele opzegging te ageren. Een ontruiming zou dan ook prematuur zijn. De vordering in reconventie zal dan ook worden afgewezen.
In conventie en in reconventie
4.12.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure aan de kant van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] gevallen worden veroordeeld. Deze kosten worden tot aan deze uitspraak als volgt begroot:
  • kosten exploot € 99,91
  • griffierecht € 79,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 1.078,91
4.13.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter in kort geding:
In conventie
5.1.
beveelt [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] om, binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis, de wifi- en tv-aansluiting in het door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gehuurde te herstellen althans opnieuw aan te sluiten en aangesloten te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag die [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] hiermee in gebreke blijft;
5.2.
beveelt [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] om, binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis, de berging met de wasmachine en droger behorend tot het door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gehuurde opnieuw toegankelijk te maken en toegankelijk te houden, of straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag die [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] daarmee in gebreke blijft;
5.3.
wijst – voor zoveel nodig – het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
5.4.
wijst de vordering af,
in conventie en in reconventie
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van deze procedure aan de kant van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op een bedrag van € 1.078,91,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.F. van Dooren en in het openbaar uitgesproken.
type: ph
coll: sm