ECLI:NL:RBLIM:2018:8421

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 september 2018
Publicatiedatum
6 september 2018
Zaaknummer
6674119 \ CV EXPL 18-1014
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van energierekening met afwijzing van rente en kosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 5 september 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de naamloze vennootschap ENGIE NEDERLAND RETAIL B.V. en een gedaagde partij. ENGIE vorderde betaling van openstaande facturen die betrekking hadden op diensten geleverd aan de gedaagde partij, met een totaalbedrag van € 1.386,74. De gedaagde partij had de facturen in de periode van 26 mei 2017 tot 10 oktober 2017 onbetaald gelaten. ENGIE vorderde in totaal € 1.659,88, inclusief rente en incassokosten. De gedaagde partij voerde verweer en vorderde in reconventie betaling van een bedrag van € 1.634,74, onder andere met betrekking tot andere klantnummers en adressen.

De kantonrechter constateerde dat de gedaagde partij de hoofdsom van de vordering niet langer betwistte, waardoor deze aan ENGIE werd toegewezen. Echter, de rechter oordeelde dat ENGIE slordig en onzorgvuldig had gehandeld, wat verwarring bij de gedaagde partij had veroorzaakt. Hierdoor werden de gevorderde rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten afgewezen. In reconventie werd de vordering van de gedaagde partij afgewezen wegens gebrek aan deugdelijke onderbouwing. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van ENGIE, begroot op € 150,00. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6674119 \ CV EXPL 18-1014
Vonnis van de kantonrechter van 5 september 2018
in de zaak van:
de naamloze vennootschap ENGIE NEDERLAND RETAIL B.V.,
gevestigd te Zwolle,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde LAVG Groningen,
tegen:
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie],
wonend [adres gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] ,
[woonplaats gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna Engie en [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Engie heeft aan [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] diensten geleverd onder twee klantnummers en ten behoeven van een aantal adressen. De vordering heeft betrekking op klantnummer [klantnr. 1 gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] .
2.2.
De aan [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gezonden facturen in de periode van 26 mei 2017 tot 10 oktober 2017 met en totaalbedrag van € 1.386,74 zijn onbetaald gebleven.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
Engie vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van € 1.659,88 (hoofdsom € 1.386,74, rente € 65,13 en € 208,01 incassokosten), vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in reconventie.
Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] de facturen die in de periode van 26 mei 2017 tot 10 oktober 2017 aan hem zijn gestuurd onbetaald heeft gelaten.
3.2.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] vordert - samengevat - veroordeling van Engie tot betaling van € 1.634,74, dan wel indien verrekening wordt toegepast een bedrag van € 923,58 en voert verweer tegen de vordering in conventie.
Aan zijn vordering in reconventie legt [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] ten grondslag dat hij van Engie nog de volgende bedragen te vorderen heeft:
  • Ten aanzien van [adres gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 297,46
  • Ten aanzien van [2e adres gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 1.236,02
  • Ten aanzien van [3e adres gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] een bedrag van € 103,26.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Engie vordert betaling van de openstaande facturen betrekking hebbend op klantnummer [klantnr. 1 gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] . Nadat [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] bij conclusie van antwoord verweer heeft gevoerd, heeft Engie in haar conclusie van repliek onder meer aangegeven dat zij de splitsing van het pand aan de [adres] in de panden [2e adres gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] en [huisnummer 3e adres gedaagde partij, eiser in reconventie] aanvankelijk foutief geadministreerd heeft zodat op de facturen en eindafrekening(en) een verkeerd leveringsadres staat vermeld en dat abusievelijk het foutief leveringsadres in de dagvaarding is vermeld. Verder geeft Engie aan dat zij tijdelijk met een technische storing heeft gekampt waardoor vier facturen dezelfde factuurdatum van 26 mei 2017 hebben. Deze facturen hebben betrekking op de termijnbedragen van de maanden februari, maart, april en mei 2017.
Engie heeft verder het verweer van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] besproken en haar eigen stellingen nader toegelicht.
4.2.
De kantonrechter constateert dat [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] de stellingen van Engie zoals neergelegd in de conclusie van repliek niet weerspreekt. Evenmin blijkt uit de conclusie van dupliek dat [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] de vordering en stellingen van Engie nog langer (gemotiveerd) betwist. [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] bepleit enkel tot afwijzing van de vordering omdat Engie met het voeren van een ondeugdelijke administratie in gebreke is gebleven waardoor het niet gerechtvaardigd is [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] voor extra kosten te laten opdraaien.
4.4.
Nu [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] de gevorderde hoofdsom niet langer betwist, kan deze aan Engie worden toegewezen. Engie heeft haar stellingen en de verschuldigdheid van de vordering in voldoende mate inzichtelijk gemaakt. Het beroep op verrekening wordt verworpen, nu de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en dit verweer hierna in de beoordeling ten aanzien van de vordering in reconventie aan de orde zal komen.
4.5.
De kantonrechter is echter wel van oordeel dat Engie dermate slordig en onzorgvuldig te werk is gegaan dat hierdoor verwarring bij [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] is ontstaan. Hiermee duidt de kantonrechter op de foutieve administratie en vermelding van het verkeerde leveringsadres in zowel de facturen als ook in de dagvaarding. De kantonrechter ziet hierin aanleiding de gevorderde rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten ten aanzien van de vordering in conventie voor rekening van Engie te laten.
4.6.
In reconventie vordert [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] betaling van een bedrag van € 1.636,74.
Engie heeft de vordering gemotiveerd betwist en zij heeft uitgebreid aangegeven welke bedragen [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] met betrekking tot klantnummer [klantnr. 2 gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] verschuldigd was en welke bedragen daarop in mindering zijn betaald. Gelet op dit uitvoerige verweer had het op de weg van [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] gelegen zijn stellingen nader te onderbouwen. Dit heeft [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] echter niet dan wel in onvoldoende mate gedaan. Dit leidt ertoe dat de vordering in reconventie moet worden afgewezen bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing daarvan.
4.7.
[gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure aan de kant van Engie gevallen en tot op heden begroot op € 150,00 ( 2 x 0,5 x € 150,00).
4.8.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Engie te betalen een bedrag van € 1.386,74,
in reconventie
5.2.
wijst de vordering af,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van Engie gevallen en tot op heden begroot op € 150,00,
in conventie en in reconventie
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: PL
coll: